Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs

Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 09-09-2005.
Geldend van 01-09-2003 t/m 31-12-2006

Wet van 14 mei 1998, houdende regels voor de niet-openbare arbeidsbemiddeling en het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de wettelijke regulering betreffende de niet-openbare arbeidsbemiddeling in een aparte wet onder te brengen, omdat dit niet meer past bij de regulering in de Arbeidsvoorzieningswet 1996, en dat de algemene vergunningsplicht voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten wordt afgeschaft, maar dat wel enige regulering op het terrein van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten dient te worden vastgelegd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

    • b. arbeidsbemiddeling: dienstverlening in de uitoefening van beroep of bedrijf ten behoeve van een werkgever, een werkzoekende, dan wel beiden, inhoudende het behulpzaam zijn bij het zoeken van arbeidskrachten onderscheidenlijk arbeidsgelegenheid, waarbij de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht dan wel een aanstelling tot ambtenaar wordt beoogd;

    • c. ter beschikking stellen van arbeidskrachten: het tegen vergoeding ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan een ander voor het onder diens toezicht en leiding, anders dan krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst, verrichten van arbeid;

    • d. onderneming: de onderneming, bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, wordt onder arbeidsbemiddeling niet verstaan: het openbaar maken van gegevens betreffende werkzoekenden of arbeidsplaatsen door middel van drukpers, radio, televisie of een ander communicatiemedium.

  • 3 In afwijking van het eerste lid, onderdeel c, wordt onder ter beschikking stellen van arbeidskrachten niet verstaan:

    • a. het ten behoeve van een geleverde zaak of tot stand gebracht werk ter beschikking stellen van arbeidskrachten;

    • b. het bij wijze van hulpbetoon zonder winstoogmerk ter beschikking stellen van arbeidskrachten, die bij degene, die hen ter beschikking stelt, ten behoeve van arbeid in diens onderneming in dienst zijn;

    • c. het ter beschikking stellen van arbeidskrachten voor het verrichten van arbeid in een onderneming, die door dezelfde ondernemer in stand wordt gehouden als die de arbeidskrachten ter beschikking stelt.

Hoofdstuk 2. Arbeidsbemiddeling

Artikel 2. Vergunning voor niet-openbare arbeidsbemiddeling

[Vervallen per 01-09-2003]

Artikel 3. Verplichtingen arbeidsbemiddeling

  • 1 Bij het verrichten van arbeidsbemiddeling wordt geen tegenprestatie van de werkzoekende bedongen.

  • 2 Degene die arbeidsbemiddeling verricht en bekend is of redelijkerwijs bekend kan zijn, dat in een bedrijf of onderneming, of een gedeelte daarvan, een werkstaking, uitsluiting of bedrijfsbezetting bestaat, bemiddelt niet in het plaatsen van werkzoekenden in dat bedrijf of die onderneming, of het gedeelte daarvan, waar de werkstaking, uitsluiting of bedrijfsbezetting heerst.

  • 3 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in afwijking van het eerste lid regels gesteld worden met betrekking tot bepaalde categorieën werkzoekenden of werkgevers.

Artikel 4. Regels voor bepaalde categorieën werkzoekenden en werkgevers

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld voor arbeidsbemiddeling van bepaalde categorieën van werkzoekenden of werkgevers.

Hoofdstuk 3. Ter beschikking stellen van arbeidskrachten

Artikel 8. Loonverhoudingsnorm

  • 1 Degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt is aan deze arbeidskrachten loon en overige vergoedingen verschuldigd overeenkomstig het loon en de overige vergoedingen die worden toegekend aan werknemers, werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de onderneming bij welke de terbeschikkingstelling plaats vindt.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing, indien in een collectieve arbeidsovereenkomst, van toepassing op de onderneming die de arbeidskracht ter beschikking stelt, of bij of krachtens wet is bepaald, welk loon en overige vergoedingen degene, die arbeidskrachten ter beschikking stelt, aan die arbeidskrachten verschuldigd is.

  • 3 Het eerste lid is eveneens niet van toepassing, indien op de onderneming bij welke de ter beschikkingstelling plaats vindt, een collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, die bepalingen bevat op grond waarvan de werkgever zich ervan moet verzekeren dat aan arbeidskrachten die aan zijn onderneming ter beschikking zijn gesteld loon en overige vergoedingen worden betaald overeenkomstig de bepalingen van die collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 9. Verbod tegenprestatie arbeidskracht

Bij het ter beschikking stellen van arbeidskrachten wordt voor de terbeschikkingstelling geen tegenprestatie bedongen van de arbeidskracht, die ter beschikking wordt gesteld.

Artikel 10. Verbod ter beschikking stellen bij arbeidsconflict

Degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt, stelt, voor zover hem bekend is of redelijkerwijze bekend kan zijn dat in een bedrijf of onderneming, of een gedeelte daarvan, een werkstaking, uitsluiting of bedrijfsbezetting bestaat, geen arbeidskrachten ter beschikking voor het verrichten van werkzaamheden in dat bedrijf of die onderneming of wel dat gedeelte daarvan, waar de werkstaking, uitsluiting of bedrijfsbezetting heerst.

Artikel 11. Informatie veiligheid

Degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt verschaft aan degene die ter beschikking wordt gesteld, informatie over de verlangde beroepskwalificatie en verstrekt aan die persoon de beschrijving, bedoeld in artikel 5, zesde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet 1998, voordat de terbeschikkingstelling een aanvang neemt.

Artikel 12. Speciaal regime

  • 1 Indien het belang van goede verhoudingen op de arbeidsmarkt of het belang van de betrokken arbeidskrachten bescherming behoeven, worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voor een of meer bepaalde sectoren van het bedrijfsleven of segmenten van de arbeidsmarkt regels gesteld voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten.

  • 2 Ter bescherming van in het eerste lid genoemde belangen kan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald worden, dat het ter beschikking stellen van arbeidskrachten in een of meer bepaalde sectoren van het bedrijfsleven of segmenten van de arbeidsmarkt slechts is toegestaan met vergunning van Onze Minister.

Hoofdstuk 4. Onderzoek en toezicht

Artikel 13. Aanwijzing toezichthouders

  • 1 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren.

  • 2 Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel 14. Bevoegdheden toezichthouders

De toezichthouders zijn bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner. Zij beschikken niet over de bevoegdheden, genoemd in de artikelen 5:18 en 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 15. Onderzoek op terrein van het ter beschikking stellen van arbeidskrachten en arbeidsbemiddeling

Indien uit onderzoek naar de naleving van de hoofdstukken 2 of 3 blijkt, dat niet aan de daar genoemde artikelen wordt voldaan, doet Onze Minister hiervan mededeling aan de betrokken arbeidskracht of werkzoekende, voor zover het zijn aanspraken betreft, aan de betrokken werkgever, aan degene die de arbeidsbemiddeling heeft verricht, aan de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging en aan de daarvoor naar zijn oordeel in aanmerking komende organisaties van werkgevers en werknemers. De mededeling aan de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging en aan organisaties van werkgevers en werknemers bevat geen gegevens waaruit de identiteit van de in het onderzoek betrokken werknemers of werkzoekenden kan worden afgeleid.

Hoofdstuk 5. Wijziging van andere wetten

Artikel 16. Aansprakelijkheid van inleners voor betaling premie

[Red: Wijzigt de Coördinatiewet Sociale Verzekering]

Artikel 17. Aansprakelijkheid van inleners voor betaling belasting

[Red: Wijzigt de Invorderingswet 1990]

Artikel 19. Wijziging Arbeidsvoorzieningswet en Invoeringswet Arbeidsvoorzieningswet 1996

  • 1 [Red: Wijzigt de Arbeidsvoorzieningswet.]

  • 2 [Red: Wijzigt de Invoeringswet Arbeidsvoorzieningswet 1996.]

Hoofdstuk 6. Overige en slotbepalingen

Artikel 23. Evaluatie

Onze Minister zendt binnen 3 jaar na de inwerkingtreding van deze wet, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel 24. Tijdstip inwerkingtreding

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 25. Tijdelijke werking voor arbeidsbemiddeling in culturele en sportsector

[Vervallen per 01-09-2003]

Artikel 26. Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 14 mei 1998

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Uitgegeven de vierde juni 1998

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager