Wet van 25 mei 1998 tot wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs
in verband met de invoering van leerwegen in de hogere leerjaren van het middelbaar
algemeen voortgezet onderwijs en het voorbereidend beroepsonderwijs, alsmede van leerwegondersteunend
en praktijkonderwijs (regeling leerwegen mavo en vbo; invoering leerwegondersteunend
en praktijkonderwijs)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te komen tot verbetering
van de aansluiting van het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en het voorbereidend
beroepsonderwijs op het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt, door deze onderwijsvormen
meer het karakter te geven van voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs;
dat het in verband daarmee noodzakelijk is de Wet op het voortgezet onderwijs te wijzigen door het invoeren van leerwegen in de hogere leerjaren van het middelbaar
algemeen voortgezet onderwijs en het voorbereidend beroepsonderwijs, door het invoeren
van leerwegondersteunend onderwijs als voorziening voor leerlingen die met behulp
daarvan dit onderwijs met goed gevolg kunnen voltooien, door het invoeren van de verplichting
voor scholen om deel te nemen aan een samenwerkingsverband, alsmede door het in de
wet opnemen van scholen en afdelingen voor praktijkonderwijs die tot taak hebben het
verzorgen van niet-diplomagericht onderwijs;
dat het mede in verband met de afloop van de geldigheidsduur van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs noodzakelijk is het voortgezet speciaal onderwijs aan leerlingen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden,
aan moeilijk lerende kinderen en aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen binnen het
voortgezet onderwijs te positioneren, ten einde te bevorderen dat zo veel mogelijk
van deze leerlingen de leerwegen van het voortgezet onderwijs met goed gevolg voltooien
en dat de in het voortgezet speciaal onderwijs aanwezige deskundigheid zo veel mogelijk
ten behoeve van het voortgezet onderwijs kan worden ingezet;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: