Regeling preventief gezondheidsonderzoek medewerkers EZ

Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 10-03-2006 en zichtdatum 22-09-2024.
Geldend van 11-12-2005 t/m heden

Regeling preventief gezondheidsonderzoek medewerkers EZ

De Minister van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 69 van het Rijksambtenarenreglement;

Gehoord de Departementale Ondernemingsraad, ingesteld bij het Ministerie van Economische Zaken;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. ministerie:

Ministerie van Economische Zaken;

b. medewerker:

medewerker van het ministerie;

c. directie P&O:

directie Personeel en Organisatie van het ministerie;

d. het onderzoek:

het preventief gezondheidsonderzoek dat is omschreven in artikel 3;

e. keuringsinstituut:

het instituut waarmee een collectief contract is gesloten voor de uitvoering van het onderzoek;

f. bewijs van keuring:

schriftelijk bewijsstuk waaruit blijkt dat de medewerker een onderzoek heeft ondergaan, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1.

Artikel 2

  • 1 De medewerker tot en met 44 jaar heeft eens per drie jaar aanspraak op vergoeding van de kosten van een onderzoek tot een nader te bepalen maximum bedrag en de medewerker van 45 jaar en ouder heeft eens per twee jaar aanspraak op vergoeding van de kosten van een onderzoek tot een nader te bepalen maximum bedrag.

  • 2 De hoogte van de vergoedingen, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld door de Minister van Economische Zaken en bekend gemaakt door de directeur Personeel en Organisatie.

Artikel 3

  • 1 Het preventief gezondheidsonderzoek omvat voor medewerkers tot en met 44 jaar:

    • a. het in kaart brengen van de medische voorgeschiedenis;

    • b. een lichamelijk onderzoek door een arts;

    • c. biometrie (lengte, gewicht, bloeddruk, pols);

    • d. een test van het gezichtsvermogen op drie afstanden: dichtbij, veraf en beeldschermafstand;

    • e. een urine-onderzoek op kleur, aspect, glucose, eiwit, s.g, pH en witte en rode bloedlichaampjes;

    • f. een bloedonderzoek op bezinking en bloedarmoede. Als er suiker in de urine wordt gevonden, wordt ook het bloed op glucose onderzocht;

    • g. een gehoortest met audiometer;

    • h. een longfunctietest indien de onderzoekende arts daartoe aanleiding ziet.

  • 2 Voor medewerkers van 45 jaar en ouder omvat het onderzoek tevens:

    • a. de vaststelling van het cholesterolgehalte;

    • b. een elektrocardiogram in rust.

Artikel 4

  • 1 De medewerker is gerechtigd het onderzoek uit te laten voeren door keuringsinstituut, een huisarts of een sportarts.

  • 2 De medewerker kan desgewenst een onderzoek laten uitvoeren dat meer omvat dan is omschreven in artikel 3. De kosten van aanvullend onderzoek zijn voor eigen rekening.

Artikel 5

  • 1 De medewerker die het onderzoek door keuringsinstituut wil laten uitvoeren, neemt daartoe telefonisch contact op met keuringsinstituut en volgt de aanwijzingen van keuringsinstituut op.

  • 2 Na afloop van de keuring ondertekent de medewerker het bewijs van keuring. Van dat bewijs wordt hem een kopie verstrekt.

Artikel 6

  • 1 De medewerker die het onderzoek door een huisarts of een sportarts wil laten uitvoeren, neemt daartoe op werkdagen tussen 9 en 10 of tussen 14 en 15 uur telefonisch contact op met de directie P&O via het daartoe opgegeven telefoonnummer.

  • 2 Aan de medewerker worden vervolgens verstrekt:

    • a. een blanco bewijs van keuring en

    • b. een kaart waarop de inhoud van het onderzoek is omschreven, die is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2.

  • 3 De medewerker deelt de huisarts of sportarts mee dat het onderzoek ten minste de omschreven elementen dient in te houden.

  • 4 De medewerker draagt zorg voor invulling van het bewijs van keuring en ondertekening daarvan door de betrokken arts en door hemzelf.

Artikel 7

Indien keuringsinstituut het onderzoek uitvoert, worden de kosten daarvan rechtstreeks aan keuringsinstituut betaald.

Artikel 8

  • 1 Indien de huisarts of een sportarts het onderzoek uitvoert, worden de kosten daarvan aan de medewerker vergoed, tot ten hoogste de bedragen die zijn genoemd in artikel 2, eerste lid.

  • 2 De medewerker die voor de vergoeding in aanmerking wil komen dient de originele, gespecificeerde rekening van de betrokken arts en het ondertekende bewijs van keuring in bij het daartoe opgegeven aanleverpunt bij de directie P&O.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 februari 1999.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling preventief gezondheidsonderzoek medewerkers EZ.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd. Van deze terinzagelegging zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant .

’s-Gravenhage, 30 juni 1999

De

Minister

van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink