Vrijstellingsregeling herbevolking varkenshouderijen Meststoffenwet

[Regeling vervallen per 24-01-2004.]
Geraadpleegd op 15-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2011.
Geldend van 10-05-2002 t/m 23-01-2004

Vrijstellingsregeling herbevolking varkenshouderijen Meststoffenwet

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 59, eerste en derde lid, van de Meststoffenwet;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet:

Meststoffenwet;

b. administratie:

administratie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling administratieve verplichtingen Meststoffenwet.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Bedrijven waarop herbevolking heeft plaatsgevonden zijn in 1998 vrijgesteld van de heffingen, bedoeld in titel 2 van hoofdstuk IV van de wet, tot een overeenkomstig het derde of vierde lid bepaalde belastbare hoeveelheid mineralen.

  • 3 De belastbare hoeveelheid mineralen waarvoor de vrijstelling geldt wordt bepaald door achtereenvolgens:

    • -

      het aantal varkens van de in de onderstaande tabel genoemde diercategorieën, onderscheiden in bijlage A bij de wet, dat gemiddeld op het bedrijf werd gehouden in de periode van 1 september tot en met 31 december 1998, te verminderen met het aantal varkens van de desbetreffende diercategorie dat op 1 januari 1998 op het bedrijf werd gehouden;

    • -

      de uitkomsten te vermenigvuldigen met de voor de desbetreffende diercategorie in de onderstaande tabel aangegeven hoeveelheid fosfaat, onderscheidenlijk stikstof, en

    • -

      de aldus berekende hoeveelheden fosfaat, onderscheidenlijk stikstof bij elkaar op te tellen.

     

    Dier-

    categorie

    kg fosfaat

    kg stikstof

    Fokzeugen (waarvan de biggen worden

         

    afgeleverd na ca. 6 weken)

    400

    10

    15

    Fokzeugen (waarvan de biggen worden

         

    gehouden tot ca. 25 kilogram)

    401

    14

    20

    Opfokzeugen (ca. 25 kilogram, tot ca. 7 maanden oud)

    402

    6

    12

    Opfokzeugen (ca. 7 maanden tot de eerste dekking)

    403

    7

    13

    Opfokzeugen (ca. 25 kilogram tot de eerste dekking)

    404

    7

    13

    Opfokberen (ca. 25 kilogram, tot ca. 7 maanden oud

    405

    6

    12

    Dekberen (vanaf 7 maanden)

    406

    10

    16

    Gespeende biggen (aangeleverd op ca. 6 weken,

         

    tot ca. 25 kilogram)

    407

    2

    3

    Slachtzeugen (worden niet meer gebruikt voor

         

    de fokkerij, maar afgemest)

    410

    14

    20

    Vleesvarkens (ca. 25 kilogram tot ca. 110 kilogram)

    411

    6

    12

  • 4 Indien de heffingplichtige aantoont dat op het bedrijf in de periode van 1 september tot en met 31 december 1998 herbevolking plaatsvond, wordt in afwijking van het derde lid de belastbare hoeveelheid mineralen waarvoor de vrijstelling geldt bepaald door achtereenvolgens:

    • -

      het aantal varkens van de in de in het vorige lid opgenomen tabel genoemde diercategorieën, onderscheiden in bijlage A bij de wet, dat gemiddeld op het bedrijf werd gehouden in één van de door de heffingplichtige aangegeven maanden in de periode van 1 september tot en met 31 december 1998, te verminderen met het aantal varkens van de desbetreffende diercategorie dat op 1 januari 1998 op het bedrijf werd gehouden;

    • -

      de uitkomsten te vermenigvuldigen met de voor de desbetreffende diercategorie in de tabel aangegeven hoeveelheid fosfaat, onderscheidenlijk stikstof, en

    • -

      de aldus berekende hoeveelheden fosfaat, onderscheidenlijk stikstof bij elkaar op te tellen.

  • 5 Indien in 1998 een overdracht van het bedrijf heeft plaatsgevonden, wordt voor de toepassing van het derde lid, ten aanzien van de vervreemder in aanmerking genomen het aantal varkens van de in de in het derde lid opgenomen tabel genoemde diercategorieën, onderscheiden in bijlage A bij de wet, dat op het moment van overdracht op het bedrijf werd gehouden, te verminderen met het aantal varkens van de desbetreffende diercategorie dat op 1 januari 1998 op het bedrijf werd gehouden, en ten aanzien van de verwerver het aantal varkens van de in de in het derde lid opgenomen tabel genoemde diercategorieën, onderscheiden in bijlage A bij de wet, dat gemiddeld op het bedrijf werd gehouden in de periode van 1 september tot en met 31 december 1998, te verminderen met het aantal varkens van de desbetreffende diercategorie dat op het moment van overdracht op het bedrijf werd gehouden.

  • 6 Indien in 1998 een overdracht van het bedrijf heeft plaatsgevonden, is het vierde lid van overeenkomstige toepassing op de verwerver van dit bedrijf, met dien verstande dat hierbij in aanmerking wordt genomen het aantal varkens van de in de in het derde lid opgenomen tabel genoemde diercategorieën, onderscheiden in bijlage A bij de wet, dat door de verwerver gemiddeld op het bedrijf werd gehouden in één van de door de heem aangegeven maanden in de periode van 1 september tot en met 31 december 1998, te verminderen met het aantal varkens van de desbetreffende diercategorie dat op het moment van overdracht op het bedrijf werd gehouden.

  • 7 Indien het bedrijf gelegen is in een gebied waarvoor in verband met de varkenspestuitbraken in 1997 en 1998 op enig moment in 1997 of 1998 een fokverbod voor varkens ingevolge artikel 17, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren van kracht is geweest, en ten aanzien van dit bedrijf geen maatregel als bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel f, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren is genomen op grond waarvan alle op het bedrijf gehouden varkens zijn gedood, worden voor de toepassing van derde en vierde lid de varkens van de diercategorie die in de tabel van het derde lid wordt aangeduid met het nummer 401, die werden gehouden op 1 januari 1998, aangemerkt als varkens van de diercategorie die in de tabel van het derde lid wordt aangeduid met het nummer 400.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 2 De melding geschiedt op het daartoe door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vastgestelde formulier, dat volledig en naar waarheid is ingevuld en door de heffingplichtige is ondertekend.

  • 3 Bij de melding wordt een afschrift van de administratie met betrekking tot 1998 meegezonden.

Artikel 3a

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Bedrijven waarop herbevolking heeft plaatsgevonden zijn in 1999 vrijgesteld van de heffingen, bedoeld in titel 2 van hoofdstuk IV van de wet, indien na vermindering van de belastbare hoeveelheid mineralen, bedoeld in artikel 24 van de wet, over het jaar 1998 met de overeenkomstig artikel 2, derde en vierde lid, bepaalde hoeveelheid mineralen, een hoeveelheid mineralen van minder dan nihil resteert, tot een belastbare hoeveelheid mineralen overeenkomend met die resterende hoeveelheid mineralen van minder dan nihil, met dien verstande dat de vrijstelling ten hoogste een belastbare hoeveelheid mineralen overeenkomend met de overeenkomstig artikel 2, derde en vierde lid, bepaalde hoeveelheid mineralen kan betreffen.

  • 2 Bij de aangifte, bedoeld in artikel 28 van de wet, met betrekking tot 1999 wordt door de heffingplichtige melding gemaakt van de belastbare hoeveelheid mineralen waarvoor ingevolge het eerste lid een vrijstelling geldt en de wijze waarop de heffingplichtige deze heeft bepaald en wordt een afschrift van de dieradministratie met betrekking tot 1998 meegezonden, voor zover de heffingplichtige deze gegevens niet reeds aan het Bureau Heffingen heeft verstrekt.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Voor de toepassing van artikel 2, derde en vierde lid, wordt uitsluitend in aanmerking genomen het aantal varkens van de onderscheiden diercategorieën dat kan worden gestaafd met de gegevens van de administratie en de, desgevraagd door de inspecteur van het Bureau Heffingen, door de heffingplichtige overgelegde andere bewijsstukken.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Voor de toepassing van artikel 43 van de wet wordt dat deel van de belastbare hoeveelheid mineralen waarover door toepassing van artikel 2 in 1998, of door toepassing van artikel 3a in 1999 geen heffing is geheven, buiten beschouwing gelaten.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 februari 1999

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

H.H. Apotheker