Wet van 19 oktober 1998, houdende wijziging van de Diergeneesmiddelenwet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Diergeneesmiddelenwet een mogelijkheid op te nemen om de kosten van wijzigingen van registraties en van
onderzoek ter plaatse ten behoeve van een vergunning voor fabrikanten of leveranciers
van diergeneesmiddelen in rekening te brengen, alsmede enkele van de wet afwijkende
bepalingen die op grond van artikel 49 van de wet bij of krachtens algemene maatregel van bestuur zijn gesteld ter implementatie van
een aantal richtlijnen van de Raad van de Europese Gemeenschappen in de wet op te
nemen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: