Volmachtregeling VWS

Geraadpleegd op 15-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 20-01-2007 en zichtdatum 20-01-2007.
Geldend van 20-01-2007 t/m 31-12-2008

Volmachtregeling VWS

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Besluit:

Hoofdstuk 1. Definities

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Minister:

    de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • b. rechtshandeling:

    een privaatrechtelijke rechtshandeling;

  • c. volmacht:

    de bevoegdheid in naam van de Minister privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • d. gevolmachtigde:

    degene aan wie volmacht is verleend;

  • e. volmachtgever:

    degene die volmacht verleent;

  • f. raamovereenkomst:

    een overeenkomst met een of meer ondernemers met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden betreffende te plaatsen opdrachten vast te leggen, met name wat betreft prijs en, in voorkomend geval, de beoogde hoeveelheid;

  • g. het hoofd van de afdeling Inkoop:

    de door de Minister als zodanig aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen

Artikel 2

  • 1 De volmachtgever blijft bevoegd de bevoegdheid waar de volmacht betrekking op heeft uit te oefenen.

  • 2 De volmachtgever kan de volmacht te allen tijde intrekken.

Artikel 3

  • 1 De volmachtgever kan ter zake van de uitoefening van de gevolmachtigde bevoegdheid zowel algemene als bijzondere aanwijzingen geven.

  • 2 De gevolmachtigde verschaft de volmachtgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid.

Artikel 4

Een door de gevolmachtigde binnen de grenzen van zijn bevoegdheid verrichte rechtshandeling geldt als een rechtshandeling van de volmachtgever.

Artikel 6

Bij de uitoefening van de volmacht vermeldt de gevolmachtigde, indien mogelijk schriftelijk, namens welke bewindspersoon de rechtshandeling wordt verricht.

Artikel 7

Bij afwezigheid of verhindering van een gevolmachtigde wordt, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, diens bevoegdheid tot het verrichten van de rechtshandeling uitgeoefend door de plaatsvervanger, met uitzondering van de bevoegdheid tot het verlenen, het wijzigen of intrekken van een ondervolmacht.

Hoofdstuk 3. Verlening van volmacht

Artikel 8

De Secretaris-Generaal heeft volmacht ten aanzien van alle rechtshandelingen met uitsluiting van de rechtshandelingen die ingevolge artikel 11 door de Minister worden verricht.

Artikel 9

De plaatsvervangend Secretaris-Generaal heeft volmacht ten aanzien van de rechtshandelingen die behoren tot zijn werkterrein.

Artikel 10

  • 1 De volgende functionarissen hebben volmacht ten aanzien van het verrichten van rechtshandelingen die tot hun werkterrein behoren:

    • a. de Directeuren-Generaal en de Directeuren van een beleidsdirectie, stafeenheid of facilitaire eenheid van het kernministerie;

    • b. de Directeur-Generaal van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en de directeuren;

    • c. de Directeur van het Nederlands Vaccin Instituut;

    • d. de Inspecteur-Generaal voor de Gezondheidszorg;

    • e. de Hoofdinspecteur Jeugdzorg;

    • f. de Directeur van het agentschap Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg;

    • g. de Directeur van het agentschap College ter Beoordeling van Geneesmiddelen;

    • h. de Directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau;

    • i. de Algemeen Secretaris van de Gezondheidsraad;

    • j. de Algemeen Secretaris van de Raad voor Gezondheidsonderzoek;

    • k. de Secretaris van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling;

    • l. de Algemeen Secretaris van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg;

    • m. de hoofden van de direct onder de functionarissen, genoemd onder a tot en met l, ressorterende organisatie-eenheden tot een bedrag van € 25.000 inclusief btw.

  • 2 De volmacht, verleend in het eerste lid, heeft geen betrekking op het sluiten van borgtochtovereenkomsten, vaststellingsovereenkomsten, overeenkomsten van geldlening en overeenkomsten, waarbij zaken worden verhuurd of verkocht, met uitzondering van overeenkomsten waarbij tijdschriften op basis van abonnementen worden verkocht.

Hoofdstuk 4. Beperkingen van volmacht

Artikel 11

  • 1 Aan de Minister blijft voorbehouden:

    • a. de bevoegdheid tot het verrichten van rechtshandelingen waarbij een buitenlandse publiekrechtelijke rechtspersoon partij is en

    • b. de bevoegdheid tot het oprichten van een privaatrechtelijke rechtspersoon.

  • 2 Voorts is het verrichten van rechtshandelingen waaruit belangrijke politieke, bestuurlijke of financiële gevolgen kunnen voortvloeien, voorbehouden aan de Minister.

Artikel 12

  • 3 Het hoofd van de afdeling Inkoop heeft tevens volmacht voor het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot de verwerving van goederen en diensten op het werkterrein van de functionarissen, genoemd in artikel 10, eerste lid, mits hij daartoe van hen opdracht krijgt.

  • 4 Het eerste lid geldt niet voor nadere overeenkomsten op basis van een raamovereenkomst.

Artikel 13

  • 1 In afwijking van de artikelen 10 en 12 heeft de Directeur Facilitaire Dienst volmacht om overeenkomsten te sluiten waarbij bepaalde, door de Secretaris-Generaal aangewezen, categorieën goederen en diensten worden verworven.

  • 2 In afwijking van het eerste lid hebben de Directeur Facilitaire Dienst en het hoofd van de afdeling Inkoop tezamen volmacht met betrekking tot overeenkomsten als bedoeld in artikel 12, eerste en tweede lid, waarbij bepaalde, met toepassing van het eerste lid aangewezen goederen en diensten worden verworven.

  • 3 Het hoofd van de afdeling Inkoop heeft tevens volmacht voor het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot de verwerving van deze goederen en diensten op het werkterrein van de functionarissen, genoemd in artikel 10, eerste lid, onder a, mits hij daartoe van hen opdracht krijgt.

  • 4 Het eerste en het tweede lid gelden niet voor nadere overeenkomsten op basis van een raamovereenkomst.

Artikel 14

In afwijking van artikel 10 wordt uitsluitend aan de Directeur Financieel-Economische Zaken en door deze aan te wijzen kasbeheerders volmacht verleend om bankrekeningen te openen, te wijzigen en op te heffen.

Artikel 15

In afwijking van artikel 10, tweede lid, wordt aan de Directeur Curatieve Zorg volmacht verleend tot het aangaan van borgtochtovereenkomsten uit hoofde van de Garantieregeling Inrichtingen voor Gezondheidszorg 1958, de Rijksregeling dagverblijven voor gehandicapten (Stcrt. 1971, 64) en de Rijksregeling gezinsvervangende tehuizen voor gehandicapten (Stcrt. 1971, 254).

Hoofdstuk 5. Ondervolmacht

Artikel 16

  • 1 De directeuren van beleidsdirecties en stafeenheden zijn bevoegd ondervolmacht te verlenen aan de directeur van een facilitaire eenheid.

  • 3 Ondervolmacht kan hetzij algemeen hetzij voor een bepaald geval verleend worden.

  • 4 Elke ondervolmacht wordt schriftelijk verleend en behoeft goedkeuring van de Secretaris-Generaal.

  • 5 Op ondervolmacht zijn de bepalingen van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 6. Bijzonder ondervolmacht

Artikel 17

  • 1 Onverminderd artikel 11 kan de Secretaris-Generaal in het kader van een bepaald project en in andere bijzondere gevallen naast of in plaats van de op grond van de Hoofdstukken 3, 4 en 5 bevoegde functionarissen aan anderen de bevoegdheid verlenen in naam van de Minister privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

  • 2 Bijzondere ondervolmacht aan personen die geen ambtenaar zijn, wordt slechts verleend voor zover daartoe dwingende redenen zijn.

Hoofdstuk 7. Bijzondere ondervolmacht

Artikel 18

  • 1 De Directeur Bestuursondersteuning houdt een centraal register bij van alle gevolmachtigden en van de inhoud van hun volmacht.

  • 2 Bij beëindiging of wijziging van een volmacht wordt een kopie van het besluit tot beëindiging of wijziging toegezonden naar de Directeur Bestuursondersteuning.

Hoofdstuk 8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 19

Volmachten, verleend voor het tijdstip van het inwerkingtreden van deze regeling, vervallen met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 20

De regeling van de Minister van 15 juli 1998, kenmerk DWJZ-U-98902, wordt ingetrokken.

Artikel 21

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 1999.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers