U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 24-01-2004.]Geraadpleegd op 04-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 27-06-2014 en zichtdatum 03-12-2024. Geldend van 31-05-1998 t/m 23-01-2004
Opkoopregeling varkenshouderij 1998
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.
Gelet op artikel 2 van de Kaderwet LNV-subsidies;
Besluit:
[Regeling vervallen per 24-01-2004]
1 In deze regeling wordt verstaan onder:
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Bureau Heffingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, te Assen;
Wet verplaatsing mestproductie;
niet-gebonden mestproductierecht als bedoeld in artikel 1 van de wet;
bedrijf als bedoeld in artikel 1 van de wet;
schriftelijke opgave, zoals in voorkomend geval gecorrigeerd, die ter vaststelling van de verschuldigde overschotheffing over het jaar 1996 met betrekking tot het bedrijf is gedaan krachtens de artikelen 8 en 13 van de Meststoffenwet, zoals deze artikelen luidden onmiddellijk vóór inwerkingtreding van de wet van 2 mei 1997, houdende wijziging van de Meststoffenwet (Stb. 360);
degene die onvereenkomstig de paragrafen 2 en 3 een aanvraag voor subsidie indient;
het ten aanzien van het bedrijf geregistreerde niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen op het moment van de doorhaling van de gegevens als bedoeld in artikel 2, tweede lid;
bedrag van de bieding als bedoeld in artikel 9 vermenigvuldigd met het aantal kilogrammen van het aangeboden recht;
gebied I aangegeven in de bijlage bij de wet;
gebied II aangegeven in de bijlage bij de wet.
2 Bedrijven die gedeeltelijk gelegen zijn in gebied II, zijn voor de toepassing van deze regeling gelegen in gebied II; bedrijven die gedeeltelijk gelegen zijn in gebied I, maar niet in gebied II, zijn voor de toepassing van deze regeling gelegen in gebied I.
1 De minister kan subsidie verlenen aan een bedrijf ter zake van de beëindiging op dat bedrijf van de productie van varkensmest.
2 Onder beëindiging als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan de doorhaling, bedoeld in artikel 15 van het Besluit administratieve verplichtingen Meststoffenwet, van de ten aanzien van een bedrijf geregistreerde gegevens betreffende het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen en de registratie van de kennisgeving van het vervallen van het varkensrecht, bedoeld in artikel 30 van de Wet herstructurering varkenshouderij.
De subsidie kan slechts worden verleend aan bedrijven die blijkens de aangifte overschotheffing 1996 varkens hielden en die gelegen zijn in gebied I of in gebied II.
Geen subsidie wordt verleend aan bedrijven ten aanzien waarvan op of na de datum waarop deze regeling wordt bekendgemaakt een kennisgeving van verplaatsing als bedoeld in artikel 9 van de wet met betrekking tot het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen is gedaan.
Onder het voorbehoud dat de subsidie wordt verleend verzoekt de aanvrager gelijktijdig met zijn aanvraag aan het Bureau Heffingen om doorhaling van de gegevens betreffende het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen en doet hij een kennisgeving van het vervallen van het varkensrecht dat hem bij de inwerkingtreding van de Wet herstructurering varkenshouderij zou toekomen.
Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend met ingang van 1 juli tot uiterlijk 29 juli 1998 om 13.00 uur.
1 De aanvraag wordt ingediend door de natuurlijke persoon, de rechtspersoon of het samenwerkingsverband van natuurlijke personen of rechtspersonen op wiens of welks naam het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen bij het Bureau Heffingen staat geregistreerd.
2 De aanvraag wordt mede-ondertekend door de hypotheekhouder die een aanmelding als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling blokkade verplaatsing mestproduktie heeft gedaan.
1 De aanvraag wordt ingediend bij het Bureau Heffingen met gebruikmaking van het aanvraagformulier zoals dit is opgenomen als bijlage 1 bij deze regeling.
2 Het in het eerste lid genoemde formulier ligt ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.
3 Een ingediende aanvraag wordt niet herroepen of gewijzigd.
4 De aanvrager verschaft op verzoek van het Bureau Heffingen aanvullende gegevens binnen een door het Bureau Heffingen te stellen termijn.
Bij de aanvraag doet de aanvrager een bieding, inhoudend het bedrag per kilogram fosfaat, waartegen hij bereid is om met de doorhaling van de gegevens betreffende zijn niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen en het vervallen van zijn varkensrecht in te stemmen.
Door het indienen van het aanvraagformulier verplicht de aanvrager zich tot nakoming van de in deze regeling gestelde voorwaarden en verplichtingen.
1 De minister beslist gelijktijdig op de ingediende aanvragen aan de hand van afzonderlijke rangschikkingen voor gebied I en gebied II, waarbij telkenmale de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst voor toewijzing in aanmerking komt.
2 De rangschikking vindt plaats op grond van de gewogen prijs per kilogram fosfaat van het aangeboden recht, waarbij telkenmale de laagste gewogen prijs het hoogste wordt gerangschikt.
1 De gewogen prijs is de vraagprijs gedeeld door de som van:
a. de mestproductie in 1996 afkomstig van varkens,
b. de mestproductie in 1996 afkomstig van kippen, voorzover deze niet groter is dan het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen in 1996 verminderd met de mestproductie in 1996 afkomstig van varkens,
c. de mestproductie in 1996 afkomstig van andere diersoorten dan varkens en kippen, voor zover deze groter is dan de som van het niet-gebonden mestproductierecht voor deze andere diersoorten in 1996 en het grondgebonden recht en niet groter is dan het verschil tussen het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen in 1996 en de som van de mestproductie bedoeld in de onderdelen a en b,
d. het deel van het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen dat na 1996 en vóór 10 juli 1997 is verworven, en
e. het deel van het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen dat in 1996 is verworven maar ingevolge artikel 9, zesde lid, van de wet niet kon worden benut.
2 Indien het aangeboden recht kleiner is dan de omvang van het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen in 1996, wordt de overeenkomstig het eerste lid bepaalde som van de onderdelen a tot en met e vermenigvuldigd met het aantal kilogrammen van het aangeboden recht gedeeld door het aantal kilogrammen van het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen in 1996.
3 In het geval dat meer aanvragen een gelijke gewogen prijs hebben en bij gelijktijdige verlening van de subsidies het subsidieplafond, bedoeld in artikel 14, zou worden overschreden, worden deze aanvragen gerangschikt op grond van de volgorde van ontvangst en bij gelijke volgorde van ontvangst door loting.
4 Voor de toepassing van dit artikel wordt de mestproductie bepaald overeenkomstig artikel 55, negende lid, van de Meststoffenwet op basis van het in 1996 gemiddeld op het bedrijf gehouden aantal dieren van de onderscheiden in bijlage A bij de Meststoffenwet genoemde diersoorten en diercategorieën daarbinnen zoals dat aantal blijkt uit de aangifte overschotheffing 1996.
Indien voor de toepassing van artikel 12, eerste lid, het jaar 1995 voor de aanvrager tot een hogere rangschikking van zijn aanvraag leidt, wordt in de artikelen 1, 3 en 12 in plaats van ’1996’ telkens gelezen: 1995.
1 Het subsidieplafond van deze regeling bedraagt f 50.000.000,-, waarvan f 18.750.000,- voor gebied I en f 31.250.000,- voor gebied II.
2 Indien het totaal van de verleende subsidies in een gebied als bedoeld in het eerste lid minder is dan het subsidieplafond voor dit gebied, wordt het verschil aan het subsidieplafond voor het andere gebied toegevoegd.
1 Een subsidieverlening wordt in ieder geval geweigerd indien de gewogen prijs van de bieding de representatieve marktwaarde van een kilogram fosfaat in het desbetreffende gebied overschrijdt.
2 De minister bepaalt de prijs die naar zijn oordeel voor de toepassing van deze regeling als de representatieve marktwaarde van een kilogram fosfaat geldt.
3 De in het tweede lid genoemde prijs kan voor gebied I en gebied II verschillend worden vastgesteld.
1 Indien de subsidie is verleend doet de aanvrager met gebruikmaking van het formulier zoals dit is opgenomen als bijlage 2 bij deze regeling aan het Bureau Heffingen een kennisgeving of op zijn bedrijf varkens worden gehouden en of zijn bedrijf ligt in een gebied waar een vervoersverbod ingevolge artikel 30, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren van kracht is.
1 De varkens worden uiterlijk vijf maanden nadat de subsidie is verleend van het bedrijf afgevoerd.
2 Indien de subsidie is verleend en het bedrijf gelegen is in een gebied waarvoor een vervoersverbod ingevolge artikel 30, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren geldt, worden de varkens uiterlijk vijf maanden na opheffing van het vervoersverbod van het bedrijf afgevoerd.
3 Onmiddellijk nadat de varkens van het bedrijf zijn afgevoerd doet de aanvrager daarvan een kennisgeving aan het Bureau Heffingen met gebruikmaking van het formulier zoals dit is opgenomen als bijlage 3 bij deze regeling en stelt de Minister de subsidie vast.
4 Het in het derde lid genoemde formulier ligt ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.
Onmiddellijk nadat de subsidie is vastgesteld haalt het Bureau Heffingen de gegevens betreffende het niet-gebonden mestproductierecht voor varkens en kippen door, of registreert het de kennisgeving van het vervallen van het varkensrecht.
Indien de beschikking tot subsidievaststelling is ingetrokken, betaalt de aanvrager de door hem ontvangen subsidie vermeerderd met de wettelijke rente op eerste vordering van het Bureau Heffingen terug, waarna het Bureau Heffingen de doorhaling van de gegevens of de registratie van de kennisgeving van het vervallen van het varkensrecht ongedaan maakt.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Opkoopregeling varkenshouderij 1998.
Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Minister
J.J. van Aartsen
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Opkoopregeling varkenshouderij 1998", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.