Warenwetbesluit drukapparatuur

[Regeling vervallen per 19-07-2016.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 05-02-2005.
Geldend van 25-06-2004 t/m 31-07-2005

Besluit van 5 juli 1999 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen, de Brandweerwet 1985, de Mijnwet 1903, de Mijnwet continentaal plat, de Wet milieubeheer en de Stoomwet met betrekking tot drukapparatuur (Besluit drukapparatuur)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst van 5 maart 1999, directie Arbeidsomstandigheden, nr. ARBO/APM/99/9253, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken, Verkeer en Waterstaat, Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op richtlijn nr. 97/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 mei 1997 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende drukapparatuur (PbEG L 181);

Gelet op de artikelen 1, eerste lid, aanhef, en onderdelen a en b, 2, 3, eerste en tweede lid, 5, 6, 12, derde lid, en 25a van de Wet op de gevaarlijke werktuigen, artikel 17, eerste lid, van de Brandweerwet 1985, artikel 9, eerste lid, onder a, van de Mijnwet 1903, artikel 26, eerste lid, onder b, van de Mijnwet continentaal plat, artikel 8.40 van de Wet milieubeheer, en de artikelen 2, 3, 4, 6, 21, aanhef en onderdeel c, van de Stoomwet;

De Raad van State gehoord (advies van 6 mei 1999, no. W12.99.0108/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst van 30 juni 1999, directie Arbeidsomstandigheden, nr. ARBO/APM/99/26935, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken, Verkeer en Waterstaat, Volksgezondheid Welzijn en Sport, Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Definities

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. wet: Warenwet;

  • b. richtlijn: richtlijn nr.97/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 mei 1997 (PbEG L 181) inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende drukapparatuur;

  • c. [Red: vervallen;]

  • d. Europese Economische Ruimte: het grondgebied waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is;

  • e. drukapparatuur of drukapparaten: drukvaten, installatieleidingen, veiligheidsappendages en onder druk staande appendages, alsmede, voor zover van toepassing, de elementen die bevestigd zijn aan onder druk staande delen;

  • f. drukvat: een omhulling, bestaande uit één of meer ruimten, die is ontworpen en vervaardigd voor stoffen onder druk, met inbegrip van de rechtstreeks daarmee verbonden delen tot aan de voorziening voor de aansluiting met andere apparatuur;

  • g. installatieleidingen: onderdelen van een leidingstelsel die voor de verplaatsing van stoffen dienen, wanneer zij zijn verbonden om in een ander onder druk staand systeem te worden geïntegreerd, met name bestaande uit een pijp of een pijpenstelsel, buizen, fittingen, expansieverbindingen en slangen of eventueel andere onder druk staande delen alsmede warmtewisselaars bestaande uit pijpen voor het koelen of verhitten van lucht;

  • h. veiligheidsappendages: voorzieningen voor de beveiliging van drukapparatuur tegen overschrijding van de toegestane grenzen, die bestaan uit:

    • 1°. voorzieningen voor de rechtstreekse drukbegrenzing, en

    • 2°. begrenzingsvoorzieningen die corrigerende organen in werking stellen of zorgen voor vergrendeling of voor vergrendeling en blokkering;

  • i. onder druk staande appendages: voorzieningen met een operationele functie waarvan de omhulling onder druk staat;

  • j. samenstellen: verschillende drukapparaten die een fabrikant tot een geïntegreerd en functioneel geheel heeft geassembleerd;

  • k. druksysteem: een stelsel van verschillende drukapparaten of samenstellen die onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker op zijn bedrijfsterrein tot een geïntegreerd en functioneel geheel is geassembleerd;

  • l. druk: de druk gerelateerd aan de atmosferische druk, zijnde de overdruk, waarbij een vacuüm of onderdruk met een negatieve waarde wordt aangeduid;

  • m. maximaal toelaatbare druk (PS): de door de fabrikant aangegeven maximale druk waarvoor de apparatuur is ontworpen. Deze druk wordt bepaald op een door de fabrikant aangegeven plaats waar de beveiligings- of veiligheidsinrichtingen zijn aangesloten of de bovenzijde van de apparatuur, of, indien dat niet passend is, een andere door hem aangegeven plaats;

  • n. maximaal of minimaal toelaatbare temperatuur (TS): de maximaal of minimaal door de fabrikant opgegeven temperatuur waarvoor de apparatuur is ontworpen;

  • o. volume (V): het inwendige volume van een ruimte met inbegrip van het volume van tubulures tot de eerste aansluiting en met uitsluiting van de inhoud van het volume van permanente inwendige onderdelen;

  • p. nominale maat (DN): getalsaanduiding voor afmeting, gebruikt voor alle onderdelen van een leidingstelsel, behalve voor onderdelen die met de uitwendige middellijn of met de maat van de schroefdraad wordt aangeduid. De getalsaanduiding betreft een gemakkelijk rond getal voor verwijzingsdoeleinden, dat slechts in oppervlakkig verband staat tot de fabricagematen. De nominale maat wordt aangegeven met DN, gevolgd door een getal;

  • q. stoffen: gassen, vloeistoffen en dampen in zuivere fase en mengsels daarvan, die een suspensie van vaste stoffen kunnen bevatten;

  • r. permanente verbindingen: verbindingen die alleen met destructieve methoden losgemaakt kunnen worden;

  • s. Europese materiaalgoedkeuring: technisch document, waarin bij het ontbreken van een geharmoniseerde norm de kenmerken van bij herhaalde toepassing bestemde materialen voor de fabricage van drukapparatuur worden gedefinieerd;

  • t. aangewezen keuringsinstelling: een krachtens artikel 7a van de wet aangewezen keuringsinstelling;

  • u. aangewezen aangemelde keuringsinstelling en aangewezen aangemelde onafhankelijke instelling: een krachtens artikel 7a van de wet in het kader van de richtlijn aangewezen en bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen aangemelde keuringsinstelling of onafhankelijke instelling, dan wel een door een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte in het kader van de richtlijn aangewezen en bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen aangemelde keuringsinstantie of onafhankelijke instelling;

  • v. aangewezen keuringsdienst van gebruikers: een krachtens artikel 7a van de wet aangewezen keuringsdienst;

  • w. aangewezen aangemelde keuringsdienst van gebruikers: een krachtens artikel 7a van de wet in het kader van de richtlijn aangewezen en bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen aangemelde keuringsdienst dan wel, indien deze aanwijzing heeft plaatsgevonden, een door een andere lidstaat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen in het kader van de richtlijn aangewezen en aangemelde keuringsdienst van gebruikers.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

In afwijking van artikel 1, onder e en j, wordt onder drukapparatuur, onderscheidenlijk samenstellen, niet verstaan:

  • a. transportleidingen met een pijp of een geheel van pijpen voor het vervoer van of naar een installatie te land of ter zee, vanaf en met inbegrip van de laatste afsluiter binnen de grenzen van de installatie, inclusief alle bijbehorende apparatuur die speciaal voor de transportleiding is ontworpen, met uitzondering van standaarddrukapparatuur zoals in reduceerstations en compressorstations;

  • b. wateraanvoerkanalen, zoals sluispoorten, drukleidingen en drukschachten voor waterkrachtinstallaties en bijbehorende specifieke appendages;

  • c. apparatuur die valt onder het Warenwetbesluit drukvaten van eenvoudige vorm;

  • d. aërosolen die vallen onder het Warenwetbesluit drukverpakkingen;

  • e. apparatuur voor de werking van voertuigen als bedoeld in:

    • 1°. Richtlijn nr. 70/156/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten betreffende de goedkeuring van motor-voertuigen en aanhangwagens daarvan (PbEG L 42);

    • 2°. Richtlijn nr. 74/150/EEG van de Raad van de Europese Gemeen-schappen van 4 maart 1974 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten betreffende de goedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (PbEG L 84);

    • 3°. Richtlijn nr. 2002/24/EG: richtlijn nr. 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 maart 2002 (PbEG L 124) betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen en de intrekking van richtlijn nr. 92/61/EEG van de Raad;

  • f. apparatuur die ten hoogste valt onder categorie I, bedoeld in artikel 9 van de richtlijn, en die tevens onder één of meerdere van de volgende besluiten valt:

  • g. apparatuur als bedoeld in artikel 223, eerste lid, onderdeel b, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;

  • h. speciaal voor nucleair gebruik ontworpen apparatuur die bij defecten de verspreiding van radioactiviteit kan veroorzaken;

  • i. putregelingsapparatuur voor de exploratie en winning van aardolie, aardgas of geothermische energie of voor de ondergrondse opslag om de druk van de put te behouden of te regelen;

  • j. apparatuur die uit kasten en mechanismen bestaat waarvan de afmetingen, de materiaalkeuze en de fabricagevoorschriften voornamelijk berusten op de criteria sterkte, stijfheid en stabiliteit bij statische en dynamische bedrijfsbelastingen of op andere functioneringseigenschappen waarvoor de druk geen wezenlijke ontwerpfactor is;

  • k. hoogovens, met inbegrip van de ovenkoeling, windverhitters, stofafzuigers en gaswassers voor afvoergassen en koepelovens voor directe reductie, met inbegrip van de ovenkoeling, gasconvertors en pannen voor het smelten, hersmelten, ontgassen en gieten van staal en non-ferrometalen;

  • l. omhullingen voor elektrische hoogspanningsapparatuur;

  • m. mantels onder druk rond de onderdelen van transmissiesystemen;

  • n. schepen, raketten, luchtvaartuigen en mobiele offshore-eenheden en apparatuur die uitdrukkelijk bedoeld is voor installatie op dergelijke machines of de voortbeweging daarvan;

  • o. drukapparatuur met een flexibele buitenwand;

  • p. flessen of blikjes voor koolzuurhoudende dranken, bestemd voor eindconsumptie;

  • q. vaten voor vervoer of distributie van dranken waarin het product van de maximaal toelaatbare druk (PS) en volume (V) ten hoogste 500 bar.L en de maximaal toelaatbare druk (PS) 7 bar bedraagt;

  • r. apparatuur die valt onder de ADR-overeenkomst, de IMDG-code, het RID- of het ICAO-verdrag;

  • s. radiatoren en buizen in systemen voor warmwaterverwarming;

  • t. vaten voor vloeistoffen, waarin de gasdruk boven de vloeistof ten hoogste 0,5 bar bedraagt;

  • u. inlaat- en uitlaatgeluiddempers.

Werkingssfeer

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Dit besluit is van toepassing op het ontwerp, de fabricage, de overeenstemmingsbeoordeling en de ingebruikneming van drukapparatuur, samenstellen en druksystemen waarvan de maximaal toelaatbare druk (PS) meer dan 0,5 bar bedraagt.

Verbodsbepalingen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Het is verboden drukapparatuur, samenstellen en druksystemen te verhandelen, in bedrijf te stellen of te gebruiken, die niet voldoen aan de vervaardigingsvoorschriften gesteld bij of krachtens dit besluit.

  • 2 Het is verboden drukapparatuur, samenstellen en druksystemen te verhandelen of te gebruiken anders dan met inachtneming van de voorschriften bij of krachtens dit besluit gesteld met betrekking tot de aanduiding en het bezigen van vermeldingen.

  • 3 Het is verboden drukapparatuur, samenstellen en druksystemen te verhandelen of te gebruiken, indien de bij of krachtens dit besluit voorgeschreven beoordelings- en keuringsprocedures niet in acht zijn genomen.

  • 4 Het is verboden drukapparatuur, samenstellen en druksystemen te gebruiken anders dan met inachtneming van de voorschriften bij of krachtens dit besluit gesteld met betrekking tot het voorhanden zijn van documenten.

Hoofdstuk II. Vervaardiging

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Algemene zorgverplichting

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Drukapparatuur, samenstellen en druksystemen zijn zodanig ontworpen en vervaardigd, hebben zodanige eigenschappen en zijn van zodanige vermeldingen voorzien dat zij geen gevaar opleveren voor de veiligheid of gezondheid van de mens of voor de veiligheid van zaken, wanneer zij op passende wijze worden geïnstalleerd en onderhouden en worden gebruikt voor het doel waarvoor zij zijn bestemd.

Indeling naar risicocategorie

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 De drukapparatuur en samenstellen, bedoeld in artikel 7, onderscheidenlijk artikel 8, worden overeenkomstig bijlage II bij de richtlijn naar toenemend risico in categorieën ingedeeld. Indien drukapparatuur uit verschillende ruimten bestaat, wordt het ingedeeld in de hoogste van de verschillende categorieën van de afzonderlijke ruimten. Wanneer een ruimte verschillende stoffen bevat, vindt de indeling plaats op grond van de stof die in de hoogste categorie valt.

  • 2 Met het oog op de categorie-indeling, bedoeld in het eerste lid, worden stoffen ingedeeld in:

    • a. groep 1: gevaarlijke stoffen, dat wil zeggen stoffen of preparaten, die op grond van de Wet milieugevaarlijke stoffen moeten worden ingedeeld in de categorie ontplofbaar, zeer licht ontvlambaar, licht ontvlambaar, ontvlambaar, zeer vergiftig, vergiftig of oxyderend;

    • b. groep 2: overige stoffen.

  • 3 Het eerste en tweede lid ten aanzien van samenstellen, zijn van overeenkomstige toepassing op druksystemen.

Veiligheidseisen drukapparatuur

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

De volgende drukapparatuur voldoet aan de essentiële veiligheidseisen, genoemd in bijlage I bij de richtlijn. Het betreft:

  • a. drukvaten, met uitzondering van de onder c bedoelde, voor gassen, vloeibare gassen, onder druk opgeloste gassen, dampen en vloeistoffen waarbij de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur hoger is dan 0,5 bar bij de normale atmosferische druk (1013 mbar) binnen de volgende grenzen:

    • 1°. voor stoffen, ingedeeld in groep 1, wanneer het volume groter is dan 1L en het product van PS en V groter is dan 25 bar.L, of wanneer de druk PS groter is dan 200 bar;

    • 2°. voor stoffen, ingedeeld in groep 2, wanneer het volume groter is dan 1L en het product van PS en V groter is dan 50 bar.L, of wanneer de druk PS groter is dan 1000 bar, alsmede alle draagbare brandblussers en flessen voor ademhalingstoestellen;

  • b. drukvaten, met uitzondering van de onder c bedoelde, voor vloeistoffen waarvan de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur 0,5 bar of minder is bij de normale atmosferische druk (1013 mbar), binnen de volgende grenzen:

    • 1°. voor stoffen, ingedeeld in groep 1, wanneer het volume groter is dan 1L en het product van PS en V groter is dan 200 bar.L of, wanneer de druk PS hoger is dan 500 bar;

    • 2°. voor stoffen, ingedeeld in groep 2, wanneer de druk PSmeer is dan 10 bar en het product van PS en V groter is dan 10 000 bar.L, of wanneer de druk PS meer dan 1000 bar is;

  • c. brandstofgestookte of anderszins verwarmde drukapparatuur waarbij gevaar voor oververhitting bestaat, bestemd voor de productie van stoom of oververhit water met een temperatuur hoger dan 110°C met een volume van meer dan 2L, alsmede alle snelkookpannen;

  • d. installatieleidingen bestemd voor gassen, vloeibare gassen, onder druk opgeloste gassen, dampen en vloeistoffen waarvan de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur hoger is dan 0,5 bar bij de normale atmosferische druk (1013 mbar) binnen de volgende grenzen:

    • 1°. voor stoffen, ingedeeld in groep 1, met een DN groter dan 25;

    • 2°. voor stoffen, ingedeeld in groep 2, met een DN groter dan 32 en een product van PS en DN groter dan 1000 bar;

  • e. installatieleidingen bestemd voor vloeistoffen waarvan de dampdruk bij de maximaal toelaatbare temperatuur 0,5 bar of minder is bij de normale atmosferische druk (1013 mbar) binnen de volgende grenzen:

    • 1°. voor stoffen, ingedeeld in groep 1, met een DN groter dan 25 en een product van PS en DN groter dan 2000 bar;

    • 2°. voor stoffen, ingedeeld in groep 2, met een PS groter dan 10 bar en een DN groter dan 200 en een product van PS en DN groter dan 5000 bar;

  • f. veiligheidsappendages en onder druk staande appendages, bestemd voor drukapparatuur als bedoeld onder a tot en met e.

Veiligheidseisen samenstellen en druksystemen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 De volgende samenstellen, waarin ten minste één drukapparaat als bedoeld in artikel 7 is opgenomen, voldoen aan de essentiële veiligheidseisen, genoemd in bijlage 1 bij de richtlijn.Het betreft:

    • a. samenstellen voor de productie van stoom en oververhit water met een temperatuur hoger dan 110 °C waarin ten minste één brandstofgestookt of anderszins verwarmd drukapparaat waarbij gevaar voor oververhitting bestaat, is opgenomen;

    • b. andere dan onder punt a. bedoelde samenstellen, wanneer deze door de fabrikant bestemd zijn om als samenstellen in de handel gebracht en in gebruik genomen te worden.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, voldoen manueel met vaste brandstoffen gestookte samenstellen voor de productie van warm water waarvan de watertemperatuur ten hoogste 110 °C en het product van PS en V meer bedraagt dan 50 bar.L en waarin ten minste één drukapparaat als bedoeld in artikel 7 is opgenomen, aan de essentiële veiligheidseisen, genoemd in de punten 2.10, 2.11, 3.4, 5a) en 5d) van bijlage 1 bij de richtlijn.

  • 3 Druksystemen, waarin ten minste één drukapparaat als bedoeld in artikel 7 is opgenomen, voldoen op overeenkomstige wijze aan de essentiële veiligheidseisen, genoemd in bijlage I bij de richtlijn.

Overige drukapparatuur, samenstellen en druksystemen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Drukapparatuur, samenstellen of druksystemen met kenmerkende waarden beneden of gelijk aan de grenzen, bedoeld in artikel 7, onderscheidenlijk artikel 8, worden ontworpen en vervaardigd overeenkomstig de gebruiken van goed vakmanschap, om een veilig gebruik te waarborgen.

  • 2 De drukapparatuur of samenstellen, bedoeld in het eerste lid, gaan vergezeld van een toereikende gebruiksaanwijzing en markeringen, waarmee de fabrikant of diens in de Europese Economische Ruimte gevestigde gemachtigde kan worden geïdentificeerd. Op deze drukapparatuur en samenstellen wordt de CE-markering, bedoeld in artikel 16, niet aangebracht.

  • 3 De druksystemen, bedoeld in het eerste lid, gaan vergezeld van een toereikende gebruiksaanwijzing.

Vermoeden van overeenstemming

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Drukapparatuur en samenstellen die voldoen aan de door Onze Minister aangewezen geharmoniseerde normen worden in zoverre vermoed te voldoen aan de essentiële veiligheidseisen, bedoeld in bijlage I bij de richtlijn.

Hoofdstuk III. Beoordeling, keuring, bewaren documenten, CE-markering, materiaalgoedkeuring en intrekking

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Beoordeling van de overeenstemming drukapparatuur

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Drukapparatuur als bedoeld in artikel 7, wordt door de fabrikant, onderworpen aan een procedure voor de beoordeling van overeenstemming overeenkomstig dit artikel en is voorzien van de CE-markering, bedoeld in artikel 16, en gaat vergezeld van de EG-verklaring van overeenstemming, bedoeld in bijlage VII bij de richtlijn, die de in deze bijlage genoemde gegevens bevat.

  • 2 De overeenkomstig bijlage III bij de richtlijn naar keuze van de fabrikant te volgen procedure voor de beoordeling van de overeenstemming van drukapparatuur wordt bepaald door de categorie, bedoeld in artikel 6, waarin het drukapparaat is ingedeeld. De fabrikant kan, voor zover dat mogelijk is, een procedure volgen die bestemd is voor een hogere categorie.

  • 3 De CE-markering, bedoeld in het eerste lid, wordt, met inachtneming van artikel 16, door de fabrikant uitsluitend aangebracht nadat toepassing is gegeven aan het tweede lid.

  • 4 Ten aanzien van kwaliteitsborgingsprocedures overeenkomstig bijlage III bij de richtlijn, voor drukapparatuur als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, b, ten eerste en c, en die op grond van artikel 6 is ingedeeld in de categorieën III of IV, neemt de aangewezen aangemelde keuringsinstelling bij een onaangekondigd bezoek een monster van de drukapparatuur uit de fabricage- of opslagplaatsen om de eindcontrole, bedoeld in punt 3.2.2 van bijlage I bij de richtlijn, te verrichten. Daartoe stelt de fabrikant de aangewezen aangemelde keuringsinstelling in kennis van het beoogde productieschema. De aangewezen aangemelde keuringsinstelling legt in het eerste productiejaar ten minste twee bezoeken af. De frequentie van latere bezoeken wordt door de aangewezen aangemelde keuringsinstelling bepaald op basis van de criteria, genoemd in punt 4.4. van de desbetreffende procedures, bedoeld in bijlage III bij de richtlijn.

  • 5 De fabrikant stelt de aangewezen aangemelde keuringsinstelling in kennis van het beoogde productieschema, indien sprake is van een eenmalige productie van vaten en drukapparatuur als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder c, en die op grond van artikel 6 zijn ingedeeld in categorie III en die overeenkomstig module H als bedoeld in bijlage III bij de richtlijn worden geproduceerd en de aangewezen aangemelde keuringsinstelling de eindcontrole, bedoeld in punt 3.2.2 van bijlage I bij de richtlijn, verricht.

  • 6 De dossiers en de briefwisseling met betrekking tot de procedures voor de beoordeling van de overeenstemming worden gesteld in de Nederlandse taal of in een door de betrokken aangewezen aangemelde keuringsinstelling aanvaarde taal.

Beoordeling van de overeenstemming samenstellen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Samenstellen als bedoeld in artikel 8, worden door de fabrikant, onderworpen aan een procedure voor de beoordeling van overeenstemming overeenkomstig dit artikel en zijn voorzien van de CE-markering, bedoeld in artikel 16, en gaan vergezeld van de EG-verklaring van overeenstemming, bedoeld in bijlage VII bij de richtlijn, die de in deze bijlage genoemde gegevens bevat.

  • 2 De overeenkomstig bijlage III bij de richtlijn te volgen procedure voor de beoordeling van de overeenstemming van samenstellen omvat:

    • a. de beoordeling van de overeenstemming van elk van de drukapparatuur, bedoeld in artikel 7, waaruit dat samenstel bestaat wanneer die niet reeds aan een afzonderlijke procedure voor de beoordeling van overeenstemming onderworpen zijn geweest en geen aparte CE-markering hebben gekregen. De procedure voor de beoordeling van de overeenstemming wordt bepaald door de categorie, bedoeld in artikel 6, waarin elk van die drukapparaten is ingedeeld;

    • b. de beoordeling van de integratie van de verschillende onderdelen van het samenstel overeenkomstig de punten 2.3, 2.8 en 2.9 van bijlage I bij de richtlijn. De procedure voor de beoordeling van de overeenstemming wordt bepaald door de categorie, bedoeld in artikel 6, waarin het drukapparaat met het hoogste risico is ingedeeld, waarbij veiligheidsappendages niet in aanmerking worden genomen, en

    • c. de beoordeling van de beveiliging van het samenstel tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen, bedoeld in de punten 2.10 en 3.2.3 van bijlage I bij de richtlijn. De procedure voor de beoordeling van de overeenstemming wordt bepaald door de categorie, bedoeld in artikel 6, waarin het te beveiligen drukapparaat met het hoogste risico is ingedeeld.

  • 3 De CE-markering, bedoeld in het eerste lid, wordt, met inachtneming van artikel 16, door de fabrikant uitsluitend aangebracht nadat toepassing is gegeven aan het tweede lid.

Beoordeling van de overeenstemming druksystemen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 12a

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Druksystemen als bedoeld in artikel 8, derde lid, worden, alvorens zij in gebruik worden genomen, onderworpen aan een procedure voor de beoordeling van overeenstemming overeenkomstig dit artikel en gaan vergezeld van een verklaring van overeenstemming. Op deze verklaring is bijlage VII bij de richtlijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2 Voor de beoordeling van overeenstemming van druksystemen is artikel 12, tweede lid, van overeenkomstige toepassing. Voor de in bijlage III bij de richtlijn vermelde begrippen «fabrikant of zijn de in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde» onderscheidenlijk «fabrikant» wordt gelezen: gebruiker, voor «EG-typeonderzoek» wordt gelezen: typeonderzoek, voor «EG-ontwerponderzoek» wordt gelezen: ontwerponderzoek, voor« aangemelde instantie» wordt gelezen: aangewezen keuringsinstelling of aangewezen keuringsdienst van gebruikers, voor «EG-verklaring van overeenstemming» wordt gelezen: verklaring van overeenstemming en voor «drukapparatuur» wordt gelezen: druksysteem.

  • 3 Met de onderzoeken in het kader van de beoordeling van overeenstemming, bedoeld in de artikelen 11 en 12, wordt bij de toepassing van het tweede lid rekening gehouden.

Keuring voor ingebruikneming van drukapparatuur, samenstellen en druksystemen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 12b

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Bij ministeriële regeling worden drukapparatuur, samenstellen en druksystemen aangewezen die overeenkomstig dit artikel worden gekeurd.

  • 2 De drukapparatuur, samenstellen en druksystemen, bedoeld in het eerste lid, worden, wanneer die worden opgesteld en geïnstalleerd, gekeurd voor de eerste ingebruikneming alsmede na elke montage op een nieuwe locatie of een nieuwe plek en gaan vergezeld van een verklaring van ingebruikneming.

  • 3 De verklaring van ingebruikneming, bedoeld in het tweede lid, wordt onder overlegging van de in het vierde lid vermelde gegevens en bescheiden, schriftelijk aangevraagd bij een aangewezen keuringsinstelling of een aangewezen keuringsdienst van gebruikers.

  • 4 De in het derde lid bedoelde aanvraag omvat, voor zover van toepassing:

    • a. naam en adres van de gebruiker en de plaats waar de drukapparatuur, het samenstel of het druksysteem staat opgesteld;

    • b. de gebruiksaanwijzing, bedoeld in bijlage I, punt 3.4, bij de richtlijn, met inbegrip van de EG-verklaring van overeenstemming of de verklaring van overeenstemming.

    • c. de documentatie van de apparatuur, bedoeld in artikel 39, eerste lid.

  • 5 De aangewezen keuringsinstelling of de aangewezen keuringsdienst van gebruikers die de keuring, bedoeld in het tweede lid, uitvoert, verricht passend onderzoek teneinde na te gaan of de drukapparatuur, samenstellen of druksystemen voldoen aan de eisen van dit besluit. Voor zover van toepassing omvat dit onderzoek:

    • a. de verificatie van de drukapparatuur, samenstellen en druksystemen aan de hand van de gebruiksaanwijzing en markeringen;

    • b. de controle van de uitwendige toestand van drukapparatuur, samenstellen en druksystemen;

    • c. de controle van de werking van de veiligheidsappendages en onder druk staande appendages;

    • d. de controle van de opstelling van drukapparatuur, samenstellen en druksystemen.

  • 6 Bij ministeriële regeling kunnen ten aanzien van het passend onderzoek als bedoeld in het vijfde lid nadere regels worden gesteld.

  • 7 Bij de toepassing van het tweede en vijfde lid wordt rekening gehouden met de onderzoeken in het kader van de beoordeling van overeenstemming, bedoeld in de artikelen 11, 12 en 12a.

  • 8 De instelling of dienst, bedoeld in het derde lid, stelt een rapport op van de keuring, bedoeld in het tweede lid.

  • 9 Door de instelling of dienst, bedoeld in het derde lid, wordt een verklaring van ingebruikneming afgegeven indien is gebleken dat tegen het in gebruik nemen van drukapparatuur, samenstellen of druksystemen geen bezwaar bestaat.

  • 10 Door de instelling of dienst, bedoeld in het derde lid, kan een voorlopige verklaring van ingebruikneming worden afgegeven, wanneer ten aanzien van drukapparatuur, samenstellen of druksystemen nog niet aan alle verplichtingen ingevolge dit artikel is voldaan, doch hiervan vooralsnog geen extra gevaar is te duchten.

  • 11 Een voorlopige verklaring van ingebruikneming als bedoeld in het tiende lid wordt slechts verleend voor beperkte duur en wordt in ieder geval ingetrokken wanneer de redenen waarom deze is afgegeven, zijn vervallen.

  • 12 Een voorlopige verklaring van ingebruikneming als bedoeld in het tiende lid vervalt indien binnen een in deze verklaring gestelde termijn de door de betrokken instelling of dienst nodig geachte en nader omschreven voorzieningen niet zijn getroffen.

Bewaren documenten

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Gedurende tien jaar na de vervaardiging van drukapparatuur of samenstellen of indien deze in een serie zijn vervaardigd, na de vervaardiging van de laatste drukapparatuur of samenstellen, bewaart de fabrikant overeenkomstig bijlage III bij de richtlijn, voor zover van toepassing, de technische documentatie, een afschrift van de EG-verklaring van overeenstemming, een afschrift van de verklaring van EG-typeonderzoek of EG-ontwerponderzoek inclusief de aanvullingen daarop, alsmede de gegevens, bedoeld in punt 5 van module D, onderscheidenlijk punt 6 van module D1, onderscheidenlijk punt 5 van module E, onderscheidenlijk punt 6 van module E1, onderscheidenlijk punt 5 van module H van bijlage III bij de richtlijn.

  • 2 Indien de fabrikant niet in de Europese Economische Ruimte is gevestigd is het eerste lid van toepassing op degene die de drukapparatuur of samenstellen in de Europese Economische Ruimte in de handel brengt.

  • 3 Zolang het druksysteem, bedoeld in artikel 8, derde lid, in werking is of in werking kan worden gesteld, bewaart de gebruiker, voor zover van toepassing, de technische documentatie, de verklaring van overeenstemming, de verklaring van typeonderzoek of ontwerponderzoek inclusief de aanvullingen daarop, alsmede de overeenkomstige gegevens als bedoeld in punt 5 van module D, onderscheidenlijk punt 6 van module D1, onderscheidenlijk punt 5 van module E, onderscheidenlijk punt 6 van module E1, onderscheidenlijk punt 5 van module H van bijlage III bij de richtlijn.

  • 4 Zolang de drukapparatuur, samenstellen of druksystemen in werking zijn of in werking kunnen worden gesteld bewaart de gebruiker, voor zover van toepassing, de EG-verklaring van overeenstemming, de gebruiksaanwijzing, bedoeld in bijlage I, punt 3.4, bij de richtlijn, de verklaring van ingebruikneming, bedoeld in artikel 12b, tweede lid, en de voorlopige verklaring van ingebruikneming, bedoeld in artikel 12b, tiende lid.

Voorgenomen wijzigingen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Van voorgenomen wijzigingen in drukapparatuur of samenstellen of het type hiervan waarvoor een verklaring van EG-typeonderzoek of EG-ontwerponderzoek is afgegeven of van voorgenomen wijzigingen in een kwaliteitssysteem waarvoor een goedkeuring is verleend overeenkomstig bijlage III bij de richtlijn, wordt de aangewezen aangemelde keuringsinstelling die deze verklaring of goedkeuring heeft afgegeven onderscheidenlijk heeft verleend onverwijld in kennis gesteld.

  • 2 De aangewezen aangemelde keuringsinstelling, bedoeld in het eerste lid, beoordeelt de wijzigingen en deelt schriftelijk mee of een verklaring van EG-typeonderzoek of EG-ontwerponderzoek onderscheidenlijk een goedgekeurd kwaliteitssysteem voor de gewijzigde drukapparatuur of samenstellen of het gewijzigde type hiervan geldig is of aanvullingen behoeft dan wel dat het kwaliteitssysteem opnieuw moet worden beoordeeld.

  • 3 Indien de aangewezen aangemelde keuringsinstelling, bedoeld in het eerste lid, van oordeel is dat de wijzigingen van invloed kunnen zijn op de overeenstemming met de in bijlage I bij de richtlijn opgenomen essentiële veiligheidseisen, wordt de gewijzigde drukapparatuur of samenstellen of het gewijzigde type hiervan aan het EG-typeonderzoek of EG-ontwerponderzoek onderscheidenlijk aan de beoordeling van het kwaliteitssysteem, bedoeld in bijlage III bij de richtlijn, onderworpen. Bij goedkeuring van het EG-typeonderzoek of het EG-ontwerponderzoek wordt een aanvulling op de oorspronkelijke verklaring afgegeven.

  • 4 Van voorgenomen wijzigingen in druksystemen of het type hiervan waarvoor een verklaring van typeonderzoek of ontwerponderzoek is afgegeven of van voorgenomen wijzigingen in een kwaliteitssysteem waarvoor een goedkeuring is verleend overeenkomstig bijlage III bij de richtlijn op grond van artikel 12a, tweede lid, wordt de aangewezen aangemelde keuringsinstelling die deze verklaring of goedkeuring heeft afgegeven onderscheidenlijk heeft verleend onverwijld in kennis gesteld.

  • 5 De aangewezen aangemelde keuringsinstelling, bedoeld in het vierde lid, beoordeelt de wijzigingen en deelt schriftelijk mee of een verklaring van typeonderzoek of ontwerp-onderzoek onderscheidenlijk een goedgekeurd kwaliteitssysteem voor het gewijzigde druksysteem of het gewijzigde type hiervan geldig is of aanvullingen behoeft dan wel dat het kwaliteitssysteem opnieuw moet worden beoordeeld.

  • 6 Indien de aangewezen aangemelde keuringsinstelling, bedoeld in het vierde lid, van oordeel is dat de wijzigingen van invloed kunnen zijn op de overeenstemming met de in bijlage I bij de richtlijn opgenomen essentiële veiligheidseisen, wordt het gewijzigde druksysteem of het gewijzigde type hiervan aan het typeonderzoek of ontwerp-onderzoek onderscheidenlijk de beoordeling van het kwaliteitssysteem overeenkomstig bijlage III bij de richtlijn op grond van artikel 12a, tweede lid, onderworpen. Bij goedkeuring van het typeonderzoek of het ontwerponderzoek wordt een aanvulling op de oorspronkelijke verklaring afgegeven.

CE-markering

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 16

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 De CE-markering bestaat uit de letters CE overeenkomstig het model in bijlage VI bij de richtlijn, gevolgd door het identificatienummer van de aangewezen aangemelde keuringsinstelling die betrokken is geweest bij de produktiecontrolefase.

  • 2 De CE-markering en de gegevens, bedoeld in punt 3.3 van bijlage I bij de richtlijn, wordt overeenkomstig dit punt zichtbaar, goed leesbaar en onuitwisbaar aangebracht op drukapparatuur of samenstellen als bedoeld in artikel 7, onderscheidenlijk artikel 8, wanneer deze zijn voltooid, of zich in een staat bevinden die het mogelijk maakt de eindcontrole, bedoeld in punt 3.2 van bijlage I bij de richtlijn, te verrichten.

  • 3 Op elk van de afzonderlijke drukapparaten waaruit een samenstel bestaat behoeft niet een CE-markering te worden aangebracht. De afzonderlijke drukapparaten die reeds een CE-markering hebben wanneer zij in het samenstel worden opgenomen, behouden die markering.

  • 4 Op drukapparatuur en samenstellen worden geen markeringen aangebracht die derden kunnen misleiden omtrent de betekenis of grafische vorm van de CE-markering. Andere markeringen mogen worden aangebracht op voorwaarde dat de zichtbaarheid en leesbaarheid van de CE-markering er niet door worden verminderd.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Drukapparatuur en samenstellen die zijn voorzien van de CE-markering en vergezeld gaan van de EG-verklaring van overeenstemming worden vermoed te voldoen aan dit besluit, voor zover de voorschriften betrekking hebben op het ontwerp, de fabricage en de beoordeling van de overeenstemming.

  • 2 Druksystemen die vergezeld gaan van de verklaring van overeenstemming worden vermoed te voldoen aan dit besluit, voor zover de voorschriften betrekking hebben op het ontwerp, de fabricage en de beoordeling van de overeenstemming.

Materiaalgoedkeuring

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 De Europese materiaalgoedkeuring wordt op verzoek van één of meer materiaal- of drukapparatuurfabrikanten verleend door een hiertoe aangewezen aangemelde keuringsinstelling.

  • 2 De voor de fabricage van drukapparatuur gebruikte materialen die voldoen aan de Europese materiaalgoedkeuringen waarvan de referenties door de Commissie van de Europese Gemeenschappen zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, worden geacht te voldoen aan de daarop van toepassing zijnde essentiële veiligheidseisen, bedoeld in bijlage I bij de richtlijn.

Inhoud verklaringen en goedkeuringen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 18a. Inhoud verklaringen en goedkeuringen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Met uitzondering van de verklaring van EG-typeonderzoek, de verklaring van EG-ontwerponderzoek, de EG-verklaring van overeenstemming en de goedkeuring van het kwaliteitssysteem als bedoeld in bijlage III bij de richtlijn, kunnen bij ministeriële regeling ten aanzien van de inhoud en geldigheidsduur van verklaringen en goedkeuringen nadere regels worden gesteld.

Intrekking verklaringen en goedkeuringen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 19

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 De aangewezen keuringsinstelling of aangewezen aangemelde keuringsinstelling trekt een door haar afgegeven verklaring van EG-typeonderzoek, onderscheidenlijk typeonderzoek of EG-ontwerponderzoek, onderscheidenlijk ontwerponderzoek of een verleende goedkeuring van het kwaliteitssysteem als bedoeld in bijlage III bij de richtlijn, onderscheidenlijk artikel 12a, tweede lid, in, indien de essentiële veiligheidseisen of de voorgeschreven gebruiksomstandigheden, bedoeld in bijlage I bij de richtlijn, zodanig zijn gewijzigd dat het type onderscheidenlijk het kwaliteitssysteem niet voldoet aan de gewijzigde eisen op het tijdstip waarop deze volgens de richtlijn van toepassing zijn.

  • 2 De aangewezen aangemelde keuringsinstelling trekt een door haar verleende Europese materiaalgoedkeuring in, indien naar haar oordeel deze goedkeuring niet verleend had mogen worden of indien de materiaalsoort onder een geharmoniseerde norm valt.

Hoofdstuk IV. Aangewezen keuringsinstellingen, aangewezen onafhankelijke instellingen en aangewezen keuringsdienst van gebruikers

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 19a. Criteria voor aanwijzing

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Als aangewezen keuringsinstelling, aangewezen aangemelde keuringsinstelling of aangewezen aangemelde onafhankelijke instelling kan worden aangewezen een instelling die:

    • a. rechtspersoonlijkheid heeft;

    • b. haar zetel of een vestiging in Nederland heeft;

    • c. onafhankelijk is van degenen die bij het resultaat van de uitvoering van de taken waarvoor zij is aangewezen belang hebben;

    • d. beschikt over voldoende deskundigheid en outillage om de uitvoering van de taken waarvoor zij is aangewezen, naar behoren te kunnen vervullen;

    • e. beschikt over een behoorlijke administratie waarin de gegevens die samenhangen met en betrekking hebben op de uitvoering van haar taken, op een systematische wijze zijn vastgelegd. Aan de hand van deze gegevens zijn de gekeurde drukapparatuur, samenstellen en druksystemen, alsmede de onderzochte kwaliteitssystemen afdoende te identificeren;

    • f. naar behoren functioneert.

  • 2 Als aangewezen keuringsdienst van gebruikers of als aangewezen aangemelde keuringsdienst van gebruikers kan worden aangewezen een keuringsdienst die voldoet aan de voorschriften, genoemd in het eerste lid onder b tot en met f.

  • 3 In aanvulling op het eerste lid komen voor een aanwijzing als aangewezen aangemelde keuringsinstelling of als aangewezen aangemelde onafhankelijke instelling slechts in aanmerking instellingen die ten minste voldoen aan de in bijlage IV van de richtlijn neergelegde voorwaarden.

  • 4 In aanvulling op het tweede lid komen voor een aanwijzing als aangewezen aangemelde keuringsdienst van gebruikers slechts in aanmerking keuringsdiensten die ten minste voldoen aan de in bijlage V van de richtlijn neergelegde voorwaarden en handelen overeenkomstig het gemeenschappelijk veiligheidsbeleid van de groep waartoe zij behoren.

  • 5 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid.

  • 6 Een keuringsdienst van gebruikers die deel uitmaakt van een mijnbouwonderneming wordt aangewezen door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken.

Artikel 20. Keuringsinstellingen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Een aangewezen aangemelde keuringsinstelling is belast met de volgende taken, voorzover hiervoor aangewezen:

    • a. de toepassing van de procedures voor de beoordeling van de overeenstemming, bedoeld in de artikelen 11 en 12;

    • b. de Europese materiaalgoedkeuring, bedoeld in artikel 18.

  • 2 Een aangewezen keuringsinstelling is belast met de volgende taken, voorzover hiervoor aangewezen:

    • a. de toepassing van de procedures voor de beoordeling van de overeenstemming, bedoeld in artikel 12a;

    • b. de keuring voor ingebruikneming, bedoeld in artikel 12b.

Artikel 21. Onafhankelijke instellingen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Een aangewezen aangemelde onafhankelijke instelling is belast met de taken, bedoeld in de punten 3.1.2 en 3.1.3 van bijlage I bij de richtlijn.

Artikel 22. Keuringsdienst van gebruikers

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Een aangewezen keuringsdienst van gebruikers en een aangewezen aangemelde keuringsdienst van gebruikers werkt uitsluitend voor de groep waarvan hij deel uitmaakt, welke groep een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid hanteert ten aanzien van de technische specificaties voor ontwerp, fabricage, controle, onderhoud en gebruik van drukapparatuur, samenstellen en druksystemen.

  • 2 Een aangewezen aangemelde keuringsdienst van gebruikers is belast met de toepassing van de procedures voor de beoordeling van de overeenstemming, bedoeld in de artikelen 11 en 12, en hanteert hierbij de modules A1, C1, F of G, bedoeld in bijlage III bij de richtlijn,

  • 3 Een aangewezen keuringsdienst van gebruikers is belast met de volgende taken voorzover hiervoor aangewezen:

    • a. de toepassing van de procedures voor de beoordeling van de overeenstemming, bedoeld in artikel 12a, en hanteert hierbij de modules A1, C1, F of G, bedoeld in bijlage III bij de richtlijn,

    • b. de keuring voor ingebruikneming, bedoeld in artikel 12b.

  • 4 Drukapparatuur en samenstellen waarvan de overeenstemming is beoordeeld door een aangewezen aangemelde keuringsdienst van gebruikers en druksystemen waarvan de overeenstemming is beoordeeld door een aangewezen keuringsdienst van gebruikers, dragen geen CE-markering en worden uitsluitend gebruikt in vestigingen die behoren tot de groep waarvan de betreffende keuringsdienst deel uitmaakt.

Artikel 22a. Verstrekken gegevens

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

De in artikel 1, onder t, u, v en w, bedoelde instellingen of keuringsdiensten verstrekken jaarlijks aan Onze Minister een afschrift van de polis van de afgesloten verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid tegen alle risico's die voortvloeien uit de uitoefening van de taken waarvoor zij zijn aangewezen.

Artikel 22b. Wijziging, beëindiging werkzaamheden

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Indien een wijziging plaatsvindt in de gegevens op grond waarvan de keuringsinstelling, de onafhankelijke instelling of de keuringsdienst van gebruikers is aangewezen, doet de instelling of dienst hiervan terstond mededeling aan Onze Minister.

  • 2 Indien een instelling of dienst voornemens is een of meer van de taken waarvoor zij is aangewezen, te beëindigen, doet zij hiervan terstond mededeling aan Onze Minister en de certificaathouders. In dat geval worden door de instelling of dienst de gegevens, bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onder e, overgedragen aan Onze Minister dan wel, na toestemming van Onze Minister en de certificaathouders, een andere instelling of dienst die voor dezelfde taken is aangewezen.

Artikel 22c. Aanvraag om aanwijzing

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Een aanvraag om aanwijzing gaat vergezeld van het bewijs dat is voldaan aan de criteria, bedoeld in artikel 19a, eerste of tweede lid, dan wel in geval van artikel 19a, derde of vierde lid, tevens van bewijs dat is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in het derde of vierde lid, dan wel van een verklaring waaruit de bereidheid blijkt om voor eigen rekening een onderzoek naar het voldoen aan deze criteria dan wel voorwaarden te ondergaan.

  • 2 Een aanwijzing kan worden geweigerd, dan wel worden gewijzigd of ingetrokken, indien niet of niet volledig is voldaan aan de bij de wet of bij of krachtens dit besluit gestelde voorschriften. Een aanwijzing kan worden ingetrokken indien de keuringsinstelling, onafhankelijke instelling of keuringsdienst gedurende een aaneengesloten periode van twee jaar geen werkzaamheden, waarvoor zij is aangewezen, heeft uitgevoerd.

  • 3 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid.

Hoofdstuk V. Verkeer en gebruik

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 23

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Drukapparatuur, samenstellen en druksystemen gaan vergezeld van een gebruiksaanwijzing, bestemd voor de gebruiker, met alle voor de veiligheid van belang zijnde informatie als bedoeld in punt 3.4 van bijlage I bij de richtlijn.

Opstelling drukapparatuur, samenstellen en druksystemen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 23a

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 De opstelling van een drukapparaat of samenstel voorzien van een CE-markering en een druksysteem moet zodanig zijn dat het toegankelijk en bereikbaar is voor het gebruik en het uitvoeren van onderhoud, onderzoek, inspectie, reparatie en keuringen. Zij zijn voorzien van een zodanige ondersteuning dat de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen ter uitvoering van het eerste lid nadere regels worden gesteld.

Onderhoud en gebruik conform bestemming

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 24

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Degene die drukapparatuur, samenstellen of druksystemen voorhanden heeft, aflevert, tentoonstelt of gebruikt zorgt ervoor dat die in goede staat van onderhoud verkeren.

  • 2 Degene die drukapparatuur, samenstellen of druksystemen gebruikt of doet gebruiken, zorgt ervoor dat die drukapparatuur, samenstellen of druksystemen overeenkomstig hun bestemming worden gebruikt.

  • 3 Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing voor zover drukapparatuur, samenstellen of druksystemen hetzij zijn afgekeurd hetzij onklaar zijn gemaakt hetzij anderszins kennelijk niet meer voor gebruik zijn bestemd.

Tentoonstelling en demonstratie

[Vervallen per 01-09-2003]

Artikel 25

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 4, eerste tot en met derde lid, is niet van toepassing op het tentoonstellen en demonstreren op (jaar-)beurzen, exposities en bij demonstraties van drukapparatuur, samenstellen of druksystemen die niet in overeenstemming zijn met dit besluit, mits op een zichtbaar bord duidelijk is aangegeven dat zij niet in overeenstemming zijn met dit besluit en niet te koop zijn voordat zij door de fabrikant of zijn in de Europese Economische Ruimte gevestigde gemachtigde in overeenstemming zijn gebracht met dit besluit. Bij demonstraties worden alle nodige veiligheidsmaatregelen genomen om de bescherming van de mens te waarborgen.

Hoofdstuk VI. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Nederlandse taal

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 29

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

De informatie, bedoeld in de punten 3.3 en 3.4 van bijlage I bij de richtlijn, wordt verstrekt in de Nederlandse taal indien de drukapparatuur of samenstellen ter beschikking worden gesteld aan de eindgebruiker in Nederland.

Hoofdstuk VII. Wijziging regelgeving

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Mijnreglement continentaal plat

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 32

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

[Red: Wijzigt het Mijnreglement continentaal plat.]

Besluiten op grond van de Wet milieubeheer

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 34

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

[Red: Wijzigt het Besluit opslag propaan milieubeheer, het Besluit LPG-tankstations, het Besluit propaan in de bouw milieubeheer, het Besluit chemische wasserijen milieubeheer, het Besluit opslag goederen milieubeheer, het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer, het Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer, het Besluit houtbewerkende bedrijven milieubeheer, het Besluit tuinbouwbedrijven met bedekte teelt milieubeheer.]

Artikel 35

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

[Red: Wijzigt het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen, het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer.]

Artikel 36

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

[Red: Wijzigt het Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer.]

Artikel 37

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

[Red: Wijzigt het Besluit herstelinrichtingen motorvoertuigen milieubeheer.]

Artikel 38

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

[Red: Wijzigt het Besluit tankstations milieubeheer. ]

Hoofdstuk VIII. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Overgangsrecht

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 39

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Dit besluit is niet van toepassing op drukapparatuur en samenstellen die voldoen aan de wettelijke voorschriften zoals die luiden op de dag voor de inwerkingtreding van dit besluit, voor 29 mei 2002 in de handel zijn gebracht en voor of na deze laatste datum in bedrijf zijn of worden gesteld voor zover zij niet alsnog in overeenstemming worden gebracht met de bepalingen van dit besluit.

  • 2 Met betrekking tot drukapparatuur en samenstellen als bedoeld in het eerste lid waarop dit besluit niet wordt toegepast en waarop ingevolge één of meer andere wettelijke regelingen de CE-markering wordt aangebracht, worden op de bij die drukapparatuur en samenstellen gevoegde documenten, handleidingen of gebruiksaanwijzingen de in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakte referenties van de aan die wettelijke regelingen ten grondslag liggende richtlijnen vermeld.

Wijziging richtlijnen

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 40

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

  • 1 Een wijziging van een van de bijlagen van de richtlijn waarnaar in dit besluit wordt verwezen, treedt voor de toepassing van de bij of krachtens dit besluit gestelde regels in werking met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

  • 2 Een wijziging van de richtlijnen, bedoeld in artikel 2, onder e, treedt voor de toepassing van artikel 2 in werking met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 41

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 29 november 1999.

Citeertitel

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Artikel 42

[Regeling vervallen per 19-07-2016]

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit drukapparatuur.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 5 juli 1999

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de tweeëntwintigste juli 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals