Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999

Geraadpleegd op 27-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 05-03-2010 en zichtdatum 04-01-2011.
Geldend van 19-12-2007 t/m 09-10-2010

Besluit van 24 december 1998, tot vaststelling van een maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 6, derde lid, van de Algemene Ouderdomswet, 13, derde lid, van de Algemene nabestaandenwet, 6, derde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet en 5, derde en vierde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 20 november 1998 SV/GSV/98/35098 mede namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 6, derde lid, van de Algemene Ouderdomswet, artikel 13, derde lid, van de Algemene nabestaandenwet,artikel 6, derde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet en artikel 5, derde en vierde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

De Raad van State gehoord (advies van 17 december 1998, nr W12.98.0549);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 18 december 1998, nr. SV/GSV/98/42566, uitgebracht mede namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemeen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

§ 2. Uitbreiding van de kring van verzekerden

Artikel 2. Nederlandse ambtenaren en hun gezinsleden in het buitenland

  • 2 Verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de gezinsleden, bedoeld in artikel 2 van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken, van de in het eerste lid bedoelde verzekerde, tenzij het gezinslid:

  • 3 De gezinsleden die op grond van het tweede lid zijn verzekerd, blijven verzekerd op grond van de volksverzekeringen gedurende de periode van een jaar, te rekenen vanaf de datum van overlijden van de verzekerde, bedoeld in het eerste lid, tenzij het gezinslid:

  • 4 Verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de niet in Nederland wonende particuliere bediende die in dienst is van de verzekerde, bedoeld in het eerste lid, tenzij hij:

    • a. onderdaan is van de ontvangende staat;

    • b. ten tijde van aanwerving niet in Nederland woonde;

    • c. buiten Nederland arbeid verricht anders dan uit hoofde van vorenbedoelde dienstbetrekking; of

    • d. een uitkering ontvangt op grond van een buitenlandse wettelijke regeling inzake sociale zekerheid.

Artikel 3. Nederlanders, in dienst van een publiekrechtelijke rechtspersoon, en hun gezinsleden in het buitenland

  • 1 Verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de niet in Nederland wonende Nederlander, voor zover niet reeds begrepen onder artikel 2, die uit hoofde van een dienstbetrekking met een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon buiten Nederland arbeid verricht ten behoeve van die rechtspersoon, tenzij hij:

    • a. ten tijde van aanwerving niet in Nederland woonde;

    • b. buiten Nederland arbeid verricht anders dan uit hoofde van de vorenbedoelde dienstbetrekking;

    • c. een uitkering ontvangt op grond van een buitenlandse wettelijke regeling inzake sociale zekerheid; of

    • d. werkzaam is bij een door Onze Ministers en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan te wijzen volkenrechtelijke organisatie en op hem een regeling inzake sociale zekerheid van die organisatie van toepassing is.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, is verzekerd op grond van de volksverzekeringen de Nederlander die in dienst is van een publiekrechtelijke rechtspersoon op de Nederlandse Antillen of Aruba mits hij door de Nederlandse overheid is uitgezonden.

  • 3 Verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden van de verzekerde, bedoeld in het eerste en tweede lid, tenzij het gezinslid:

  • 4 De echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die op grond van het derde lid zijn verzekerd, blijven verzekerd op grond van de volksverzekeringen gedurende de periode van een jaar, te rekenen vanaf de datum van overlijden van de verzekerde, bedoeld in het eerste en tweede lid, tenzij het gezinslid:

Artikel 4. Rijdend, vliegend of varend personeel, buiten Nederland wonend

Verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de persoon die niet in Nederland woont en behoort tot het rijdend, vliegend of op de binnenwateren varend personeel van een in Nederland wonende of gevestigde werkgever die internationaal vervoer verricht, tenzij hij:

  • a. in hoofdzaak in het land waarin hij woont arbeid verricht; of

  • b. werkt bij een filiaal of een vaste vertegenwoordiging van die werkgever buiten Nederland.

Artikel 5. Gezinsleden van varend personeel

Verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de aan boord van een schip wonende echtgenoot en kinderen van de persoon die op grond van de volksverzekeringen of van artikel 4 verzekerd is.

Artikel 6. Tijdelijke onderbreking van arbeid in Nederland

Verzekerd op grond van de volksverzekeringen blijft de persoon die niet in Nederland woont, maar die uitsluitend in Nederland arbeid verricht en van wie de arbeid tijdelijk wordt onderbroken:

  • a. wegens ziekte, gebreken, zwangerschap, bevalling of werkloosheid; of

  • b. wegens verlof, staking of uitsluiting.

Artikel 8. Tijdelijk buiten Nederland studerenden en verpleegden

  • 1 Verzekerd op grond van de volksverzekeringen blijft de persoon die aansluitend op het wonen in Nederland uitsluitend wegens studieredenen niet meer in Nederland woont en jonger is dan 30 jaar.

Artikel 9. Niet in Nederland wonende zelfstandigen

Verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de persoon die niet in Nederland woont en die belastbare winst uit Nederlandse onderneming als bedoeld in afdeling 7.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 geniet, mits hij in Nederland arbeid verricht voor die onderneming.

Artikel 9a. Vreemdelingen met een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel

Een vreemdeling die rechtmatig in Nederland verblijft, in de zin van artikel 8, onder c, van de Vreemdelingenwet 2000, is, ongeacht of hij als ingezetene kan worden beschouwd, verzekerd op grond van de volksverzekeringen met ingang van de dag waarop positief op de verblijfsvergunningsaanvraag wordt beschikt.

Artikel 10. Vreemdelingen in Nederland wonend

  • 2 De verzekering op grond van het eerste lid eindigt zodra:

    • a. onherroepelijk op de aanvraag, het bezwaar of het beroep is beslist; of

    • b. de uitzetting van de vreemdeling is gelast, tenzij die uitzetting op grond van de Vreemdelingenwet 2000 of op grond van een rechterlijke beslissing achterwege dient te blijven.

Artikel 11. Vreemdelingen rechtmatig verblijf houdend in Nederland

§ 3. Beperking van de kring van verzekerden

Artikel 12. Wonen in Nederland, werken buiten Nederland

  • 1 Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de persoon die in Nederland woont en die gedurende een aaneengesloten periode van ten minste drie maanden uitsluitend buiten Nederland arbeid verricht, tenzij die arbeid uitsluitend wordt verricht uit hoofde van een dienstbetrekking met een in Nederland wonende of gevestigde werkgever.

  • 2 Voor de vaststelling van de periode van drie maanden, bedoeld in het eerste lid, worden perioden gedurende welke de arbeid buiten Nederland tijdelijk wordt onderbroken:

    • a. wegens ziekte, gebreken, zwangerschap, bevalling of werkloosheid; of

    • b. wegens verlof, staking of uitsluiting; beschouwd als perioden waarin uitsluitend buiten Nederland arbeid wordt verricht, tenzij tijdens deze perioden arbeid in Nederland wordt verricht.

  • 3 Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder het verrichten van arbeid buiten Nederland niet verstaan arbeid verricht op het buiten de territoriale zee onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, voor zover het Koninkrijk der Nederlanden daar op grond van het internationale recht ten behoeve van de exploratie en exploitatie van natuurlijke rijkdommen soevereine rechten mag uitoefenen, mits deze arbeid plaatsvindt op installaties en andere inrichtingen die in, op of boven dat gebied aanwezig zijn ten behoeve van de exploratie en de exploitatie van natuurlijke rijkdommen van dat gebied.

Artikel 13. Personeelsleden ambassades en consulaten in Nederland en hun gezinsleden

  • 1 Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de diplomatieke ambtenaar en de consulaire ambtenaar, niet zijnde honorair consul, van een andere mogendheid, tenzij zij:

    • a. in Nederland arbeid verrichten anders dan uit hoofde van de vorenbedoelde dienstbetrekking; of

    • b. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangen.

  • 2 Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de naar Nederland uitgezonden leden van het administratieve, technische en bedienende personeel van de diplomatieke zending of de consulaire post van een andere mogendheid, indien zij korter dan tien jaar in Nederland werkzaam zijn, tenzij zij:

    • a. Nederlander zijn;

    • b. ten tijde van aanwerving in Nederland woonden;

    • c. in Nederland arbeid verrichten anders dan de werkzaamheden, bedoeld in de aanhef; of

    • d. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangen.

  • 3 Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de leden van het administratieve, technische en bedienende personeel van de diplomatieke zending of de consulaire post van een andere mogendheid alsmede de particuliere bedienden die in dienst zijn van de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, of van de leden van het personeel, bedoeld in het tweede lid, indien zij reeds vóór 1 augustus 1987 als zodanig in dienst waren, en vanaf 1 augustus 1987 als zodanig onafgebroken in dienst zijn, tenzij zij:

    • a. in Nederland arbeid verrichten anders dan de werkzaamheden, bedoeld in de aanhef; of

    • b. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangen.

    In afwijking van de eerste zin zijn de daar genoemde leden en particuliere bedienden verzekerd op grond van de volksverzekeringen indien zij dit reeds op 31 juli 1987 waren.

  • 4 Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de particuliere bediende die in dienst is van de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, of van de leden van het personeel, bedoeld in het tweede lid, indien hij korter dan tien jaar in Nederland werkzaam is en op hem het stelsel van sociale verzekering van een andere mogendheid van toepassing is, tenzij hij:

    • a. Nederlander is;

    • b. ten tijde van aanwerving in Nederland woonde;

    • c. in Nederland arbeid verricht anders dan uit hoofde van de vorenbedoelde dienstbetrekking; of

    • d. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangt.

  • 5 De in Nederland wonende echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden van de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, en van de personeelsleden, bedoeld in het tweede en derde lid, zijn niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen, tenzij zij:

    • a. in Nederland arbeid verrichten;

    • b. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangen; of

    • c. indien die ambtenaar of die personeelsleden zijn verzekerd op grond van de volksverzekeringen.

  • 6 De echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die op grond van het vijfde lid niet zijn verzekerd, blijven van de verzekering op grond van de volksverzekeringen uitgesloten gedurende de periode van een jaar, te rekenen vanaf de datum van overlijden van de persoon, bedoeld in het eerste of tweede lid, tenzij zij:

    • a. in Nederland arbeid verrichten; of

    • b. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangen.

Artikel 14. Personeelsleden in dienst van volkenrechtelijke organisaties en hun gezinsleden

  • 1 Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de persoon die in dienst is van een volkenrechtelijke organisatie en op wie de regeling inzake sociale zekerheid van die organisatie van toepassing is, tenzij hij:

    • a. in Nederland arbeid verricht anders dan uit hoofde van de vorenbedoelde dienstbetrekking; of

    • b. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangt.

  • 2 De volkenrechtelijke organisaties, bedoeld in het eerste lid, worden door Onze Ministers, in overeenstemming met Onze Minister van Buitenlandse Zaken, aangewezen.

  • 3 De in Nederland wonende echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden van de persoon, bedoeld in het eerste lid, zijn niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen, indien de zetelovereenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de volkenrechtelijke organisatie zulks bepaalt, tenzij zij:

    • a. in Nederland arbeid verrichten; of

    • b. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangen.

  • 4 De echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die op grond van het derde lid niet zijn verzekerd, blijven van de verzekering op grond van de volksverzekeringen uitgesloten gedurende de periode van een jaar, te rekenen vanaf de datum van overlijden van de persoon, bedoeld in het eerste lid, tenzij zij:

    • a. in Nederland arbeid verrichten; of

    • b. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangen.

Artikel 15. Nederlandse Antillen en Aruba

  • 1 Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is:

    • a. de gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen en de gevolmachtigde Minister van Aruba;

    • b. de persoon die als ambtenaar is toegevoegd aan één van de in onderdeel a bedoelde personen en die ten tijde van aanwerving niet in Nederland woonde; of

    • c. de persoon die als ambtenaar van de Nederlandse Antillen, Aruba of een publiekrechtelijke rechtspersoon van een van beide landen in Nederland een studieopdracht vervult en die ten tijde van aanwerving niet in Nederland woonde, tenzij hij: 1o. in Nederland arbeid verricht anders dan uit hoofde van de vorenbedoelde dienstbetrekking; of 2o. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangt.

  • 2 De in Nederland wonende echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden van een persoon als bedoeld in het eerste lid, zijn niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen, tenzij zij:

    • a. in Nederland arbeid verrichten; of

    • b. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangen.

  • 3 De echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die op grond van het tweede lid niet verzekerd zijn, blijven van de verzekering op grond van de volksverzekeringen uitgesloten gedurende de periode van een jaar, te rekenen vanaf de datum van overlijden van de persoon, bedoeld in het eerste lid, tenzij zij:

    • a. in Nederland arbeid verrichten; of

    • b. een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen.

Artikel 16. Buitenlandse ambtenaren

  • 1 Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de persoon, voor zover niet reeds begrepen onder artikel 13, die arbeid verricht uit hoofde van een dienstbetrekking met een buitenlandse publiekrechtelijke rechtspersoon, tenzij hij:

    • a. in Nederland arbeid verricht anders dan uit hoofde van die dienstbetrekking; of

    • b. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangt.

  • 2 Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden van een persoon als bedoeld in het eerste lid, tenzij zij:

    • a. in Nederland arbeid verrichten; of

    • b. een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen.

  • 3 De echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die op grond van het tweede lid niet verzekerd zijn, blijven van de verzekering op grond van de volksverzekeringen uitgesloten gedurende de periode van een jaar, te rekenen vanaf de datum van overlijden van de persoon, bedoeld in het eerste lid, tenzij zij:

    • a. in Nederland arbeid verrichten; of

    • b. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangen.

Artikel 17. Rijdend, vliegend of varend personeel, in Nederland wonend

Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de persoon die in Nederland woont en die behoort tot het rijdend, vliegend of op de binnenwateren varend personeel van een buiten Nederland wonende of gevestigde werkgever die internationaal vervoer verricht, tenzij hij:

  • a. in hoofdzaak in Nederland arbeid verricht; of

  • b. werkt bij een filiaal of een vaste vertegenwoordiging van die werkgever in Nederland.

Artikel 18. Tijdelijk in Nederland werkzaam personeel

  • 1 De persoon die tijdelijk in Nederland verblijft, in dienstbetrekking werkzaam is van een in Nederland gevestigde buitenlandse instelling zonder winstoogmerk en op wie een buitenlandse wettelijke regeling inzake sociale zekerheid van toepassing blijft, wordt voor de duur van ten hoogste twee jaar op zijn aanvraag of op aanvraag van de werkgever door de Sociale verzekeringsbank van de verzekering op grond van de volksverzekeringen ontheven, tenzij hij:

    • a. in Nederland arbeid verricht anders dan uit hoofde van de vorenbedoelde dienstbetrekking; of

    • b. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangt. De periode van twee jaar, bedoeld in de eerste zin, kan op aanvraag telkens voor de duur van twee jaar worden verlengd.

  • 2 Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen zijn de echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden van een persoon die als niet verzekerd wordt aangemerkt op grond van het eerste lid, tenzij zij:

    • a. in Nederland arbeid verrichten; of

    • b. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangen.

  • 3 De echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die op grond van het tweede lid niet verzekerd zijn, blijven van de verzekering op grond van de volksverzekeringen uitgesloten gedurende de periode van een jaar, te rekenen vanaf de datum van overlijden van de persoon die als niet verzekerd wordt aangemerkt op grond van het eerste lid, tenzij zij:

    • a. in Nederland arbeid verrichten; of

    • b. een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangen.

Artikel 19. Musici, artiesten en sporters

  • 1 Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is de persoon die niet in Nederland woont en die in Nederland als musicus of anderszins als artiest voor korte duur arbeid verricht.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt met artiest gelijkgesteld degene, die als beroep een tak van sport beoefent.

Artikel 20. Tijdelijk in Nederland studerenden

Niet verzekerd op grond van de volksverzekeringen is:

  • a. de persoon die uitsluitend wegens studieredenen in Nederland woont en jonger is dan 30 jaar; en

  • b. de vreemdeling die een geaccrediteerde opleiding aan een hogere onderwijsinstelling in Nederland heeft afgerond, en die beschikt over een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 op grond waarvan verblijf is toegestaan uitsluitend voor het zoeken naar werk.

Artikel 21. Geen verzekering op grond van de AWBZ

  • 1 Niet verzekerd op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is de persoon die in Nederland woont, doch die met toepassing van een verordening van de Raad van de Europese Gemeenschappen of van een door Nederland met een of meer andere staten gesloten verdrag inzake sociale zekerheid, in Nederland recht kan doen gelden op verstrekkingen die hem in beginsel worden verleend ten laste van een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of een staat waarmee Nederland een verdrag inzake sociale zekerheid heeft gesloten.

  • 2 Niet verzekerd op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is de persoon die in Nederland woont en die recht heeft op een uitkering of pensioen ingevolge een regeling van een op grond van artikel 3, eerste lid, onder d, dan wel artikel 14, tweede lid, aangewezen volkenrechtelijke organisatie, indien hij op grond van een regeling van die organisatie in Nederland aanspraak heeft op zorg, of op vergoeding voor de kosten daarvan, tenzij hij in Nederland arbeid verricht. De aanspraak, bedoeld in de vorige volzin, omvat in ieder geval opname en verpleging in ziekenhuizen en in instellingen voor langdurige verpleging en verzorging.

  • 3 De in Nederland wonende echtgenoot, kinderen en inwonende overige gezinsleden van de in het tweede lid bedoelde persoon, zijn eveneens niet verzekerd op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten indien zij ingevolge een regeling van de desbetreffende volkenrechtelijke organisatie in Nederland aanspraak hebben op zorg, of op vergoeding voor de kosten daarvan. De aanspraak, bedoeld in de vorige volzin, omvat in ieder geval opname en verpleging in ziekenhuizen en in instellingen voor langdurige verpleging en verzorging.

  • 4 De echtgenoot, de kinderen en inwonende overige gezinsleden die op grond van het derde lid niet verzekerd zijn op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, blijven van de verzekering op grond van die wet uitgesloten vanaf de datum van overlijden van de persoon die als niet verzekerd werd aangemerkt op grond van het tweede lid, zolang voornoemde aanspraak op zorg, of op vergoeding voor de kosten daarvan, bestaat.

  • 5 Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing op personen die in Nederland arbeid verrichten of die een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering ontvangen.

  • 6 Het College zorgverzekeringen geeft op aanvraag van de persoon, bedoeld in het eerste, tweede, derde en vierde lid, een verklaring af dat hij niet verzekerd is.

Artikel 21a. Ontheffing verzekeringsplicht AWBZ

  • 3 Het College zorgverzekeringen verleent de ontheffing indien en voor zolang wordt voldaan aan de in het eerste lid en aan de in artikel 21, derde en vierde lid, gestelde voorwaarden.

  • 4 Indien de aanvraag voor de ontheffing voor 1 mei 2006 wordt ingediend door een persoon die op 31 december 2005 aan de in het eerste lid gestelde voorwaarde voldoet, gaat de ontheffing in met ingang van 1 januari 2006. Indien de aanvraag wordt ingediend binnen vier maanden nadat een persoon voor het eerst is gaan voldoen aan de in het eerste lid genoemde voorwaarde, gaat de ontheffing in met ingang van de dag waarop aan deze voorwaarde wordt voldaan. Indien de aanvraag voor de ontheffing later wordt ingediend, gaat de ontheffing in op de datum van de aanvraag om ontheffing.

Artikel 21b. Ontheffing verzekeringsplicht AWBZ, AOW, ANW en AKW

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op de echtgenoot, kinderen en overige inwonende gezinsleden die in Nederland arbeid verrichten of een Nederlandse sociale verzekeringsuitkering ontvangen, anders dan de in artikel 21a bedoelde uitkering.

  • 3 De Sociale verzekeringsbank verleent de ontheffing indien en voor zolang wordt voldaan aan de in het eerste en tweede lid gestelde voorwaarden.

  • 4 Indien de aanvraag voor de ontheffing voor 1 juli 2006 wordt ingediend door een persoon die op 31 december 2005 aan de in het eerste en tweede lid gestelde voorwaarden voldoet, gaat de ontheffing in met ingang van 1 januari 2006.

  • 5 Indien de aanvraag voor de ontheffing wordt ingediend binnen vier maanden nadat een persoon voor het eerst is gaan voldoen aan de in het eerste en tweede lid gestelde voorwaarden, gaat de ontheffing in met ingang van de dag waarop aan deze voorwaarden wordt voldaan, maar niet eerder dan 1 januari 2006.

  • 6 Indien de aanvraag voor de ontheffing niet binnen de in het vierde of vijfde lid genoemde periode wordt ingediend, gaat de ontheffing in op de eerste dag van de maand volgende op de dag waarop de aanvraag door de Sociale verzekeringsbank is ontvangen, indien op die eerste dag aan de in het eerste en tweede lid gestelde voorwaarden wordt voldaan.

  • 8 De Sociale verzekeringsbank stelt het College zorgverzekeringen op de hoogte van de in het eerste dan wel derde lid verleende, onderscheidenlijk ingetrokken, ontheffing.

Artikel 22. Ontheffing verzekeringsplicht AOW, ANW en AKW

  • 1 De persoon die in Nederland woont en die recht heeft op een uitkering op grond van een buitenlandse wettelijke of bovenwettelijke regeling inzake sociale zekerheid of op grond van een regeling van een volkenrechtelijke organisatie wordt op zijn aanvraag, voor zolang hij geen arbeid in Nederland verricht, door de Sociale verzekeringsbank van de verzekering op grond van de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet en de Algemene Kinderbijslagwet ontheven, zolang hij:

  • 2 Indien de aanvraag voor de ontheffing wordt ingediend binnen een jaar na de datum waarop de persoon, bedoeld in het eerste lid, voor het eerst voldoet aan de in dat lid opgenomen voorwaarden, gaat de ontheffing in op die datum. Indien de aanvraag voor de ontheffing later wordt ingediend, gaat de ontheffing in op de datum van de aanvraag om ontheffing.

  • 3 De Sociale verzekeringsbank kan de ontheffing, bedoeld in het eerste lid, verlenen met ingang van een datum die gelegen is ten hoogste drie jaar vóór de datum van de aanvraag, doch niet eerder dan de datum waarop recht is ontstaan op de buitenlandse wettelijke of bovenwettelijke uitkering of de uitkering van de volkenrechtelijke organisatie, indien toepassing van het tweede lid leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

  • 4 Voor de toepassing van dit artikel wordt met een uitkering op grond van een buitenlandse wettelijke of bovenwettelijke regeling inzake sociale zekerheid gelijkgesteld een vergelijkbare buitenlandse uitkering krachtens een bijzondere regeling voor ambtenaren en wordt met een Nederlandse socialeverzekeringsuitkering gelijkgesteld een vergelijkbare Nederlandse uitkering krachtens een bijzondere regeling voor ambtenaren.

  • 5 Voor de toepassing van dit artikel wordt een uitkering op grond van een wettelijke of bovenwettelijke regeling inzake sociale zekerheid van de Nederlandse Antillen of Aruba aangemerkt als een uitkering op grond van een buitenlandse regeling.

  • 6 Het tweede lid, eerste zin, en het derde lid, zijn niet van toepassing indien de persoon bedoeld in het eerste lid, binnen de in die leden genoemde periode van een jaar respectievelijk ten hoogste drie jaar, een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet dan wel kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet heeft ontvangen.

Artikel 23. Vreemdelingen, rechtmatig verblijf houdend in Nederland

De vreemdeling die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met e, of l, van de Vreemdelingenwet 2000, is niet op grond van het verrichten van arbeid, uit hoofde waarvan hij aan de loonbelasting is onderworpen, verzekerd voor de volksverzekeringen, indien hij voor een werkgever arbeid verricht, zonder dat aan de Wet arbeid vreemdelingen is voldaan.

§ 4. Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 24. Hardheidsclausule

  • 1 De Sociale verzekeringsbank kan, met uitzondering van artikel 22, derde lid, artikelen van dit besluit buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de uitbreiding en beperking van de kring van verzekerden zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, die uitsluitend voortvloeit uit de verzekeringsplicht of de uitsluiting daarvan krachtens dit besluit.

  • 2 Van een besluit van de Sociale verzekeringsbank op grond van het eerste lid, wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

§ 5. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 25. Voortzetting verstrekkingen op grond van de AWBZ

  • 2 De belanghebbende die op grond van het eerste lid zijn aanspraak tot gelding wil brengen meldt zich daartoe binnen een termijn van vier maanden na de inwerkingtreding van enig artikel van dit besluit dan wel vier maanden na het vervallen van artikel 26 aan bij de zorgverzekeraar. waarbij hij op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van enig artikel van dit besluit dan wel het vervallen van artikel 26 als verzekerde op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten was ingeschreven. Indien de belanghebbende op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van enig artikel van dit besluit dan wel het vervallen van artikel 26 nog niet was ingeschreven, dan wel diens inschrijving in de periode gelegen tussen die dag en de dag van aanmelding als belanghebbende is komen te vervallen, meldt hij zich binnen een termijn van vier maanden om zijn aanspraak tot gelding te brengen een zorgverzekeraar naar eigen keuze.

  • 3 De belanghebbende die zich niet binnen de in het tweede lid bedoelde termijn als zodanig heeft aangemeld, wordt geacht aan die termijn te hebben voldaan, indien hij naar het oordeel van de instelling, bedoeld in het tweede lid, genoegzaam aantoont dat hij zich heeft aangemeld binnen een termijn van vier maanden na de dag waarop hij redelijkerwijs van de inwerkingtreding van enig artikel van dit besluit dan wel het vervallen van artikel 26 kennis heeft kunnen nemen.

Artikel 26. Tijdelijke uitbreiding van de kring van verzekerden op grond van het recht hebben op een uitkering

[Vervallen per 01-01-2000]

Artikel 27. Voortzetting van verzekeringsplicht op grond van de AKW

[Vervallen per 01-01-2006]

Artikel 28. Voortzetting beschikkingen

Beschikkingen, gegeven op grond van de artikelen 18, 23, 24 en 25 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 worden aangemerkt als beschikkingen op grond van de artikelen 18, 21, 22 en 24.

Artikel 29. Ministeriële regelingen

Na de inwerkingtreding van dit besluit berusten de ministeriële regelingen op grond van de artikelen 3, derde lid, en 13, tweede lid, van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 op de artikelen 3, eerste lid, onderdeel d, en 14, tweede lid, van dit besluit.

Artikel 30. Intrekking

Het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 wordt ingetrokken.

Artikel 31. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1999.

Artikel 32. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 24 december 1998

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de dertigste december 1998

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals