Wet van 22 januari 1998, houdende een afzonderlijke inkomensvoorziening voor kunstenaars
(Wet inkomensvoorziening kunstenaars)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen betreffende
een afzonderlijke inkomensvoorziening voor kunstenaars, die niet over voldoende middelen
beschikken om in de noodzakelijke kosten van bestaan te voorzien;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: