Wet van 2 december 1999 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband
met de mogelijkheid een registratiedatum te bepalen voor de uitoefening van stem-
en vergaderrechten in de naamloze vennootschap
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bevordering van de communicatie
met aandeelhouders en de verwerving en uitoefening van volmachten wenselijk is dat
het bestuur van een naamloze vennootschap kan bepalen dat slechts diegenen die op
een bepaalde datum als aandeelhouder of certificaathouder of als pandhouder of vruchtgebruiker
zijn geregistreerd, stem- en vergaderrechten kunnen uitoefenen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: