Besluit registratie vissersvaartuigen 1998

Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2009 en zichtdatum 22-07-2010.
Geldend van 01-08-2008 t/m 30-09-2012

Besluit van 26 januari 1998, houdende vaststelling van het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 4 december 1997, nr. J. 9713365, Directie Juridische Zaken;

Gelet op artikel 3 van de Visserijwet 1963;

De Raad van State gehoord (advies van 17 december 1997, no. W11.97.0777);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 19 januari 1998, No. J. 98360, Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In afwijking in zoverre van artikel 1, eerste lid, van de Uitvoeringwet Visserijverdrag 1967 wordt in dit besluit en de daarop berustende bepalingen verstaan onder:

  • a. Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • b. vissersvaartuig:

    • 1°. vaartuig als bedoeld in artikel 3, onderdeel c, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PbEG L 358), dat geldt als Nederlands op grond van artikel 1, tweede lid, van de Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967, of

    • 2°. vaartuig dat is uitgerust voor de commerciële exploitatie van vis in het IJsselmeer;

  • c. eigenaar: natuurlijke of rechtspersoon die de eigendom heeft;

  • d. visserijregister: het register, bedoeld in artikel 4.

Artikel 3

  • 1 Bij regeling van Onze Minister worden de gemeenten aangewezen die in aanmerking komen als thuishaven voor vissersvaartuigen en worden de lettertekens vastgesteld waarmee die gemeenten worden aangeduid.

  • 2 In de regeling, bedoeld in het eerste lid, worden regels gesteld omtrent de grootte, de kleur en de plaats van de lettertekens en nummers.

Artikel 4

Onze Minister houdt een register bij waarin de vissersvaartuigen worden ingeschreven onder vermelding van hun thuishaven, de overige gegevens, bedoeld in bijlage II van Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 december 2003 betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot (PbEU L 5) en andere gegevens waarvan Onze Minister vermelding noodzakelijk acht op grond van communautaire verplichtingen.

Artikel 5

Het is verboden een vissersvaartuig te gebruiken indien dat vaartuig niet het letterteken voert dat in de regeling, bedoeld in artikel 3, is bepaald voor de gemeente waar dat vaartuig zijn thuishaven heeft, en het nummer waaronder het vaartuig in het visserijregister is ingeschreven, danwel indien het vaartuig niet is ingeschreven in het visserijregister, bedoeld in artikel 4.

Artikel 6

  • 1 De eigenaar van een vaartuig dient, alvorens het als vissersvaartuig in gebruik te nemen, een aanvraag in voor inschrijving in het visserijregister op een door Onze Minister vast te stellen en beschikbaar te stellen formulier.

  • 2 Onze Minister kan regels stellen omtrent het in het eerste lid bedoelde formulier en de bescheiden die overgelegd worden bij de in het eerste lid bedoelde aanvraag.

  • 3 Inschrijving in het visserijregister vindt slechts plaats indien:

    • a. het formulier, bedoeld in het eerste lid, volledig en naar waarheid is ingevuld en is ondertekend;

    • b. is voldaan aan het tweede lid, en

    • c. Onze Minister geen reden heeft de juistheid van de bij de aanvraag vermelde opgaven of verstrekte gegevens in twijfel te trekken.

  • 4 Onze Minister kan besluiten tot doorhaling van een inschrijving in het visserijregister indien blijkt dat de door de eigenaar van het desbetreffende vissersvaartuig bij zijn aanvraag vermelde opgaven of verstrekte gegevens niet overeenstemmen met de werkelijkheid.

Artikel 6a

  • 1 Onze Minister doet de eigenaar van een vaartuig een bewijs van inschrijving in het visserijregister toekomen.

Artikel 7

  • 1 Indien een vaartuig:

    doet de eigenaar onder wiens naam het betrokken vaartuig in het visserijregister is ingeschreven hiervan mededeling aan Onze Minister op een door Onze Minister vast te stellen en beschikbaar te stellen formulier, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk zes weken nadat de desbetreffende verandering heeft plaatsgevonden.

  • 2 De eigenaar van een vissersvaartuig doet aan Onze Minister op een daarvoor door Onze Minister vast te stellen en beschikbaar te stellen formulier mededeling van elke andere verandering ten aanzien van de gegevens, bedoeld in artikel 4, uiterlijk zes weken nadat de desbetreffende verandering heeft plaatsgevonden.

  • 3 Van de omstandigheid, bedoeld in het eerste lid, onder a, is in elk geval sprake indien het vaartuig een jaar of langer niet is gebruikt als vissersvaartuig.

Artikel 8

  • 1 Na ontvangst van de mededeling, bedoeld in artikel 7, hetzij indien anders blijkt dat een verandering heeft plaatsgevonden besluit Onze Minister:

    • a. indien het betreft een verandering als bedoeld in artikel 7, eerste lid, tot doorhaling van de desbetreffende inschrijving in het visserijregister;

    • b. indien het betreft een verandering als bedoeld in artikel 7, tweede lid, tot dienovereenkomstige aanpassing van de betrokken gegevens in het visserijregister.

Artikel 9

Onze Minister kan de inschrijving in het visserijregister, bedoeld in artikel 6, eerste lid, of de aanpassing van de betrokken gegevens in het visserijregister, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, weigeren, indien hij dit noodzakelijk acht ter nakoming van communautaire verplichtingen.

Artikel 10

  • 1 Na inwerkingtreding van dit besluit geldt de registratie van een vissersvaartuig in het centraal visserijregister, bedoeld in het Registratiebesluit vissersvaartuigen 1964, als een registratie in het visserijregister.

Artikel 15

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit registratie vissersvaartuigen 1998.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 26 januari 1998

Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Uitgegeven de zeventiende februari 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager