Regeling niet-herbruikbaar en niet-verbrandbaar bouw- en sloopafval

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 27-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2011 en zichtdatum 01-07-2011.
Geldend van 02-12-2009 t/m 31-12-2012

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    a. partij bouw- en sloopafval:

    maximaal 50 m³ bouw- en sloopafval of residuen afkomstig van het bewerken van bouw- en sloopafval;

    b. niet-herbruikbare en niet-verbrandbare componenten:
    • -

      verontreinigd steenachtig materiaal, dat niet geschikt is voor hergebruik;

    • -

      met polystyreen geïsoleerde betonconstructies;

    • -

      thermische of akoestische isolatiematerialen die voor het grootste deel bestaan uit minerale elementen;

    • -

      teerhoudende of bitumineuze dakbedekkingen en het materiaal dat daarmee verkleefd is;

    • -

      zachte steenachtige materialen;

    • -

      gewolmaniseerd hout;

    • -

      glas;

    • -

      samengestelde materialen die niet met de gangbare technieken, bedoeld in NEN 5884, juni 1998, gescheiden kunnen worden en die voor meer dan 50 gewichtsprocenten bestaan uit twee of meer van de bovengenoemde componenten.

  • 2 Deze regeling heeft geen betrekking op dakgrind, tenzij dit verkleefd is met teerhoudende of bitumineuze dakbedekkingen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Een partij bouw- en sloopafval is niet-herbruikbaar en niet-verbrandbaar, indien de gewichtscoëfficiënt aan niet-herbruikbare en niet-verbrandbare componenten met een grootte van meer dan 60 mm in die partij meer dan 85 bedraagt.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De gewichtscoëfficiënt, bedoeld in artikel 2, wordt bepaald overeenkomstig de methode die is aangegeven in de bij deze regeling behorende bijlage.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De Regeling niet-herbruikbaar bouw- en sloopafval wordt ingetrokken.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling niet-herbruikbaar en niet-verbrandbaar bouw- en sloopafval.

Bijlage bij de Regeling niet-herbruikbaar en niet-verbrandbaar bouw- en sloopafval

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Methode om de gewichtscoëfficiënt van niet-herbruikbaar en niet-verbrandbaar bouw- en sloopafval te bepalen

Er zijn twee mogelijke methoden om de gewichtscoëfficiënt te bepalen. Deze methoden zijn gelijkwaardig.

Methode 1 (Bepaling gewicht van niet-herbruikbare en niet-verbrandbare fractie)

  • a. Bepaal het gewicht van de te onderzoeken partij (Mtot);

  • b. Stort de te onderzoeken partij op een voor het onderzoek aangeveegde verharde plaats op het stortbordes;

  • c. Sorteer uit de partij die componenten die in artikel 1, onder b, zijn genoemd en leg deze fractie apart;

  • d. Zeef de onder c. apart gehouden fractie;

  • e. De fractie die op de zeef achterblijft, wordt in de verzamelcontainer overgeladen;

  • f. Bepaal het gewicht van de inhoud van de verzamelcontainer (Mnhnv);

  • g. Bepaal de gewichtscoëfficiënt van niet-herbruikbare en niet-verbrandbare componenten door de volgende berekening:

Bijlage 123947.png

Methode 2 (Bepaling gewicht van herbruikbare en verbrandbare fractie)

  • a. Bepaal het gewicht van de te onderzoeken partij (Mtot);

  • b. Zeef de te onderzoeken partij op de zeef boven de verzamelcontainer;

  • c. Stort de fractie die op de zeef achterblijft (groter dan 60 mm) op het stortbordes;

  • d. Sorteer uit de partij op het stortbordes die componenten die niet in artikel 1, onder b, zijn genoemd en leg deze in de verzamelcontainer bij de fractie kleiner dan 60 mm;

  • e. Bepaal het gewicht van de inhoud van de verzamelcontainer (Mhv);

  • f. Bepaal de gewichtscoëfficiënt van niet-herbruikbare en niet-verbrandbare componenten door de volgende berekening:

    Bijlage 123951.png

----