Wet van 18 maart 1998, houdende financiële compensatie voor langdurige militaire
dienst (Uitkeringswet KNIL-beroepsmilitairen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een voorziening te treffen
houdende een eenmalige financiële compensatie voor beroepsmilitairen die ten minste
vijf maar minder dan vijftien jaren bij het voormalige KNIL in werkelijke dienst zijn
geweest en daarvoor geen pensioen, dan wel uitkering bij wijze van pensioen ontvangen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: