Besluit van 7 juli 1998, houdende verlenging van de overgangsperiode voor het ontvangen
ten laste van de verzekering ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten van
verpleging en verzorging gedurende meer dan drie uren per dag
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van
17 juni 1998, VPZ/VU-982019, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
De Raad van State gehoord (advies van 26 juni 1998, no.W13.98 0255);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
van 30 juni 1998, VPZ/VU-982152, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Hebben goedgevonden en verstaan: