Wet van 9 april 1998, houdende wijziging van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Werkloosheidswet,
de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet,
de Toeslagenwet, de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Kinderbijslagwet, de Algemene
nabestaandenwet, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de Wet
arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten met betrekking tot terugvordering
en verhaal (terugvordering en verhaal in verband met herziening van het debiteurenbeleid)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe regels te stellen
omtrent terugvordering en verhaal van kosten van bijstand en uitkeringen op grond
van sociale voorzieningswetten en sociale verzekeringswetten, alsmede daarmee verband
houdende wijzigingen in andere wetten aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: