U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-01-2006.]Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2003. Geldend van 01-01-2003 t/m 31-12-2003
Regeling vaststelling maximumpremies Wtz
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken en de Minister van Financiën;
Gelet op artikel 7, eerste lid, van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998;
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
Voor de categorie van personen die met ingang van 1 april 1986 een overeenkomst van standaardverzekering heeft afgesloten en die op de dag daaraan voorafgaand verzekerd of medeverzekerd was in de vrijwillige verzekering ingevolge de Ziekenfondswet, bedraagt de premie ten aanzien van verzekerden die de 65-jarige leeftijd hebben bereikt een bedrag van ten hoogste € 147,56 per verzekerde per maand en ten aanzien van verzekerden, jonger dan 65 jaar, een bedrag van ten hoogste € 118,04 per verzekerde per maand. Voor eigen, aangehuwde of pleegkinderen tot 30 jaar, die recht hebben op een tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, dan wel voor wie aanspraak bestaat op kinderbijslag ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet of recht bestaat op persoonsgebonden aftrek wegens uitgaven voor levensonderhoud van kinderen ingevolge artikel 6.1, en afdeling 6.4, van de Wet inkomstenbelasting 2001 jo. artikel 35 en 36, van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 en die tezamen met hun ouders of een van hun ouders zijn verzekerd, bedraagt de premie ten hoogste € 59,02 per kind per maand. Premie is voor ten hoogste twee kinderen verschuldigd.
Voor de categorie van personen die een overeenkomst van standaardverzekering heeft afgesloten, met uitzondering van de in de artikelen 1 en 4 bedoelde categorieën, bedraagt de premie een bedrag van ten hoogste € 147,56 per verzekerde per maand. Voor eigen, aangehuwde en pleegkinderen tot 30 jaar, die recht hebben op een tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, dan wel voor wie aanspraak bestaat op kinderbijslag ingevolge de Algemene Kinderbijslag-wet of recht bestaat op persoonsgebonden aftrek wegens uitgaven voor levensonderhoud van kinderen ingevolge artikel 6.1, en afdeling 6.4, van de Wet inkomstenbelasting 2001 jo. artikel 35 en 36, van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 en die tezamen met hun ouders of een van hun ouders zijn verzekerd, bedraagt de premie ten hoogste € 73,78 per kind per maand. Premie is voor ten hoogste drie kinderen verschuldigd.
Het in artikel 1 bedoelde bedrag van ten hoogste € 147,56 per verzekerde per maand wordt aan de verzekerde in rekening gebracht met ingang van de eerste dag van de maand waarin die verzekerde de 65-jarige leeftijd bereikt.
1 Voor de categorie van personen die een overeenkomst van standaardverzekering heeft afgesloten en die rechthebbend is op studiefinanciering ingevolge de Wet studiefinanciering 2000, bedraagt de premie ten aanzien van verzekerden die de 20-jarige leeftijd hebben bereikt een bedrag van ten hoogste € 0,79 per verzekerde per maand en ten aanzien van verzekerden, jonger dan 20 jaar, een bedrag van ten hoogste € 18,15 per verzekerde per maand.
Voor eigen, aangehuwde en pleegkinderen, voor wie aanspraak bestaat op kinderbijslag ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet of recht bestaat op persoonsgebonden aftrek wegens uitgaven voor levensonderhoud van kinderen ingevolge artikel 6.1, en afdeling 6.4, van de Wet inkomstenbelasting 2001 jo. artikel 35 en 36, van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 en die tezamen met hun ouders of een van hun ouders zijn verzekerd, bedraagt de premie ten hoogste € 0,39 per kind per maand. Premie is voor ten hoogste drie kinderen verschuldigd.
2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van partners, bedoeld in artikel 3.4 van de Wet studiefinanciering 2000, ten behoeve van wie recht bestaat op een toelage als bedoeld in dat artikel.
3 Het in het eerste lid bedoelde bedrag van ten hoogste € 0,79 per verzekerde per maand wordt aan de verzekerde in rekening gebracht met ingang van de eerste dag van de maand waarin die verzekerde de 20-jarige leeftijd bereikt.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1999.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling maximumpremies Wtz.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Minister
E. Borst-Eilers
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling vaststelling maximumpremies Wtz", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.