Besluit van 11 juni 1998, houdende wijziging van het Voertuigreglement
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 19 december 1997,
nr. DGP/WJZ/V 725573, Directoraat-Generaal Personenvervoer;
Gelet op:
-
–
Richtlijn nr. 96/27/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 mei 1996 betreffende
de bescherming van de inzittenden van motorvoertuigen bij zijdelingse botsingen en
houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG (PbEG L 169);
-
–
Richtlijn nr. 96/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 december 1996 betreffende
de bescherming van de inzittenden van motorvoertuigen bij frontale botsingen en houdende
wijziging van Richtlijn 70/156/EEG (PbEG L 18);
-
– de Wegenverkeerswet 1994;
De Raad van State gehoord (advies van 16 maart 1998, nr. W09.97.0813);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 5 juni 1998,
nr. DGP/WJZ/V 821675, Directoraat-Generaal Personenvervoer;
Hebben goedgevonden en verstaan: