Besluit van 6 februari 1999 tot wijziging van het Besluit huurprijzen woonruimte (onder
meer wijziging formulering en indeling gebreken en tekortkomingen, alsmede verzwaring
van de daarbij behorende sancties) en het Rechtspositiebesluit voorzitters huurcommissies
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 18 november 1998, nr. MJZ 98112040, Centrale Directie Juridische
Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op de artikelen 15, eerste, tweede en vierde lid, en 26a, eerste en derde lid, van de Huurprijzenwet woonruimte, artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet 1929 en hoofdstuk III van de Wet op de huurcommissies;
De Raad van State gehoord (advies van 14 januari 1999, nr.W08.98.0536);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer van 5 februari 1999, nr. MJZ 99139228, Centrale Directie
Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan: