Besluit van 11 mei 1999, houdende regels in verband met de reorganisatie van het openbaar
ministerie en de instelling van het landelijk parket (reorganisatie openbaar ministerie
en instelling landelijk parket)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 27 april 1998, Directie wetgeving,
nr. 694983/98/6;
Mede gelet op de artikelen 126, vierde lid, en 130, derde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie en artikel 9, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;
De Raad van State gehoord (advies van 3 juli 1998, nr. 98.002332)
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 27 april 1999, Directie
wetgeving, nr. 762073/99/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: