Wet van 14 mei 1998, houdende regels voor de niet-openbare arbeidsbemiddeling en
het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet allocatie arbeidskrachten door
intermediairs)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de wettelijke regulering
betreffende de niet-openbare arbeidsbemiddeling in een aparte wet onder te brengen,
omdat dit niet meer past bij de regulering in de Arbeidsvoorzieningswet 1996, en dat de algemene vergunningsplicht voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten
wordt afgeschaft, maar dat wel enige regulering op het terrein van het ter beschikking
stellen van arbeidskrachten dient te worden vastgelegd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: