Wet van 2 juli 1998, houdende regels met betrekking tot de productie, het transport
en de levering van elektriciteit (Elektriciteitswet 1998)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, mede ter uitvoering van
richtlijn nr. 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 december 1996 betreffende
gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (PbEG 1997, L 27),
de mogelijkheden voor opwekking, levering en in- en uitvoer van elektriciteit en voor
het gebruik van leidinggebonden elektriciteitswerken te verruimen, en daarvoor met
inachtneming van het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch
verantwoord functioneren van de elektriciteitsvoorziening een nieuwe regeling tot
stand te brengen met betrekking tot de productie, het transport en de levering van
elektriciteit;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: