Wet van 3 april 1999 tot wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en enige andere
wetten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele wijzigingen aan
te brengen in het stelsel van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, met name
op het punt van de verhouding tussen de organen van het stelsel en de rijksoverheid,
en dat het daartoe noodzakelijk is, de Wet op de bedrijfsorganisatie en enkele andere wetten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: