U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 29-10-2003.]Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2013. Geldend van 05-09-2001 t/m 28-10-2003
Regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, houdende regels omtrent de aanvraag van een vergunning en de aanwijzing van categorieën radiozendapparaten, bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, onder a, van de Telecommunicatiewet
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op artikel 3.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet en de artikelen 11, 12, 14, en 18 van het Frequentiebesluit;
Besluit:
[Regeling vervallen per 29-10-2003]
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. wet: Telecommunicatiewet;
b. minister: de Minister van Verkeer en Waterstaat.
1 Een aanvraag tot verlening van een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte door middel van de procedure op volgorde van binnenkomst of bij wijze van voorrang, dient te geschieden door middel van een daartoe strekkend formulier.
2 De aanvraag tot verlening van een vergunning voor frequentieruimte alsmede de aanvraag tot wijziging of intrekking van een vergunning wordt ingediend bij de divisie Telecom van de Inspectie Verkeer en Waterstaat van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Van aanvragen die betrekking hebben op openbare telecommunicatienetwerken of openbare telecommunicatiediensten verstrekt de minister een afschrift aan het college.
3 Een aanvraag voor de verlening van een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte ten dienste van singlepoint-singlepoint straalverbindingen, alsmede een aanvraag voor de verlening, wijziging of intrekking van een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte ten dienste van de maritieme radiocommunicatie of voor het gebruik van frequentieruimte ten dienste van het doen van onderzoekingen kan bij de Rijksdienst voor Radiocommunicatie worden ingediend langs elektronische weg met gebruikmaking van een daartoe strekkend elektronisch aanvraagformulier.
4 De aanvrager die voor de eerste maal een aanvraag langs elektronische weg als bedoeld in het derde lid indient, geeft daarbij een persoonlijke code op en verzendt binnen drie dagen na de datum van elektronische verzending van het elektronisch aanvraagformulier aan de divisie Telecom van de Inspectie Verkeer en Waterstaat per gewone post een door hem ondertekende schriftelijke verklaring dat hij een aanvraag langs elektronische weg heeft ingediend.
5 Bij het indienen van een volgende aanvraag langs elektronische weg verstrekt de aanvrager naast de op het elektronische aanvraagformulier gevraagde gegevens de persoonlijke code, bedoeld in het vierde lid.
6 Voor de verklaring, bedoeld in het vierde lid, gebruikt de aanvrager de door de divisie Telecom van de Inspectie Verkeer en Waterstaat opgestelde modelverklaring.
7 Indien de aanvraag tot verlening van een vergunning betrekking heeft op frequentieruimte die is bestemd voor openbare telecommunicatienetwerken of openbare telecommunicatiediensten, kan de minister, naast de gegevens die worden gevraagd in het formulier, nadere gegevens vragen aan de aanvrager ter beoordeling van het bepaalde in artikel 3, eerste lid, onder b.
1 Een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte die bestemd is voor het aanbieden van openbare telecommunicatienetwerken of openbare telecommunicatiediensten dan wel bestemd is voor commerciële omroep wordt slechts verleend aan de aanvrager die:
a. voldoet aan de navolgende voorwaarden met betrekking tot zijn financiële positie:
1º. de aanvrager verkeert niet in staat van faillissement, noch is een verzoek tot faillietverklaring van de aanvrager ingediend,
2º. de aanvrager is geen surséance van betaling verleend, noch is ten aanzien van de aanvrager surséance van betaling aangevraagd,
3º. er is geen beslag gelegd op een of meer bedrijfsmiddelen van de aanvrager;
b. op grond van de in de aanvraag vermelde gegevens naar het oordeel van de minister naar verwachting kan voldoen aan het met betrekking tot de vergunning bepaalde.
2 Een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verleend als de aanvrager aantoont een redelijk belang te hebben bij de gevraagde vergunning.
1 Een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte ten dienste van de maritieme radiocommunicatie wordt verleend aan natuurlijke personen van 16 jaar en ouder indien dezen in het bezit zijn van een geldig certificaat van bediening of aan rechtspersonen.
1 Vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte ten dienste van het doen van onderzoekingen worden onderverdeeld in de categorieën A, C, en N, welke worden onderscheiden door de voor elk van deze categorieën toegewezen frequentiebanden en de toegestane zendvermogens zoals aangegeven in bijlage 1, behorende bij deze regeling.
2 Een vergunning als bedoeld in het eerste lid van de categorie A of C wordt slechts verleend aan natuurlijke personen van 14 jaar en ouder die met goed gevolg het vereiste examen hebben afgelegd dat voor de te onderscheiden categorieën verschillend is.
3 Een vergunning als bedoeld in het eerste lid van de categorie N wordt slechts verleend aan natuurlijke personen van 12 jaar en ouder die met goed gevolg het voor die categorie vereiste examen hebben afgelegd.
4 Een vergunning als bedoeld in het eerste lid van de categorie A wordt slechts verleend aan verenigingen van radiozendamateurs waarvan het ledental en de samenstelling voldoende representatief is voor de door de vereniging te behartigen belangen van de radiozendamateurs.
5 Een vergunning van de categorie A of C wordt slechts verleend aan onderwijsinstellingen waarvan het doen van onderzoekingen met radiozendapparaten essentieel is voor het geven van het onderwijs.
6 Aan andere aanvragers dan bedoeld in de leden 2 tot en met 5 wordt slechts een vergunning verleend in de categorie A, C, of N indien dezen naar het oordeel van de minister geacht kunnen worden op enigerlei wijze in het belang van het wetenschappelijk onderzoek van het radiospectrum werkzaam te zijn.
Een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte voor ander gebruik dan bedoeld in de artikelen 3 tot en met 5 wordt slechts verleend indien de aanvrager aantoont een redelijk belang te hebben bij de gevraagde vergunning.
De gebruiker van frequentieruimte waarvoor geen vergunning is vereist, zorgt er voor dat door het gebruik van het gewenste signaal van het radiozendapparaat geen storing of belemmering wordt veroorzaakt in andere radiozendapparaten dan wel in overige elektrische of elektronische apparaten.
1 Als categorieën radiozendapparaten, bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, onder a, van de wet, worden aangewezen:
a. randapparaten, zijnde koordloze telefoons, die bestemd zijn voor aansluiting op een vast openbaar telefoonnetwerk, mits de in bijlage 3 aangegeven frequentiebanden en de daarbij behorende gebruiksvoorschriften in acht worden genomen;
b. randapparaten die bestemd zijn voor aansluiting op een mobiel openbaar telefoonnetwerk;
c. radiozendapparaten voor algemene radiocommunicatie in de 27 MHz-frequentieband (CB), mits de in bijlage 3 aangegeven frequentiebanden en de daarbij behorende gebruiksvoorschriften in acht worden genomen;
d. mobiele VHF/UHF radiotelefonen voor landmobiel gebruik die daadwerkelijk en krachtens een daartoe gesloten overeenkomst onderdeel zijn van een besloten netwerk, dat deel is van een radionetwerk met dynamische frequentietoewijzing ten behoeve waarvan een vergunning is verleend voor het gebruik van frequentieruimte (trunkinginstallatie);
e. randapparaten bestemd voor aansluiting op een openbaar satellietsysteem, ten behoeve van mobiele communicatie, met uitzondering van het nood-, spoed en veiligheidsverkeer;
f. mobiele UHF radiotelefonen, werkend in de frequentieband 446 MHz, bedoeld voor algemeen gebruik ten behoeve van spraak over korte afstand (PMR 446), mits de in bijlage 3 aangegeven frequentiebanden en de daarbij behorende gebruiksvoorschriften in acht worden genomen;
g. de in bijlage 2 bedoelde categorieën radiozendapparaten, mits de in die bijlage aangegeven frequentiebanden en de daarbij behorende gebruiksvoorschriften in acht worden genomen;
h. randapparaten, zijnde satellietgrondstations (SGS), werkend in de frequentiebanden 14.00 GHz tot 14.50 GHz en 29.50 GHz tot 30.00 GHz, met een maximaal uitgangsvermogen van 2 Watt en een maximaal uitgestraald vermogen van 50 dBWatt e.i.r.p. 1, en geplaatst op een afstand van ten minste 500 meter buiten de begrenzing van een luchtvaartterrein als bedoeld in de Luchtvaartwet;
i. randapparaten voor mobiele communicatie via ionisatiesporen van meteoren, werkend in de frequentieband 39.00 tot 39.20 MHz, met een maximaal uitgestraald vermogen van 50 Watt e.r.p. 2 en een kanaalafstand van 25 kHz, alsmede een maximale uitzendtijd van 100 milliseconden en een minimale wachttijd van 10 seconden, met een totaal van 24 uitzendingen per 24 uur.
2 Onder de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, vallen slechts apparaten die voldoen aan het bij of krachtens het Besluit randapparaten en radioapparaten bepaalde.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 december 1998.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvraag en toelating vergunningen op volgorde van binnenkomst of bij wijze van voorrang.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Staatssecretaris
J.M. de Vries
Categorie vergunning
Toegestane zendvermo
gen in watt
Frequentiebanden in MHZ
Status 3
Klassen van uitzending
van
tot
A
400
0.1357
0.1378
S
A1A
10.1
10.15 4
A1A, F1A, G1A, J2A
1.81
1.85
P
Geen beperkingen ten aanzien van klassen van uitzending tenzij in de voorschriften anders is bepaald
3.5
3.8
7.0
7.1
14.0
14.35
18.068
18.168
21.0
21.45
24.89
24.99
28.0
29.7
A/C
120
50.0
50.45
144.0
146.0
430.0
436.0
440.0
1240.0
1300.0
2320.0
2450.0
3400.0
3410.0
5650.0
5850.0
10000.0
10500.0
24000.0
24050.0
24250.0
47000.0
47200.0
75500.0
76000.0
81000.0
142000.0
144000.0
149000.0
241000.0
248000.0
250000.0
N
25
144.110
144.130
144.275
144.350
A1A, J3E
144.992
145.795
A1A, F1A, F1B, F2A, F2B, F3E, G3E
430.000
432.500
A1A, F1A, F2A, F3E, G3E, J3E, F1B, F2B, G1B, G2B, F1D, F2D, G1D, G2D
433.392
433.583
F1A, F2A, F3E, G3E
Mij bekend,
Voor de betekenis van de codering van de onderstaande tabel: zie Aanhangsel
Frequentieband
Vermogen
Antenne
Kanaal- afstand
Toelating
Duty-
cycle
(Tabel 1)
(Tabel 2)
(Tabel 3)
(Tabel 4)
(Tabel 5)
a
6765-6795 kHz 5
2
1 of 2
13
1
[-]
b
13.553-13.567MHz5
c
26.957-27.283 MHz15
2 of 8 6
d
40.660-40.700 MHz5
86
e
433.050-434.790 MHz5, 7
f
868.000-868.600 MHz 8
96
6 910
g
868.700-869.200 MHz
6910
i
869.400 - 869.650 MHz
126
6 11
3
k
869.700-870.000 MHz
7a6
6 of 79
4
l
2400-2483.5 MHz5
8 12
m
5725-5875 MHz5
912
n
24.00-24.25 GHz5
1112
o
61.0-61.5 GHz 513
p
122-123 GHz513
q
244 – 246 GHz513
2275 Hz
12 14
457 kHz
1214
Local Area Netwerken (RLANs)
Voor de betekenis van de codering: zie Aanhangsel
2400 – 2483.5 MHz 15
11 1617
13 18
-
High Performance Local Area Networks ( HIPERLANs)
Voor de betekenis van de codering van de onderstaande tabel: zie Aanhangsel.
5150 – 5250 MHz
1316
5250 – 5300 MHz 19
17.1 – 17.3 GHz 20
1116
5795 - 5805 MHz 21
14 of 15 22
12 23
63 - 64 GHz 24
1622
76 - 77 GHz 25
Voor de betekenis van de codering: zie Aanhangsel.
2400 -2483,5 MHz 26
9 27
9200 - 9500 MHz
927
9500 - 9975 MHz
13,4 - 14,0 GHz
24,05 - 24,25 GHz
Alarmering in het algemeen
868,60 - 868,70 MHz 28
8 29
6
869,25 - 869,30 MHz
829
869,65 - 869,70 MHz
929
Sociale Alarmering
869,20 - 869,25 MHz
Voor de betekenis van de codering van de onderstaande tabellen: zie Aanhangsel
Beschikbaar in Nederland en in de meeste overige CEPT landen
26,995 27,045 27,095 27,145 27,195 MHz
11 30
34,995 - 35,225 MHz 31
1130
40,665 40,675 40,685 40,695 MHz
Uitsluitend in Nederland toegewezen frequenties
Frequentieband MHz
[d]
30,085 30,095 30,105 30,115 30,185 30,195
[e]
40,715 40,725 40,735 40,765 40,775 40,785 40,815 40,825 40,835 40,865 40,875 40,885 40,915 40,925 40,935 40,965 40,975 40,985
9 - 70 kHz
1,2 of 3 2 32
70 -119 kHz
1,2 of 332
119 - 135 kHz
Het maximaal toegestane H - veld is in figuur 1 weergegeven.
Frequentieband 33
6765 - 6795 kHz
7400 - 8800 kHz
5
13,553 - 13,567 MHz
26,957 - 27,283 MHz
Bandbreedte
Modulatie
195-202 MHz
470-557 MHz
630-637 MHz
638-701 MHz
10 34
1 of 2 35
200 kHz (-60dBc)
FM 36
702-790 MHz
806-814 MHz
814-846 MHz
402 - 405 MHz
5a 37
6 38
863 - 865 MHz
8
Tabel 1: Zendvermogen of veldsterkte
Maximum zendvermogen
7 dBµA/m op 10 meter afstand
42 dBµA/m op 10 meter afstand
72 dBµA/m op 10 meter afstand
(vanaf 30 kHz met een afname van 3,5 dB/oktaaf)
38 dBµA/m op 10 meter afstand
(vanaf 135 kHz tot 4,78 MHz met een afname van 3,5 dB per oktaaf )
9 dBµA/m op 10 meter afstand
5a
25 µW 39
1 mW39
7
2 mW39
7a
5 mW39
10 mW39
9
25 mW39
10
50 mW39
11
100 mW39
12
500 mW39
1 W39
14
2 W39
15
8 W39
16
Nog vast te stellen39
Tabe 2: Antennesoort
Soort zendantenne
Geïntegreerde antenne.
(Apparaat en antenne vormen een geheel. Het apparaat bezit geen uitwendige antenne aansluiting.)
Voorgeschreven antenne.
(Het apparaat bezit een externe antenne aansluiting. Gebruik van het apparaat is toegestaan in combinatie met een antenne van voorgeschreven type.)
Externe antenne.
(Het apparaat bezit een externe antenne aansluiting. Gebruik van het apparaat is toegestaan in combinatie met ieder type antenne.)
Tabel 3: Toegestane kanaalafstand
Kanaalafstand
5 kHz
6,25 kHz
10 kHz
12,5 kHz
20 kHz
25 kHz
50 kHz
75 kHz
100 kHz
150 kHz
200 kHz
Andere kanaal afstand.
Geen kanaal afstand. De toegewezen frequentieband mag in zijn geheel worden gebruikt
Indien er een kanaalraster binnen een frequentieband van toepassing is, grenst het eerste kanaal aan de laagst genoemde frequentie.
De centrale frequentie van het eerste radiokanaal bevindt zich een half rasterkanaal hoger in frequentie.
Tabe 5 : Indeling naar uitzendtijd in verhouding tot een volle periodetijd (Duty cycle)
Waardering
Uitzendtijd in verhouding tot een volle periodetijd. (Time/Full cycle)
Uitleg: Voor het overgrote deel van de toepassingen is de ‘aan’ periode korter dan de ‘uit’ periode.
Vaak duurt een enkele uitzending slechts enkele milliseconden.
Erg kort
< 0,1 %
Het totaal van de ‘aan ‘ perioden binnen een aaneengesloten tijd van 1000 seconden is gelijk aan, of minder dan 1 seconde.
Kort
< 1,0 %
Het totaal van de ‘aan ‘ perioden binnen een aaneengesloten tijd van 100 seconden is gelijk aan, of minder dan 1 seconde.
Lang
< 10 %
Het totaal van de ‘aan ‘ perioden binnen een aaneengesloten tijd van 100 seconden ligt tussen de 1 en 10 seconden.
Erg lang
Tot en met 100 %
Normaal gesproken betreft het hier ‘continu’ uitzendingen .
Ook uitzendingen waarbij de totale ‘aan’ periode, per 100 seconden, meer dan 10 seconden bedraagt, worden hierbij ingedeeld.
toepassing
frequentieband/werkfrequentie (MHz)
vermogen
kanaalafstand
antenne
modulatie
koordloze telefoon
vast gedeelte
draagbaar gedeelte
kanaal nr
31,0375
39,9375
10 mW ERP
geïntegreerd
fase- of frequentie modulatie (F3E en G3E)
31,0625
39,9625
31,0875
39,9875
31,1125
40,0125
31,1375
40,0375
31,1625
40,0625
31,1875
40,0875
31,2125
40,1125
31,2375
40,1375
31,2625
40,1625
31,2875
40,1875
31,3125
40,2125
914,0125
959,0125
geïntegreerd of extern
914,0625
959,0375
914,0375
959,0625
|
914,9375
959,9375
38
914,9625
959,9625
39
914,9875
959,9875
40
werkfrequentie
864,150
FDMA/TDD
864,250
864,350
867,850
867,950
868,050
1881,792
1,728 MHz
TDMA/TDD
1883,52
1885,248
1886,976
1888,704
1890,432
1892,16
1893,888
1895,616
1897,344
CB-apparatuur (artikel 8, eerste lid, onderdeel c)
CB- apparatuur
werk- frequentie
kanaal nr.
kanaal- afstand
26,965
4 Watt
FM, AM
26,975
26,985
27,005
27,015
27,025
27,035
27,055
27,065
27,075
27,085
27,105
27,115
27,125
27,135
27,155
27,165
17
27,175
18
27,185
19
27,205
20
27,2150
21
27,2250
22
27,2350
23
27,2450
24
27,2550
27,2650
26
27,2750
27
27,2850
28
27,2950
29
27,3050
30
27,3150
31
27,3250
32
27,3350
33
27,3450
34
27,3550
35
27,3650
36
27,3750
37
27,3850
27,3950
27,4050
PMR 446-apparatuur (artikel 8, eerste lid, onderdeel f)
PMR 446 apparatuur
446,00625
500mW ERP
fase- of frequentie modulatie (F3 en G3)
446,01875
446,03125
446,04375
446,05625
446,06875
446,08125
446,09375
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling aanvraag en toelating vergunningen op volgorde van binnenkomst of bij wijze van voorrang", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.