Wet van 8 juli 1999, houdende aanpassing van de Nederlandse wetgeving aan richtlijn
96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming
van databanken
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Nederlandse wetgeving
aan te passen met het oog op richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming
van databanken (Pb EG L77);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: