Rijkswet instelling exclusieve economische zone

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2013. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 21-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-03-2006.
Geldend van 28-04-2000 t/m heden

Rijkswet van 27 mei 1999 tot instelling van een exclusieve economische zone van het Koninkrijk (Rijkswet instelling exclusieve economische zone)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het, in het bijzonder voor een verhoogde bescherming en een beter behoud van het mariene milieu, wenselijk is de rechtsmacht van het Koninkrijk uit te breiden en daartoe over te gaan tot de instelling van een exclusieve economische zone;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

  • 1 Er is een exclusieve economische zone van het Koninkrijk.

  • 2 De exclusieve economische zone van het Koninkrijk is het gebied buiten en grenzend aan de territoriale zee van het Koninkrijk dat zich niet verder uitstrekt dan tweehonderd zeemijlen vanaf de basislijnen, vanaf welke de breedte van de territoriale zee wordt gemeten.

Artikel 2

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2013. Zie het overzicht van wijzigingen]

De buitengrens van de exclusieve economische zone wordt voor Nederland vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur en voor de Nederlandse Antillen, onderscheidenlijk Aruba, bij algemene maatregel van rijksbestuur.

Artikel 3

Het Koninkrijk heeft, met inachtneming van de grenzen die het volkenrecht stelt, in de exclusieve economische zone:

  • a. soevereine rechten ten behoeve van de exploratie en exploitatie, het behoud en het beheer van de levende en niet-levende natuurlijke rijkdommen van de wateren boven de zeebodem en van de zeebodem en de ondergrond daarvan, en met betrekking tot andere activiteiten voor de economische exploitatie en exploratie van de zone, zoals de opwekking van energie uit het water, de stromen en de winden;

  • b. rechtsmacht ten aanzien van de bouw en het gebruik van kunstmatige eilanden, installaties en inrichtingen, het wetenschappelijk zeeonderzoek en de bescherming en het behoud van het mariene milieu.

Artikel 4

Deze rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor elk der landen van het Koninkrijk verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 27 mei 1999

Beatrix

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. van Aartsen

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. M. de Vries

Uitgegeven de dertiende juli 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals