In artikel 11, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, van de Wet op de omzetbelasting
1968, hierna de Wet, is met ingang van 31 maart 1995, 18.00 uur, aangegeven, dat het
aldaar bedoelde verzoek om voor de levering van onroerende zaken te worden uitgezonderd
van de vrijstelling slechts kan plaatsvinden, indien de afnemer van die prestatie
de onroerende zaak gebruikt voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig
recht op aftrek van de belasting op de voet van artikel 15 van de Wet bestaat. Als
dergelijke afnemers kunnen slechts worden aangemerkt personen die vanwege hun prestaties
zijn onderworpen aan de heffing van omzetbelasting en vanwege de soort en de omvang
van die prestaties tot vorenbedoeld niveau recht op aftrek van voorbelasting hebben.
In artikel 11, eerste lid, onderdeel b, onder 5°, van de Wet is mutatis mutandis hetzelfde
aangegeven met betrekking tot het aldaar bedoelde verzoek om voor de verhuur van onroerende
zaken te worden uitgezonderd van de vrijstelling.
Op grond van internationale overeenkomsten en verdragen kunnen diplomatieke instellingen
en bepaalde internationale organisaties veelal aanspraak maken op vrijstelling van
omzetbelasting, welke ook kan zien op de levering of de huur van onroerende zaken.
Goedgekeurd wordt, dat in de gevallen waarin op grond van evenbedoelde overeenkomsten
of verdragen aanspraak op vrijstelling van omzetbelasting bestaat in verband met het
gebruik van onroerende zaken, toch een verzoek wordt gedaan als bedoeld in artikel
11, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, van de Wet, respectievelijk een verzoek als
bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel b, onder 5°, van de Wet. Daarbij dient
de aanspraak op vrijstelling van omzetbelasting door de huurder c.q. door degene aan
wie wordt geleverd, te worden aangetoond.
Mocht onduidelijkheid bestaan over de aanspraak op vrijstelling van omzetbelasting
door diplomatieke instellingen en internationale organisaties, dan kan contact worden
opgenomen met het Ministerie van Financiën, directie Internationale Fiscale Zaken,
tel. 070-342 8279 of 342 8274.
Dit besluit dient ter vervanging van het besluit van 19 december 1995, nr. VB 95/4060.