Regeling incidentele middelen voor achterstallig onderhoud AOC’s en categoriaal vbo-groen

[Regeling vervallen per 24-01-2004.]
Geraadpleegd op 28-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-09-2002.
Geldend van 05-12-1999 t/m 23-01-2004

Regeling incidentele middelen voor achterstallig onderhoud AOC’s en categoriaal vbo-groen

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. school:

uit ’s Rijks kas bekostigde school waar voorbereidend beroepsonderwijs wordt gegeven als bedoeld in artikel 10a, van de Wet op het voortgezet onderwijs met uitsluitend een afdeling landbouw en natuurlijke omgeving, alsmede een Agrarisch Opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft voorbereidend beroepsonderwijs in de afdeling landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 10c, onderdeel d, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

b. gebouw van vestiging:

permanente bouw en noodbouw van een school, nevenvestiging, of nevenvestigingen van een school, zoals geregistreerd bij het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij op 31 december 1996;

c. aantal m2:

aantal vierkante meters vloeroppervlak van het gebouw van vestiging zoals op 31 december 1996 geregistreerd bij het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

d. minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De minister kent aan het bevoegd gezag van een school een aanvullende exploitatievergoeding toe in verband met achterstallig onderhoud aan het gebouw van vestiging, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen:

    • a. bouw in de periode voor 1 januari 1976;

    • b. bouw in de periode van 1 januari 1976 tot en met 31 december 1986 en

    • c. bouw in de periode vanaf 1 januari 1987.

  • 2 De aanvullende exploitatievergoeding wordt aangewend voor het opheffen van achterstallig onderhoud aan het gebouw van vestiging van de betrokken school.

  • 3 De aanvullende exploitatievergoeding wordt berekend volgens artikel 3 en bedraagt per m

    • a. f 36,80 voor zover het betreft de in het eerste lid, onder a, genoemde periode;

    • b. f 33,08 voor zover het betreft de in het eerste lid, onder b, genoemde periode, en

    • c. f 7,04 voor zover het betreft de in het eerste lid, onder c, genoemde periode.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 2 Voor een vestiging van een Agrarisch Opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs, waarin zowel beroepsonderwijs op het gebied van landbouw en de natuurlijke omgeving als voorbereidend beroepsonderwijs in de afdeling landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 10c, onderdeel d, van de Wet op het voortgezet onderwijs wordt verzorgd, stelt de minister naar evenredigheid van het aantal leerlingen dat aan de genoemde vestiging voorbereidend beroepsonderwijs volgt, vast welk percentage van het aantal m

Artikel 4

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De minister zendt het bevoegd gezag van de school uiterlijk 15 december 1999 een beschikking omtrent de vaststelling van de vergoeding, bedoeld in artikel 2. Voor de vaststelling van de vergoeding behoeft geen aanvraag door het bevoegd gezag van de school te worden ingediend.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Van de vastgestelde vergoeding wordt in 1999 26,9% in 2000 13,45% en in 2002 59,65% verstrekt. De be-taling voor 1999 vindt plaats in de maand december, die voor de overige jaren in de maand maart.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling treedt inwerking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling incidentele middelen voor achterstallig onderhoud AOC’s en categoriaal vbo-groen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 2 december 1999

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

L.J. Brinkhorst