Uitvoeringsregeling EG-rooisubsidie 1998

[Regeling vervallen per 24-01-2004.]
Geraadpleegd op 27-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 07-01-2009 en zichtdatum 30-06-2010.
Geldend van 22-01-1998 t/m 23-01-2004

Uitvoeringsregeling EG-rooisubsidie 1998

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/97 van de Raad van de Europese Unie van 30 oktober 1997 betreffende de sanering van de productie van appelen, peren, perziken en nectarines in de Gemeenschap (PbEG L 303), de artikelen 15, 19 en 27 van de Landbouwwet en artikel 2 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

b. LASER:

Dienst Landelijke service bij regelingen van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

c. verordening 2200/97:

Verordening (EG) nr. 2200/97 van de Raad van de Europese Unie van 30 oktober 1997 betreffende de sanering van de productie van appelen, peren, perziken en nectarines in de Gemeenschap (PbEG L 303);

d. verordening 2467/97:

Verordening (EG) nr. 2467/97 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1997 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/97 van de Raad betreffende de sanering van de productie van appelen, peren, perziken en nectarines in de Gemeenschap (PbEG L 341);

e. appelbomen:

gezonde bomen die geschikt zijn om een normale productie van appelen op te leveren, met uitzondering van bomen die appelen voor de ciderbereiding voortbrengen;

f. perenbomen:

gezonde bomen die geschikt zijn om een normale productie van peren op te leveren, met uitzondering van bomen die peren voor de ciderbereiding voortbrengen;

boomgaard:

alle percelen van het bedrijf van een producent of exploitant die met appel- of perenbomen zijn beplant en een plantdichtheid van ten minste 300 bomen per hectare of indien het appelbomen van de soort Annurca betreft ten minste 150 bomen per hectare hebben, en op Nederlands grondgebied zijn gelegen;

bedrijf:

geheel van productie-eenheden dat door de producent of de exploitant wordt beheerd en zich bevindt op Nederlands grondgebied;

producent:

natuurlijke of rechtspersoon dan wel samenwerkingsverband van natuurlijke of rechtspersonen, die respectievelijk dat voor eigen rekening en risico een boomgaard exploiteert op aan hem respectievelijk aan het samenwerkingsverband in eigendom toebehorende percelen;

exploitant:

natuurlijke of rechtspersoon dan wel samenwerkingsverband van natuurlijke of rechtspersonen, die respectievelijk dat voor eigen rekening en risico een boomgaard exploiteert op niet aan hem respectievelijk aan het samenwerkingsverband in eigendom toebehorende percelen;

aanvrager:

producent of exploitant die een aanvraag tot subsidieverlening in het kader van deze regeling indient;

eigenaar:

eigenaar van met appel- of perenbomen beplante percelen niet zijnde een producent;

perceel:

aaneengesloten oppervlakte met appel- of perenbomen;

verkoopseizoen:

periode van 1 juli van een kalenderjaar tot en met 30 juni van het daaropvolgende kalenderjaar.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Indien voldaan wordt aan de voorwaarden van verordening 2200/97, verordening 2467/97 en deze regeling kan voor het verkoopseizoen 1997/1998 op aanvraag een eenmalige subsidie aan producenten en exploitanten worden toegekend voor het geheel of gedeeltelijk rooien van een boomgaard.

  • 2 De tijdig ingediende aanvragen worden gerangschikt aan de hand van de bij de verificatie overeenkomstig artikel 4, eerste lid, van verordening 2467/97 geconstateerde oppervlakten, waarbij geldt dat een aanvraag die betrekking heeft op een grotere, na verificatie vastgestelde, oppervlakte een hogere rangschikking heeft dan een aanvraag die betrekking heeft op een kleinere, na verificatie vastgestelde, oppervlakte.

  • 3 In afwijking van het eerste lid wordt de subsidie niet toegekend indien de aanvraag een oppervlakte betreft die, na verificatie overeenkomstig artikel 4, eerste lid, van verordening 2467/97, groter blijkt te zijn dan het bij of krachtens artikel 1, tweede lid, van verordening 2200/97 voor Nederland vastgestelde areaal voor appelen en peren, verminderd met het totaal van de te rooien oppervlakten van de hoger gerangschikte aanvragen.

  • 4 Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op alle aanvragen van gelijke rangorde indien zij tezamen een oppervlakte betreffen die groter is dan het bij of krachtens verordening 2200/97 voor Nederland vastgestelde areaal voor appelen en peren, verminderd met het totaal van de te rooien oppervlakten van de hoger gerangschikte aanvragen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Onverminderd de voorwaarden, die voortvloeien uit de in artikel 2 genoemde verordeningen en met inachtneming van de bepalingen van deze regeling, komt de producent of de exploitant in aanmerking voor een subsidie voor een boomgaard indien hij zich er tegenover de minister schriftelijk toe verbindt:

    • a. één of meer percelen ineens te rooien of te laten rooien binnen twee maanden na de in artikel 5 van verordening 2467/97 bedoelde kennisgeving doch uiterlijk op 30 juni 1998;

    • b. de gerooide bomen voor de heraanplant ongeschikt te maken.

  • 2 Voorts verplicht de producent zich schriftelijk om bij gehele dan wel gedeeltelijke overdracht van zijn bedrijf gedurende de periode waarvoor op grond van deze regeling verplichtingen gelden:

    • a. de volgende producenten, exploitanten of eigenaren er toe te verbinden om de verplichtingen bedoeld in het eerste lid, voor zover zij nog niet zijn vervuld, over te nemen respectievelijk te doen overnemen;

    • b. binnen twee weken na de overdracht hiervan mededeling te doen aan LASER met gebruikmaking van een daartoe door LASER vastgesteld formulier.

  • 3 De meldingsplicht bedoeld in het tweede lid, onder b, geldt eveneens indien de producent de exploitatie van het bedrijf anders dan als gevolg van overdracht beëindigt.

  • 4 Het bepaalde in het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de producent die, nadat hij zijn bedrijf beëindigd heeft, percelen overdraagt waarvoor hij een verbintenis bedoeld in het eerste lid van dit artikel en artikel 3, tweede lid, onder a, van verordening 2467/97 is aangegaan.

  • 5 Onverminderd het bepaalde in het eerste lid ontvangt de exploitant slechts een subsidie, indien:

    • a. hij op het tijdstip van de indiening van de aanvraag tot subsidieverlening, toestemming heeft van de eigenaar van de met de appel- of perenbomen beplante percelen voor het uitvoeren van rooiwerkzaamheden.

    • b. de eigenaar van deze percelen zich er tegenover de minister schriftelijk toe heeft verbonden om bij overdracht hiervan de verplichtingen bedoeld in het eerste lid, voor zover zij nog niet zijn vervuld, door de daaropvolgende producenten, exploitanten of eigenaren te doen overnemen en hiervan binnen twee weken na de overdracht mededeling te doen aan LASER met gebruikmaking van een daartoe door LASER vastgesteld formulier.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Indien de producent, exploitant of eigenaar gedurende de periode waarvoor verplichtingen in het kader van deze regeling gelden, gronden verkrijgt op grond van de Landinrichtingswet, de Reconstructiewet Midden-Delfland of de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën ter vervanging van percelen waarvoor de bedoelde verplichtingen gelden, komt hij de verplichtingen ten aanzien van deze percelen verder na op de nieuw verkregen percelen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De subsidie wordt berekend overeenkomstig artikel 2, eerste lid, van verordening 2467/97.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, dient de producent of exploitant bij LASER een aanvraag tot subsidieverlening in.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Voor een aanvraag tot subsidieverlening maakt de producent of exploitant gebruik van een door LASER vastgesteld formulier, dat door hem volledig en naar waarheid is ingevuld, ondertekend en gedagtekend.

  • 2 Bij de indiening van een formulier, bedoeld in het eerste lid, legt de aanvrager alle bewijsstukken over ten aanzien waarvan zulks wordt verlangd ingevolge het betreffende formulier dan wel ingevolge deze regeling.

  • 3 De aanvrager verstrekt degene die is belast met de uitvoering van deze regeling op diens verzoek alle ter zake van die gegevens gewenst nadere inlichtingen terstond en naar waarheid.

  • 4 LASER is belast met de uitvoering van deze regeling waaronder begrepen het uitreiken van formulieren, alsmede met het in ontvangst nemen van de formulieren met bijbehorende bescheiden.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Als periode voor het indienen van een aanvraag tot subsidieverlening wordt vastgesteld de periode die loopt van 26 januari 1998 tot en met 13 februari 1998.

  • 2 Door het indienen van het formulier bedoeld in artikel 7, eerste lid, verplicht de aanvrager zich tot nakoming van de daarin gestelde voorwaarden en verplichtingen.

  • 3 De aanvraag tot subsidieverlening bevat ten minste de volgende gegevens:

    • -

      de gegevens bedoeld in artikel 3 van verordening 2467/97;

    • -

      een door LASER voorgeschreven topografische kaart met een schaal van 1:10.000 waarop alle tot het bedrijf behorende percelen staan aangegeven;

    • -

      de schriftelijke verklaring respectievelijk verbintenis van de producent of exploitant bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, van verordening 2467/97 en artikel 3, eerste lid, van deze regeling;

    • -

      in voorkomend geval, de ondertekende verklaring van de eigenaar van de tot het bedrijf behorende percelen waaruit blijkt dat deze toestemming verleent tot het uitvoeren van de rooiwerkzaamheden en dat deze, wanneer de beschikking tot subsidievaststelling wordt gegeven, de verplichting bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, van verordening 2467/97 op zich neemt.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De minister beslist op de aanvraag tot subsidieverlening, nadat de op het aanvraagformulier vermelde gegevens door waarneming ter plaatse zijn geverifieerd.

  • 2 Binnen tien weken na het tijdstip van de indiening van de aanvraag wordt de aanvrager in kennis gesteld van de beslissing op de aanvraag tot subsidieverlening.

  • 3 De aanvrager stelt LASER ten minste één week vóór de aanvang van de rooiwerkzaamheden schriftelijk in kennis van de datum waarop deze werkzaamheden zullen aanvangen.

  • 4 De subsidie wordt uitgekeerd nadat door waarneming ter plaatse van ieder betrokken perceel door LASER is geconstateerd, dat de appel- of perenbomen overeenkomstig de voorschriften zijn gerooid.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Indien de ingevolge de beschikking tot subsidievaststelling te rooien oppervlakte voor appel- of perenbomen groter is dan de oppervlakte die daadwerkelijk is gerooid, is de subsidie per product gelijk aan de subsidie voor de feitelijk gerooide oppervlakte per product, verminderd met de helft van het verschil tussen de vastgestelde en de feitelijk gerooide oppervlakte per product.

  • 2 In de gevallen bedoeld in het eerste lid kan de vermindering per product nooit meer bedragen dan de feitelijk gerooide oppervlakte per product.

  • 3 Het eerste lid is niet van toepassing indien het verschil tussen de ingevolge de beschikking tot subsidievaststelling te rooien oppervlakte en de feitelijk gerooide oppervlakte is toe te schrijven aan overmacht.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Het recht op subsidie vervalt indien:

    • a. de producent of de exploitant de verplichtingen bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, van verordening 2467/97 niet is nagekomen;

    • b. een volgende producent of exploitant die zich schriftelijk heeft verplicht de voor de aanvrager uit diens aanvraag tot subsidieverlening voortvloeiende verplichtingen verder na te komen, deze verplichtingen geheel of gedeeltelijk niet nakomt;

    • c. de eigenaar of een opvolgende eigenaar de in artikel 3, vijfde lid, bedoelde verplichting niet nakomt.

  • 2 In het geval bedoeld in het eerste lid betaalt de aanvrager de ontvangen subsidie terug, vermeerderd met de rente.

  • 3 Onverminderd het tweede lid betaalt de overtreder van één of meer verplichtingen bedoeld in het eerste lid een boete die gelijk is aan de uitbetaalde subsidie.

  • 4 De subsidie vermeerderd met de rente, en de boete betaalt de producent, de exploitant, of de eigenaar op eerste vordering terug zonder dat ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Bij overtreding van andere dan de in de artikelen 10 en 11 bedoelde voorschriften vervalt het recht op de subsidie naar de mate van de ernst en de omvang van de geconstateerde overtreding, indien blijkt dat de aanvrager een of meer bepalingen van verordening 2200/97 of van verordening 2467/97 of van deze regeling niet heeft nageleefd of indien bij zijn aanvraag onjuiste gegevens zijn verstrekt.

  • 2 Indien het recht op de subsidie geheel of gedeeltelijk vervalt ingevolge het eerste lid, betaalt de aanvrager het desbetreffende bedrag terug, vermeerderd met de rente vanaf het moment van uitbetaling.

  • 3 De rente, bedoeld in het tweede lid, is de wettelijke rente in Nederland geldende op de laatste dag van de kalendermaand waarin de subsidie is betaald.

  • 4 De subsidie vermeerderd met de rente, bedoeld in het derde lid, betaalt de aanvrager op eerste vordering terug, zonder dat ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist.

  • 5 Het eerste lid is niet van toepassing wanneer er sprake is van overmacht.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling EG-rooisubsidie 1998.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J.J. van Aartsen