Regeling vliegplannen

Geraadpleegd op 08-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 07-11-2015 en zichtdatum 04-12-2024.
Geldend van 12-12-2014 t/m 29-03-2017

Regeling tot vaststelling van nieuwe regelen inzake vliegplannen

De Minister van Verkeer en Waterstaat en de Staatssecretaris van Defensie,

Gelet op artikel 31, eerste en vierde lid, van het Luchtverkeersreglement;

Besluiten:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS Nieuw Milligen): dienstonderdeel van het Ministerie van Defensie belast met het verlenen van luchtverkeersdiensten;

  • Air Traffic Flow Management (ATFM): luchtverkeersstroomregeling; een dienstverlening aan het luchtverkeer met het doel een optimale luchtverkeersstroom te verzekeren naar of via gebieden waarin het luchtverkeersaanbod de beschikbare capaciteit van het luchtverkeersleidingssysteem overtreft;

  • Amsterdam Flight Service Centre (FSC): afdeling van LVNL aangeduid als verantwoordelijke luchtverkeersmeldingspost voor alle burgerluchthavens;

  • Area Control Centre Amsterdam (ACC Amsterdam): een verlener van luchtverkeersdiensten, belast met het verlenen van luchtverkeersleidingsdiensten, vluchtinlichtingendiensten, alarmeringsdiensten en adviesdiensten voor het luchtverkeer;

  • ECAC-Staten: lid-staten van de European Civil Aviation Conference;

  • endurance: de berekende maximale vliegduur van het luchtvaartuig in relatie tot de beschikbare hoeveelheid brandstof;

  • General Air Traffic (GAT) IFR-vlucht: een IFR-vlucht, die wordt uitgevoerd overeenkomstig de ICAO-regelgeving en procedures;

  • havenmeester: een persoon, in dienst van de exploitant van een luchthaven, belast met de dagelijkse uitvoering van het toezicht op de luchthaven en in het bijzonder met het toezicht op de veiligheid en de goede orde daarop;

  • luchtvaartgids, hoofdstuk En Route (ENR): het hoofdstuk uit de luchtvaartgids dat handelt over 'En Route';

  • luchtverkeersmeldingspost: een verlener van luchtverkeersdiensten, belast met het ontvangen van vliegplannen vóór de vlucht en rapporten betreffende het verlenen van luchtverkeersdiensten;

  • North Sea Area Amsterdam (NSA Amsterdam): gebied, als aangegeven in bijlage A van de Regeling luchtverkeersdienstverlening, onder verwijzing naar de luchtvaartgids, hoofdstuk ENR 6;

  • repeterend vliegplan (RPL): een vliegplan voor zich regelmatig herhalende vluchten met dezelfde hoofdkenmerken;

  • total estimated elapsed time (total EET): de berekende duur van de vlucht vanaf het opstijgen tot:

    • 1. voor een IFR-vlucht, de aankomst boven het - in relatie tot navigatiehulpmiddelen gedefinieerde punt, waar vandaan de voorgenomen instrumentnaderingsprocedure zal worden aangevangen dan wel, indien de luchthaven van bestemming niet beschikt over een navigatiehulpmiddel, de aankomst boven de luchthaven van bestemming;

    • 2. voor een VFR-vlucht, de aankomst boven de luchthaven van bestemming;

  • verkeersvlucht: een vlucht, die vervoer door een luchtvaartmaatschappij ten doel heeft;

  • Verwachte tijd van aankomst:

    • 1. voor een IFR-vlucht de tijd waarop een luchtvaartuig verwacht wordt boven een met behulp van navigatiehulpmiddelen gedefinieerd punt te zijn, vanwaar de verwachting is dat een instrumentnaderingsprocedure wordt aangevangen of, indien geen navigatiehulpmiddel verbonden is met de luchthaven, de tijd waarop het luchtvaarttuig boven de luchthaven zal arriveren;

    • 2. voor VFR-vluchten de tijd waarop verwacht wordt dat het luchtvaartuig boven de luchthaven zal arriveren.

  • vliegcoördinator: de functionaris die door de verantwoordelijke Commandant is bevoegd verklaard namens hem leiding en toezicht uit te oefenen op de recreatieve luchtvaartbeoefening op een militaire luchthaven, buiten de militaire openstellingstijden;

  • vliegplan: specifieke inlichtingen, gerelateerd aan een voorgenomen vlucht, of een deel van een voorgenomen vlucht.

Artikel 2. Aanwijzing gebieden en routes met vliegplanverplichting

  • 1 Onverminderd het bepaalde in paragraaf SERA.4001 van verordening (EU) nr. 923/2012 wordt voor aanvang van de vlucht een vliegplan ingediend voor:

Artikel 3. Vliegplangegevens en de wijze van indienen van het vliegplan

  • 1 Voor het opgeven van de gegevens van een vliegplan wordt gebruik gemaakt van het vliegplan-formulier, en de daarbij behorende aanwijzingen, als aangegeven in de bijlage A1 en A2 onder verwijzing naar de bladzijden in de luchtvaartgids, hoofdstuk ENR 1-10. Van wijzigingen in deze bladzijden van de luchtvaartgids wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Bijlage A1 en A2 liggen ter inzage bij de Luchtverkeersleiding Nederland, FSC.

  • 2 Voor het opgeven van de gegevens van een vliegplan voor een VFR-vlucht waarvoor geen vliegplan is vereist, met het doel eventuele opsporing en redding te vergemakkelijken, volstaat een melding van de volgende gegevens:

    • a. registratie kenmerk en type luchtvaartuig;

    • b. luchthaven van vertrek en verwachte tijd van vertrek;

    • c. luchthaven van bestemming en verwachte tijd van aankomst;

    • d. endurance;

    • e. het aantal personen aan boord;

    • f. de naam van de gezagvoerder.

  • 3 Een vliegplan kan tijdens de vlucht per radio worden gezonden, indien het vliegplan slechts betrekking heeft op een deel van de vlucht. Dit is niet van toepassing op vluchten, waarvan delen worden uitgevoerd:

    • a. binnen het plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied van Schiphol;

    • b. in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A.

    • c. in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse B, behoudens voor vluchten met zweefvliegtuigen; of

    • d. in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse C boven vliegniveau 195.

  • 4 Een vliegplan voor een vlucht uitgevoerd met een luchtvaartuig ten behoeve van zoek- en reddingsactiviteiten kan voorafgaande aan of tijdens de vlucht bij de relevante luchtverkeersmeldingspost worden ingediend.

Artikel 4

  • 1 Een vliegplan voor een GAT IFR-vlucht of een gedeelte daarvan wordt door middel van een vliegplanverzendsysteem vanaf de luchthaven van vertrek ingediend bij FSC. Indien op de luchthaven van vertrek geen vliegplanverzendsysteem beschikbaar is, wordt het vliegplan ingediend bij een luchtverkeersmeldingspost, als bedoeld in bijlage B.

  • 2 Een vliegplan voor andere vluchten als bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij een luchtverkeersmeldingspost op de luchthaven van vertrek. Indien op de luchthaven van vertrek geen luchtverkeersmeldingspost aanwezig is wordt het vliegplan ingediend bij een luchtverkeersmeldingspost, als bedoeld in bijlage B.

  • 3 Een vliegplan wordt ten minste zestig minuten vóór de aanvang van de vlucht ingediend. Wanneer op de voorgenomen route maatregelen van kracht zijn met betrekking tot ATFM, wordt een vliegplan ten minste drie uur vóór de aanvang van de vlucht ingediend.

  • 4 Indien een vliegplan slechts betrekking heeft op een deel van de vlucht en tijdens de vlucht per radio wordt gezonden naar de betrokken verlener van luchtverkeersdiensten, geschiedt dit, in afwijking van het derde lid, op een zodanig tijdstip, dat de ontvangst door die verlener van luchtverkeersdiensten is verzekerd op ten minste tien minuten vóór het tijdstip waarop wordt verwacht dat het luchtvaartuig de grens van het betrokken luchtverkeersleidingsgebied zal passeren.

  • 5 In afwijking van het tweede en het derde lid, wordt een vliegplan als bedoeld in artikel 3, tweede lid, voor de aanvang van de vlucht ingediend, bij de havendienst van de luchthaven van vertrek en bij de havendienst van de luchthaven van bestemming.

Artikel 5. Wijzigen en annuleren van het ingediende vliegplan

Onverminderd het bepaalde in paragraaf SERA.4015 van de verordening (EU) 923/2012 worden wijzigingen en annuleringen van het ingediende vliegplan overeenkomstig de volgende condities meegedeeld:

  • a. indien het vertrek van een GAT IFR-vlucht of een gedeelte daarvan, waarvoor een vliegplan is ingediend, vijftien minuten of langer wordt vertraagd, wordt het vliegplan gewijzigd, dan wel wordt een nieuw vliegplan ingediend door middel van het vliegplanverzendsysteem bij FSC, nadat het oorspronkelijke vliegplan is geannuleerd;

  • b. indien het vertrek van een vlucht anders dan bedoeld in onderdeel a, waarvoor een vliegplan is ingediend, dertig minuten of langer wordt vertraagd, wordt het vliegplan gewijzigd, dan wel wordt een nieuw vliegplan ingediend bij de betrokken verlener van luchtverkeersdiensten, nadat het oorspronkelijke vliegplan is geannuleerd;

  • c. indien een GAT IFR-vlucht of een gedeelte daarvan, waarvoor een vliegplan is ingediend, geen doorgang vindt, wordt door middel van het vliegplanverzendsysteem het FSC daarover terstond ingelicht door annulering van het vliegplan;

  • d. indien een vlucht anders dan bedoeld in onderdeel a, waarvoor een vliegplan is ingediend, geen doorgang vindt wordt de betrokken verlener van luchtverkeersdiensten daarover terstond ingelicht door annulering van het vliegplan.

Artikel 6. Afsluiten vliegplan en aankomstmelding

Indien op de luchthaven van bestemming geen verlener van luchtverkeersdiensten is gevestigd, wordt de aankomstmelding zo spoedig mogelijk na aankomst en op de snelst mogelijke wijze gedaan aan de verlener van luchtverkeersdiensten als vermeld in bijlage B.

Afwijkingen voor bepaalde vluchten

Artikel 7

De artikelen 3, eerste lid, en 4, eerste lid, zijn in het vluchtinformatiegebied Amsterdam niet van toepassing op een vlucht vertrekkend van een gecontroleerde luchthaven, indien de betrokken verlener van luchtverkeersdiensten anders heeft bepaald, met dien verstande dat geen afbreuk wordt gedaan aan de volledigheid en tijdige verzending van vliegplangegevens ten behoeve van andere verleners van luchtverkeersdiensten.

Artikel 8

  • 1 Indien op de luchthaven van vertrek geen luchtverkeersmeldingspost aanwezig is dan wel gesloten is, wordt vóór de aanvang van de in artikel 16, eerste lid, van het Besluit luchtverkeer 2014 genoemde vlucht het vliegplan bij de havenmeester of de vliegcoördinator van de luchthaven van vertrek ingediend.

  • 2 De in artikel 3, tweede lid, opgenomen vliegplangegevens worden vóór de aanvang van de in het eerste lid genoemde vlucht gemeld aan de havenmeester of de vliegcoördinator van de luchthaven van bestemming.

  • 3 De aankomstmelding wordt gedaan aan de havenmeester of de vliegcoördinator van de luchthaven van aankomst tenzij de landing plaatsvindt op een gecontroleerde militaire luchthaven tijdens de openstellingsuren van de plaatselijke verlener van luchtverkeersleidingsdiensten.

  • 4 Indien de aankomst plaats vindt op een luchthaven anders dan de luchthaven van bestemming volgens het geldende vliegplan, wordt de aankomstmelding zo spoedig mogelijk na afloop van de vlucht telefonisch gedaan aan de havenmeester, de vliegcoördinator of de luchtverkeersmeldingspost van de luchthaven van bestemming.

Artikel 9. Initiëren van alarmering voor vluchten naar ongecontroleerde luchtvaartterreinen

  • 1 Voor een vlucht met als bestemming een ongecontroleerde luchthaven in Nederland, of een gecontroleerde militaire luchthaven in het vluchtinformatiegebied Amsterdam waarvoor recreatief burgermedegebruik is toegestaan, is de havenmeester of de vliegcoördinator buiten de openstellingsuren van de plaatselijke verlener van luchtverkeersleidingsdiensten van de luchthaven van bestemming, als de vlucht bij hem bekend is, belast met het initiëren van de alarmering.

  • 2 De havenmeester of de vliegcoördinator van de luchthaven van bestemming, vraagt, als de vlucht bij hem bekend is en de aankomstmelding van het luchtvaartuig niet is verkregen binnen dertig minuten na de verwachte tijd van aankomst volgens het ingediende vliegplan, de actuele tijd van vertrek alsmede de van belang zijnde gegevens van het geldende vliegplan telefonisch op bij de havenmeester, de vliegcoördinator of de luchtverkeersmeldingspost van de luchthaven van vertrek.

  • 3 Indien de aankomstmelding niet is verkregen binnen dertig minuten na de verwachte tijd van aankomst volgens het geldend vliegplan, waarschuwt de havenmeester, de vliegcoordinator of de luchtverkeersmeldingspost van de luchthaven van bestemming zo spoedig mogelijk de supervisor van AOCS Nieuw Milligen, of voor vluchten met bestemming de luchthaven Lelystad, de supervisor van Amsterdam ACC.

    De supervisor stelt zo spoedig mogelijk de havenmeester of de vliegcoördinator, van de luchthaven van vertrek van de alarmering in kennis.

  • 4 Voor een vlucht met als bestemming een ongecontroleerde luchthaven buiten het vluchtinformatiegebied Amsterdam stelt de havenmeester, de vliegcoördinator of de luchtver-keersmeldingspost van de luchthaven van vertrek, wanneer een bericht als bedoeld in het derde lid, wordt ontvangen van een luchthaven buiten het vluchtinformatiegebied Amsterdam, zo spoedig mogelijk de supervisor van AOCS Nieuw Milligen van de alarmering in kennis.

    Voor vluchten die zijn vertrokken van de luchthaven Lelystad wordt de supervisor van Amsterdam ACC in kennis gesteld.

Artikel 10. Gebruik RPL

  • 1 De artikelen 3, 4 en 5 zijn niet van toepassing op een IFR-vlucht waarvoor een RPL is ingediend. Een RPL kan worden gebruikt voor een IFR-vlucht die regelmatig wordt uitgevoerd op dezelfde dagen van opeenvolgende weken voor ten minste 10 keer, dan wel op elke dag over een periode van ten minste 10 opeenvolgende dagen.

  • 2 Een RPL wordt slechts gebruikt voor vluchten, die vanaf de luchthaven van vertrek tot de luchthaven van bestemming worden uitgevoerd.

Artikel 11. Het indienen van een RPL

  • 1 Een RPL wordt ingediend in de vorm van een lijst die de vereiste vliegplangegevens bevat, gebruik makend van het model in bijlage C1, overeenkomstig de aanwijzigingen gegeven in bijlage C2 of in een andere overeengekomen vorm.

  • 2 De lijst wordt ingediend bij het FSC, welke instantie zorg draagt voor het doorgeven van de toepasselijke vliegplangegevens aan andere betrokken verleners van luchtverkeersdiensten in de desbetreffende vluchtinformatiegebieden.

  • 3 Een RPL wordt tijdig ingediend doch uiterlijk op een zodanig tijdstip dat de geadresseerde ten minste 21 dagen voorafgaand aan de datum van de eerste vlucht van de betrokken reeks vluchten wordt bereikt.

  • 4 De in bijlage C1 genoemde vliegplangegevens worden verstrekt. Voor zover de betrokken verlener van luchtverkeersdiensten dit nodig acht, worden vliegplangegevens verstrekt inzake de berekende duur van de vlucht vanaf het opstijgen tot het passeren van de grens tussen bepaalde vluchtinformatiegebieden en de voornaamste uitwijkhaven.

  • 5 Vliegplangegevens die niet van repeterende aard zijn worden door of namens de gezagvoerder ten tijde van het vertrek van het luchtvaartuig verzonden naar het IFPS.

  • 6 De bijlagen C1 en C2 liggen ter inzage bij de Luchtverkeersleiding Nederland.

Artikel 12. RPL-wijziging van duurzame aard

  • 1 RPL-wijzigingen van duurzame aard, betreffende het invoegen van nieuwe vluchten en het annuleren of wijzigen van bestaande vluchten, worden ingediend in de vorm van gewijzigde lijsten, die het IFPS ten minste twee weken voordat ze van kracht worden bereiken.

Artikel 13. RPL-wijziging van incidentele aard

  • 1 RPL-wijzigingen van incidentele aard met betrekking tot het type luchtvaartuig en de zogturbulentie-categorie, snelheid of kruishoogte, worden voor elke individuele vlucht zo snel mogelijk en niet later dan 60 minuten voor vertrek ingediend bij het FSC. Slechts een wijziging van de kruishoogte kan bij het eerste radiocontact met de verlener van plaatselijke luchtverkeersleidingsdiensten worden doorgegeven.

  • 2 Voor een incidentele wijziging van de identificatie van het luchtvaartuig, de luchthaven van vertrek, de route of de luchthaven van bestemming, wordt het repeterend vliegplan voor die dag geannuleerd, waarna een gewoon vliegplan wordt ingediend.

  • 3 Wanneer een vertraging wordt verwacht voor een bepaalde vlucht waarvoor een repeterend vliegplan is ingediend, die waarschijnlijk dertig minuten of meer zal bedragen ten opzichte van de in dat vliegplan opgegeven vertrektijd, wordt het IFPS hiervan onmiddellijk in kennis gesteld; bij niet nakoming hiervan kan het repeterend vliegplan voor die dag door één of meer van de betrokken verleners van luchtverkeersdiensten automatisch worden geannuleerd.

  • 4 Zodra bekend is dat een vlucht waarvoor een repeterend vliegplan is ingediend is geannuleerd, wordt dit onmiddellijk gemeld aan het IFPS.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen A1, A2, C1 en C2, die ter inzage worden gelegd bij de Luchtverkeersbeveiligingsorganisatie, afdeling Flight Information Office (FIO), Havenmeesterweg, Schiphol-Centrum.

Den Haag, 15 september 1998

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

De

Staatssecretaris

van Defensie

H.A.L. van Hoof

Bijlage B. behorende bij artikel 4, eerste en tweede lid, en artikel 6

Luchthaven

Bevoegde luchtverkeersmeldingspost

   

Ameland (EHAL)

luchtverkeersmeldingspost Schiphol

Budel (EHBD)

luchtverkeersmeldingspost Schiphol

Drachten (EHDR)

luchtverkeersmeldingspost Schiphol

Hilversum (EHHV)

luchtverkeersmeldingspost Schiphol

Hoogeveen (EHHO)

luchtverkeersmeldingspost Schiphol

Lelystad (EHLE)

luchtverkeersmeldingspost Schiphol

Midden Zeeland (EHMZ)

luchtverkeersmeldingspost Schiphol

Noordoostpolder (EHNP)

luchtverkeersmeldingspost Schiphol

Seppe (EHSE)

luchtverkeersmeldingspost Schiphol

Teuge (EHTE)

luchtverkeersmeldingspost Schiphol

Texel (EHTX)

luchtverkeersmeldingspost Schiphol

   

Militaire luchthavens

 

Eindhoven (EHEH)

luchtverkeersmeldingspost AOCS Nieuw Milligen

Gilze Rijen (EHGR)

idem

Leeuwarden (EHLW)

idem

Twenthe (EHTW)

idem

Volkel (EHVK)

idem

Woensdrecht (EHWO)

idem

De Kooy (EHKD)

idem