Wet van 26 juni 1998 tot wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met een aanpassing
van de regels op het terrein van de binnenvisserij
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Visserijwet 1963 te
wijzigen in verband met een aanpassing van de regels op het terrein van de binnenvisserij;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: