Regeling tekeningsbevoegdheid Ministerie van Financiën 1999

[Regeling vervallen per 22-09-2005.]
Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 05-10-2010 en zichtdatum 05-10-2010.
Geldend van 24-07-1999 t/m 21-09-2005

Regeling tekeningsbevoegdheid Ministerie van Financiën 1999

De Minister van Financiën,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 22-09-2005]

  • 1 De secretaris-generaal is, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet, bevoegd namens de minister of de staatssecretaris besluiten te nemen, stukken af te doen en uitgaande brieven te ondertekenen.

  • 2 Bij verhindering van de secretaris-generaal is de plaatsvervangend secretaris-generaal bevoegd.

  • 3 De secretaris-generaal kan de bevoegdheid bedoeld in het eerste lid doen uitoefenen door onder hem ressorterende ambtenaren, voorzover deze niet ressorteren onder een directeur-generaal.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 22-09-2005]

  • 1 De directeuren-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal zijn, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet, bevoegd namens de minister of de staatssecretaris besluiten te nemen, stukken af te doen en uitgaande brieven te ondertekenen.

  • 2 De bevoegdheid van de directeuren-generaal betreft de aangelegenheden die hun directoraten-generaal betreffen.

  • 3 Bij verhindering van de directeuren-generaal is de plaatsvervangend directeur-generaal bevoegd.

  • 4 De bevoegdheid van de plaatsvervangend secretaris-generaal betreft de Centrale Directies, de Directie Personeel en Organisatie, de Directie Informatievoorziening en Algemene Zaken, de Departementale Accountantsdienst Financiën en de Directie en dienst der Domeinen.

  • 5 De directeuren-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal kunnen de bevoegdheid bedoeld in het eerste en tweede lid doen uitoefenen door onder hen ressorterende ambtenaren.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 22-09-2005]

  • 1 Aan de minister en de staatssecretaris is in ieder geval voorbehouden de afdoening en ondertekening van stukken bestemd voor:

    • a. de Koningin;

    • b. de ministerraad en de daaruit gevormde onderraad of commissie;

    • c. de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal en de voorzitters van de uit die kamers gevormde commissies;

    • d. de Raad en State;

    • e. de Algemene Rekenkamer.

  • 2 Ten aanzien van de in het eerste lid, onder d genoemde college geldt het in de aanhef van het eerste lid gestelde niet voor zover het gaat om administratiefrechtelijke procedures.

  • 3 In bijzondere gevallen kan voorts voor bepaalde aangelegenheden aan de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal de bevoegdheid worden verleend de in het eerste lid bedoelde stukken af te doen of te ondertekenen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 22-09-2005]

Bij de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in de artikelen 1 en 2 worden de Regeling personeelsmandaat Ministerie van Financiën, de Uitvoeringsregeling Wob Financiën, het Besluit Financieel Beheer Financiën, alsmede andere regelingen die voor een specifiek terrein bepalingen omtrent de uitoefening van bevoegdheden bevatten, in acht genomen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 22-09-2005]

De ondertekening van uitgaande stukken zal luiden als volgt:

DE MINISTER danwel DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,

Namens deze,

gevolgd door de aanduiding van de functionaris.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 22-09-2005]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Het besluit van 13 juli 1981, nummer 181-2343 en het besluit van 13 juli 1981, nummer 181-2344, worden met ingang van 1 april 1999 ingetrokken.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 22-09-2005]

Dit besluit wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 22-09-2005]

Dit besluit wordt aangehaald als: Regeling tekeningsbevoegdheid Ministerie van Financiën 1999.

Den Haag, 22 maart 1999

De

Minister

van Financiën,

G. Zalm