Regeling arbeidsloon gedetineerden

Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2012 en zichtdatum 01-01-2012.
Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Regeling arbeidsloon gedetineerde

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 47, vijfde lid, van de Penitentiaire beginselenwet;

Gezien het advies van de Centrale Raad voor Strafrechtstoepassing van 27 april 1998, kenmerk 693657/98;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet:

de Penitentiaire beginselenwet;

b. zaalarbeid:

het verrichten van werkzaamheden op een werkzaal of andere tot gezamenlijke arbeid aangewezen plaats;

c. taakarbeid:

het verrichten van werkzaamheden die leiden tot het uitvoeren van een door de directeur nader omschreven taak;

d. arbeid:

zaalarbeid, taakarbeid of buitenarbeid;

e. basisuurloon:

de basisbeloning voor het verrichten van arbeid gedurende een uur;

f. toeslag:

de door de directeur toegekende extra financiële arbeidsbeloning;

g. taakloon:

de beloning voor het uitvoeren van een taak conform de daaraan door de directeur gestelde eisen;

h. arbeidsloon:

het samenstel van basisuurloon, toeslagen en taakloon;

i. maatschappelijk integratie-programma:

het samenstel van activiteiten gericht op de terugkeer in de samenleving;

j. buitenarbeid:

werkzaamheden die niet door de inrichting worden aangeboden, verricht door gedetineerden die verblijven in een zeer beperkt beveiligde inrichting.

§ 2. Beloning van arbeid in de inrichting

Artikel 2

  • 1 De gedetineerde ontvangt voor verrichte zaalarbeid of taakarbeid aan arbeidsloon of, in de gevallen, bedoeld in artikel 5, aan loonvervangende financiële tegemoetkomingen gezamenlijk, minimaal 80% van het basisuurloon vermenigvuldigd met twintig.

  • 2 Het basisuurloon bedraagt € 0,76.

  • 3 Uitbetaling vindt wekelijks plaats.

Artikel 3

  • 1 De gedetineerde verricht zaalarbeid, tenzij de directeur hem heeft aangewezen voor het verrichten van taakarbeid.

  • 2 Voor zaalarbeid ontvangt de gedetineerde basisuurloon. De vaststelling van het aantal uren dat de gedetineerde zaalarbeid heeft verricht geschiedt op basis van de tijd die de gedetineerde daadwerkelijk verblijft op de plaats waar hij zijn arbeid verricht, waarbij delen van een gewerkt uur worden afgerond naar het dichtst bij gelegen kwartier.

  • 3 De directeur bepaalt voorafgaand aan de uitvoering van de taakarbeid en rekening houdend met de individuele mogelijkheden van de gedetineerde, de kwaliteitseisen waaraan de te realiseren taak moet voldoen en de hoogte van het taakloon. De hoogte van het taakloon is minimaal gelijk aan het aantal uren waarin de taak naar het oordeel van de directeur redelijkerwijs gerealiseerd kan worden, vermenigvuldigd met het basisuurloon.

Artikel 4

  • 1 De directeur kan aan de gedetineerde een toeslag toekennen indien:

    • a. de gedetineerde in opdracht of na toestemming van de directeur op andere tijden zaalarbeid of taakarbeid verricht dan waartoe hij op grond van het voor hem geldende dagprogramma gehouden is;

    • b. de gedetineerde bijzondere werkzaamheden verricht; of

    • c. bijzondere arbeidsomstandigheden of het niveau van de zaalarbeid of taakarbeid daartoe aanleiding geven.

  • 2 Het totaal bedrag van de toeslag of toeslagen bedraagt maximaal 100% van het vastgestelde basisuurloon.

§ 2a. Beloning van buitenarbeid en werkzaamheden in de huisdienst van een zeer beperkt beveiligde inrichting

Artikel 4a

  • 1 Voor verrichtte buitenarbeid, of verrichtte werkzaamheden in de huisdienst van een zeer beperkt beveiligde inrichting ontvangt de gedetineerde een vergoeding.

  • 2 De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 111,36 per week.

  • 3 De gedetineerde die verblijft in een zeer beperkt beveiligde inrichting en niet deelneemt aan de buitenarbeid of aan werkzaamheden in de huisdienst ontvangt eveneens de vergoeding, bedoeld in het tweede lid indien hij niet aan arbeid heeft kunnen deelnemen als gevolg van:

    • a zijn deelname aan, met toestemming van de directeur, educatie, of aan activiteiten in het kader van een maatschappelijk integratieprogramma,

    • b een algemeen erkende feestdag, als bedoeld in artikel 8, eerste lid.

  • 4 In de situatie dat de directeur niet kan voorzien in een aanbod van arbeid of in de situatie dat de gedetineerde wegens onvermijdbaar verzuim niet werkt, ontvangt de gedetineerde 80% van de vergoeding, bedoeld in het tweede lid.

§ 3. Loonvervangende financiële tegemoetkomingen

Artikel 5

De gedetineerde ontvangt een loonvervangende financiële tegemoetkoming voor ieder uur waarin het voor hem geldende dagprogramma in zaalarbeid of taakarbeid voorziet en voorzover hij niet aan zaalarbeid of taakarbeid heeft kunnen deelnemen als gevolg van:

  • a. zijn deelname, met toestemming van de directeur, aan basiseducatie of aan activiteiten in het kader van een maatschappelijke integratie-programma; de hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan het basisuurloon, vermeerderd met de gemiddeld voor de voor hem aangewezen arbeid geldende toeslag;

  • b. een algemeen erkende feestdag als bedoeld in artikel 8, eerste lid; de hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan het basisuurloon;

  • c. de situatie dat de directeur niet kan voorzien in een aanbod van arbeid; de hoogte van de tegemoetkoming is gelijk aan het basisuurloon;

  • d. onvermijdbaar verzuim; de hoogte van de tegemoetkoming bedraagt 80% van het basisuurloon.

Artikel 6

  • 1 Als onvermijdbaar verzuim wordt aangemerkt, verzuim als gevolg van:

    • a. ziekte die ertoe leidt dat de gedetineerde naar het oordeel van de inrichtingsarts, of de verpleegkundige die handelt in opdracht van de inrichtingsarts, niet in staat is arbeid te verrichten;

    • b. het bijwonen van een gerechtelijke procedure als bedoeld in artikel 26, vierde lid, van de wet;

    • c. een verhoor door een ambtenaar belast met de opsporing of vervolging van strafbare feiten;

    • d. het ondergaan van een geneeskundig onderzoek in een ziekenhuis of andere instelling;

    • e. het mondeling toelichten van een bezwaarschrift, klaagschrift of beroepschrift, als bedoeld in de hoofdstukken IV, XI, XII onderscheidenlijk XIII van de wet, voorzover de gedetineerde daartoe is opgeroepen;

    • f. overbrenging naar een andere inrichting.

  • 2 De directeur kan in aanvulling op het gestelde in het eerste lid, in de huisregels bepalen in welke gevallen verzuim van de arbeid onvermijdbaar is.

  • 3 Deze regeling is van overeenkomstige toepassing op de gedetineerde die op basis van artikel 42, vierde lid, onder c, onderscheidenlijk artikel 43, derde lid, van de wet, in verband met een geneeskundige behandeling, onderscheidenlijk sociale verzorging en hulpverlening, naar een andere plaats is overgebracht en niet op basis van een andere regeling een financiële tegemoetkoming ontvangt.

  • 4 De financiële tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid onder f, en het derde lid komt ten laste van de inrichting van waaruit de gedetineerde wordt overgebracht.

§ 4. Uitzonderingsbepalingen

Artikel 7

  • 1 Deze regeling is niet van toepassing op:

    • a. deelnemers aan een penitentiair programma;

    • b. gedetineerden die niet tot het verrichten van arbeid verplicht zijn en te kennen hebben gegeven niet aan arbeid te willen deelnemen.

  • 2 Gedetineerden die de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene ouderdomswet bedoelde leeftijd hebben bereikt, zijn niet tot het verrichten van arbeid verplicht. Zij ontvangen, indien zij niet aan de arbeid deelnemen, een loonvervangende financiële tegemoetkoming ter hoogte van 80% van het basisuurloon.

Artikel 8

  • 1 De gedetineerde is niet tot arbeid verplicht op zondagen en algemeen erkende feestdagen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Algemene termijnenwet, of op dagen dat hij met toestemming van de geestelijk verzorger deelneemt aan een retraite, triduüm, kerkelijke conferentie of buitenkerkelijke bezinningsbijeenkomst.

  • 2 De Minister van Justitie stelt jaarlijks vast op welke dagen de gedetineerde die een religie belijdt op grond waarvan hij andere dagen dan de dagen bedoeld in het eerste lid aanmerkt als rustdag, godsdienstige feest- of gedenkdag, niet verplicht is tot het verrichten van arbeid.

Artikel 9

De gedetineerde ontvangt geen loonvervangende financiële tegemoetkoming of de vergoeding, bedoeld in artikel 4a, tweede en vierde lid, voor zover hij conform de artikelen 23, eerste lid, onder a, b of d, 24 of 51, eerste lid onder a of c, van de wet is uitgesloten van deelname aan de arbeid.

§ 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10

De Loonregeling strafgevangenissen, huizen van bewaring en rijkswerkinrichtingen van 23 februari 1948, de Experimentele loonregeling voor penitentiaire inrichtingen voor langgestraften van 19 september 1997, de Regeling arbeidsvrije dagen van 21 februari 1980, alsmede de Interimregeling gedetineerdenbeloning Werkzame Detentie van 11 maart 1996, de Interimregeling gedetineerdenbeloning langgestraften PI Sittard van 11 maart 1996 en de Loonregeling gedetineerden PI Breda van 11 maart 1996, worden ingetrokken.

Artikel 11

  • 1 Deze regeling treedt in werking op 1 januari 1999.

  • 2 De directeur is bevoegd voor gedetineerden, die voorheen arbeidsloon ontvingen op grond van de ’experimentele loonregeling voor penitentiaire inrichtingen voor langgestraften’, tot 1 januari 2000 in de inrichting een overgangsregeling te hanteren.

Artikel 12

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling arbeidsloon gedetineerden.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Justitie,

A.H. Korthals