Besluit personenchauffeurs Rijksdienst

Geraadpleegd op 05-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-12-2002 en zichtdatum 04-12-2024.
Geldend van 01-12-2002 t/m 30-04-2003

Besluit van 19 november 1998, houdende de vaststelling van enkele rechtspositionele bepalingen ten aanzien van ambtenaren in de Rijksdienst die belast zijn met het vervoer van bewindslieden en hoge ambtelijke functionarissen (Besluit personenchauffeurs Rijksdienst)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 september 1998, nummer AD1998/U50458, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal Beleid;

Gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 22 oktober 1998, nr. W04.98.0437)

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 november 1998, nummer AD1998/U56042 directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Personeelsmanagement Rijksdienst, afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal beleid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

Ten aanzien van toepassing van dit besluit op de personenchauffeurs bij de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Hoge Raad van Adel, het Kabinet der Koningin, de Kanselarij der Nederlandse Orden en de Nationale ombudsman wordt voor Onze Minister telkens respectievelijk gelezen de Voorzitters van elk der beide Kamers der Staten-Generaal, de vice-president van de Raad van State, het college van de Algemene Rekenkamer, de voorzitter van de Hoge Raad van Adel, de directeur van het Kabinet der Koningin, de kanselier der Nederlandse Orden of de Nationale ombudsman.

Artikel 4

Voor de personenchauffeur die mede belast is met het uitvoeren van beveiligingstaken geldt salarisschaal 4 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel 5

De arbeidsduur voor de personenchauffeur met een volledige arbeidsduur bedraagt gemiddeld 45 uur per week.

Artikel 6

  • 1 De personenchauffeur ontvangt een aanvulling op zijn salaris.

  • 4 Voor de personenchauffeur met een arbeidsduur van minder dan gemiddeld 45 uur per week wordt de aanvulling op het salaris vastgesteld op een evenredig deel van de aanvulling op het salaris bij een volledige arbeidsduur.

Artikel 7

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De personenchauffeur met een volledige arbeidsduur ontvangt een vaste toelage voor het werken op onregelmatige uren ten bedrage van € 113,45 bruto per maand.

  • 2 Voor de personenchauffeur met een arbeidsduur van minder dan gemiddeld 45 uur per week wordt de vaste toelage voor het werken op onregelmatige uren vastgesteld op een evenredig deel van de toelage, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De toelage, bedoeld in het eerste lid, wordt aangepast overeenkomstig een algemene wijziging van het salaris van het burgerlijk rijkspersoneel met ingang van de dag waarop de salariswijziging van kracht wordt.

Terugwerkende kracht

Stb. 2003, 394, datum inwerkingtreding 01-11-2003, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-12-2002.

1 De personenchauffeur met een volledige arbeidsduur ontvangt een vaste toelage voor het werken op onregelmatige uren ten bedrage van € 135,12 bruto per maand.

2 Voor de personenchauffeur met een arbeidsduur van minder dan gemiddeld 45 uur per week wordt de vaste toelage voor het werken op onregelmatige uren vastgesteld op een evenredig deel van de toelage, bedoeld in het eerste lid.

3 De toelage, bedoeld in het eerste lid, wordt aangepast overeenkomstig een algemene wijziging van het salaris van het burgerlijk rijkspersoneel met ingang van de dag waarop de salariswijziging van kracht wordt.

Artikel 8

  • 1 Indien Onze Minister heeft vastgesteld dat de personenchauffeur gedurende de pauzes is geconsigneerd, heeft hij recht op een toelage voor bereikbaarheid en beschikbaarheid.

  • 2 De toelage voor de personenchauffeur met een volledige arbeidsduur bedraagt 43/195e van de som van het salaris per maand en de aanvulling per maand vermenigvuldigd met de factor 0,5.

  • 4 Voor de personenchauffeur met een arbeidsduur van minder dan gemiddeld 45 uur per week wordt de toelage vastgesteld op een evenredig deel van die toelage bij een volledige arbeidsduur.

Artikel 9

De in de artikelen 6, 7 en 8 genoemde aanvulling op het salaris, vaste toelage voor het werken op onregelmatige uren en toelage voor bereikbaarheid en beschikbaarheid behoren tot de bezoldiging, bedoeld in artikel 2, onderdeel f, van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel 10

Over de in de artikelen 6, 7 en 8 genoemde aanvulling op het salaris, vaste toelage voor het werken op onregelmatige uren en toelage voor bereikbaarheid- en beschikbaarheid heeft de personenchauffeur recht op een eindejaarsuitkering als bedoeld in artikel 20a van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Artikel 11

In afwijking van artikel 22, vierde lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en artikel 35, vierde lid, van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal bedraagt voor de personenchauffeur met een volledige werktijd de aanspraak op vakantie 207 uren per kalenderjaar.

Onder volledige werktijd wordt verstaan een werktijd welke gemiddeld 45 werkuren per week omvat.

Artikel 12

Voor de personenchauffeur voor wie op de dag voor de inwerkingtreding van dit besluit reeds een salarisschaal gold die hoger is dan salarisschaal 4 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 blijft de hogere salarisschaal gelden.

Artikel 13

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Indien dit geen verslechtering van de rechtspositie van de betrokken personenchauffeurs met zich meebrengt, kan Onze Minister voor de onder hem ressorterende personenchauffeurs bepalen dat het besluit terugwerkende kracht heeft uiterlijk tot en met 1 januari 1998. Het besluit van Onze Minister wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Artikel 14

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit personenchauffeurs Rijksdienst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 19 november 1998

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

Uitgegeven de derde december 1998

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals