Wet van 18 juni 1998 tot wijziging van de Wet Nationale ombudsman en de Wet openbaarheid
van bestuur
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet Nationale ombudsman
te wijzigen in verband met het aanpassen van de bevoegdheidsomschrijving van de Nationale
ombudsman, het openen van de mogelijkheid van vrijwillige aansluiting door gemeenten,
provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen bij de klachtvoorziening
die de Wet Nationale ombudsman biedt, enkele wijzigingen van technische aard aan te
brengen alsmede enkele overgangsmaatregelen te treffen en de Wet openbaarheid van
bestuur te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: