U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-01-2006.]Geraadpleegd op 14-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 23-07-2004 en zichtdatum 13-11-2024. Geldend van 20-06-2003 t/m 31-07-2004
Regeling tijdvak en inkomen ziekenfondsverzekering zelfstandigen
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;
Gelet op artikel 3d, vierde lid, van de Ziekenfondswet,
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-01-2006]
1 In deze regeling wordt verstaan onder:
een persoon als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;
het inkomen, bedoeld in artikel 3d, vierde lid, van de Ziekenfondswet;
winst uit onderneming als bedoeld in hoofdstuk II, afdeling 2, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964;
de periode van het derde tot en met het vijfde jaar vóór het kalenderjaar waarvoor de beoordeling ingevolge de Ziekenfondswet plaatsvindt.
2 Met een zelfstandige wordt gelijkgesteld degene die over enig jaar vóór 1 januari 1998 winst uit onderneming genoot.
1 Voor de toepassing van artikel 3d, eerste lid, van de Ziekenfondswet voor enig jaar wordt ten aanzien van een zelfstandige die gedurende de basisreferteperiode en daarna zelfstandige is gebleven, in aanmerking genomen het gemiddelde van de definitief vastgestelde inkomens over de jaren van de basisreferteperiode.
2 In afwijking van het eerste lid wordt op aanvraag van de zelfstandige voor de toepassing van artikel 3d, eerste lid, van de Ziekenfondswet het gemiddelde van zijn inkomens over twee jaren in de basisreferteperiode in aanmerking genomen. De aanvraag wordt slechts in behandeling genomen indien deze is gedaan binnen zes weken na dagtekening van de in artikel 3d, tweede lid, van de Ziekenfondswet bedoelde verklaring.
3 Indien over enig jaar het inkomen nog niet definitief is vastgesteld, wordt het voorlopig vastgestelde inkomen in aanmerking genomen.
4 Indien over enig jaar het inkomen nog niet voorlopig is vastgesteld, wordt het inkomen volgens de aangifte voor dat jaar in aanmerking genomen.
5 Indien over enig jaar nog geen aangifte is gedaan, wordt voor dat jaar het laatste door de belastingplichtige aan de Inspecteur opgegeven geschatte inkomen voor dat jaar in aanmerking genomen.
6 Indien over enig jaar door de belastingplichtige geen schatting van zijn inkomen aan de Inspecteur is opgegeven, wordt voor dat jaar het door de Inspecteur te schatten inkomen in aanmerking genomen.
1 Voor de toepassing van artikel 3d, eerste lid van de Ziekenfondswet, wordt ten aanzien van degene die in het voorafgaande jaar nog geen zelfstandige was, voor het eerste en voor de drie daarop volgende jaren in aanmerking genomen het inkomen over het jaar waarin hij zelfstandige is geworden. Voor het daaropvolgende jaar wordt het gemiddelde inkomen in aanmerking genomen dat hij in het eerste en tweede jaar heeft genoten.
2 Het bepaalde in artikel 2, derde tot en met zesde lid, is op het eerste lid van overeenkomstige toepassing. De peildatum voor de vaststelling van het inkomen voor de beoordeling van de ziekenfondsverzekering van een zelfstandige voor het eerste jaar is het tijdstip waarop de schatting van het inkomen door de zelfstandige wordt gedaan. De peildatum voor de vaststelling van het inkomen voor de beoordeling van de ziekenfondsverzekering van een zelfstandige voor het tweede tot en met het vijfde jaar is telkens 1 oktober.
1 Voor de beoordeling van de ziekenfondsverzekering van een zelfstandige voor het jaar 2000 wordt in aanmerking genomen:
a. voor een zelfstandige die vanaf 1996 en daarna zelfstandige is gebleven: het gemiddelde inkomen dat hij heeft genoten over de jaren 1996 en 1997;
b. voor een zelfstandige die vanaf 1997 en daarna zelfstandige is gebleven: het inkomen over 1997;
c. voor een zelfstandige die vanaf 1998 en daarna zelfstandige is gebleven: het inkomen over 1998;
d. voor een zelfstandige die in 1999 voor het eerst verzekerd is geworden ingevolge artikel 3, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen: het geschatte inkomen over 1999.
2 Voor de in het eerste lid, onder b tot en met d, bedoelde zelfstandige wordt voor het jaar 2001 als inkomen in aanmerking genomen:
a. voor de zelfstandige, bedoeld onder b: het gemiddelde inkomen dat hij heeft genoten in 1997 en 1998;
b. voor de zelfstandige, bedoeld onder c: het inkomen dat hij in 1998 heeft genoten;
c. voor de zelfstandige, bedoeld onder d: het inkomen dat hij in 1999 heeft genoten.
3 Voor de in het eerste lid, onder c en d, bedoelde zelfstandige wordt voor het jaar 2002 als inkomen in aanmerking genomen:
a. voor de zelfstandige, bedoeld onder c: het gemiddelde inkomen dat hij heeft genoten in 1998 en 1999;
b. voor de zelfstandige, bedoeld onder d: het inkomen dat hij in 1999 heeft genoten.
4 Voor de in het eerste lid, onder d, bedoelde zelfstandige wordt voor het jaar 2003 als inkomen in aanmerking genomen het gemiddelde inkomen dat hij in 1999 en 2000 heeft genoten.
5 Het bepaalde in artikel 2, derde tot en met zesde lid, is op het eerste tot en met vierde lid van overeenkomstige toepassing. De peildatum voor de vaststelling van het inkomen voor de beoordeling van de ziekenfondsverzekering van een zelfstandige is telkens 1 oktober.
1. Voor de toepassing van artikel 3d, eerste lid, van de Ziekenfondswet, geschiedt de toerekening van de gemeenschappelijke inkomensbestanddelen en bestanddelen van de rendementsgrondslag van de verzekerde en zijn partner overeenkomstig artikel 2.17 van de Wet inkomstenbelasting 2001. Onder partner wordt verstaan degene die partner is in de zin van artikel 1.2, eerste, tweede en vierde tot en met zesde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en degene die geen keuze voor behandeling als binnenlandse belastingplichtige als bedoeld in artikel 1.2, derde lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 heeft gedaan of heeft kunnen doen.
2. In geval de verzekerde en zijn partner beiden belastingplichtig zijn, geldt de gemaakte keuze, bedoeld in de artikelen 1.2, derde lid, onderdeel b, en 2.17, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 ook voor de toepassing van artikel 3d, eerste lid, van de Ziekenfondswet.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tijdvak en inkomen ziekenfondsverzekering zelfstandigen.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Minister
E. Borst-Eilers
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling tijdvak en inkomen ziekenfondsverzekering zelfstandigen", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.