Wet van 12 november 1998 tot wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 in verband
met de instelling van een College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die dit zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Bestrijdingsmiddelenwet
1962 te wijzigen teneinde te voorzien in de instelling van een zelfstandig College
voor de toelating van bestrijdingsmiddelen, dat zal beslissen omtrent de toelating
van bestrijdingsmiddelen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: