Tijdelijke regeling agrarisch natuurbeheer

[Regeling vervallen per 24-01-2004.]
Geraadpleegd op 16-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 28-01-2010.
Geldend van 01-01-2002 t/m 23-01-2004

Tijdelijke regeling agrarisch natuurbeheer

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 2 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Gezien de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen d.d. 17 februari 1999, nr. SG(99)D/ 1274.

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. minister:

    Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

    b. Groene Hart:

    gebied dat is gelegen binnen de grenzen zoals die zijn opgenomen in bijlage 9;

    c. Waterland:

    gebied dat is gelegen binnen de grenzen zoals die zijn opgenomen in bijlage 10;

    d. tijdvak:

    periode die begint met ingang van een tijdstip gelegen tussen 1 februari en 1 maart, en die eindigt op 1 oktober daaropvolgend;

    e. beheerder:

    natuurlijke persoon of rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid;

    f. landbouwgrond:

    grond waarop ten minste vanaf 31 juli 1992 enige vorm van akkerbouw, weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw - daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen - en elke andere vorm van bodemcultuur hier te lande, met uitzondering van bosbouw, wordt bedreven, of gronden die uit productie zijn genomen in het kader van de Beschikking terzake van het uit produktie nemen van bouwland of de Beschikking steunverlening producenten akkerbouwgewassen;

    g. weidevogelpakket:

    in één van de bijlagen 1 tot en met 6 beschreven samenstel van beheersmaatregelen, in een terrein voorkomende vegetatietypen, fauna-elementen en gebiedskenmerken;

    h. slootkantenpakket:

    in één van de bijlagen 7 en 8 beschreven samenstel van in een terrein voorkomende vegetatietypen en gebiedskenmerken;

    i. terrein:

    gebied, geheel of ten dele bestaande uit landbouwgrond of water, van welk gebied ten hoogste 1% bestaat uit bebouwing;

    j. LASER:

    Dienst Landelijke service bij regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

    k. beheerssubsidie:

    subsidie als bedoeld in artikel 2.

  • 2 Voor de toepassing van deze regeling wordt in de bijlagen van deze regeling onder ’veengrond’ verstaan ’grond geclassificeerd als veengrond op de Bodemkaart van Nederland (uitgave van de Stichting voor Bodemkartering te Wageningen)’ en wordt met ’één broedpaar’ gelijkgesteld: één bebroed nest vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor van 1,3.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De minister kan ter bevordering van de toepassing op landbouwgronden van landbouwproductiemethoden die verenigbaar zijn met de eisen inzake milieubescherming en natuurbeheer op aanvraag subsidie verstrekken aan beheerders ten behoeve van:

  • a. de instandhouding en ontwikkeling van weidevogelpakketten of

  • b. de instandhouding en ontwikkeling van slootkantenpakketten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Indien voor dezelfde of vergelijkbare doeleinden eveneens subsidie wordt verstrekt door andere bestuursorganen, wordt de beheerssubsidie voor het desbetreffende terrein zodanig vastgesteld dat het totaal van de subsidies gelijk is aan de subsidie die op grond van deze regeling voor het desbetreffende terrein zou kunnen worden verstrekt indien door andere bestuursorganen voor dezelfde of vergelijkbare doeleinden geen subsidie zou worden verstrekt.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Subsidie aan beheerders die niet krachtens zakelijk of duurzaam persoonlijk recht beschikken over het recht tot gebruik of beheer van het desbetreffende terrein waarop de desbetreffende subsidieaanvraag betrekking heeft, kan worden verstrekt indien:

    • a. die beheerder een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is;

    • b. die rechtspersoon hoofdzakelijk of mede ten doel heeft haar leden of aangeslotenen te ondersteunen bij een bedrijfsvoering die bevorderlijk is voor natuur en milieu;

    • c. de leden of aangeslotenen, bedoeld in onderdeel b, beschikken over het recht tot gebruik en beheer van het terrein waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2 Subsidie aan beheerders als bedoeld in het eerste lid, kan voorts slechts worden verstrekt indien bij de subsidieaanvraag door de rechtspersoon wordt overgelegd:

    • a. een plan waaruit blijkt:

      • -

        op welke wijze de subsidie door de rechtspersoon zal worden besteed;

      • -

        in hoeverre en op welke wijze de besteding van de subsidie ter beschikking komt van de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde leden of aangeslotenen;

      • -

        op welke wijze de nakoming van de subsidieverplichtingen door de rechtspersoon wordt gewaarborgd;

    • b. een reglement waaruit blijkt dat de rechtspersoon jegens leden of aangeslotenen de nakoming van verplichtingen uit hoofde van ter beschikking gestelde gelden kan afdwingen onderscheidenlijk niet-nakoming daarvan kan sanctioneren, en

    • c. een schriftelijke en ondertekende verklaring van de leden of aangeslotenen dat zij instemmen met het reglement, bedoeld in onderdeel b.

  • 3 Teneinde voor subsidie in aanmerking te kunnen komen, behoeven de statuten van de beheerder, bedoeld in het eerste lid, alsmede het plan, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, en het reglement, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, de goedkeuring van de minister.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De minister stelt voor ieder begrotingsjaar een subsidieplafond vast. Hij kan daarbij voor beheerssubsidies te verstrekken ten behoeve van terreinen, gelegen in het Groene Hart en voor beheerssubsidies te verstrekken ten behoeve van terreinen, gelegen in Waterland verschillende bedragen vaststellen.

  • 2 Van de vaststelling van een subsidieplafond geeft de minister kennis in de Staatscourant.

  • 3 De minister verdeelt de beschikbare bedragen naar de datum van ontvangst van de subsidieaanvragen.

Hoofdstuk 2. Aanvragen van beheerssubsidie

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Aanvragen tot subsidieverlening uit hoofde van deze regeling kunnen tot en met 15 maart worden ingediend bij de directeur van LASER met gebruikmaking van het daartoe bestemde aanvraagformulier.

  • 2 Indien met betrekking tot een terrein meer beheerders gebruiksgerechtigd zijn, kan door hen gezamenlijk een aanvrage worden ingediend, welke aanvrage, onverminderd artikel 7, vergezeld gaat van een tussen hen gesloten overeenkomst waaruit blijkt dat zij genoegzaam en duurzaam samenwerken inzake het beheer van dat terrein.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De aanvraag tot subsidieverlening gaat in ieder geval vergezeld van:

  • a. één of meer topografische kaarten met ten hoogste een schaal van 1 : 10.000 waarop de grenzen van het desbetreffende terrein zijn aangegeven;

  • b. indien de aanvraag betrekking heeft op meer weidevogelpakketten of slootkantenpakketten worden op de topografische kaart, onderscheidenlijk kaarten, bedoeld in het eerste lid, tevens de grenzen aangegeven van de terreinen waar de verschillende weidevogelpakketten, onderscheidenlijk slootkantenpakketten, waarvoor beheerssubsidie wordt aangevraagd, zullen worden in stand gehouden, onderscheidenlijk ontwikkeld;

  • c. een opgave van de kadastrale grootte van het desbetreffende terrein.

Hoofdstuk 3. Beheerssubsidie

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Beheerssubsidie wordt verstrekt voor één tijdvak.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Beheerssubsidie ten behoeve van terreinen die zijn gelegen in het Groene Hart wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van de instandhouding of ontwikkeling:

  • a. van de weidevogelpakketten, opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 6;

  • b. van de slootkantenpakketten, opgenomen in de bijlagen 7 en 8.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Beheerssubsidie ten behoeve van terreinen die zijn gelegen in Waterland wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van de instandhouding of ontwikkeling:

  • a. van de weidevogelpakketten, opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 6;

  • b. van de slootkantenpakketten, opgenomen in de bijlagen 7 en 8.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Beheerssubsidie wordt niet verstrekt voor de instandhouding of ontwikkeling van een weidevogelpakket, onderscheidenlijk slootkantenpakket, op een terrein:

  • a. waarvan de oppervlakte niet ten minste overeenkomt met het aantal hectares dat is opgenomen als minimumoppervlakte in de bijlage waarin het desbetreffende weidevogelpakket is opgenomen;

  • b. waarvan de breedte kleiner, onderscheidenlijk groter, is dan de minimumbreedte, onderscheidenlijk maximumbreedte, en de lengte kleiner is dan de de minimumlengte die onderscheidenlijk zijn opgenomen in de bijlage waarin het desbetreffende slootkantenpakket is opgenomen.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Beheerssubsidie wordt niet verstrekt ten behoeve van landbouwgronden:

  • a. waarop nog verplichtingen van toepassing zijn op grond van de Beschikking steunverlening producenten akkerbouwgewassen 1992,

  • b. waarop nog verplichtingen van toepassing zijn op grond van de Beschikking ter zake van het uit produktie nemen van bouwland, of

  • c. die zijn gelegen binnen gebieden die zijn begrensd als reservaats- of natuurontwikkelingsgebied op grond van de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling of als natuurgebied op grond van de Subsidieregeling natuurbeheer.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Beheerssubsidie wordt niet verstrekt ten behoeve van terreinen voorzover op deze terreinen een beheersovereenkomst van kracht is uit hoofde van de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling dan wel de Beschikking beheersovereenkomsten 1983, de Regeling beheersovereenkomsten 1988 of de Regeling beheersovereenkomsten 1993, behoudens voor het geval dat een beheersovereenkomst is gesloten met uitsluitend verplichtingen inzake het handhaven van de natuurlijke handicaps.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Indien aan een beheerder subsidie wordt verleend ten behoeve van de instandhouding of ontwikkeling van een weidevogelpakket opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 4, dient de beheerder binnen 4 weken na aanvang van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend aan de directeur van LASER een topografische kaart met ten hoogste een schaal van 1 : 10.000 te doen toekomen met daarop aangegeven waar de beheerder de beheersmaatregelen vermeld in de onderdelen 3 en 4 van het weidevogelpakket zal toepassen.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De beheerssubsidie bedraagt per hectare per tijdvak het bedrag dat als beheersbijdrage is opgenomen in de bijlage waarin het desbetreffende weidevogelpakket, onderscheidenlijk slootkantenpakket, is vermeld.

  • 2 Indien beheerssubsidie wordt ver-strekt ten behoeve van de ontwikkeling of instandhouding van een weidevogelpakket opgenomen in de bijlage 1 tot en met 4 dan kan het bedrag, bedoeld in het eerste lid, worden verhoogd per tijdvak per hectare waar ruige mest op is uitgereden met € 77,14, indien op het terrein gedurende het desbetreffende tijdvak in de periode tussen de aanvang van het desbetreffende tijdvak en 1 april minimaal 10 ton en maximaal 20 ton ruige stalmest per hectare wordt uitgereden op die delen van het terrein waar de in onderdeel 3 van het desbetreffende pakket beschreven beheersmaatregelen worden toegepast.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Indien beheerssubsidie wordt verstrekt aan een beheerder als bedoeld in artikel 4 ten behoeve van de ontwikkeling of instandhouding van een weidevogelpakket opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 4, wordt het bedrag, bedoeld in artikel 15, eerste lid, eenmalig verhoogd in 1999 met 100% van de subsidiabele kosten tot ten hoogste een bedrag van € 15,88 per hectare per tijdvak voor de organisatiekosten.

  • 2 Onder subsidiabele kosten als bedoeld in het eerste lid worden verstaan, kosten voor:

    • a. voorlichting;

    • b. opleiding en begeleiding;

    • c. onderzoek, en

    • d. contractbesprekingen.

Paragraaf 2. Subsidieverlening

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Artikel 17

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De beschikking tot subsidieverlening vermeldt in ieder geval:

  • a. de grootte en ligging van het terrein;

  • b. het weidevogelpakket, onderscheidenlijk slootkantenpakket, dat op het terrein in stand gehouden, onderscheidenlijk ontwikkeld, moet worden;

  • c. het bedrag aan beheerssubsidie;

  • d. de datum met ingang van welke het tijdvak waarover beheerssubsidie wordt verleend, aanvangt;

  • e. het aantal hectares waar ruige mest op wordt uitgereden en het bedrag, bedoeld in artikel 15, tweede lid, en

  • f. voorzover van toepassing het bedrag, bedoeld in artikel 16.

Paragraaf 3. Verplichtingen

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De subsidieontvanger is verplicht:

  • a. in de beschikking tot subsidieverlening vermelde weidevogelpakket als bedoeld in onderscheidende bijlagen 1 tot en met 4, voorzover het het in onderdeel 2 van het desbetreffende pakket beschreven resultaat betreft, dan wel het weidevogelpakket opgenomen in één van de bijlagen 5 of 6, of slootkantenpakket te ontwikkelen, onderscheidenlijk in stand te houden;

  • b. voorzover van toepassing op het in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen aantal hectares minimaal 10 ton en maximaal 20 ton ruige mest per hectare uit te rijden in de periode, bedoeld in artikel 15, tweede lid;

  • c. van omstandigheden als gevolg waarvan het redelijkerwijs niet mogelijk is te voldoen aan de verplichting, bedoeld in onderdeel a, binnen twee weken nadat de subsidieontvanger daarvan redelijkerwijs op de hoogte kan zijn aan de directeur van LASER schriftelijk melding te doen, en

  • d. uiterlijk 4 weken voordat gehele of gedeeltelijke overdracht van de bevoegdheid tot gebruik en beheer van het desbetreffende terrein plaatsvindt, van het voornemen daartoe aan de directeur van LASER schriftelijk melding te doen.

Paragraaf 4. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Artikel 19

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Binnen 8 weken na afloop van een tijdvak dient de ontvanger van beheerssubsidie voor de desbetreffende landbouwgrond een aanvraag tot subsidievaststelling over dat tijdvak in bij de directeur van LASER.

  • 2 De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van een beschrijving van in het terrein voorkomende vegetatietypen en de weidevogelstand in het desbetreffende tijdvak, alsmede voorzover van toepassing van een opgave van de gemaakte organisatiekosten bedoeld in artikel 16.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De beheerssubsidie wordt vastgesteld binnen 8 weken na ontvangst van de in artikel 19 bedoelde aanvraag.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De subsidie wordt vastgesteld op het bedrag dat uit de subsidieverlening voortvloeit, verminderd met:

    • a. ten minste 30%, indien niet is voldaan aan de verplichting, bedoeld in artikel 18, onderdeel a, als gevolg van omstandigheden die voortvloeien uit handelen of nalaten van de beheerder, tot welke omstandigheden in ieder geval behoren:

      • besluiten van bestuursorganen die zijn genomen op aanvraag of initiatief van de beheerder;

      • besluiten van bestuursorganen die gevolgen hebben voor het terrein en ten aanzien waarvan de beheerder de hem ten dienste staande rechtsmiddelen in redelijkheid niet heeft benut;

    • b. 15%, indien niet is voldaan aan de verplichting, bedoeld in artikel 18, onderdeel a, als gevolg van andere omstandigheden dan bedoeld in onderdeel a, maar wel van de beheersverplichtingen, vermeld in de onderdelen 3 en 4 van het desbetreffende weidevogelpakket opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 4, tenminste 50% van de som van de percentages vermeld bij die pakketten op de totale oppervlakte van het terrein is gerealiseerd en genoegzaam is voldaan aan de beheersbepaling, vermeld in onderdeel 5 van het desbetreffende weidevogelpakket opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 4;

    • c. 15%, indien niet is voldaan aan de verplichting, bedoeld in artikel 18, onderdeel a, als gevolg van andere omstandigheden dan bedoeld in onderdeel a, en de beheersbepalingen, vermeld in het desbetreffende slootkantenpakket, onderscheidenlijk weidevogelpakket opgenomen in de bijlagen 5 en 6, zijn nageleefd, en

    • d. 5%, indien niet is voldaan aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 18, onderdelen c of d.

  • 2 De verminderingen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en c worden niet toegepast voorzover niet is voldaan aan de verplichting, bedoeld in artikel 18, onderdeel a, ten gevolge van overmacht, waaronder in ieder geval wordt verstaan:

    • a. voor bezwaar en beroep vatbare besluiten waaruit gevolgen voortvloeien voor het terrein en ten aanzien waarvan de beheerder de hem ter beschikking staande rechtsmiddelen heeft benut, en

    • b. ernstige natuurrampen, voorzover die aantoonbaar tot gevolg hebben gehad dat het voldoen aan de verplichting, bedoeld in artikel 18, eerste lid, onderdeel a, niet mogelijk was.

  • 3 De verminderingen, bedoeld in het eerste lid, worden niet toegepast voorzover het bedrag bestaat uit een verhoging op grond van artikel 15, tweede lid of artikel 16.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Indien in de periode waarover subsidie wordt verleend uit hoofde van de onderhavige regeling ten behoeve van hetzelfde terrein een beheersovereenkomst wordt gesloten op grond van de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling wordt de beschikking tot subsidieverlening op grond van de onderhavige regeling ingetrokken met ingang van de dag volgend op de dag dat de beheersovereenkomst van kracht is.

Artikel 23

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Onverschuldigd betaalde subsidies worden teruggevorderd, vermeerderd met de wettelijke rente tot de datum van ontvangst van de teruggevorderde bedragen.

Artikel 24

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze regeling bepaalde zijn belast de ambtenaren van de Dienst landelijk gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel 25

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 26

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling agrarisch natuurbeheer.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

G.H. Faber

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Weidevogelpakket [Weidevogel-gebied met algemene soorten]

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Ten minste 90% van het terrein bestaat uit grasland.

  • 2 In het terrein bevinden zich in het tijdvak, te rekenen per 100 ha, ten minste 25 broedparen van één of meer van de volgende soorten: grutto, kievit, scholekster, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling, veldleeuwerik,wulp, kluut graspieper, krakeend, kuifeend, wintertaling of gele kwikstaart.

  • 3 Ten minste 15% van het terrein wordt in de periode van 1 april tot 1 juni gevrijwaard van beweiding, maaien, rollen, slepen, inzaaien, doorzaaien en bemesting.

  • 4 Ten minste 2% van het terrein bestaat uit:

    • a. verspreid liggende gronden met een oppervlakte van ten minste 1000 m2 die niet eerder dan 22 mei worden gemaaid of beweid en in ieder geval steeds ten minste twee weken later dan de datum waarop omliggende gronden zijn gemaaid of voor het eerst worden beweid, of

    • b. slootranden met een breedte van ten minste één meter en ten hoogste 5 meter en een lengte van ten minste 200 meter die niet worden bemest.

  • 5 Op het terrein worden nesten van de onder 2 genoemde vogelsoorten gemarkeerd en bij agrarische activiteiten als bedoeld onder 3, ontzien.

    Minimum-oppervlakte: 100 hectare.

    Beheersbijdrage: € 78,05 per hectare per tijdvak

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Weidevogelpakket [Weidevogelgebied met grutto]

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Ten minste 90% van het terrein bestaat uit grasland.

  • 2 In het terrein bevinden zich in het tijdvak, te rekenen per 100 hectare, ten minste 50 broedparen van één of meer van de volgende soorten: grutto, kievit, scholekster, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling, veldleeuwerik, wulp, kluut, krakeend, kuifeend, wintertaling, graspieper of gele kwikstaart, waarvan ten minste 20 broedparen van de soorten grutto, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling, veldleeuwerik, wulp, kluut, krakeend, kuifeend, wintertaling, graspieper of gele kwikstaart.

  • 3 Ten minste 20% van het terrein wordt in de periode van 1 april tot 1 juni gevrijwaard van beweiding, maaien, rollen, slepen, inzaaien, doorzaaien en bemesting.

  • 4 Ten minste 2% van het terrein bestaat uit:

    • a. verspreid liggende gronden met een oppervlakte van ten minste 1000 m2 die niet eerder dan 22 mei worden gemaaid of beweid en in ieder geval steeds ten minste twee weken later dan de datum waarop omliggende gronden zijn gemaaid of voor het eerst worden beweid, of

    • b. slootranden met een breedte van ten minste één meter en ten hoogste 5 meter en een lengte van ten minste 200 meter die niet worden bemest.

  • 5 Op het terrein worden nesten van de onder 2 genoemde vogelsoorten gemarkeerd en bij agrarische activiteiten als bedoeld onder 3, ontzien.

    Minimum-oppervlakte: 100 hectare.

    Beheersbijdrage: € 102,10 per hectare per tijdvak

Bijlage 3

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Weidevogelpakket [Soortenrijk weidevogelgebied]

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Ten minste 90% van het terrein bestaat uit grasland.

  • 2 In het terrein bevinden zich in het tijdvak, te rekenen per 100 hectare, ten minste 75 broedparen van één of meer van de volgende soorten: scholekster, kievit, grutto, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomer-taling, veldleeuwerik, wulp, kluut, krakeend, kuifeend, wintertaling, gras-pieper of gele kwikstaart waarvan ten minste 35 broedparen van de soorten grutto, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling, veldleeuwerik, wulp, kluut, krakeend, kuifeend, wintertaling, graspieper of gele kwikstaart.

  • 3 Ten minste 25% van het terrein wordt in de periode van 1 april tot 8 juni gevrijwaard van beweiding, maaien, rollen, slepen, inzaaien, doorzaaien en bemesting.

  • 4 Ten minste 3% van het terrein bestaat uit:

    • a. verspreid liggende gronden met een oppervlakte van ten minste 1000 m2 die niet eerder dan 22 mei worden gemaaid of beweid en in ieder geval steeds ten minste twee weken later dan de datum waarop omliggende gronden zijn gemaaid of voor het eerst worden beweid, of

    • b. slootranden met een breedte van ten minste één meter en ten hoogste 5 meter en een lengte van ten minste 200 meter die niet worden bemest.

  • 5 Op het terrein worden nesten van de onder 2 genoemde vogelsoorten gemarkeerd en bij agrarische activiteiten als bedoeld onder 3, ontzien.

    Minimum-oppervlakte: 100 hectare.

    Beheersbijdrage: €138,40 per hectare per tijdvak

Bijlage 4

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Weidevogelpakket [soortenrijk weidevogelgebied met kritische soorten]

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Ten minste 90% van het terrein bestaat uit grasland.

  • 2 In het terrein bevinden zich in het tijdvak, te rekenen per 100 hectare, ten minste 100 broedparen van één of meer van de volgende soorten: grutto, tureluur, watersnip, kievit, scholekster, kemphaan, slobeend, zomertaling, veldleeuwerik,wulp, kluut, krakeend, kuifeend, wintertaling, graspieper of gele kwikstaart waarvan ten minste 50 broedparen van de soorten grutto, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling, veldleeuwerik, wulp, kluut, krakeend, kuifeend, wintertaling, graspieper of gele kwikstaart.

  • 3 Ten minste 30% van het terrein wordt in de periode van 1 april tot 8 juni gevrijwaard van beweiding, maaien, rollen, slepen, inzaaien, doorzaaien en bemesting.

  • 4 Ten minste 4% van het terrein bestaat uit:

    • a. verspreid liggende gronden met een oppervlakte van ten minste 1000 m2 die niet eerder dan 22 mei worden gemaaid of beweid en in ieder geval steeds ten minste twee weken later dan de datum waarop omliggende gronden zijn gemaaid of voor het eerst worden beweid, of

    • b. slootranden met een breedte van ten minste één meter en ten hoogste 5 meter en een lengte van ten minste 200 meter die niet worden bemest.

  • 5 Op het terrein worden nesten van de onder 2 genoemde vogelsoorten gemarkeerd en bij agrarische activiteiten als bedoeld onder 3, ontzien.

    Minimum-oppervlakte: 100 hectare.

    Beheersbijdrage: € 165,63 per hectare per tijdvak

Bijlage 5

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Weidevogelpakket [Plas-dras tot 1 april]

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Ten minste 90% van het terrein bestaat uit grasland.

  • 2 In de periode van 1 maart tot 1 april staat het terrein ten minste 5 en ten hoogste 20 centimeter onder water.

    Minimum-oppervlakte: 1000 m2.

    Beheersbijdrage: € 635,29 per hectare per tijdvak.

Bijlage 6

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Weidevogelpakket [Plas-dras tot 26 april]

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Ten minste 90% van het terrein bestaat uit grasland.

  • 2 In de periode van 1 maart tot 26 april staat het terrein ten minste 5 en ten hoogste 20 centimeter onder water.

    Minimum-oppervlakte: 1000 m2.

    Beheersbijdrage: € 1134,45 per hectare per tijdvak.

Bijlage 7

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Slootkantenpakket [Kruidenrijke veenweiderand]

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Het terrein bevindt zich op veengrond.

  • 2 Op ten minste 75 % van het terrein komt een of meer van de volgende plantengemeenschappen voor: Rompgemeenschap van de Fioringras-orde, Rompgemeenschap van de Pijpestro-orde en Rompgemeenschap van de Glanshaver-orde.

  • 3 Het terrein is niet bemest.

    Oppervlakte: een strook met een breedte van 1 tot en met 5 meter en een lengte, al dan niet verspreid over het terrein, van ten minste 5 kilometer.

    Beheersbijdrage: € 721,51 per hectare per tijdvak

Bijlage 8

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Slootkantenpakket [Bloemrijke veenweiderand]

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 Het terrein bevindt zich op veengrond.

  • 2 Op ten minste 75 % van het terrein komt een of meer van de volgende plantengemeenschappen voor: Rompgemeenschap van het Dotterver-bond, Rompgemeenschap van het Kamgrasverbond en Rompgemeen-schap van het Glanshaver-verbond.

  • 3 Het terrein is niet bemest.

    Oppervlakte: een strook met een breedte van 1 tot en met 5 meter en een lengte, al dan niet verspreid over het terrein, van ten minste 5 kilometer.

    Beheersbijdrage: € 766,89 per hectare per tijdvak

Bijlage 9

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Begrenzing van het Groene Hart

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Vanaf de kruising van de rivier de Lek met de A2, de provinciegrens tussen Utrecht en Zuid-Holland volgend in oostelijke richting tot de kruising van de provincies Utrecht, Gelderland en Zuid-Holland. Vanaf de kruising van de provincies Utrecht, Gelderland en Zuid-Holland de provinciegrens tussen Zuid-Holland en Gelderland volgend in zuidelijke richting tot de rivier de Linge. De Linge volgend in westelijke richting tot de kruising met de A15. De A15 volgend in westelijke richting tot de rivier de Noord. De Noord volgend in noordwestelijke richting, overgaand in de Nieuwe Maas tot de gemeentegrens van Krimpen a/d IJssel. De gemeentegrens van Krimpen a/d IJssel volgend in noordoostelijke, later in noordwestelijke richting, overgaand in de gemeentegrens van Capelle a/d IJssel tot de kruising met de N219. De N219 volgend in noordoostelijke, afbuigend in noordwestelijke richting totaan de Middelweg. De Middelweg volgend in zuidwestelijke richting tot aan de Rotte. De Rotte volgend in noordelijke richting tot de kruising met A12. De A12 volgend in westelijke richting tot de kruising met de N209. De N209 volgend in noordelijke richting tot de kruising met de gemeentegrens van Zoetermeer. De gemeentegrens van Zoetermeer volgend in noordwestelijke richting tot de ringsloot van de Zoetermeersche Meerpolder. De ring-sloot van de Zoetermeersche Meerpolder volgend in zuidelijke richting totaan de gemeentegrens van Zoetermeer.

De gemeentegrens van Zoetermeer volgend in zuidwestelijke richting tot de spoorlijn (Den Haag-Zoetermeer). De spoorlijn (Den Haag-Zoetermeer) volgend in noordwestelijke richting tot de A4. De A4 volgend in noordoostelijke richting tot de spoorlijn (Leiden-Alphen a/d/ Rijn). De spoorlijn (Leiden-Alphen a/d/ Rijn) volgend in oostelijke richting tot de gemeentegrens tussen Zoeterwoude en Rijnwoude. De gemeentegrens tussen Zoeterwoude en Rijnwoude volgend in noordelijke richting tot de Oude Rijn. De Oude Rijn volgend in westelijke richting tot aan de Does. De Does volgend in noordoostelijke richting, in noordwestelijke richting overgaand in de Dwarswetering, in noordelijke richting overgaand in de Zijl, in noordwestelijke richting overgaand in de Groote Sloot, in noordoostelijke richting overgaand in de Warmonderleede, overgaand in de Hofleede, in noordwestelijke richting overgaand in de Dinsdagsche Watering tot de spoorlijn (Leiden-Amsterdam). De spoorlijn (Leiden-Amsterdam) volgend in noordoostelijke richting totaan de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder.

Vanaf de kruising van de spoorlijn Leiden-Amsterdam met de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder de Ringvaart van de Haarlemmermeer volgend in noordelijke richting tot de Lisserweg. De Lisserweg volgend in zuidoostelijke richting tot de spoorlijn Leiden-Schiphol. De spoorlijn Leiden-Schiphol volgend in noordoostelijke richting tot de Venneperweg. De Venneperweg volgend in zuidoostelijke richting tot de gemeentegrens van Aalsmeer. De gemeentegrens van Aalsmeer volgend in noordoostelijke richting tot de bebouwingsgrens van Aalsmeer. De bebouwingsgrens van Aalsmeer volgend in zuidelijke richting tot de rand van de Westeinderplassen. De rand van de Westeinderplassen volgend in zuidelijke richting tot de Dwarsweg. De Dwarsweg volgend in zuidoostelijke richting tot de ringvaart van de Kalslager polder en Uithoornse polder. De ringvaart van de Kalslager polder en Uithoornse polder volgend in noordoostelije richting en vervolgens zuidoostelijke richting tot het Zijdelmeer. Het Zijdelmeer volgend in zuidoostelijke richting tot de gemeentegrens van Uithoorn. De gemeentegrens van Uithoorn volgend in noordoostelijke richting en vervolgens noordwestelijke richting tot de Zijdelweg. De Zijdelweg, overgaand in de Bovenkerkerweg volgend in noordoostelijke richting tot de Nesserlaan. De Nesserlaan volgend in oostelijke richting tot de oostelijke bebouwingsgrens van Amstelveen. De oostelijke bebouwingsgrens van Amstelveen volgend in noordelijke richting tot de gemeentegrens van Amsterdam. De gemeentegrens van Amsterdam volgend in oostelijke richting tot de Amstel. De Amstel volgend in noordelijke richting tot de A10. De A10 volgend in zuidoostelijke richting tot de A2. De A2 volgend in zuidoostelijke richting tot de gemeentegrens van Abcoude. De gemeentegrens van Abcoude volgend in noordoostelijke richting tot het Gein. Het Gein volgend in noordoostelijke richting tot de Gaasp. De Gaasp en vervolgens de Stammerdijk volgend in noordwestelijke richting tot de Overdiemerweg. De Overdiemerweg in noordoostelijke richting volgend tot de Diemen. De Diemen volgend in oostelijke richting tot het IJmeer. De rand van het IJmeer volgend in oostelijke richting tot het Gooimeer. De rand van het Gooimeer volgend in zuidoostelijke richting tot voormalig fort Ronduit in Naarden. De gracht van voormalig fort Ronduit in zuidelijke richting volgend tot de vestingsingel. De vestingsingel in zuidwestelijke richting volgend tot de Karnemelksloot. De Karnemelksloot in zuidwestelijke richting volgend tot ’Lagerskamp’. Vanaf ’Lagerskamp’ de gemeentegrens van Bussum volgend in zuidelijke richting tot de Franse Kampweg. De Franse Kampweg volgend in westelijke richting tot Noordereind. Noordereind, overgaand in Zuidereind volgend in zuidelijke richting tot de gemeentegrens van Hilversum. De gemeentegrens van Hilversum volgend in zuidoostelijke richting tot de Noodweg. De Noodweg volgend in zuidoostelijke richting en doortrekkend tot de A27. De A27 volgend in noordelijke richting tot de Hilversumse Straatweg. De Hilversumse Straatweg volgend in oostelijke richting tot de oostelijke gemeentegrens van Maartensdijk. De oostelijke gemeentegrens van Maartensdijk volgend in zuidelijke richting tot Biltse Rading 1. Biltse Rading 1 volgend in westelijke richting tot de A27. De A27 volgend in noordelijke richting tot de N230. De N230 volgend in westelijke richting tot het Amsterdam-Rijnkanaal. Het Amsterdam-Rijnkanaal volgend in noordwestelijke richting tot de bebouwingsgrens van Maarssenbroek. De bebouwingsgrens van Maarssenbroek volgend in zuidwestelijke richting tot de A2. De A2 volgend in zuidoostelijke richting tot de Maarssense Weg. De Maarssense Weg in zuidelijke richting volgend en doortrekkend tot de Dorpeldijk. De Dorpeldijk in westelijke richting volgend tot de gemeentegrens van Harmelen. De gemeentegrens van Harmelen volgend in zuidelijke richting tot de A12. De A12 volgend in oostelijke richting tot de A2. De A2 volgend in zuidelijke richting tot de gemeentegrens van IJsselstein. De gemeentegrens van IJsselstein volgend in noordwestelijke richting tot de bebouwingsgrens van IJsselstein. De bebouwingsgrens van IJsselstein volgend in zuidwestelijke richting tot de gemeentegrens van IJsselstein. De gemeentegrens van Ijsselstein volgend in zuidoostelijke richting tot de Lek. De Lek volgend in oostelijke richting tot de kruising met de A2.

Bijlage 10

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Begrenzing Waterland

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Ten zuiden van de Beemster uitwatering, ten oosten van de Beemsterring-vaart (uitgezonderd de polder De Purmer), ten westen en zuiden van het Noordhollandsch Kanaal tot aan Spijkerboor, vanaf Spijkerboor ten westen van de Beemsterringvaart tot aan de Fenisserbrug (Oostmijzen), vanaf de Fenisserbrug ten zuiden van de Ursemmervaart tot aan Ursem, vanaf Ursem ten oosten en ten zuiden van de Schermerringvaart tot en met de Vuile Graft, vanaf de Vuile Graft ten zuiden van het Noordhollandsch Kanaal tot Kogerpolderkanaal, ten oosten van de Kogerpolderkanaal en de Markervaart (incl. Westwouder- polder) tot aan de Zaan bij Oost-Knollendam, ten oosten van de Zaan tot aan de A8, ten oosten van de A8 tot aan de rondweg van Amsterdam (A10), ten noorden en van de rondweg Amsterdam (A10) tot aan de Uitdammerdijk, ten noorden en ten westen van de Uitdammerdijk (incl. Polder IJdoorn), ten zuiden van de Waterlandse Zeedijk tot en met de Poel, ten zuiden van de dijk liggend ten noorden van de Poel, ten zuiden van Dijksgat tot aan de N247, ten westen van de N247 van Dijksgat tot aan Hooge Dijk te Katwoude, ten noorden en ten westen van de Hoge Dijk, ten westen van de Zuidpolderzeedijk, ten westen van de IJsselmeerdijk tot aan de Beemsteruitwatering.