Besluit van 20 juli 1998, houdende regels met betrekking tot de vaststelling van
een arbeidshandicap als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Wet op de (re)integratie
arbeidsgehandicapten (Arbeidsgehandicaptebesluit)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 juni 1998, Directie Sociale Verzekeringen,
Nr. SV/WV/98/2545;
Gelet op de artikelen 2, zesde lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, 87 van de Ziektewet, 75g en 76f, zesde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
De Raad van State gehoord (advies van 26 juni 1998, no.W12.98 0243);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en
de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 juli 1998, Directie
Sociale Verzekeringen, Nr. SV/WV/98/2952;
Hebben goedgevonden en verstaan: