Besluit van 1 december 1999, houdende het van toepassing zijn van het reglement betreffende
het verlenen van radarpatenten (Besluit Reglement radarpatenten)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 27 augustus 1999,
nr. DGG/J-99005385, Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Stafafdeling Wetgeving en
Juridische Zaken;
Gelet op de op 17 oktober 1868 te Mannheim tot stand gekomen Herziene Rijnvaartakte
(Trb. 1955, 161, en 1964, 83), de resoluties van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart
van 26 november 1998 (protocol 1998-II-28) en 20 mei 1999 (protocol 1999-II-18 en19),
artikel 4, eerste lid, onder a, en derde lid, en artikel 14a van de Scheepvaartverkeerswet;
De Raad van State gehoord (advies van 5 november 1999, nr. W09.99.0465/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 25 november
1999, nr. DGG/J-99/008798, Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Stafafdeling Wetgeving
en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: