Wijzigingsbesluit enkele algemene maatregelen van bestuur (uitvoering Akkoord arbeidsvoorwaarden 1997-1999 sector Rechterlijke Macht)

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2002.]
Geraadpleegd op 28-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 21-12-2007 en zichtdatum 24-11-2024.
Geldend van 22-12-1999 t/m heden

Besluit van 10 december 1999 tot wijziging van enkele algemene maatregelen van bestuur in verband met onder meer de uitvoering van het Akkoord arbeidsvoorwaarden 1997-1999 sector Rechterlijke Macht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 28 oktober 1999, nr. 800547/99/6;

Gelet op artikel 54 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren;

De Raad van State gehoord (advies van 25 november 1999, nr. W03.99.0544/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 3 december 1999, nr. 808389/99/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel IV

De algemene onkostenvergoeding als bedoeld in het Besluit onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren bedraagt voor de president van de Hoge Raad, de procureur-generaal bij de Hoge Raad onderscheidenlijk de procureurs-generaal bij de gerechtshoven gedurende de periode van 1 april 1997 tot en met 31 mei 1999, in afwijking van de artikelen 1, derde lid, onderdeel a, en 2, tweede lid, onderdelen a en b, van het Besluit onkostenvergoeding rechterlijke ambtenaren zoals deze gedurende laatstbedoelde periode luidden, f 7140,00, f 7140,00 onderscheidenlijk f 6880,00 per jaar.

Artikel V

  • 1 Indien het belang van de dienst zich daartegen niet verzet, kan de functionele autoriteit zowel in 1998 als in 1999 eenmaal op verzoek van de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding het aantal uren dat de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding in dat jaar wekelijks gemiddeld meer werkt dan zijn arbeidsduur gemiddeld per week bedraagt en hij deswege met een maximum van vier per week opspaart, verlagen.

  • 2 Het aantal uren waarmee het totale aantal in een jaar opgespaarde uren kan worden verlaagd, bedraagt voor de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding met een volledige taak ten hoogste 32 uren. Voor een rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding met een gedeeltelijke taak kan het totale aantal in een jaar opgespaarde uren met ten hoogste een in evenredigheid lager aantal uren worden verlaagd. Het totale aantal in een jaar opgespaarde uren kan alleen worden verlaagd met een aantal uren dat deelbaar is door het getal vier.

  • 3 Onze Minister stelt vast voor welke datum verzoeken als bedoeld in het eerste lid kunnen worden ingediend.

  • 4 De functionele autoriteit beslist op of na de in het derde lid bedoelde datum gelijktijdig op de voor die datum ingediende verzoeken.

  • 5 De rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding ontvangt voor elk uur waarmee zijn totale aantal in een jaar opgespaarde uren overeenkomstig het eerste en tweede lid wordt verlaagd, een vergoeding ten bedrage van het salaris per uur dat hij geniet op de door Onze Minister krachtens het derde lid vastgestelde datum.

Artikel VI

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug als volgt:

  • a. wat de artikelen I en II betreft: tot en met 1 april 1997;

  • b. wat artikel V betreft: tot en met 1 januari 1998.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 10 december 1999

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de eenentwintigste december 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals