Warenwetbesluit Specerijen en kruiden

Geraadpleegd op 14-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2002.
Geldend van 01-05-1998 t/m 18-02-2016

Besluit van 7 april 1998, houdende het Warenwetbesluit Specerijen en kruiden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 september 1997, nr. GZB/VVB/975145, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 4, eerste lid, onder b, artikel 8, onder b, en artikel 12 van de Warenwet, alsmede op artikel II, eerste lid, van de Wijzigingswet 1988 Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 18 november 1997, no. W13.97.0623);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 maart 1998 met nummer GZB/VVB/981404, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1 In dit besluit wordt verstaan onder specerijen en kruiden: eetwaren, zijnde delen van planten die aromatisch smaken of ruiken dan wel een scherpe smaak bezitten, en die bestemd zijn om aan eet- en drinkwaren te worden toegevoegd.

  • 2 Dit besluit is niet van toepassing op een eet- of drinkwaar die met een in dit besluit bedoelde aanduiding rechtmatig in het verkeer is gebracht in een andere lid-staat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, voor zover die aanduiding vergezeld gaat van beschrijvende vermeldingen die dicht bij die aanduiding staan, zodat de koper in staat is de aldus geëtiketteerde waar te onderscheiden van in Nederland in het verkeer gebrachte waren waarvoor die aanduiding gebezigd mag worden.

Artikel 2

Het is verboden met gebruikmaking van de bij dit besluit aangegeven aanduidingen andere specerijen en kruiden te verhandelen dan die waaraan die aanduidingen bij dit besluit zijn voorbehouden.

Artikel 3

Specerijen en kruiden mogen worden aangeduid met een in onderstaande tabel bedoelde aanduiding, voor zover de desbetreffende waar voldoet aan de daarbij opgenomen eisen inzake achtereenvolgens de ten hoogste toegelaten gehaltes aan as en zand, uitgedrukt in gewichtsprocenten (%w/w), en het ten minste vereiste gehalte aan vluchtige olie, uitgedrukt in volumeprocenten (%v/w), steeds berekend op de droge stof.

aanduiding

botanische naam

as

zand

vluchtige olie

anijs(zaad)

Pimpinella anisum

9

2,5

1

basilicum

Ocimum basilicum

16

3,5

0,3

bieslook

Allium schoenoprasum

13

2

bonenkruid

Satureja horensis/montana

12

1

0,5

chillies, cayenne of Spaanse Peper

Capsicum

10

1,6

foelie

Myristica fragrans/argentea

4

0,5

5

gember(wortel)

Zingiber officinale

8

2

1,5

kaneel

Cinnamomum (div. soorten)

7

2

0,4

kardamom

Elettaria cardamomum

9

2,5

4

karwij of kummel

Carum carvi

8

1,5

2,5

kervel

Anthriscus cerefolium

17

2

knoflookpoeder

Allium sativum

6

0,5

komijn(zaad)

Cuminum cyminum

14

3

1,5

koriander(zaad)

Coriandrum sativum

7

1,5

0,3

kruidnagelen

Eugenia caryophyllus

7

0,5

14

kurkuma

Curcuma longa

8

2

2,5

gemalen kurkuma

Curcuma longa

9

2,5

1,5

laurier

Laurus nobilis

7

2

1

marjoraan of marjolein

Majorana hortensis

10

2

1

mosterdzaad

Sinapis alba/Brassica junc./Brassica nigra

6,5

1

nootmuskaat

Myristica fragrans/argentea

3

0,5

6,5

oregano

Origanum vulgare

10

2,5

0,5

paprikapoeder

Capsicum annuum

10

2

witte peper

Piper nigrum

3,5

0,3

1,5

zwarte peper

Piper nigrum

7

1,5

2

peterselie

Petroselinum (div. soorten)

14

1,5

piment

Pimenta dioica (Jamaica)

5

0,4

3,5

piment

Pimenta dioica (andere)

5

1

2

rozemarijn

Rosmarinus oficinalis

8

1

1

saffraan

Crocus sativus

8

1

salie

Salvia (div. soorten)

12

2

1,5

selderie(zaad)

Apium graveolens

12

3

1,5

tijm

Thymus vulgaris

14

4

1

vanille

Vanilla fragrans

venkel(zaad)

Foeniculum vulgare

9

2

1,5

Artikel 4

Als methoden van onderzoek welke bij uitsluiting beslissend zijn voor de vaststelling of al dan niet is voldaan aan de bij dit besluit gestelde regels, worden aangewezen chromatografische en andere scheidingsmethoden, organoleptische bepalingsmethoden en detectiemethoden, alsmede de daartoe door een andere lid-staat van de Europese Unie aangewezen methode.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit Specerijen en kruiden.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 7 april 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. G. Terpstra

Uitgegeven de eerste mei 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager