IV. Taakdeel 3: bewaken en stellen
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
IV.1. Algemene doelstelling
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
Bij de inzet van de hond moet het risico verbonden aan het aanwenden van geweld, zoveel
mogelijk worden beperkt. Tevens moet worden aangetoond dat de hond beheersbaar is.
IV.2. Algemene puntenwaardering
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
De combinatie van geleider en politiesurveillancehond dient om in aanmerking te komen
voor een certificaat op naam van de combinatie per oefening, met uitzondering van
oefening 1, minimaal 60% van het totaal daarbij aangegeven aantal punten te behalen.
- *
oefening 1: Bewaken van een dienstvoertuig 10 punten
- *
oefening 2: Aanhouding van een zich met een stok verwerende verdachte 65 punten
- *
oefening 3: Aanhouding van een verdachte die gewapend is met een vuurwapen en een
groot werpstuk 65 punten
- *
oefening 4: Aanhouding van een verdachte op een voor een hond gladde vloer 20 punten
- *
oefening 5: Schijnstellen 60 punten
- *
oefening 6: Terugroepen van een achtervolgende hond 15 punten
Totaal 240 punten
Aantal te behalen punten minimaal 60% = 144 punten, waarbij per oefening, met uitzondering
van oefening 1, minimaal 60% van het daarbij aangegeven aantal punten behaald dient
te worden.
Voor de beoordeling van de onderscheiden onderdelen per oefening wordt verwezen naar
paragraaf IV.4.
IV.4. Algemene beoordeling aanvalsoefeningen
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
Algemeen
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
De algemene beoordeling wordt afgemeten op een schaal van 0 tot en met 5 punten. Door
de keuringscommissie wordt daarbij de volgende waardering gevolgd:
Bij elk van de oefeningen in taakdeel 3, met uitzondering van oefening 1, dient tenminste
60% van het totaal aantal punten per oefening behaald te worden. Indien voor één van
deze oefeningen van taakdeel 3 geen of onvoldoende waardering plaatsvindt, dan wordt
de combinatie afgewezen.
1. Surveilleren
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
Tijdens een surveillance dient een geleider duidelijke sommaties te geven, waarbij
de hond zich naast de geleider bevindt. De surveillance mag geschieden aan een sliplijn.
De hond draagt tijdens de oefeningen geen halsband.
2. Aanval van de hond
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
De beoordeling van een aanval begint zodra de hond is afgelijnd en eindigt zodra de
hond zich heeft ingebeten. Bij een vluchtpoging dient de hond resoluut eigener beweging
de verdachte aan te vallen en tot staan te brengen.
3. Bijten
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
Bijten op een arm of been maakt voor een beoordeling geen verschil.
4. Loslaten
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
De geleider mag niet aan de verdachte of de hond komen, hij mag niet be-dreigend zijn
en moet ’los’ commanderen op ongeveer 2 meter van de verdachte. De geleider mag maximaal
3 extra commando’s aan zijn hond geven.
Laat de hond niet los, dan zal voor de gehele oefening geen waardering plaatsvinden
5. Bewaken
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
De hond dient attent bij de verdachte te blijven. Tijdens het onderzoek aan de kleding
moet de hond zich op ongeveer 3 meter van de verdachte bevinden. De geleider mag zich
niet tussen de verdachte en de hond begeven. De hond mag zich niet verplaatsen, niet
gaan zitten en niet gaan staan. Verlaat de hond de eerst ingenomen plaats over een
afstand van meer dan vijf meter, dan worden voor dit onderdeel geen punten toegekend.
6. Onderzoek
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
Na de aanhouding dient een gedegen onderzoek aan de kleding plaats te vinden. De verdachte
wordt van achteren benaderd voordat tot daadwerkelijk fouilleren wordt overgegaan.
Tijdens het fouilleren staat de geleider achter de verdachte.
7. Overbrengen van de verdachte
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
Alvorens de verdachte over te brengen moet de geleider hem een richting aangeven waarheen
het overbrengen geschiedt. Hierna commandeert de geleider zijn hond met de verdachte
voorwaarts te gaan. Tijdens het overbrengen dient de geleider met zijn hond onaangelijnd
naast zich op ongeveer 2 meter achter de helper te blijven. Het overbrengen eindigt
op een afstand van 2 meter van een gereedstaande dienstauto, waarna eventueel nog
een oefening begint.
8. Nabeten
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
Nabeten worden in mindering gebracht op het totaal aantal punten van de oefening tot
een maximum van 5. Indien sprake is van meer dan vijf nabeten, dan wordt geen certificaat
verstrekt.
9. Extra commando’s
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
Extra commando’s, met uitzondering van het onderdeel ’Loslaten’ en de eerste twee
terugkeercommando’s van het betreffende onderdeel in paragraaf IV.3.6., leiden per
keer tot aftrek van 1 punt van het totaal van de oefening.
10. Aanval
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
In geval het onderdeel ’Aanval’ met minder dan 3 punten wordt gewaardeerd, zal voor
de gehele oefening geen puntenwaardering plaatsvinden.
In geval het de ’Tweede aanval’ in een oefening betreft, zal voor het resterende gedeelte
van de oefening geen puntenwaardering plaatsvinden (N.B.: oefeningen 2,3,4 en 5 van
taakdeel 3).
11. Instructie
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
De geleider dient zich te houden aan de aanzeggingen en aanwijzingen van (het lid
van) de keuringscommissie. Indien hij zich niet daaraan houdt, wordt hij gekort in
de waardering voor de combinatie.
12. Helper
[Regeling vervallen per 13-04-2006]
Alle hiervoor in aanmerking komende oefeningen worden uitgevoerd met behulp van een
pakwerker met uitzondering van het manrevieren. Deze oefening wordt ’in burger’ gedaan.
In de daarvoor in aanmerking komende oefeningen treedt de helper op als verdachte.