Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Wik

[Regeling vervallen per 01-01-2010.]
Geraadpleegd op 02-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2004.
Geldend van 01-01-2004 t/m 01-04-2004

Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Wik

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelende na overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;

Gelet op de artikelen 6, derde lid, 30, tweede lid, 36, derde lid, en 37, derde lid, van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars;

Besluit:

§ 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

b. Wik:

de Wet inkomensvoorziening kunstenaars;

c. uitkeringskosten:

de ten laste van de gemeente gebleven kosten van uitkeringen, bedoeld in artikel 36, eerste lid, onder a, van de Wik;

d. uitvoeringskosten:

de uitvoeringskosten bedoeld in artikel 36, eerste lid, onder b, van de Wik, onderscheidenlijk artikel 39, eerste lid, van de Wik;

e. kwartaaldeclaratie:

de kwartaaldeclaratie, bedoeld in artikel 4, eerste lid.

§ 2. Onderzoeken ter zake van uitkeringen

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Burgemeester en wethouders verrichten het onderzoek, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Wik, binnen achttien maanden:

  • a. na de datum waarop de uitkering is ingegaan;

  • b. na de datum waarop het laatst verrichte onderzoek werd afgesloten.

§ 3. De gemeentelijke administratie

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De administratie, bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wik, wordt zodanig ingericht, dat daarin:

  • a. alle van belang zijnde vastleggingen en bewijsstukken ten behoeve van het besluitvormings-, uitvoerings-, controle- en verantwoordingsproces zichtbaar en controleerbaar zijn vastgelegd;

  • b. de samenhang tussen de in onderdeel a bedoelde vastleggingen en bewijsstukken blijkt; en,

  • c. de samenhang tussen de totalen in de administratie en van de onderdelen van de kwartaal-declaraties en de jaaropgave enerzijds en de specificatie per persoon anderzijds kan worden vastgesteld.

§ 4. Wijze en tijdstip van declareren door gemeenten

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Burgemeester en wethouders declareren de uitkeringskosten en de uitvoeringskosten over een kalenderkwartaal bij het Rijk door middel van een door hen ondertekende kwartaaldeclaratie.

  • 2 Burgemeester en wethouders dragen zorg dat de kwartaaldeclaratie door de minister is ontvangen uiterlijk op de twintigste van de tweede maand volgende op het kwartaal waarop de kwartaaldeclaratie betrekking heeft. Burgemeester en wethouders maken hierbij gebruik van de daarvoor door de minister verstrekte formulieren, die zijn ingericht overeenkomstig het in artikel 7, eerste lid, bedoelde model van de kwartaaldeclaratie en zijn voorzien van een voor iedere gemeente uniek kenmerk.

§ 5. Vergoeding van uitvoeringskosten aan gemeenten

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Ter zake van de uitvoeringskosten vergoedt het Rijk over een kalenderjaar aan de gemeente € 998 per kunstenaar aan wie door burgemeester en wethouders op 31 december van dat kalenderjaar uitkering ingevolge de Wik is verleend.

§ 6. Voorschotten aan gemeenten

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De indiening van een kwartaaldeclaratie door burgemeester en wethouders wordt beschouwd als een verzoek als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Wik om een betaling van het kwartaalvoorschot voor het desbetreffende kwartaal en tevens van de maandvoorschotten voor het tweede kwartaal volgend op het kalenderkwartaal waarop de kwartaaldeclaratie betrekking heeft.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde voorschotten worden onverminderd het derde, vierde en zesde lid betaald:

    • a. per maand, op of omstreeks de vijftiende van de maand, op basis van de twee kwartalen terugliggende kwartaaldeclaratie, waarbij afstemming plaatsvindt op de landelijk verwachte kosten over die maand;

    • b. per kwartaal, op of omstreeks de vijftiende van de maand volgende op de maand waarin de kwartaaldeclaratie wordt ontvangen, ter hoogte van de kwartaaldeclaratie, met verrekening van de over dat kwartaal eerder betaalde maandvoorschotten.

  • 3 Indien de kwartaaldeclaratie niet uiterlijk op de in artikel 4, tweede lid, genoemde datum is ontvangen, kan de minister de betaling van maandvoorschotten opschorten.

  • 4 Indien op de twintigste van de zesde maand volgende op een kwartaal geen kwartaaldeclaratie over dat kwartaal is ontvangen, dan worden omstreeks de vijftiende van de daaropvolgende maand de nog niet verrekende maandvoorschotten met betrekking tot het betreffende kalenderkwartaal teruggevorderd.

  • 5 Hervatting van de betaling van de maand– en kwartaalvoorschotten als bedoeld in het tweede lid, onderdelen a en b, en de nabetaling van voorschotten als bedoeld in het derde en vierde lid, vindt alsnog zo spoedig mogelijk plaats na ontvangst van de kwartaaldeclaratie.

  • 6 Indien het verslag en de verklaring, bedoeld in artikel 33 van de Wik, niet of niet volledig uiterlijk op de in artikel 7, tweede lid, genoemde datum zijn ontvangen, kan de minister met ingang van het vierde kwartaal van het lopende vergoedingsjaar de betaling van maand- en kwartaalvoorschotten opschorten.

  • 7 Onverminderd het derde en vierde lid zal hervatting van de betalingen bedoeld in het zesde lid en de nabetaling van de op grond van het derde lid niet betaalde dan wel teruggevorderde maandvoorschotten plaatsvinden na de ontvangst van het verslag en de verklaring.

§ 6a. Vergoeding van uitvoeringskosten aan de adviserende instelling

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 6a

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Terzake van de uitvoeringskosten vergoedt het Rijk aan de adviserende instelling voor het jaar 2003:

    • a. € 816.804,– per kalenderjaar, en

    • b. ten hoogste eenmaal per kalenderjaar € 272,– per belanghebbende ten aanzien van wie in het kalenderjaar op verzoek van burgemeester en wethouders advies is uitgebracht.

  • 2 Terzake van de uitvoeringskosten vergoedt het Rijk aan de adviserende instelling voor het jaar 2004:

    • a. € 842.125,– per kalenderjaar, en

    • b. ten hoogste eenmaal per kalenderjaar € 281,– per belanghebbende ten aanzien van wie in het kalenderjaar op verzoek van burgemeester en wethouders advies is uitgebracht.

§ 6b. Wijze en tijdstip van declareren door de adviserende instelling

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 6b

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De adviserende instelling declareert de uitvoeringskosten over een kalenderjaar bij het Rijk door middel van een door het bestuur van de adviserende instelling ondertekende jaaropgave.

    De adviserende instelling draagt zorg dat de minister uiterlijk op 20 september van het jaar volgend op het jaar waarop de jaaropgave betrekking heeft, de jaaropgave en de daarop betrekking hebbende verklaring heeft ontvangen.

    De verklaring is gebaseerd op een controle die is uitgevoerd overeenkomstig het in de bijlage beschreven controle- en rapportageprotocol.

  • 2 De jaaropgave en de verklaring worden ingericht overeenkomstig de bij deze regeling behorende modellen.

§ 6c. Voorschotten aan de adviserende instelling

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 6c

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Op verzoek van de adviserende instelling betaalt de minister:

    • a. per kalenderkwartaal, binnen vier weken na ontvangst van het verzoek, een voorschot ter hoogte van een vierde deel van het bedrag, genoemd in artikel 6a, onder a;

    • b. per maand, binnen vier weken na ontvangst van het verzoek, een voorschot in de vergoeding, bedoeld in artikel 6a, onder b, van de op basis van de door de adviserende instelling in de voorafgaande maand uitgebrachte adviezen, voor zover deze adviezen ingevolge artikel 6a, onder b, voor vergoeding in aanmerking komen.

  • 2 Het verzoek om een voorschot wordt ingericht overeenkomstig het bij deze regeling behorende model.

  • 3 Indien de jaaropgave en de daarop betrekking hebbende verklaring niet uiterlijk op de in artikel 6b, eerste lid, genoemde datum zijn ontvangen, kan de minister met ingang van het vierde kwartaal van het lopende vergoedingsjaar de betaling van maand- en kwartaalvoorschotten opschorten.

§ 7. Verslag en verklaring

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het verslag en de verklaring, bedoeld in artikel 33 van de Wik, en de kwartaaldeclaratie zijn ingericht overeenkomstig de bij deze regeling behorende modellen. Het onderzoek dat resulteert in de verklaring wordt uitgevoerd overeenkomstig het in de bijlage beschreven controle- en rapportageprotocol.

  • 2 Burgemeester en wethouders dragen zorg dat de minister het verslag en de verklaring, bedoeld in het eerste lid, uiterlijk op 20 september van het jaar volgend op het jaar waarop zij betrekking hebben, heeft ontvangen. Burgemeester en wethouders maken hierbij gebruik van de daarvoor door de minister verstrekte formulieren, die zijn ingericht overeenkomstig de in het eerste lid bedoelde modellen en zijn voorzien van een voor iedere gemeente uniek kenmerk.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2004, 63, datum inwerkingtreding 02-04-2004, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2003.

1 Het verslag en de verklaring, bedoeld in artikel 33 van de Wik, en de kwartaaldeclaratie zijn ingericht overeenkomstig de bij deze regeling behorende modellen. Het onderzoek dat resulteert in de verklaring wordt uitgevoerd overeenkomstig het in de bijlage beschreven controle- en rapportageprotocol.

2 Burgemeester en wethouders dragen zorg dat de minister het verslag en de verklaring, bedoeld in het eerste lid, uiterlijk op 20 september van het jaar volgend op het jaar waarop zij betrekking hebben, heeft ontvangen. Burgemeester en wethouders maken hierbij gebruik van de daarvoor door de minister verstrekte formulieren, die zijn ingericht overeenkomstig de in het eerste lid bedoelde modellen en zijn voorzien van een voor iedere gemeente uniek kenmerk.

§ 8. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop de Wik in werking treedt.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Wik.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 mei 1998

De

Minister

voornoemd,

A.P.W. Melkert

Bijlage bedoeld in artikel 6b, eerste lid

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Controle- en rapportageprotocol 2004, Wet inkomensvoorziening kunstenaars, Stichting Kunstenaars & Co 2004

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Modellen bedoeld in artikel 6b, tweede lid

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Jaaropgave, Wet inkomensvoorziening kunstenaars, Stichting Kunstenaars & Co

Verklaring van de accountant, Wet inkomensvoorziening kunstenaars, Stichting Kunstenaars & Co

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Model bedoeld in artikel 6c, tweede lid

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Voorschotaanvraag, Wet inkomensvoorziening kunstenaars, Stichting Kunstenaars & Co

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]

Modellen en bijlage bedoeld in artikel 7, eerste lid

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Verslag over de Uitvoering WIK 2004

Accountantsverklaring 2004

Kwartaaldeclaratie 2004

Controle- en rapportageprotocol 2004 WIK

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.]