Artikel 1. Algemeen
[Regeling vervallen per 23-08-2013]
-
2 De examencommissie is samengesteld uit twee subcommissies, waarvan de eerste is belast
met de examens voor de bevoegdverklaringen lieren, slepen en motorzweefvliegen, en
de tweede is belast met de examens voor de bevoegdverklaringen vliegonderricht en
wolkenvliegen, alsmede de standaardisatie van normen.
-
3 De examencomissie wordt vertegenwoordigd door de voorzitter van de commissie of, bij
diens afwezigheid, door een door hem aan te wijzen lid van de commissie. De voorzitter
heeft als bijzondere taak het onderhouden van alle contacten met de divisie Luchtvaart
van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.
Artikel 2. Organisatie van de commissie
[Regeling vervallen per 23-08-2013]
-
4 Bij haar advies tot benoeming van een persoon tot lid van een van beide subcommissies
voor het afnemen van theorie examens voor het zweefvliegbewijs en bevoegdverklaringen
daarin, houdt de examencommissie er rekening mee dat daartoe bij voorkeur personen
worden benoemd, die
-
a. zelf in het bezit zijn van de bevoegdverklaring, waarvoor het examen is bedoeld,
-
b. een meer dan gebruikelijke affiniteit tot de theorie voor de betreffende bevoegdverklaring
bezitten, en
-
c. te goeder naam en faam bekend staan als deskundige.
-
5 Bij haar advies tot benoeming van een persoon tot lid van de subcommissie voor het
afnemen van praktijk examens voor de bevoegdverklaringen lieren, sleepvliegen en motorzweefvliegen
in het zweefvliegbewijs, houdt de examencommissie er rekening mee, dat daartoe bij
voorkeur personen worden benoemd, die:
-
a. actief zweefvlieger zijn,
-
b. meer dan drie jaar in het bezit zijn van die bevoegdverklaring vliegonderricht voor
de bevoegdverklaring waavoor zij examen afnemen, en
-
c. te goeder naam en faam bekend staan als zweefvlieger.
Voor het afnemen van het examen voor de bevoegdverklaring motorzweefvliegen wordt
daarnaast van de examinatoren verwacht dat zij
-
d. minimaal een jaar in het bezit zijn van de bevoegdverklaring motorzweefvliegen, en
-
e. een totale vliegervaring hebben van ten minste 150 uur, waarvan ten minste 50 uur
als eerste bestuurder op een motorzweefvliegtuig.
-
6 Bij haar advies tot benoeming van een persoon tot lid van de subcommissie voor het
afnemen van praktijk examens voor de bevoegdverklaringen vliegonderricht en wolkenvliegen
in het zweefvliegbewijs houdt de examencommissie er rekening mee, dat daartoe bij
voorkeur personen worden benoemd, die:
-
a. actief zweefvlieger zijn,
-
b. minimaal 6 jaar in het bezit zijn van de bevoegdverklaringen waarvoor men examen af
neemt;
-
c. een meer dan gebruikelijke affiniteit tot de opleiding van zweefvlieginstructeurs
bezitten, hetgeen moet blijken uit het vervuld hebben van de mentofunctie bij de succesvolle
opleiding van ten minste drie instructeurs, en
-
d. te goeder naam en faam bekend staan als zweefvlieginstructeur.
-
9 Voor zover leden van de examencommissie zijn betrokken bij de opleiding voor het behalen
van bevoegdverklaringen in het zweefvliegbewijs worden kandidaten, aan de opleiding
van wie zij in belangrijke mate hebben bijgedragen, niet door hen geëxamineerd.
Artikel 3. Organisatie van de theorie examens
[Regeling vervallen per 23-08-2013]
-
1 De theorie examens voor de bevoegdverklaringen in het zweefvliegbewijs zijn, afhankelijk
van het examenvak en de bevoegdverklaring, schriftelijk en mondeling (gemengd), of
uitsluitend mondeling.
-
3 Bij gemengde examens geldt, dat onder zekere voorwaarden m.b.t. het resultaat van
het schriftelijk deel, het mondelinge deel kan komen te vervallen. De tijd tussen
het afleggen van het schriftelijk examen en het eventueel af te leggen mondeling examen
bedraagt maximaal 6 weken.
-
5 Voor de organisatie van de theorie examens worden bij verenigingen of opleidingsinstituten
op hun verzoek door de voorzitter leden van de examencommissie voor een van te voren
overeengekomen periode als coördinator benoemd. Deze coördinatoren houden namens hun
vereniging of instituut kontakt met de voorzitter van de examencommissie, schrijven
in zijn naam certificaten uit en coördineren de theorie examens binnen hun vereniging
of instituut.
-
6 De coördinator nodigt tijdig een voldoende aantal leden van de examencommissie uit
voor het opstellen van de examenvragen, het uitoefenen van toezicht tijdens het schriftelijk
gedeelte en het afnemen van de mondelinge examens. De coördinator houdt hierbij rekening
met het gestelde in artikel 2, negende lid.
-
7 De examenopgaven worden gesteld over een zo groot mogelijk gedeelte van de in de exameneisen
vervatte leerstof, opdat een zo goed mogelijk beeld wordt verkregen van de kennis
van de kandidaat. Examinatoren maken voor het opstellen van de vragen zoveel mogelijk
gebruik van de voor het betreffende examen aanbevolen literatuur.
-
14 De kandidaten beantwoorden de opgaven slechts op daarvoor aan hen uitgereikt papier.
Al het uitgereikte papier wordt na afloop van het schriftelijk examen ingenomen. De
kandidaten mogen op hun tafel slechts die zaken hebben, welke door de toezichthoudende
examinator(en) als noodzakelijk worden geacht. Uitlenen van hierboven bedoelde noodzakelijke
zaken zonder toestemming van de examinator(en) is niet toegestaan.
-
15 Gedurende het examen mogen kandidaten het lokaal niet verlaten, niet met elkaar spreken
en niet elkaars werk inzien.
Als dat toch gebeurt, leidt dit tot het direct inleveren van het examenwerk.
-
16 Zo spoedig mogelijk na de beëindiging van het schriftelijk deel van een examen wordt
het schriftelijk werk door bij voorkeur twee examinatoren nagekeken en beoordeeld.
Daarna wordt door de coördinator aan de kandidaten bericht voor welk(e) vak(ken) men
is geslaagd en, indien van toepassing, voor welk(e) vak(ken) nog een mondeling examen
moet worden afgelegd.
-
20 Na afloop van het examen is de coördinator verantwoordelijk voor toezending aan het
secretariaat van de niet uitgeschreven certificaten, samen met
(a) het beoordeelde examenwerk,
(b) een overzichtslijst van de deelnemende examinatoren,
(c) een volledig stel vragen en
(d) een ingevuld examenuitslagformulier met daarop de uitslag van het examen per kandidaat
en de aanduiding of een certifikaat is uitgeschreven en uitgereikt.
Al deze bescheiden worden door toedoen van het sekretariaat minimaal 5 jaren zorgvuldig
bewaard
Artikel 4. Organisatie van de praktijk examens
[Regeling vervallen per 23-08-2013]
A. Praktijkexamens voor de bevoegdverklaringen lieren, slepen en motorzweefvliegen
-
1. Voor de organisatie van de praktijkexamens voor de bevoegdverklaringen lieren, slepen
en motorzweefvliegen worden bij verenigingen of opleidingsinstituten op hun verzoek
door de voorzitter leden van de examencommissie voor een van te voren overeengekomen
periode als coördinator benoemd. Deze coördinatoren houden namens hun vereniging of
opleidingsinstituut kontakt met de voorzitter van de examencommissie, schrijven in
zijn naam certifikaten uit en coördineren de praktijkexamens afgenomen binnen hun
vereniging of opleidingsinstituut.
-
2. De coördinator nodigt voor de praktijkexamens voor de bevoegdverklaringen lieren,
slepen of motorzweefvliegen van kandidaten die nog niet in het bezit zijn van het
zweefvliegbewijs, per volledig praktijkexamen ten minste één lid van de examencommissie
uit voor het afnemen van het examen.
Voor het afnemen van examens voor de aanvullende bevoegdverklaringen lieren, slepen
of motorzweefvliegen nodigt de coördinator één lid van de examencommissie uit.
-
3. Na gunstige afloop van het praktijkexamen vult de examinator een examenuitslagformulier/certifikaat
in.
Dit certifikaat wordt ondertekend door de examinator en (namens de voorzitter) door
de coördinator.
-
4. De coördinator doet opgave van ieder door hem uitgeschreven certifikaat aan het sekretariaat.
B. Praktijk examens voor de bevoegdverklaringen vliegonderricht en wolkenvliegen
-
5. Voor de organisatie van de praktijkexamens voor het behalen van de bevoegdverklaringen
vliegonderricht en de bevoegdverklaring wolkenvliegen wordt door de voorzitter voor
een van te voren overeengekomen periode een coördinator benoemd. Deze houdt kontakt
met de voorzitter van de examencommissie, coördineert de praktijk examens en schrijft
in naam van de voorzitter de op de praktijk examens betrekking hebbende certifikaten
uit.
-
6. De coördinator voor de praktijk examens voor de bevoegdverklaringen vliegonderricht
en wolkenvliegen nodigt per praktijkexamen ten minste één examinator uit. Deze examinator(en)
bepaalt (bepalen) in overleg met de kandidaat de plaats en de datum voor het examen.
-
7. Na afloop van een praktijkexamen voor een bevoegdverklaring vliegonderricht of voor
de bevoegdverklaring wolkenvliegen vult de examinator een examenuitslagformulier in.
Dit ondertekende examenformulier wordt door (een van) de examinator(en) naar de coördinator
gestuurd, die op grond daarvan in naam van de voorzitter van de examencommissie een
certifikaat voor het betreffende examen uitschrijft en toezendt aan de kandidaat.
C. Verplichtingen van kandidaten van praktijk examens
-
8. Kandidaten voor een praktisch gedeelte van een examen kunnen dit slechts afleggen,
nadat zij het volledige theorie examen met goed gevolg hebben afgelegd en aan de ervaringseisen
voor betreffende bevoegdheid voldoen.
-
9. Bij ieder examen moeten kandidaten zich kunnen legitimeren d.m.v. een algemeen gebruikelijk
identiteitsbewijs voorzien van een goedgelijkende foto. De personalia hiervan worden
verwerkt op uitslagformulieren/certifikaten.
-
10. Voor ieder af te nemen praktijk examen draagt de kandidaat in overleg met de aangewezen
examinator(en) zorg voor toegang en opvang van de examinator(en) op het te gebruiken
terrein, draagt zorg voor de aanwezigheid van het voor het examen benodigde materiaal
en de aanwezigheid van een voor het examen geschikt vliegbedrijf.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 23-08-2013]
Binnen een periode van 48 maanden moeten alle benodigde certificaten (dus zowel theorie
als praktijk) zijn behaald om in aanmerking te komen voor het zweefvliegbewijs.
Artikel 6. Omvang van de examens
[Regeling vervallen per 23-08-2013]
A. Theorie examens
-
1. De theorie examens omvatten de vakken omschreven in bijlage I.
-
2. Op de betreffende bijlage is tevens voor elk vak aangegeven wat de tijdsduur is van
zowel het schriftelijk als het mondeling examengedeelte
B. Praktijk examens
-
3. Praktijk examens omvatten de groepen of onderdelen, die zijn vermeld in bijlage 2.
-
4. De tijdsduur van een praktijk examen is ter beoordeling van de examinator(en) met
een minimum en een maximum duur zoals vermeld in bijlage 1.
-
5. Een kandidaat is geslaagd voor een praktijk examen zodra alle van toepassing zijnde
groepen en/of onderdelen van het examen zijn afgewerkt en als voldoende beoordeeld.
Artikel 7. Waardering van onderdelen van examens in percentages en letters
[Regeling vervallen per 23-08-2013]
A. Theorie examens
-
1. Kandidaten worden afgewezen, wanneer bij het schriftelijk examen 40% of lager wordt
behaald.
-
2. Kandidaten, die bij het schriftelijk examen een percentage hoger dan 40, maar minder
dan 70 behalen, kunnen in het betreffende vak een mondeling examen afleggen, het eindoordeel
van het mondeling gedeelte vormt tevens het eindoordeel over het betreffende vak.
-
3. Kandidaten, die bij het schriftelijk examen een percentage van 70 of hoger behalen,
zijn geslaagd voor dat vak.
B. Praktijk examens
-
4. Het oordeel omtrent de praktische bedrevenheid van de kandidaten wordt per groep en
onderdeel uitgedrukt met de letters O of V, waaraan de volgende betekenis wordt gehecht:
O onvoldoende V voldoende
-
5. De beoordelingen van alle onderdelen van het praktijk examen een voldoende hebben
gekregen, zijn geslaagd voor het praktijk examen.
Artikel 8. Beslissingen
[Regeling vervallen per 23-08-2013]
Artikel 9
[Vervallen per 29-03-1998]
Artikel 10
[Vervallen per 29-03-1998]
Artikel 11
[Regeling vervallen per 23-08-2013]
Deze regeling wordt aangehaald als: Examenreglement zweefvliegen.
Bijlage 1. bij het examenreglement zweefvliegen
[Regeling vervallen per 23-08-2013]
In de volgende tabel zijn de examenvakken voor de theorie van het zweefvliegbewijs
aangegeven en de duur van het examen per vak.
examenvak
|
examenduur
|
|
schriftelijk
|
mondeling
|
zweefvliegen
|
voorschriften
|
30 minuten
|
15 minuten
|
meteorologie
|
30 minuten
|
15 minuten
|
zweefvliegtuigen
|
45 minuten
|
15 minuten
|
instrumenten
|
30 minuten
|
15 minuten
|
luchtvaartkaarten
|
–
|
30 minuten
|
zweefvlieginstructeur
|
voorschriften
|
30 minuten
|
15 minuten
|
meteorologie
|
45 minuten
|
20 minuten
|
constructie /dagelijks toezicht
|
30 minuten
|
20 minuten
|
aerodynamica
|
45 minuten
|
20 minuten
|
instrumenten
|
30 minuten
|
15 minuten
|
De examenduur van het mondelinge examen als onderdeel van het praktische examen bedraagt:
Bevoegdverklaring
|
examenduur in minuten ten minste
|
maximaal
|
lieren
|
10
|
20
|
slepen
|
10
|
20
|
motorzweefvliegen
|
30
|
45
|
wolkenvliegen
|
20
|
40
|
Bijlage 2a. bij het Examenreglement zweefvliegen
[Regeling vervallen per 23-08-2013]
Onderdelen van het praktijk examen voor de bevoegdverklaringen lieren of sleepvliegen
in het zweefvliegbewijs
1. Check geldige theoriecertificaten/zweefvliegbewijs
certificaten voor de 5 vakken van het theorie examen zweefvliegen niet ouder dan 48
maanden
geldig zweefvliegbewijs of zweefvliegbewijs, dat niet langer verlopen is dan 36 maanden
2. Check ervaringseisen
ten minste 40 solovluchten met een totale duur van 6 uur (of voor houders van een
ZVB met een bevoegdverklaring motorzweefvliegen ten minste 20 solovluchten met een
zweefvliegtuig)
een geaccepteerde serie van 5 doellandingen
lieren:
|
slepen
|
10 solo lierstarts waarbij ten minste de normale circuithoogte werd bereikt
|
5 solo sleepstarts met een gezamelijke sleeptijd van ten minste 30 minuten
|
3. Praktijk examen:
voldoende mondeling examen van de ‘theorie van de praktijk’ (niet uitsluitend betrekking
hebbend op de voorbereiding van de examenvluchten)
voldoende uitvoering van (1 of) 3 examenvluchten samengesteld uit oefeningen uit de volgende groepen:
|
1
|
2
|
3
|
GROEP 1: Voorbereiding van de vlucht
|
GROEP 2: Start en stijgvlucht
|
GROEP 3: Vrije vlucht
|
GROEP 4: Circuit, eindnadering en landing
|
GROEP 5: Noodprocedures (voor LRZ en SLZ)
|
Een overzicht van de oefeningen in de Groepen 1 t/m 5 is in de bijlage 2e nader gespecificeerd.
De examinator maakt voor iedere examenvlucht een zodanige keuze uit de volgende oefeningen
dat deze, voor zover mogelijk, ten minste eenmaal worden beoordeeld:
a. voor kandidaten zonder een eerder behaalde bevoegdverklaring:
een serie wisselbochten
een asymmetrische overtrek
een slipvlucht
een zijwindlanding
b. voor kandidaten voor een bevoegdverklaring SLZ een speciale examensleepvlucht bestaande
uit de volgende onderdelen:
een daalvlucht achter het sleepvliegtuig vanaf ten minste 150 m AGL tot vlak boven
de grond
een voortzetting van dezelfde sleepvlucht tot ten minste 500 m AGL
c. voor kandidaten voor een bevoegdverklaring LRZ die reeds eerder een bevoegdverklaring
SLZ of MZV verkregen:
een (gesimuleorde) kabelbreuk beneden 150 m AGL
N.B.
Een kandidaat is alleen dan geslaagd voor het praktijk examen, wanneer hij voor elk
van de groepen oefeningen en voor elk van de voor hem van toepassing zijnde (hierboven
nader gespecificeerde) speciale oefeningen een voldoende beoordeling krijgt.
Bijlage 2b. bij het Examenreglement zweefvliegen
[Regeling vervallen per 23-08-2013]
Onderdelen van het praktijk examen voor de bevoegdverklaring motorzweefvliegen in
het zweefvliegbewijs
1. Check geldige theoriecertificaten/zweefvliegbewijs
certificaten voor de 5 vakken van het theorie examen zweefvliegen niet ouder dan 48
maanden of
geldig zweefvliegbewijs of zweefvliegbewijs, dat niet langer verlopen is dan 36 maanden
2. Check ervaringseisen
ten minste 45 uren vliegervaring als eerste of leerling-bestuurder van vliegtuigen,
motorzweefvliegtuigen, zweefvliegtuigen of ultralichte vliegtuigen,
ten minste 8 uur solo vliegervaring (in totaal), waarvan 3 uur solo op een motorzweefvliegtuig
ten minste 15 uur vliegervaring als eerste of leerling bestuurder op overlandvluchten,
waarbij op ten minste 5 verschillende luchtvaartterreinen, waarvan ten minste één
met een motorzweefvliegtuig in het buitenland, is geland
3. Praktijk examen:
voldoende mondeling examen van de ‘theorie van de praktijk’ (niet uitsluitend betrekking
hebbend op de voorbereiding van de examenvlucht) en de vakken:
Motoren (theorie, gebruik en onderhoud)
Navigatie (theorie, hulpmiddelen, uitvoering)
voldoende uitvoering van een examen (overland)vlucht van ten minste 30 minuten, waarbij
op een ander luchtvaartterrein dan het terrein van herkomst kan worden geland en waarbij
oefeningen uit de volgende groepen mede worden beoordeeld:
GROEP 1: Voorbereiding van de vlucht
GROEP 2: Start en stijgvlucht
GROEP 3: Vrije vlucht
GROEP 4: Circuit, eindnadering en landing
GROEP 5: Noodprocedures (voor motorzweefvliegtuigen)
GROEP 6: Navigatievlucht
Een overzicht van de oefeningen in de Groepen 1 t/m 6 is in de bijlage 2e nader gespecificeerd.
Bijlage 2c. bij het Examenreglement zweefvliegen
[Regeling vervallen per 23-08-2013]
Onderdelen van het praktijk examen voor de bevoegdverklaring wolkenvliegen in het
zweefvliegbewijs
1. Check geldig zweefvliegbewijs
geldig zweefvliegbewijs
2. Check ervaringseisen
ten minste 30 uur vliegervaring als eerste bestuurder met zweefvliegtuigen toegelaten
voor overlandvluchten
ten minste 3 overlandvluchten met behulp van thermiek met een totale duur van ten
minste 5 uur
3. Praktijk examen:
voldoende mondeling examen van de ‘theorie van de praktijk’ (niet uitsluitend betrekking
hebbend op de voorbereiding van de examenvluchten) en de vakken:
Voorschriften (voor zover van belang voor wolkenvliegen)
Meteorologie (voor zover van belang voor wolkenvliegen)
voldoende uitvoering van 2 examenvluchten met ieder een duur van ten minste 15 minuten,
waarbij de besturing geschiedt zonder visuele oriëntatie met blindvlieginstrumenten
en is samengesteld uit oefeningen uit de groepen:
|
1
|
2
|
GROEP 1: Voorbereiding van de vlucht
|
GROEP 3: Vrije vlucht
|
GROEP 5: Noodprocedures (voor zover van toepassing)
|
Een overzicht van de oefeningen in de Groepen 1, 3 en 5 is in de bijlage 2e nader gespecificeerd.
De examinator kiest de oefeningen voor de examenvluchten zodanig, dat de volgende
oefeningen ten minste eenmaal worden beoordeeld:
rechtlijnige vlucht met constante snelheid
bochten met een dwarshelling van ten minste 30°
bochten met veranderlijke dwarshelling
herstel uit abnormale vliegstanden
Bijlage 2d. bij het examenreglement zweefvliegen
[Regeling vervallen per 23-08-2013]
Onderdelen van het praktijk examen voor de bevoegdverklaringen vliegonderricht VOA,
VOB en VOC in het zweefvliegbewijs
1. Check geldige theoriecertificaten en zweefvliegbewijs
certificaten voor de 5 vakken van het theorie examen vliegonderricht niet ouder dan
48 maanden of
een zweefvliegbewijs met bevoegdverklaringen VOA, VOB of VOC die niet langer verlopen
zijn dan 36 maanden
geldig zweefvliegbewijs
2. Check ervaringseisen
vliegervaring van ten minste 500 starts of 75 uur op zweefvliegtuigen
3. Praktijk examen:
examen tijdens een zweefvliegbedrijf, waarbij de kandidaat in de praktijk demonstreert
dat hij:
(1) op voldoende wijze in staat is leiding te geven aan leerlingen.
Beoordeeld hierbij worden in het bijzonder een keuze uit de aspecten genoemd in de
hierna gespecificeerde groep 7: Algemene leiding
(2) op voldoende wijze in woord en daad (voor zover voor de beoogde bevoegdverklaring
VOA, VOB of VOC van toepassing) naar behoren vliegonderricht kan geven in de oefeningen
van de groepen 1 t/m 5, voor zover die voor de overeenkomende bevoegdverklaringen
LRZ of SLZ nodig zijn.
Beoordeeld hierbij wordt in het bijzonder een keuze uit de aspecten genoemd in de
hierna gespecificeerde groep 8: Instructie
Bijlage 2e. bij het Examenreglement zweefvliegen
[Regeling vervallen per 23-08-2013]
Specificatie van de groepen van oefeningen en aandachtspunten
GROEP 1: Voorbereiding van de vlucht
Vluchtvoorbereiding
Kennis van het vliegtuig
Gewicht en zwaartepunt
Dagelijkse inspectie
Controles opstarten (alleen (MZV)
Taxieën (alleen MZV)
Controles voor de start
Vliegerschap*
GROEP 2: Start en stijgvlucht
Aanrollen en loskomen
Stijgvlucht
Klimmende / (dalende) bochten
Overgang stijgvlucht in horizontale vlucht
Ontkoppelen
Controles aan het einde van de stijgvlucht
Vliegerschap*
GROEP 3: Vrije vlucht (voor MZV: met en zonder motor)
Uitkijken
Normale rechtlijnige vlucht
Normale bochten
Steile bochten
Wisselbochten
Slipvlucht
Overtrekken in rechtlijnige vlucht
Inleiding tolvlucht uit rechtlijnige vlucht
Inleiding tolvlucht uit bocht (= Asymmetrische overtrek)
Invoegen bij thermiekvliegen
Vliegerschap*
GROEP 4: Circuit, eindnadering en landing
Circuitplanning
Aansluiten op het circuit
Checks tijdens het circuit
Snelheden en kleppen op het circuit
Eindnadering met kleppen
Eindnadering met slippen
Afronden, afvangen en uitrollen
Landing met zijwind
Doellanding
Eindnadering met vermogen (MZV)
Normale doorstart (alleen MZV)
Vliegerschap
GROEP 5a: Noodprocedures (LRZ/SLZ)
Kabelbreuk
Daalsleep
Herstel uit abnormale vliegstanden Vliegerschap
GROEP 5b: Noodprocedures (MZV)
Motorstoring in de start
Wave-off
Gesimuleerde nood-, of buitenlanding
Gesimuleerde voorzorgslanding
Gesimuleerde storingen
Herstel uit abnormale vliegstanden
Vliegerschap*
GROEP 6: Navigatievlucht (MZV)
Vliegplan/navigatieplan
Koersvliegen
Hoogte aanhouden
Oriëntatie/tijd en correcties
Uitwijken naar andere vliegvelden
Technische controles tijdens vlucht
Vluchtafhandeling na aankomst
Vliegerschap*
GROEP 7: Algemene leiding
Toezicht materieel
Algemene zorg voor de veiligheid
Verdeling van werkzaamheden
Overwicht
Optreden bij afwijkingen van de procedures
Optreden bij calamiteiten
Vliegerschap*
GROEP 8: Instructie
Ervaringsbeoordeling leerling
Aanpassing aan de leerling
Instructie van de oefeningen
Briefing voor de vlucht
Demonstratie van de oefeningen
Reactie op oefeningen leerling
Nabeschouwing van de vlucht
Definitie Vliegerschap:
Het geheel aan eigenschappen (kennis, instelling en vaardigheid) dat de vlieger in
staat stelt om, met inachtneming van de regels en de voorschriften, met zijn luchtvartuig
onder alle omstandigheden veilig te kunnen omgaan, zowel op de grond als in de lucht.