Besluit van 4 september 1998, houdende regels over de vergoedingen die verschuldigd
zijn terzake van door de Nationale ombudsman ontvangen klachten (Vergoedingenbesluit
Wet Nationale ombudsman)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, J. Kohnstamm, van
10 juli 1998, CW98/U934;
Gelet op artikel 1c, tweede lid, van de Wet Nationale ombudsman;
De Raad van State gehoord (advies van 13 augustus 1998, nr. W04.98.0326);
Gezien het nader rapport van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
van 28 augustus 1998, nr. CW98/1066;
Hebben goedgevonden en verstaan: