Subsidieregeling natuurbeheer 2000

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 18-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-2006.
Geldend van 12-07-2006 t/m 21-12-2006

Subsidieregeling natuurbeheer 2000

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op de Verordening nr. 1257/99 van 17 mei 1999 van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen;

Gelet op artikel 29, eerste lid, van de Wet agrarisch grondverkeer;

Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 2 Voor de toepassing van deze regeling wordt onder ‘terrein’ mede verstaan: samenstel van terreinen dat door een beheerder als een geheel wordt beheerd.

  • 3 Ten aanzien van een aanvraag voor subsidie die is ingediend vóór 25 oktober 2003 wordt, in zoverre in afwijking van het eerste lid, onderdeel c, voor de toepassing van deze regeling onder beheerder verstaan: ondernemer, dan wel enige andere natuurlijke persoon of rechtspersoon die krachtens zakelijk of duurzaam persoonlijk recht beschikt over het recht tot gebruik en beheer van een terrein, doch voor zover het een vereniging betreft, slechts een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De minister kan aan beheerders en aan anderen dan beheerders als bedoeld in artikel 5 en 6 ter bevordering van de duurzame ontwikkeling en instandhouding van bossen en natuurterreinen, mede met het oog op de recreatieve functie daarvan, wegens inkomstenderving als gevolg van het verminderde productierendement van landbouwgronden, alsmede ter bevordering van de duurzame instandhouding van landschappelijke elementen op aanvraag subsidie verstrekken ten behoeve van:

  • a. de instandhouding van basis- of pluspakketten, opgenomen in de bijlagen 12 tot en met 41;

  • b. de functieverandering van landbouwgronden naar natuur en bos door de ontwikkeling van basis- of pluspakketten.

  • c. de ontwikkeling en omvorming van basis- of pluspakketten, onderscheidenlijk de aanleg of het herstel van landschapspakketten, door middel van maatregelen met een eenmalig karakter, die rechtstreeks en direct de fysieke condities of kenmerken van de desbetreffende terreinen wijzigen, of door middel van beheer, zonder welke wijzigingen en beheer de daarop volgende instandhouding van basis- of pluspakketten, onderscheidenlijk landschapspakketten, niet mogelijk is;

  • d. de instandhouding van het recreatiepakket, opgenomen in bijlage 58, of

  • e. de instandhouding van landschapspakketten, opgenomen in de bijlagen 42 tot en met 56.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Subsidie wordt niet verstrekt aan:

    • a. andere publiekrechtelijke rechtspersonen dan aan gemeenten en aan samenwerkingsverbanden als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen voorzover aan die samenwerkingsverbanden in meerderheid gemeenten deelnemen;

    • b. rechtspersonen die als doelstelling de winning van drink- of industriewater hebben, noch

    • c. privaatrechtelijke rechtspersonen die kennelijk zijn opgericht ten behoeve van het beheer van grond of water, waarvan de eigendom geheel of ten dele berust bij de in de onderdelen a en b bedoelde rechtspersonen.

  • 2 Aan gemeenten of samenwerkingsverbanden als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, kan subsidie worden verstrekt overeenkomstig de hoofdstukken 4 en 6, met dien verstande dat het desbetreffende terrein overeenkomstig zijn functie in een goedgekeurd bestemmingsplan is bestemd en gedurende het tijdvak waarvoor subsidie is verleend, deze bestemming niet wordt gewijzigd en dat de beschikking tot subsidieverlening vergezeld gaat van een overeenkomst ertoe strekkende dat alvorens een recht tot eigendom van het terrein gedurende de periode waarover subsidie wordt verleend aan anderen wordt aangeboden, het bureau beheer landbouwgronden als eerste in de gelegenheid wordt gesteld dit recht te verwerven.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Voorzover voor dezelfde of vergelijkbare doeleinden eveneens subsidie wordt verstrekt door de minister of andere overheidsorganen en hierdoor het totaal van de overheidsbijdrage meer bedraagt dan de desbetreffende beheersbijdrage opgenomen in de desbetreffende bijlage dan wel, voor zover het inrichtingssubsidie betreft, meer bedraagt dan 95% van de werkelijke kosten, wordt de subsidie op grond van deze regeling zoveel lager vastgesteld dat het totaal van de overheidsbijdragen die beheersbijdrage, onderscheidenlijk die 95%, niet overstijgt.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Subsidie aan anderen dan beheerders kan worden verstrekt indien op het tijdstip van indiening van de subsidieaanvraag:

    • a. tussen de beheerder en de subsidieaanvrager een schriftelijke overeenkomst tot stand is gekomen, bij welke overeenkomst:

      • de subsidieaanvrager het recht op uitbetaling van subsidies en voorschotten uit hoofde van deze regeling, betrekking hebbend op het desbetreffende terrein, bij voorbaat aan de beheerder overdraagt, en

      • de beheerder zich bij voorbaat verbindt tot de nakoming van de verplichtingen waartoe de subsidieaanvrager uit hoofde van deze regeling met betrekking tot het desbetreffende terrein gehouden is, zolang de beheerder beschikt over het recht tot gebruik en beheer van het desbetreffende terrein, alsmede zich verbindt, bij overdracht van het desbetreffende gebruiksrecht aan een ander dan het bureau beheer landbouwgronden, van de verkrijger daarvan te bedingen dat deze, vanaf het moment van verkrijging, de in deze volzin bedoelde verplichtingen zal nakomen en zulks ook van zijn rechtsopvolger zal bedingen, en

    • b. de beheerder jegens de Staat der Nederlanden schriftelijk heeft verklaard borg te staan voor de terugbetaling van onverschuldigd betaalde subsidies en voorschotten.

  • 2 Bij het aangaan van een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en het geven van een schriftelijke verklaring als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt gebruik gemaakt van het model, opgenomen in bijlage 63 van deze regeling.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Subsidie aan anderen dan beheerders kan worden verstrekt indien:

    • a. die subsidieaanvrager rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is;

    • b. die rechtspersoon hoofdzakelijk of mede ten doel heeft haar leden of aangeslotenen te ondersteunen bij een bedrijfsvoering die bevorderlijk is voor natuur en milieu, en

    • c. de leden of aangeslotenen, bedoeld in onderdeel b, beheerder zijn, voorzover die worden ondersteund.

  • 2 Subsidie aan aanvragers, als bedoeld in het eerste lid, kan voorts slechts worden verstrekt indien bij de subsidieaanvraag door de rechtspersoon wordt overgelegd:

    • a. een plan waaruit blijkt:

      • i. op welke wijze de subsidie door de rechtspersoon zal worden besteed;

      • ii. op welke wijze de besteding van de subsidie ter beschikking komt van de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde leden of aangeslotenen;

      • iii. op welke wijze de nakoming van de subsidieverplichtingen door de rechtspersoon wordt gewaarborgd.

    b. een reglement waaruit blijkt dat de rechtspersoon jegens leden of aangeslotenen de nakoming van verplichtingen uit hoofde van ter beschikking gestelde gelden kan afdwingen onderscheidenlijk niet-nakoming daarvan kan sanctioneren.

  • 3 Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen, behoeven de statuten van de subsidieaanvrager, bedoeld in het eerste lid, alsmede het plan, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, en het reglement, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, de goedkeuring van de minister.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De minister stelt voor ieder begrotingsjaar een subsidieplafond vast voor de te verstrekken subsidies, bedoeld in artikel 2. Hij kan daarbij voor de in dat artikel onderscheiden subsidies, voor de verschillende maatregelen, bedoeld in artikel 2, onderdelen c en d, alsmede per provincie, per natuurgebied, en voor de verschillende pakketten of voor verschillende categorieën subsidieaanvragen verschillende subsidieplafonds vaststellen.

  • 2 De minister stelt tevens voor ieder begrotingsjaar met inachtneming van de subsidieplafonds, bedoeld in het eerste lid, afzonderlijk subsidieplafonds vast voor subsidie die wordt verstrekt ten behoeve van terreinen waarop de in het natuurgebiedsplan opgenomen doelstellingen, als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel b, worden ontwikkeld, onderscheidenlijk in stand gehouden en waarvoor eveneens subsidie functieverandering wordt verstrekt. De minister houdt daarbij rekening met alle reeds aangegane verplichtingen.

  • 3 Van de vaststelling van subsidieplafonds geeft de minister kennis in de Staatscourant.

  • 4 De minister verdeelt de beschikbare bedragen naar de datum van ontvangst van de subsidieaanvragen. Bij gelijktijdige datum van ontvangst van de subsidieaanvragen wordt de volgorde van behandeling bepaald door loting. Als datum van ontvangst wordt aangemerkt de datum waarop de aanvraag volledig is ontvangen.

  • 5 De minister kan voor de verschillende subsidies en voor de verschillende basis-, plus-, landschaps- en recreatiepakketten of voor verschillende categorieën subsidieaanvragers, verschillende aanvraagperioden instellen.

  • 6 Aanvragen worden alleen voor die subsidies en basis-, plus-, landschaps-, of recreatiepakketten of categorieën subsidieaanvragers in behandeling genomen, waarvoor een aanvraagperiode als bedoeld in het vijfde lid is ingesteld.

  • 7 Voor aanvragen wordt gebruik gemaakt van een daartoe vastgesteld aanvraagformulier.

  • 8 Aanvragen tot subsidieverlening worden beoordeeld aan de hand van natuurgebiedsplannen zoals deze door gedeputeerde staten van een provincie zijn vastgesteld en van kracht zijn uiterlijk 25 dagen voor openstelling van de desbetreffende aanvraagperiode.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De beheersbijdragen en de recreatiebijdrage van basispakketten, pluspakketten, landschapspakketten en het recreatiepakket en het maximumbedrag aan inrichtingssubsidie worden jaarlijks voor 1 maart van het jaar waarop de bijdragen betrekking hebbenin voorkomend geval met terugwerkende kracht tot 1 januari van dat jaar door de minister gecorrigeerd voor de werkelijke loon- en prijsontwikkeling gebaseerd op de grondslagen, bedoeld in artikel 10, naar de situatie in het voorafgaande jaar.

  • 2 Van de vaststelling van de overeenkomstig het eerste lid gecorrigeerde beheersbijdragen, recreatiebijdrage en maximumbedrag aan inrichtingssubsidie geeft de minister kennis in de Staatscourant.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Indien beheerssubsidie, onderscheidenlijk inrichtingssubsidie, wordt aangevraagd door een beheerder aan wie, voorafgaand aan de aanvraag, reeds subsidie functieverandering, en beheerssubsidie, onderscheidenlijk inrichtingssubsidie, op grond van deze regeling is verstrekt, wordt beheerssubsidie, onderscheidenlijk inrichtingssubsidie, bij voorrang verstrekt, indien hij:

  • a. beheerssubsidie, onderscheidenlijk inrichtingssubsidie, aanvraagt voor een basis- of pluspakket dat is opgenomen in het natuurgebiedsplan;

  • b. beheerssubsidie, onderscheidenlijk inrichtingssubsidie, aanvraagt ten behoeve van een terrein dat niet is gelegen in een natuurgebied voor een basis- of pluspakket opgenomen in de bijlagen 20, 37 en 38;

  • c. de ontwikkeling van een in het natuurgebiedsplan opgenomen basis- of pluspakket mogelijk maakt.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Bij het vaststellen van de beheersbijdrage of recreatiebijdrage van een basispakket, pluspakket, recreatiepakket of landschapspakket als bedoeld in artikel 8 wordt rekening gehouden met de volgende grondslagen:

  • a. vorm van exploitatie;

  • b. aan het beheer gerelateerde overheadkosten en

  • c. direct aan het beheer toe te rekenen kosten, zoals kosten voor personeel, materieel, monitoring en toezicht, verminderd met opbrengsten die direct met het produceren van het pakket verband houden.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Subsidie wordt niet verstrekt aan beheerders ter voldoening aan verplichtingen die op grond van enig ander wettelijk voorschrift zijn voorgeschreven.

  • 2 Subsidie wordt niet verstrekt indien de subsidie minder dan € 170,– per jaar bedraagt.

Artikel 11a

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Indien de aanvrager in een jaar opzettelijk een onjuiste aanvraag tot subsidieverlening op grond van deze regeling heeft ingediend, wordt geen subsidie verstrekt voor het daaropvolgende jaar.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De minister kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot het aantal van een planten- en diersoort, bedoeld in de onderscheidene basis-, plus- en landschapspakketten per oppervlaktemaat en de spreiding van de betreffende soort binnen de beheerseenheid, onderscheidenlijk de oppervlaktemaat.

  • 2 Beleidsregels als bedoeld in het eerste lid worden als bijlage bij deze regeling opgenomen.

Hoofdstuk 2. Begrenzing van natuur- en ruilgebieden

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Ten behoeve van de uitvoering van deze regeling worden natuurgebieden begrensd met de vaststelling van natuurgebiedsplannen, die in ieder geval bevatten:

    • a. een kaart met een topografische ondergrond op ten hoogste schaal 1 : 25.000, waarin de grenzen van het natuurgebied zijn opgenomen;

    • b. een omschrijving van de in het natuurgebied nagestreefde doelstellingen op het gebied van natuur en bos;

    • c. de in het desbetreffende natuurgebied om te vormen of te ontwikkelen basis- of pluspakketten;

    • d. de in het desbetreffende natuurgebied aan te leggen, te herstellen of in stand te houden landschapspakketten;

    • e. het aantal hectares ten behoeve waarvan in het natuurgebied beheerssubsidie kan worden verleend op grond van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer;

    • f. een aanduiding waar verwerving van in het natuurgebied gelegen landbouwgronden of andere gronden met het oog op natuurontwikkeling, ten behoeve van een instelling als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling subsidies particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties, dan wel ten behoeve van Staatsbosbeheer niet uitsluitend wordt nagestreefd, en

    • g. een aanduiding waar verwerving van in het natuurgebied gelegen landbouwgronden of andere gronden met het oog op natuurontwikkeling, uitsluitend wordt nagestreefd ten behoeve van een instelling als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling subsidies particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties of ten behoeve van Staatsbosbeheer dan wel ten behoeve van een instelling als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van die regeling, doch ten aanzien van deze laatstbedoelde instellingen slechts voorzover die gronden zijn gelegen in een door de minister goedgekeurd begrenzingenplan als bedoeld in het derde lid van dat artikel.

  • 2 Bij een aanduiding als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, kan worden vastgesteld in welke mate subsidies als bedoeld in artikel 2 ten behoeve van de ontwikkeling of omvorming van basis- of pluspakketten slechts aan instellingen als bedoeld in die onderdelen kunnen worden verstrekt.

  • 3 In het natuurgebiedsplan kan een ruilgebied worden begrensd waarvan de grenzen op de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde kaart zijn opgenomen.

  • 4 Indien bij de vaststelling van de natuurgebiedsplannen niet met zekerheid kan worden bepaald dat de toepassing van de landschapspakketten opgenomen in bijlagen 32 tot en met 46 op alle locaties van het betreffende natuurgebied daadwerkelijk bijdraagt aan het bereiken van de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde doelstellingen, wordt in het natuurgebiedsplan tevens opgenomen dat de minister bij de besluitvorming omtrent subsidieverlening kan toetsen of het verlenen van subsidie voor een landschapspakket op de desbetreffende locatie doelmatig is.

  • 5 Voor zover in natuurgebiedsplannen quota zijn opgenomen wordt met deze quota geen rekening gehouden bij de beoordeling van subsidieaanvragen.

  • 6 Voor zover natuurgebiedsplannen voorzien in het aanleggen, herstellen of in stand houden van het landschapspakket dat is opgenomen in bijlage 42 kan in het desbetreffende natuurgebied tevens het landschapspakket dat is opgenomen in bijlage 43 worden aangelegd, hersteld of in stand gehouden.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Natuurgebiedsplannen worden vastgesteld en gewijzigd bij besluit van gedeputeerde staten van de provincie waarin het desbetreffende gebied is gelegen.

  • 2 Indien het desbetreffende gebied is gelegen op het grondgebied van twee of meer provincies, wordt het desbetreffende plan vastgesteld of gewijzigd door gedeputeerde staten van die provincies.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De minister kan aan gedeputeerde staten per basis-, plus- of recreatiepakket of groep van basis-, plus- of recreatiepakketten richtlijnen en aanwijzingen geven ten aanzien van het aantal hectares waarop het totaal van de natuurgebiedsplannen in een provincie betrekking kan hebben.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Vaststelling of wijziging van natuurgebiedsplannen geschiedt met inachtneming van het Structuurschema groene ruimte, het natuurbeleidsplan, bedoeld in hoofdstuk II van de Natuurbeschermingswet 1998 en door de minister overeenkomstig artikel 16 gegeven richtlijnen en aanwijzingen.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Op de voorbereiding van een besluit tot vaststelling of wijziging van een natuurgebiedsplan is de in afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.

Hoofdstuk 3. Aanvragen van subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Aanvragen tot subsidieverlening uit hoofde van deze regeling worden ingediend bij de directeur van de Dienst Regelingen met gebruikmaking van een daartoe bestemd aanvraagformulier dat verkrijgbaar is bij de directeur van de Dienst Regelingen.

  • 2 In de aanvraag tot subsidieverlening wordt in ieder geval aangegeven:

    • a. welk basis-, plus-, landschaps- of recreatiepakket, onderscheidenlijk welke basis-, plus-, landschaps- of recreatiepakketten, de aanvraag betreft;

    • b. of er sprake is van inrichtingssubsidie;

    • c. of er sprake is van subsidie functieverandering;

    • d. of er sprake is van landschapssubsidie;

    • e. of de subsidieaanvrager beheerder is.

  • 3 Tegelijkertijd met de aanvraag kan een verzoek tot ontheffing van de verplichting als bedoeld in artikel 33, eerste lid, onderdeel c, worden ingediend op grond van zwaarwegende natuurwetenschappelijke belangen, bescherming van de persoonlijke levenssfeer, en de aard van het terrein.

  • 4 Aanvragen worden onderscheiden naar provincies waarin het desbetreffende terrein of het grootste deel daarvan is gelegen.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De aanvraag tot subsidieverlening gaat in ieder geval vergezeld van één of meer topografische kaarten met een schaal van 1:10.000 waarop de grenzen van het voor subsidie in aanmerking gebrachte terrein is aangegeven, de in dat terrein gelegen wegen, vaarwegen, waterlopen en paden.

  • 2 Indien de aanvraag betrekking heeft op meerdere basis-, plus-, landschaps- of recreatiepakketten binnen een terrein worden op de topografische kaart, bedoeld in het eerste lid, tevens de grenzen aangegeven waar de verschillende basis-, plus-, landschaps- of recreatiepakketten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, zullen worden in stand gehouden.

  • 3 Indien de aanvraag betrekking heeft op een of meer pluspakketten, opgenomen in de bijlagen 22 tot en met 31 en 33, gaat deze vergezeld van een kaart waarop ten minste één waarnemingslocatie per soort per gridcel is aangegeven.

  • 4 Indien subsidie wordt aangevraagd op grond van artikel 5, gaat de aanvraag tot subsidieverlening tevens vergezeld van de met betrekking tot het desbetreffende terrein tot stand gekomen overeenkomst, bedoeld in artikel 5, onderdeel a, alsmede van de met betrekking tot die grond of dat water opgestelde verklaring, bedoeld in artikel 5, onderdeel b.

  • 5 Indien subsidie wordt aangevraagd door een aanvrager als bedoeld in artikel 6, gaat de aanvraag vergezeld van de documenten, bedoeld in artikel 6, derde lid.

Artikel 20a

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Artikel 20, vierde en vijfde lid, is niet van toepassing indien de aanvraag tot subsidieverlening voldoet aan de volgende voorschriften:

    • a. de aanvraag en de daarbij behorende kaarten worden digitaal ingediend, met gebruikmaking van een daartoe bestemd aanvraagformulier dat verkrijgbaar is bij de directeur van de Dienst Regelingen en dat volledig is ingevuld overeenkomstig de daarbij aangegeven wijze;

    • b. de aanvraag heeft betrekking op ten minste 400 hectare;

    • c. de aanvraag gaat vergezeld van een protocol dat is opgesteld overeenkomstig de voorschriften die zijn opgenomen in bijlage 66, en

    • d. de aanvraag gaat vergezeld van een verklaring, overeenkomstig een door de minister vastgesteld model, van een accountant-administratieconsulent of registeraccountant als bedoeld in artikel 2:393, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, waaruit blijkt ten behoeve van welke beheerders of beheerders subsidie wordt aangevraagd.

  • 2 Ingeval de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend vóór 1 januari 2009, wordt, in afwijking van het eerste lid, onderdeel c, het protocol uiterlijk op 31 december 2008 ingediend bij de directeur van de Dienst Regelingen.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Indien er met betrekking tot een terrein meer beheerders zijn, kan door hen gezamenlijk een aanvraag worden ingediend, welke aanvraag, onverminderd de artikelen 19 en 20, vergezeld gaat van een tussen hen gesloten overeenkomst waaruit blijkt dat zij genoegzaam en duurzaam samenwerken inzake het beheer van dat terrein.

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Subsidie wordt niet verstrekt aan een beheerder indien in de twee jaar voorafgaande aan de aanvraag voor subsidieverlening een verzoek tot intrekking van een subsidieverlening voor de desbetreffende beheerseenheid door de beheerder is ingediend en dit verzoek is gehonoreerd.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan een subsidie worden verstrekt aan een beheerder, die conform een aanduiding als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdelen f of g, de desbetreffende beheerseenheid in de twee jaar voorafgaande aan de aanvraag heeft verworven, aan wie een inrichtingssubsidie is verleend of die een aanvraag als bedoeld in artikel 20a heeft ingediend.

Hoofdstuk 4. Beheerssubsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 24

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Beheerssubsidie wordt verstrekt voor een tijdvak.

Artikel 25

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Per terrein kan voor één of meerdere basis- of pluspakketten opgenomen in de bijlagen 12 tot en met 41 beheerssubsidie worden verleend, met dien verstande dat in het terrein niet meerdere basis- of pluspakketten op dezelfde oppervlakte kunnen worden in stand gehouden.

Artikel 26

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Beheerssubsidie ten behoeve van een terrein wordt verstrekt met het oog op de instandhouding van een of meerdere basis- of pluspakketten die op het tijdstip van indiening van de aanvraag voor beheerssubsidie op het terrein zijn ontwikkeld.

Artikel 27

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Beheerssubsidie wordt niet verstrekt:

  • a. voor de instandhouding van een basis- of pluspakket op een beheerseenheid waarvan de oppervlakte niet ten minste overeenkomt met het aantal hectares dat is opgenomen als minimumoppervlakte in de bijlage waarin het desbetreffende basis- of pluspakket is vermeld;

  • b. aan Staatsbosbeheer;

  • c. ten behoeve van terreinen waarop verplichtingen van toepassing zijn op grond van:

    • 1°. de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer;

    • 2°. de Beschikking beheersovereenkomsten 1983;

    • 3°. de Regeling beheersovereenkomsten 1988;

    • 4°. de Regeling beheersovereenkomsten 1993

    • 5°. de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling;

    • 6°. de regeling stimulering bosuitbreiding op landbouwgronden;

    • 7°. de Regeling functiebeloning bos en natuurterreinen,

    • 8°. de Beschikking ter zake het uit productie nemen van bouwland, of

    • 9°. de Beschikking bijdragen probleemgebieden.

Artikel 27a

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

In afwijking van artikel 27, onderdeel a, kan beheerssubsidie worden verstrekt voor de instandhouding van een basis- of pluspakket op een beheerseenheid waarvan de oppervlakte kleiner is dan het aantal hectares dat is opgenomen als minimumoppervlakte in de bijlage waarin het desbetreffende basis- of pluspakket is vermeld, ingeval sprake is van een aanvraag als bedoeld in artikel 20a.

Artikel 28

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Beheerssubsidie wordt niet verstrekt indien voor de desbetreffende beheerseenheid voor de instandhouding van een basis- of pluspakket bijdragen worden genoten van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 6 of door tussenkomst van een subsidieaanvrager als bedoeld in artikel 5.

Artikel 29

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Indien op het terrein een basis- of pluspakket in stand wordt gehouden, bedraagt de beheerssubsidie per tijdvak het bedrag dat wordt gevormd door de vermenigvuldiging van de beheersbijdrage opgenomen in de bijlage van het desbetreffende basis- of pluspakket met het getal zes en het aantal hectares waarvoor beheerssubsidie wordt verleend.

  • 2 Indien op het terrein meerdere basis- of pluspakketten in stand worden gehouden, bedraagt de beheerssubsidie per tijdvak de som van de beheersbijdragen die worden gevormd door de vermenigvuldiging van de beheersbijdragen opgenomen in de bijlagen van elk van de onderscheiden basis- of pluspakketten met het getal zes en het aantal hectares per basis- of pluspakket waarvoor beheerssubsidie wordt verleend.

Paragraaf 2. De subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 31

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Indien beheerssubsidie wordt verleend voor de instandhouding van een of meerdere basis-of pluspakketten op een terrein, vermeldt de beschikking tot subsidieverlening in ieder geval:

  • a. de ligging en grootte van het terrein;

  • b. het doel, onderscheidenlijk de doelen, van de beheerssubsidie, bestaande uit het gedurende het tijdvak in stand houden van het natuurresultaat beschreven in onderdeel 1 van het desbetreffende basis-of pluspakket, onderscheidenlijk de desbetreffende basis-of pluspakketten;

  • c. de mate waarin het terrein dient te worden opengesteld voor publiek;

  • d. de datum waarop het tijdvak waarover beheerssubsidie wordt verleend, aanvangt, en

  • e. de beheersbijdrage, onderscheidenlijk de beheersbijdragen, en de berekening op basis waarvan het bedrag van de beheerssubsidie zal worden vastgesteld.

Artikel 32

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De datum, bedoeld in artikel 31, onderdeel d, waarop het tijdvak waarover beheerssubsidie wordt verleend aanvangt, kan uitsluitend de eerste dag van de onderscheiden maanden zijn.

Paragraaf 3. Voorwaarden en verplichtingen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 33

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De subsidieontvanger is verplicht:

    • a. het in de beschikking tot subsidieverlening vermelde doel onderscheidenlijk doelen, bedoeld in artikel 31, onderdeel b, te realiseren;

    • b. de in het betreffende basis-of pluspakket, onderscheidenlijk betreffende basis-of pluspakketten,opgenomen beheersvoorschriften te treffen of na te leven die zijn vermeld in de bijlage waarin dat basis-of pluspakket is, onderscheidenlijk die basisof pluspakketten zijn opgenomen;

    • c. het terrein ten minste 358 dagen per jaar kosteloos van zonsopgang tot zonsondergang open te stellen, toegankelijk te houden en de openstelling kenbaar te maken door middel van borden;

    • d. het terrein niet te bemesten tenzij voor het beheer als bedoeld in de bijlagen 15, 19, 28 of 29 toepassing van ruige mest of kalk noodzakelijk is;

    • e. de bestaande waterhuishouding van het terrein te handhaven;

    • f. het reliëf van het terrein te handhaven;

    • g. geen chemische onkruidbestrijding toe te passen, tenzij voor het beheer een pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia noodzakelijk is;

    • h. in geval van beweiding of begrazing geen hogere veebezetting toe te passen dan 1,5 GVE op enig moment per hectare;

    • i. in het terrein aanwezige paden, wegen, vaarwegen en waterlopen niet te verwijderen of te wijzigen en deze voldoende toegankelijk te houden;

    • j. van omstandigheden als gevolg waarvan het redelijkerwijs niet mogelijk is te voldoen aan de verplichting, bedoeld in de onderdelen a of b binnen twee weken nadat de subsidieontvanger daarvan redelijkerwijs op de hoogte kan zijn aan de directeur van de Dienst Regelingen schriftelijk melding te doen;

    • k. uiterlijk drie maanden nadat gehele of gedeeltelijke overdracht van de bevoegdheid tot gebruik en beheer van het betrokken terrein plaatsvindt, dit schriftelijk te melden aan de directeur van de Dienst Regelingen, en

    • l. ingeval aan hem subsidie is verstrekt naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 20a zich te houden aan het protocol, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c van dat artikel.

  • 2 De verplichtingen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen d tot en met i, gelden voor de periode waarover beheerssubsidie is verleend, met dien verstande dat zij niet gelden voorzover dit in de beschikking tot verlening van beheerssubsidie, dan wel in het basis- of pluspakket anders is bepaald.

Paragraaf 4. Voorschotten

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 34

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De minister verstrekt binnen acht weken na afloop van het eerste jaar van het tijdvak een voorschot en vervolgens telkens ten minste een jaar later. De hoogte van het voorschot komt overeen met de beheersbijdrage van elk van de basis- of pluspakketten waarvoor ten behoeve van het desbetreffende terrein voor dat tijdvak subsidie wordt verleend.

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt in een jaar het voorschot verminderd met 100% als de beheerder in de twee jaar voorafgaande aan de verstrekking van het voorschot op enig moment niet heeft voldaan aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 33, onderdelen b tot en met k, of enig ander voorschrift in de beschikking tot subsidieverlening niet heeft nageleefd, tenzij de aard en de ernst van het niet-nakomen van de genoemde verplichtingen aanleiding geven tot vermindering met een lager percentage.

  • 3 Per terrein kunnen per tijdvak ten hoogste vijf voorschotten worden verstrekt.

Paragraaf 5. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 36

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Telkens binnen 8 weken na afloop van een tijdvak dient de ontvanger van beheerssubsidie voor het desbetreffende terrein een aanvraag tot subsidievaststelling over dat tijdvak in bij de directeur van de Dienst Regelingen met gebruikmaking van een daartoe bestemd aanvraagformulier dat verkrijgbaar is bij de directeur van de Dienst Regelingen.

  • 2 Een subsidieontvanger als bedoeld in artikel 6, doet bij de aanvraag bedoeld in het eerste lid een opgave van:

    • a. de leden of aangeslotenen aan wie door hem bijdragen zijn toegekend;

    • b. de activiteiten van die leden of aangeslotenen waarvoor de bijdragen zijn toegekend en

    • c. de bedragen, per lid of aangeslotene, die zijn toegekend.

  • 3 Het tweede lid is niet van toepassing op een subsidieontvanger als bedoeld in artikel 6 van wie de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, vergezeld gaat van een verklaring, overeenkomstig een door de minister vastgesteld model, van een accountant-administratieconsulent of registeraccountant als bedoeld in artikel 2:393, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, waaruit blijkt dat de subsidieontvanger beschikt over de gegevens, bedoeld in het tweede lid.

  • 4 Een subsidieontvanger aan wie subsidie is verleend op grond van een aanvraag als bedoeld in artikel 20a, verstrekt bij de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, een verklaring, overeenkomstig een door de minister vastgesteld model, van een accountant-administratieconsulent of registeraccountant als bedoeld in artikel 2:393, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, waaruit blijkt ten behoeve van welke beheerder of beheerders de subsidie is ontvangen.

  • 5 De ontvanger van beheerssubsidie geeft in de aanvraag aan in hoeverre het doel, bedoeld in artikel 31, onderdeel b, is gerealiseerd.

Artikel 37

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De minister stelt na ontvangst van de in artikel 36 bedoelde aanvraag de beheerssubsidie telkens vast binnen 8 weken, tenzij voor de beoordeling van de aanvraag een langere termijn dan 8 weken noodzakelijk is.

  • 2 De beheerssubsidie wordt vastgesteld overeenkomstig het bedrag dat bij de beschikking tot subsidieverlening is bepaald, zoals dat op grond van artikel 8, eerste lid, door de minister is gecorrigeerd in verband met de werkelijke loon- en prijsontwikkeling.

Artikel 38

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De subsidie per basis- of pluspakket wordt vastgesteld op het bedrag dat uit de subsidieverlening voor het desbetreffende terrein voortvloeit, verminderd met:

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt de subsidie vastgesteld op:

    • a. de beheersbijdrage, verminderd met 15% indien niet is voldaan aan de verplichting, bedoeld in artikel 33, eerste lid, onderdeel a, maar wel is voldaan aan de verplichting, bedoeld in artikel 33, eerste lid, onderdeel b, ingeval voor een terrein bij aanvang van een tijdvak subsidie is verleend voor een basispakket;

    • b. de beheersbijdrage van het corresponderende basispakket, verminderd met 10%, indien niet is voldaan aan de voorwaarden van het desbetreffende pluspakket, maar wel is voldaan aan de voorwaarden van het corresponderende basispakket, ingeval voor een terrein bij aanvang van een tijdvak subsidie is verleend voor een pluspakket; of

    • c. de beheersbijdrage van het in bijlage 34 opgenomen pluspakket soortenrijk weidevogelgrasland, verminderd met 10%, indien niet is voldaan aan de voorwaarden van het in bijlage 35 opgenomen pluspakket zeer soortenrijk weidevogelgrasland, maar wel is voldaan aan de voorwaarden van het in bijlage 34 opgenomen pluspakket soortenrijk weidevogelgrasland, ingeval bij aanvang van een tijdvak subsidie is verleend voor het pluspakket, opgenomen in bijlage 35.

  • 3 De verminderingen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en tweede lid, onderdelen a tot en met c, worden niet toegepast voorzover niet is voldaan aan de verplichting, bedoeld in artikel 33, eerste lid, onderdelen a en b, ten gevolge van overmacht.

  • 4 De verminderingen bedoeld in het eerste en tweede lid, worden voorts niet toegepast ten aanzien van dat deel van die verminderingen dat het bedrag van de beheerssubsidie te boven gaat.

Hoofdstuk 5. Subsidie functieverandering

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 40

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Subsidie functieverandering wordt verstrekt gedurende vijf aaneengesloten tijdvakken ten behoeve van de omvorming van landbouwgronden in bos en natuurterrein.

  • 2 Subsidie functieverandering wordt niet verstrekt ten behoeve van het beheer van terreinen in eigendom van een publiekrechtelijke rechtspersoon, tenzij die publiekrechtelijke rechtspersoon het terrein in gebruik heeft gegeven aan een ander, niet zijnde een publiekrechtelijke rechtspersoon, op basis van een erfpachtovereenkomst met een duur van ten minste 25 jaar.

Artikel 42

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Subsidie functieverandering wordt verstrekt ten behoeve van terreinen die zijn gelegen in natuurgebieden voor de ontwikkeling van één of meerdere basis- of pluspakketten die zijn opgenomen in een natuurgebiedsplan waarin het desbetreffende natuurgebied is opgenomen.

  • 2 Subsidie functieverandering wordt verstrekt ten behoeve van terreinen die niet zijn gelegen in natuurgebieden ten behoeve van de ontwikkeling van een basis- of pluspakket opgenomen in de bijlagen 20, 37 en 38.

Artikel 43

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Subsidie functieverandering wordt niet verstrekt:

Artikel 44

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De subsidie voor functieverandering wordt bepaald aan de hand van het bedrag waarmee het desbetreffende terrein in waarde daalt als gevolg van de omvorming van landbouwgrond in bos of natuurterrein.

  • 2 De minister bepaalt het bedrag, bedoeld in het eerste lid, aan de hand van een door de Dienst landelijk gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit uitgevoerde taxatie.

Artikel 45

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Indien subsidie functieverandering wordt verstrekt, vermeldt de beschikking tot subsidieverstrekking in ieder geval:

  • a. de ligging en de grootte van het terrein;

  • b. het doel van de subsidie, bestaande uit de verplichting, bedoeld in artikel 46, eerste lid, onderdeel a, subonderdeel i;

  • c. de datum waarop het tijdvak waarover subsidie functieverandering wordt verstrekt, aanvangt, en

  • d. het bedrag, bedoeld in artikel 44, eerste lid, en de berekening op basis waarvan de subsidie functieverandering wordt vastgesteld.

Artikel 46

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Subsidie functieverandering ten behoeve van de ontwikkeling van één of meerdere natuurdoelpakketten op landbouwgrond wordt verstrekt onder de voorwaarde dat binnen 12 maanden na de datum van verzending of uitreiking van de beschikking tot subsidieverstrekking:

    • a. een overeenkomst tussen degene aan wie de grond toebehoort en de minister, handelend namens de Staat der Nederlanden, tot stand komt waarin is opgenomen:

      • i. de verplichting van degene aan wie de grond toebehoort de desbetreffende landbouwgrond niet te gebruiken of te doen gebruiken met het oog op de uitoefening van de landbouw, en overigens datgene na te laten wat de ontwikkeling of instandhouding van het betrokken basis- of pluspakket op de desbetreffende grond in gevaar brengt of verstoort;

      • ii. dat die verplichting zal overgaan op degenen die de grond onder bijzondere titel zullen verkrijgen en dat mede gebonden zullen zijn degene die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen, en

      • iii. dat de overeenkomst zal worden ingeschreven in de openbare registers, en

    • b. een overeenkomst tot voorfinanciering tussen degene aan wie de grond toebehoort en het Nationaal Groenfonds tot stand komt waarin is opgenomen:

      • i. de verplichting van degene aan wie de grond toebehoort het bedrag, bedoeld in artikel 44, eerste lid, in zijn geheel te laten voorfinancieren door het Nationaal Groenfonds, en

      • ii. de verplichting van het Nationaal Groenfonds het bedrag, bedoeld in artikel 44, eerste lid, in zijn geheel te betalen binnen 8 weken nadat zowel de desbetreffende overeenkomst is ondertekend als de overeenkomst, bedoeld in onderdeel a, is ingeschreven in de openbare registers.

  • 2 De kosten voor de inschrijving in de openbare registers van de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, alsmede de kosten die voortvloeien uit de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, komen voor rekening van de minister.

  • 3 De minister kan een model voor een overeenkomst als bedoeld in het eerste of tweede lid vaststellen dat op aanwijziging van de directeur van de Dienst Regelingen wordt gebruikt.

Hoofdstuk 6. Inrichtingssubsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 50

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Inrichtingssubsidie wordt verstrekt voor de duur van ten hoogste een tijdvak.

Artikel 51

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Inrichtingssubsidie wordt verstrekt ten behoeve van terreinen gelegen in natuurgebieden voor zover:

    • a. deze betrekking heeft op het, door middel van eenmalige maatregelen, rechtstreeks wijzigen van de fysieke condities of kenmerken van het desbetreffende terrein, gericht op de omvorming of ontwikkeling van een of meerdere basis- of pluspakketten of landschapspakketten ten behoeve van het realiseren van een basis- of pluspakket of een landschapspakket voor zover dat in overeenstemming is met het desbetreffende natuurgebiedsplan of

    • b. deze betrekking heeft op beheersmaatregelen die gericht zijn op de omvorming of ontwikkeling van een of meerdere basis- of pluspakketten of landschapspakketten ten behoeve van het realiseren van een basis- of pluspakket of een landschapspakket voor zover dat in overeenstemming is met het desbetreffende natuurgebiedsplan.

  • 2 Inrichtingssubsidie wordt verstrekt met het oog op de ontwikkeling van een basis- of pluspakket opgenomen in de bijlagen 20, 37 en 38 ten behoeve van terreinen die niet zijn gelegen in natuurgebieden.

Artikel 52

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 54

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Inrichtingssubsidie wordt niet verstrekt voor de ontwikkeling of omvorming:

  • a. van een basis- of pluspakket op een terrein waarvan de oppervlakte niet ten minste overeenkomt met het aantal hectares dat is opgenomen als minimumoppervlakte in de bijlage waarin het desbetreffende basis- of pluspakket is vermeld, tenzij het terrein grenst aan een ander terrein waar hetzelfde basis- of pluspakket in stand wordt gehouden en beide terreinen tezamen voldoen aan de eisen ten aanzien van de minimumoppervlakte, of

  • b. van een landschapspakket voor een landschapselement waarvan de oppervlakte, de lengte of het aantal niet voldoet aan de eisen die met betrekking tot de oppervlakte, de lengte of het aantal zijn gesteld in de bijlage waarin het desbetreffende landschapspakket is vermeld.

Artikel 55

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Onverminderd artikel 50 wordt inrichtingssubsidie verstrekt overeenkomstig een inrichtingsplan waarin in ieder geval zijn opgenomen:

  • a. de te treffen inrichtingsmaatregelen;

  • b. een beschrijving van de uitgangssituatie;

  • c. de oppervlakte waarop die maatregelen zullen worden uitgevoerd;

  • d. de motivering voor het treffen van de maatregelen;

  • e. de met die maatregelen beoogde situatie van het terrein;

  • f. een gedetailleerde beschrijving van de in stand te houden, te verbeteren, aan te leggen, of te verwijderen wegen en paden;

  • g. voorzover van toepassing, een tijdplanning voor het tijdvak waarvoor subsidie wordt verleend;

  • h. de benodigde beheersmaatregelen;

  • i. een gespecificeerde begroting;

  • j. een opgave van de financieringswijze van de kosten, inclusief de financiële planning van de uitvoering, en

  • k. een topografische kaart met een schaal van 1 : 10.000 waarop zo nodig is aangegeven waar de onderscheiden maatregelen zullen worden getroffen.

Artikel 56

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Tot de subsidiabele kosten behoren de kosten, inclusief BTW, voorzover verrekening niet mogelijk is, verband houdende met:

  • a. het opstellen door derden van een inrichtingsplan;

  • b. bebossing van een terrein, voorzover dit betrekking heeft op de ontwikkeling en daaropvolgende instandhouding van een basis- of pluspakket dat is vermeld in een van de bijlagen 20, 37 en 38;

  • c. maatregelen, gericht op wijziging van de waterhuishouding;

  • d. grondverzet;

  • e. maatregelen tot wijziging van de feitelijke bereikbaarheid van een terrein, waaronder in ieder geval is begrepen de aanleg of het herstel van wegen en paden;

  • f. de verwijdering van opstallen;

  • g. de verwijdering van begroeiing en beplanting, of

  • h. overige maatregelen voorzover noodzakelijk in verband met de desbetreffende inrichting.

Artikel 57

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Tot de subsidiabele beheersmaatregelen behoren in ieder geval:

  • a. waterhuishoudkundig beheer;

  • b. begrazingsbeheer;

  • c. maaien, of

  • d. kappen of verwijderen van gewas of begroeiing.

Artikel 58

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Niet tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval de kosten, verband houdende met:

  • a. de verwijdering van bodemverontreiniging of afval;

  • b. de bouw van opstallen;

  • c. de aanschaf van machines;

  • d. de aanschaf van materialen, anders dan ten behoeve van het treffen van maatregelen als bedoeld in artikel 56;

  • e. de aanschaf of plaatsing van recreatieve voorzieningen;

  • f. de aanleg van parkeergelegenheid, of

  • g. achterstallig onderhoud, tenzij subsidie functieverandering is verleend.

Artikel 59

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Geen inrichtingssubsidie wordt verstrekt:

    • a. voor kosten die zijn gemaakt, alvorens een beslissing op de aanvraag voor inrichtingssubsidie is genomen, behoudens de kosten, bedoeld in artikel 56, onderdeel a, of

    • b. ten behoeve van maatregelen waarmee een aanvang is gemaakt, onderscheidenlijk die reeds zijn uitgevoerd, alvorens een beslissing op de aanvraag voor inrichtingssubsidie is genomen.

  • 2 Ten behoeve van de inrichting van een terrein in eigendom van een publiekrechtelijke rechtspersoon anders dan een gemeente wordt geen inrichtingssubsidie verstrekt met geldmiddelen van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, tenzij die publiekrechtelijke rechtspersoon het terrein in gebruik heeft gegeven aan een ander, niet zijnde een publiekrechtelijke rechtspersoon, op basis van een erfpachtovereenkomst met een duur van ten minste 25 jaar.

Artikel 60

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Inrichtingssubsidie bedraagt 95% van de werkelijk gemaakte noodzakelijke subsidiabele kosten, met dien verstande dat geen vergoeding wordt verstrekt voor zover deze kosten meer bedragen dan een door de minister bij de subsidieverlening te bepalen maximumbedrag.

Artikel 61

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De minister kan beleidsregels vaststellen met het oog op de toepassing van de artikelen 55, 56, 57 en 60.

Paragraaf 2. Subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 62

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De subsidieverlening vermeldt:

  • a. in hoeverre het inrichtingsplan in uitvoering kan worden genomen;

  • b. het bedrag waarop de inrichtingssubsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, en

  • c. de datum waarop de periode waarover inrichtingssubsidie wordt verleend aanvangt en eindigt.

Paragraaf 3. Verplichtingen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 63

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De subsidieontvanger is verplicht de maatregelen overeenkomstig het inrichtingsplan als bepaald bij de subsidieverlening uit te voeren en overeenkomstig de tijdsplanning, bedoeld in artikel 55, onderdeel g.

Paragraaf 4. Voorschotten

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 64

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Op de inrichtingssubsidie kan de minister ten hoogste viermaal per jaar op aanvraag tot ten hoogste 95% voorschotten verlenen, met een minimum van € 2.500,-.

  • 2 De aanvraag tot voorschotverlening gaat vergezeld van een overzicht van de werkelijk gemaakte kosten.

  • 3 De aanvraag tot voorschotverlening wordt ingediend bij de directeur van de Dienst Regelingen met gebruikmaking van een daartoe bestemd aanvraagformulier dat verkrijgbaar is bij de directeur van de Dienst Regelingen.

  • 4 Het voorschot wordt binnen acht weken na de voorschotverlening betaald.

Paragraaf 5. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 65

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De ontvanger van inrichtingssubsidie dient binnen 8 weken na afloop van het tijdvak voor het desbetreffende terrein een aanvraag tot subsidievaststelling over dat tijdvak in bij de directeur van de Dienst Regelingen met gebruikmaking van een daartoe bestemd aanvraagformulier dat verkrijgbaar is bij de directeur van de Dienst Regelingen.

  • 2 De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van:

    • a. een verklaring dat de maatregelen en, voorzover van toepassing, het beheer overeenkomstig de subsidieverlening zijn uitgevoerd, en

    • b. een financiële verantwoording met betrekking tot de getroffen maatregelen, bestaande uit een rekening alsmede, indien de subsidieverlening een bedrag van € 25.000,- te boven gaat, een verklaring, overeenkomstig een door de minister vast te stellen model, van een accountant-administratieconsulent of registeraccountant als bedoeld in artikel 2:393, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek waaruit blijkt dat de maatregelen zijn uitgevoerd overeenkomstig de beschikking tot verlening van inrichtingssubsidie.

Artikel 66

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De minister stelt na ontvangst van de in artikel 65 bedoelde bescheiden de inrichtingssubsidie binnen 8 weken vast op grond van de werkelijk gemaakte kosten, zoals bepaald bij de subsidieverlening.

Hoofdstuk 7. Recreatiesubsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 67

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Recreatiesubsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van de instandhouding van een recreatiepakket ten aanzien van terreinen waarvoor tevens beheerssubsidie wordt verstrekt.

Artikel 68

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Recreatiesubsidie wordt niet verstrekt ten behoeve van het beheer van terreinen in eigendom van een publiekrechtelijke rechtspersoon, tenzij die publiekrechtelijke rechtspersoon het terrein in gebruik heeft gegeven aan een ander, niet zijnde een publiekrechtelijke rechtspersoon, op basis van een erfpachtovereenkomst met een duur van ten minste 25 jaar.

Artikel 69

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Recreatiesubsidie bedraagt per hectare per tijdvak het bedrag dat wordt gevormd door de vermenigvuldiging van de recreatiebijdrage opgenomen in de bijlage van het desbetreffende recreatiepakket met het getal zes.

Artikel 70

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Recreatiesubsidie wordt verstrekt voor een tijdvak dat begint op hetzelfde tijdstip als het tijdvak waarvoor beheerssubsidie wordt verstrekt.

Paragraaf 2. De subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 71

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De beschikking tot verlening van recreatiesubsidie vermeldt in ieder geval:

  • a. de ligging en grootte van het terrein;

  • b. het doel van de recreatiesubsidie, bestaande uit het gedurende het tijdvak op het terrein in stand houden van een recreatiepakket;

  • c. de recreatiebijdrage op basis waarvan de recreatiesubsidie zal worden vastgesteld, en

  • d. de datum waarop het tijdvak waarover recreatiesubsidie wordt verleend, aanvangt.

Paragraaf 3. Verplichtingen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 72

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De subsidieontvanger is verplicht:

  • a. het in de beschikking tot subsidieverlening vermelde doel, bedoeld in artikel 71, onderdeel b, te realiseren, en

  • b. van omstandigheden als gevolg waarvan het redelijkerwijs niet mogelijk is te voldoen aan de verplichting, bedoeld in onderdeel a, binnen twee weken nadat de subsidieontvanger daarvan redelijkerwijs op de hoogte kan zijn aan de directeur van de Dienst Regelingen schriftelijk melding te doen.

Artikel 73

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De artikelen 25, 28, 32 tot en met 37 zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 8. Landschapssubsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 74

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Landschapssubsidie wordt verstrekt ten behoeve van terreinen gelegen in natuurgebieden voor de instandhouding van een landschapspakket dat is opgenomen in een natuurgebiedsplan waarin het desbetreffende natuurgebied is opgenomen.

  • 2 Onverminderd het eerste lid, wordt landschapssubsidie verstrekt ten behoeve van terreinen gelegen in bestaande bossen en natuurterreinen.

  • 3 Landschapssubsidie wordt niet verstrekt ten behoeve van het beheer van terreinen in eigendom van een publiekrechtelijke rechtspersoon, tenzij die publiekrechtelijke rechtspersoon het terrein in gebruik heeft gegeven aan een ander, niet zijnde een publiekrechtelijke rechtspersoon, op basis van een erfpachtovereenkomst met een duur van ten minste 25 jaar.

Artikel 75

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Landschapssubsidie wordt verstrekt voor een tijdvak.

Artikel 76

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Indien op het terrein een landschapspakket in stand wordt gehouden, bedraagt de landschapssubsidie het bedrag per tijdvak dat wordt gevormd door de vermenigvuldiging van het getal zes met de beheersbijdrage opgenomen in de bijlagen van het desbetreffende landschapspakket en het aantal hectares waarvoor landschapssubsidie wordt verleend.

  • 2 Indien op het terrein meerdere landschapspakketten in stand worden gehouden bedraagt de landschapssubsidie het bedrag per tijdvak de som van de beheersbijdragen die worden gevormd door de vermenigvuldiging van het getal zes met de beheersbijdragen opgenomen in de bijlagen van de desbetreffende landschapspakketten en het aantal hectares per landschapspakket waarvoor landschapssubsidie wordt verleend.

Artikel 77

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Indien landschapssubsidie wordt verstrekt voor de instandhouding van een of meerdere landschapspakketten binnen een terrein, vermeldt de beschikking tot subsidieverlening in ieder geval:

  • a. de ligging en grootte van het terrein;

  • b. het doel van de landschapssubsidie, bestaande uit het gedurende het tijdvak op het terrein ontwikkelen of in stand houden van een of meerdere landschapspakketten;

  • c. het bedrag, onderscheidenlijk de bedragen, op basis waarvan de landschapssubsidie zal worden vastgesteld, en

  • d. de datum waarop het tijdvak waarover landschapssubsidie wordt verleend, aanvangt.

Artikel 78

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De subsidieontvanger is verplicht:

  • a. het in de beschikking tot subsidieverlening vermelde doel, bedoeld in artikel 77, onderdeel b, te realiseren;

  • b. van omstandigheden als gevolg waarvan het redelijkerwijs niet mogelijk is te voldoen aan de verplichting, bedoeld in onderdeel a, binnen twee weken nadat de subsidieontvanger daarvan redelijkerwijs op de hoogte kan zijn aan de directeur van de Dienst Regelingen schriftelijk melding te doen, en

  • c. uiterlijk drie maanden nadat gehele of gedeeltelijke overdracht van de bevoegdheid tot gebruik en beheer van het betrokken terrein plaatsvindt, dit schriftelijk te melden aan de directeur van de Dienst Regelingen.

Artikel 79

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Hoofdstuk 9. Effectgerichte maatregelen

[Vervallen per 01-10-2004]

Hoofdstuk 10. Wijziging en intrekking

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 88

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Een verzoek tot wijziging van de beschikking tot subsidieverlening kan worden gedaan met het oog op het vergroten van het areaal waarvoor subsidie is verleend.

  • 2 Een verzoek als bedoeld in het eerste lid, kan slechts eenmaal per jaar worden gedaan te rekenen vanaf het jaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 3 Een verzoek als bedoeld in het eerste lid, wordt slechts in behandeling genomen indien:

    • a. op de toe te voegen terreinen hetzelfde basis-, plus- of landschapspakket wordt ontwikkeld, omgevormd of instandgehouden als dat waarvoor reeds subsidie is verleend of

    • b. de terreinen waarvoor subsidie wordt verzocht, voldoen aan de voorwaarden die voor de verlening van subsidies als bedoeld in deze regeling gelden.

  • 4 In het geval, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, zijn bepalingen omtrent minimumoppervlakte of minimumlengten, opgenomen in de basis-, plus-of landschapspakketten, niet van toepassing, voorzover de vergroting van het areaal een beheerseenheid vormt met de beheerseenheid waarvoor subsidie wordt verleend.

  • 6 De subsidie met betrekking tot het vergroten van het areaal, bedoeld in het eerste lid, wordt naar evenredigheid verleend en vastgesteld voor het resterende gedeelte van het tijdvak, bedoeld in artikel 24, waarvoor reeds subsidie was verleend.

  • 7 Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt afgewezen indien de subsidie door toewijzing van dat verzoek met minder dan € 50,– per jaar zou toenemen.

Artikel 88a

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Een verzoek tot wijziging van de beschikking tot subsidieverlening kan worden gedaan met het oog op het verkleinen van het areaal waarvoor subsidie is verleend.

  • 2 Een verzoek als bedoeld in het eerste lid, kan slechts eenmaal per jaar worden gedaan te rekenen vanaf het jaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 3 Een verzoek als bedoeld in het eerste lid, wordt slechts in behandeling genomen indien het verkleinen van het areaal een gevolg is van de uitvoering van een werk ten algemene nutte.

  • 4 Bepalingen omtrent minimumoppervlakte of minimumlengten opgenomen in de beheerspakketten of landschapspakketten blijven van toepassing.

  • 5 De subsidie met betrekking tot het verkleinen van het areaal, bedoeld in het eerste lid, wordt naar evenredigheid verleend en vastgesteld voor het resterende gedeelte van het tijdvak, bedoeld in artikel 24, waarvoor reeds subsidie was verleend.

Artikel 88b

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

In geval subsidie is verleend met betrekking tot een terrein waarvan de oppervlakte waarop de subsidieverlening betrekking heeft groter is dan de daadwerkelijke oppervlakte wordt de subsidieverlening als volgt gewijzigd:

  • a. de subsidieverlening wordt gebaseerd op de daadwerkelijke oppervlakte als de afwijking ten hoogste 3% is;

  • b. de subsidieverlening wordt gebaseerd op de daadwerkelijke oppervlakte, verminderd met tweemaal het vastgestelde verschil tussen de oppervlakte waarop de subsidieverlening betrekking heeft en de daadwerkelijke oppervlakte wanneer dit verschil groter is dan 3% of 2 hectare maar niet groter dan 20%;

  • c. de subsidieverlening wordt ingetrokken, wanneer het verschil tussen de oppervlakte waarop de subsidieverlening betrekking heeft en de daadwerkelijke oppervlakte groter is dan 20%.

Artikel 89

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

In geval subsidie is verleend ten behoeve van een terrein, waarvan het recht tot gebruik en beheer berust bij de subsidieontvanger, en dat recht gaat over op een derde gedurende de periode waarover de desbetreffende subsidie is verleend, kan de desbetreffende subsidieverlening worden gewijzigd in een subsidieverlening aan die derde indien deze, uiterlijk drie maanden na de datum waarop het recht tot gebruik en beheer is overgegaan, bij wege van een aan de directeur van de Dienst Regelingen gericht schriftelijk stuk, verklaart te treden in de aan de subsidieverlening verbonden rechten en plichten, vanaf de datum met ingang waarvan de wijziging uit hoofde van dit lid van kracht zal zijn.

Artikel 90

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 In geval subsidie is verleend op grond van hoofdstuk 4, 6, 7 of 8 met betrekking tot een terrein waarvan het gebruiksrecht berust bij een natuurlijk persoon die overlijdt tijdens de periode waarover subsidie is verleend, wordt de desbetreffende subsidieverlening voor dat terrein ingetrokken met ingang van de dag, volgend op de dag van overlijden, op voorwaarde dat de erfgenamen uiterlijk drie maanden na het overlijden om deze intrekking verzoeken bij wege van een aan de directeur van de Dienst Regelingen gericht schriftelijk verzoek.

  • 2 In geval van intrekking uit hoofde van het eerste lid, wordt de subsidie over het tijdvak waarin het overlijden plaatsvond ambtshalve vastgesteld op het bedrag naar evenredigheid ten opzichte van de subsidie zoals die op grond van de subsidieverlening ten hoogste zou kunnen worden vastgesteld.

Artikel 90a

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Een aanvraag als bedoeld in artikel 20a die wordt ingediend tezamen met een verzoek van een beheerder of een ander dan een beheerder als bedoeld in artikel 5 of 6 tot intrekking van een aan hem verleende subsidie voor het terrein waarop die aanvraag betrekking heeft, wordt niet gehonoreerd indien die aanvraag ertoe zou leiden dat minder dan vijf jaren subsidie voor het desbetreffende terrein kan worden verleend.

Artikel 91

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 In geval subsidie is verleend op grond van de onderhavige regeling met betrekking tot een terrein dat deel uitmaakt van een gebied waar landinrichting uit kracht van de Landinrichtingswet geschiedt en het voldoen aan de aan desbetreffende subsidieverlening verbonden verplichtingen na vaststelling van het landinrichtingsplan niet meer mogelijk is, wordt de desbetreffende subsidieverlening ingetrokken met ingang van de dag, waarop in zodanig gebied de kavelovergang plaatsvindt ingevolge de in het plan van toedeling opgenomen bepalingen omtrent de inbezitneming, bedoeld in artikel 196, tweede lid, onderdeel e, van de Landinrichtingswet.

Artikel 91a

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 2 In geval van intrekking op grond van het eerste lid, wordt de subsidie over het tijdvak waarin de verwerving plaatsvond ambtshalve vastgesteld op een bedrag evenredig met het deel van het tijdvak dat voor de overdracht is verstreken.

Artikel 92

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 In geval subsidie is verleend op grond van de onderhavige regeling met betrekking tot grond die wordt onteigend tijdens de periode waarover subsidie is verleend, wordt de desbetreffende subsidieverlening ingetrokken met ingang van de dag waarop het besluit tot onteigening van de betrokken grond onherroepelijk vaststaat.

Artikel 93

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Onverschuldigd betaalde subsidies en voorschotten worden teruggevorderd, vermeerderd met de wettelijke rente tot de datum van ontvangst van de teruggevorderde bedragen.

Hoofdstuk 11. Koopplicht

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 94

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Telkens wanneer met betrekking tot één of meer gronden, die zijn gelegen in een gebied als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel f, onderscheidenlijk g, aan het bureau beheer landbouwgronden een recht van eigendom of een daarvan afgeleid beperkt gebruiksrecht wordt aangeboden, is het bureau beheer landbouwgronden gehouden het hem aangeboden recht te verwerven.

Artikel 95

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Indien op de grond een verplichting is gevestigd als bedoeld in artikel 46 en het bureau beheer landbouwgronden verwerving van het volle eigendomsrecht wordt aangeboden, wordt de door het bureau beheer landbouwgronden ter zake van dat recht te betalen grondprijs bepaald op basis van de som van:

    • a. de actuele waarde van de grond in het economisch verkeer bij bestemming natuur of bos, welke waarde wordt bepaald op basis van een daartoe door het bureau beheer landbouwgronden verrichte taxatie, en

    • b. de op het moment van verkoop nog niet uitbetaalde subsidie functieverandering, welke subsidies in contante waarde zijn uitgedrukt, rekening houdend met een jaarlijkse rentevoet van 4%.

  • 2 Indien op de in artikel 94 bedoelde landbouwgrond een verplichting is gevestigd als bedoeld in artikel 46 en het bureau beheer landbouwgronden verwerving van een met een beperkt gebruiksrecht belast eigendomsrecht wordt aangeboden, wordt de door het bureau beheer landbouwgronden ter zake te betalen grondprijs bepaald op basis van de in het eerste lid bedoelde som, verminderd met de waarde van het desbetreffende beperkt gebruiksrecht, welke waarde wordt bepaald op basis van de in opdracht van het bureau beheer landbouwgronden verrichte taxatie.

  • 3 In andere gevallen dan bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt de door het bureau beheer landbouwgronden te betalen prijs bepaald op basis van de daartoe in opdracht van het bureau beheer landbouwgronden getaxeerde waarde van het aangeboden recht.

  • 4 Bij de in het derde lid bedoelde taxatie wordt, in de gevallen waarin met betrekking tot de desbetreffende grond geen verplichting als bedoeld in artikel 46 is gevestigd, geen rekening gehouden met de omstandigheid dat:

    • a. op de betrokken grond een aangepaste agrarische bedrijfsvoering uit hoofde van de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling, de Beschikking beheersovereenkomsten 1983, de Regeling beheersovereenkomsten 1988 of de Regeling beheersovereenkomsten 1993 plaatsvindt, en

    • b. de betrokken grond is gelegen in een natuurgebied.

Artikel 96

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Indien de uitkomst van de in opdracht van het bureau beheer landbouwgronden verrichte taxatie, bedoeld in artikel 95, eerste tot en met derde lid, voor de andere partij niet aanvaardbaar is, vindt in opdracht van die partij nadere taxatie van de betrokken grond plaats door een driemanschap waarvan een lid wordt aangewezen door:

    • a. degene die het desbetreffende recht ter verwerving heeft aangeboden;

    • b. het bureau beheer landbouwgronden, en

    • c. de onder a en b bedoelde personen gezamenlijk.

  • 2 Het driemanschap beslist bij meerderheid van stemmen. De beslissing van het driemanschap heeft kracht van bindend advies.

  • 3 De kosten van de nadere taxatie, bedoeld in het eerste lid, worden gelijkelijk verdeeld tussen betrokken partijen.

Artikel 97

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De minister kan bij een in de Staatscourant bekend te maken besluit bepalen dat vanaf een door hem vast te stellen tijdstip de gehoudenheid van het bureau beheer landbouwgronden, bedoeld in artikel 94, eerste lid, wordt opgeschort.

Hoofdstuk 12 . Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 98

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze regeling bepaalde zijn belast de ambtenaren van Dienst landelijk gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Artikel 101

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Beheerders die vóór 25 oktober 2003 een beschikking tot subsidieverlening hebben ontvangen met betrekking tot een bedrag als bedoeld in artikel 30, zoals dat luidde tot 25 oktober 2003, behouden het recht op dat bedrag, tenzij zij met betrekking tot hetzelfde terrein tevens een bijdrage ontvangen voor een recreatiepakket als bedoeld in bijlage 58, zoals die luidde tot 25 oktober 2003.

  • 2 Beheerders die vóór 25 oktober 2003 een beschikking tot subsidieverlening hebben ontvangen met betrekking tot de bijdrage voor begrensde waardevolle bosgemeenschappen als bedoeld in bijlage 38, laatste alinea, zoals die luidde tot 25 oktober 2003, behouden het recht op die bijdrage tot het eind van het tijdvak waarop de subsidieverlening betrekking heeft.

  • 3 Beheerders die vóór 25 oktober 2003 een beschikking tot subsidieverlening hebben ontvangen met betrekking tot de recreatiebijdrage voor een recreatiepakket als bedoeld in bijlage 58 of 59, zoals die luidden tot 25 oktober 2003, ontvangen die bijdrage met ingang van 1 januari 2004 op grond van bijlage 58.

Artikel 101a

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Beheerders die vóór 25 oktober 2003 een beschikking tot subsidieverlening hebben ontvangen met betrekking tot een landschapspakket als bedoeld in de bijlagen 42 tot en met 46 of 49, zoals die luidden tot 25 oktober 2003, waarin een bedekking van minder dan 90% was opgenomen, zijn in zoverre in afwijking van artikel 78, onderdeel a, slechts verplicht tot het in stand houden van het landschapspakket, genoemd in bijlage 42, met het in de subsidieverlening vastgestelde lagere bedekkingspercentage tegen de daarbij behorende lagere vergoeding.

  • 2 Bij de berekening op grond van het eerste lid wordt voor beheerders die een beheersbijdrage ontvangen voor een landschapspakket opgenomen in bijlage 49, zoals die luidde tot 25 oktober 2003 een omrekenfactor van 2528 gehanteerd.

Artikel 101b

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Op een aanvraag voor subsidie op grond van hoofdstuk 5, zoals dat luidde tot 1 oktober 2004, die is ingediend vóór die datum, blijven dat hoofdstuk en de bijlagen 1 tot en met 11c, zoals die luidden tot 1 oktober 2004, van toepassing.

  • 2 In afwijking van de artikelen 44 tot en met 46 blijven op een aanvraag voor subsidie op grond van hoofdstuk 5, zoals dat luidt met ingang van 1 oktober 2004, de artikelen 44 tot en met 49 en de bijlagen 1 tot en met 11c, zoals die luidden tot 1 oktober 2004, van toepassing, als is voldaan aan elk van de volgende voorwaarden:

    • a. bij de aanvraag is verzocht om toepassing van de artikelen 44 tot en met 49 en de bijlagen 1 tot en met 11c, zoals die luidden tot 1 oktober 2004;

    • b. de aanvraag heeft betrekking op het begrotingsjaar 2005 of 2006; en

    • c. de aanvrager heeft vóór 26 juli 2004:

      • i. een aanvraag voor subsidie functieverandering ingediend, maar zijn aanvraag is afgewezen omdat hij niet aan alle subsidievoorwaarden heeft voldaan;

      • ii. bij de betrokken gemeente een verzoek ingediend tot wijziging van het desbetreffende bestemmingsplan ten behoeve van particulier natuurbeheer en kan dit met schriftelijke bescheiden staven; of

      • iii. contact gehad met het bestuur van de betrokken provincie over concrete plannen voor functieverandering en kan dit met schriftelijke bescheiden staven.

  • 3 Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt de termijn, bedoeld in artikel 46, eerste lid, zoals dat luidde tot 1 oktober 2004, in voorkomend geval verlengd tot 1 november 2006.

  • 4 De minister kan voor de toepassing van subsidie op grond van hoofdstuk 5, zoals dat luidde tot 1 oktober 2004, kennis geven in de Staatscourant van wijzigingen op de bijlagen 1 tot en met 11c, zoals die luidden tot 1 oktober 2004.

Artikel 101c

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Beheerders die vóór 1 oktober 2004 een beschikking tot subsidieverlening hebben ontvangen met betrekking tot een beheersbijdrage voor een pluspakket als bedoeld in bijlage 31 of 32, zoals die luidden tot 1 oktober 2004, ontvangen die bijdrage met ingang van 1 januari 2005 op grond van bijlage 31.

Artikel 101d

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Op aanvragen die zijn ingediend vóór 1 november 2005 blijft bijlage 37 zoals die luidt tot 1 november 2005 van toepassing.

Artikel 101e

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Op aanvragen die zijn ingediend vóór 1 november 2005 blijft bijlage 38, 39 onderscheidenlijk 62 zoals die luidt tot 1 november 2005 van toepassing voor zover de subsidieontvanger wel voldoet aan alle voorwaarden van die bijlage en niet aan alle voorwaarden van bijlage 38, 39 onderscheidenlijk 62 zoals die luidt met ingang van 1 november 2005.

Artikel 101f

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Beheerders die naar aanleiding van een vóór 1 november 2005 ingediende aanvraag voor subsidieverlening een beschikking tot subsidieverlening hebben ontvangen met betrekking tot een beheersbijdrage voor een pluspakket als bedoeld in bijlage 37, zoals die luidde tot 1 november 2005, ontvangen die bijdrage met ingang van 1 januari 2006 op grond van bijlage 38.

Artikel 102

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Subsidies of voorschotten daarop worden verleend onder het voorbehoud van goedkeuring van Commissie van de Europese Gemeenschappen.

  • 2 De beslissing tot verlening van een subsidie of een voorschot daarop kan worden ingetrokken of gewijzigd ter verkrijging van de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor deze regeling, of wegens het uitblijven daarvan.

Artikel 103

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De begrenzing van een natuurgebiedsplan die op grond van de Subsidieregeling natuurbeheer

  • 2 De regeling, opgenomen in Subsidieregeling natuurbeheer, inzake de begrenzing van een natuurgebiedsplan, is van toepassing ten aanzien van voornemens tot vaststelling van zodanige begrenzingen die op grond van artikel 3.11 van de Algemene wet bestuursrecht jo. artikel 13 van die regeling op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling ter inzage liggen of hebben gelegen.

  • 3 Subsidie wordt verstrekt ten behoeve van een terrein dat is gelegen in een natuurgebied als bedoeld in het eerste lid met het oog op de ontwikkeling van een beheerspakket, voorzover dat beheerspakket, blijkens de in bijlage 61 opgenomen tabel, in overeenstemming is met het desbetreffende natuurgebiedsplan.

Artikel 104

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De Tijdelijke regeling particulier natuurbeheer

  • 2 Op subsidies verleend op grond van de in het eerste lid bedoelde regeling, blijft die regeling van toepassing.

  • 3 Indien beheerders die op grond van de Tijdelijke regeling particulier natuurbeheer subsidie is verleend, subsidie aanvragen op grond van de onderhavige regeling:

    • a. is artikel 23 niet van toepassing, en

    • b. zullen subsidies en voorschotten die reeds zijn verstrekt, worden verrekend met te verstrekken subsidies op grond van de onderhavige regeling.

  • 4 Tot 1 maart 2002 kunnen beheerders, die subsidie ontvangen op grond van de in het eerste lid bedoelde regeling, een aanvraag indienen tot omzetting van de desbetreffende beschikking tot subsidieverlening naar een beschikking tot subsidieverlening op grond van deze regeling.

Artikel 105

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De Bijdrageregeling beheer samenwerking bos 1993

  • 2 Op subsidies, verleend op grond van de in het eerste lid genoemde regeling, blijft die regeling van toepassing.

Artikel 106a

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Indien op grond van de Regeling subsidies particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties of de Regeling functiebeloning bos en natuurterreinen voor 1 januari 2000 voor een terrein een beheerssubsidie is verleend zonder dat dit terrein is gelegen in een natuurgebiedsplan, dan is het in afwijking van de laatste volzin van bijlage 34, punt 1, en de laatste volzin van bijlage 35, punt 1, niet vereist dat de beheerseenheid is gelegen in een natuurgebiedsplan waarvoor de pluspakketten, bedoeld in de bijlagen 34 en 35, zijn opengesteld.

Artikel 108

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De Regeling stimulering bosuitbreiding op landbouwgronden wordt ingetrokken.

  • 2 Op subsidies verleend op grond van de in het eerste lid bedoelde regeling, blijft die regeling van toepassing.

Artikel 109

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

[Red: Wijzigt de beschikking van de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij van 28 december 1982, houdende vaststelling van de werkzaamheden van het Bureau beheer landbouwgronden]

Artikel 110

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De Subsidieregeling natuurbeheer wordt ingetrokken.

Artikel 111

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De Regeling functiebeloning bos en natuurterreinen wordt met ingang van 1 januari 2000 ingetrokken.

  • 2 Op subsidies verleend op grond van de in het eerste lid bedoelde regeling, blijft die regeling van toepassing.

Artikel 112

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van op 1 januari 2000.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 december 1999

De

Staatssecretaris

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

G.H. Faber

Bijlagen behorende bij de Subsidieregeling Natuurbeheer van 20 december 1999; TRCJZ1999/13.144

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

BIJLAGE 12

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Basispakket : Plas en ven

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit water; En ten hoogste 40% van de oppervlakte van de beheerseenheid wordt bedekt door Kroossoorten of Kroosvaren; En de beheerseenheid maakt ten hoogste 90 % deel uit van een terrein, waarvan de overige delen voldoen aan één of meer van de andere basis- of pluspakketten in de bijlagen van deze regeling, met uitzondering van bijlage 21.

  • 2 Beheersvoorschriften: Regulier onderhoud ten behoeve van de instandhouding van de plas.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij basispakket Plas en ven: 0,5 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 16,30 per hectare per jaar.

BIJLAGE 13

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Basispakket : Moeras

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Ten minste 70 % van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit moeras; En ten hoogste 40 % van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit bos of struweel; En ten hoogste 20 % van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit water.

  • 2 Beheersvoorschriften: Ten minste 60% van de oppervlakte van de beheerseenheid vrijhouden van bos en struweel; Hetzelfde deel van de beheerseenheid wordt nooit in twee opeenvolgende jaren gemaaid.

Beheersbijdrage:

€ 31,59 per hectare per jaar.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij basispakket Moeras: 0,5 hectare

BIJLAGE 14

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Basispakket : Rietcultuur

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met riet; En ten minste 75% van het riet is ten hoogste 1 jaar oud.

  • 2 Beheersvoorschriften: Vorming van bos en struweel wordt tegengegaan op de oppervlakte van de beheerseenheid die met riet is bedekt; Maaiwerkzaamheden vinden plaats in de periode tussen 1 september en 15 april; Het maaisel wordt in dezelfde periode afgevoerd.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij basispakket Rietcultuur: 0.5 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 163,04 per hectare per jaar.

BIJLAGE 15

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Basispakket : (Half)natuurlijk grasland

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit grasland of kwelder; En in geval van grasland zijn in het zesde jaar van het eerste tijdvak, alsmede in alle volgende tijdvakken waarvoor subsidie wordt verleend,op de beheerseenheid ten minste 15 inheemse plantensoorten inclusief mossen aanwezig per 25m2; En ten hoogste 10% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met Pijpestrootje of Bochtige smele.

  • 2 Beheersvoorschriften: In geval van grasland ten minste 90% van het gewas jaarlijks afvoeren via maaien of beweiden; In de periode van 1 juli tot 1 april is een veebezetting van ten hoogste 3 GVE per hectare op enig moment toegestaan.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij basispakket (Half)natuurlijk grasland: 0,5 hectare

Beheersbijdrage:

€ 125,34 per hectare per jaar

BIJLAGE 16

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Basispakket : Heide

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De beheerseenheid bestaat uit bos- of natuurterrein; En ten minste 30% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met een of meer van de volgende struiksoorten: Struikhei, Dophei, Kraaihei, Vossebes, Rode bosbes of Blauwe bosbes; En de resterende oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met grassen, kruiden, mossen, korstmossen, stuifzand, struweel, bos of water; En ten hoogste 20% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit water; En ten hoogste 25% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit bos of uit ander struweel dan Jeneverbes of Gagel.

  • 2 Beheersvoorschriften: Regulier beheer ten behoeve van de instandhouding van heide.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij basispakket Heide: 0,5 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 40,76 per hectare per jaar

BIJLAGE 17

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Basispakket : Struweel

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De beheerseenheid bestaat uit bos- of natuurterrein; En ten minste 75% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met bomen, struiken of kruidachtige planten; En ten minste 50% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met inheemse houtachtige gewassen (zie bijlage 57) met een lengte van ten minste 1 meter en ten hoogste 5 meter; Ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit struweel.

  • 2 Beheersvoorschriften: Regulier beheer ten behoeve van de instandhouding van struweel.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij basispakket Struweel: 0,5 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 10,19 per hectare per jaar.

BIJLAGE 18

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Basispakket : Hoogveen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Op ten minste 5% van de oppervlakte van de beheerseenheid komen Veenmossoorten voor, niet gedomineerd door Waterveenmos [bedekkingsgraad kleiner dan 50%]; En ten hoogste 20% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit water; En ten hoogste 10% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit bos of struweel; En de overige oppervlakte bestaat uit Pijpestrootje of natte heide; En de beheerseeheid ligt in de Fysisch-Geografische Regio Heuvelland of Hogere zandgronden.

  • 2 Beheersvoorschriften: Regulier onderhoud ten behoeve van de instandhouding van hoogveen.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij basispakket Hoogveen: 0,5 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 78,46 per hectare per jaar.

BIJLAGE 19

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Basispakket : Akker

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Op de gehele beheerseenheid wordt ten minste vijf van de zes jaren graan, met uitzondering van maïs, verbouwd;

  • 2 Beheersvoorschriften: Bemesting met mest van rundvee, schapen of paarden is in ten hoogste 2 jaren van het tijdvak toegestaan; Mechanische onkruidbestrijding is niet toegestaan tussen het zaaien en de oogst.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij basispakket Akker: 0,5 hectare

Beheersbijdrage:

€ 142,66 per hectare per jaar.

BIJLAGE 20

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Basispakket : Bos

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De beheerseenheid bestaat uit bos- of natuurterrein; En ten minste 75% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit houtopstand waarvoor een herplantplicht als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Boswet geldt; En de verjongingsvlakten zijn ten hoogste 2 hectare groot.

  • 2 Beheersvoorschriften: Regulier beheer ten behoeve van de instandhouding van het bos.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij basispakket Bos: 0,5 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 48,91 per hectare per jaar

BIJLAGE 21

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Basispakket : Natuurlijke Eenheid:

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • A: zonder begrazing

  • B: met begrazing

  • 1 De beheerseenheid bestaat uit aaneengesloten natuurgebied (land en/of water).

  • 2 Beheersvoorschriften:

    • Variant A: Op ten minste 90 % van de oppervlakte van de beheerseenheid vindt ongecompartimenteerd waterbeheer plaats.

    • Variant B: Op ten minste 90 % van de oppervlakte van de beheerseenheid vindt begrazingsbeheer plaats.

    Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij basispakket Natuurlijke Eenheid: 0,5 hectare

    Beheersbijdrage:

    • Variant A: € 10,19 per hectare per jaar

    • Variant B: € 34,65 per hectare per jaar.

Bijlage 22

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket : Soortenrijke plas

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 In de beheerseenheid komen ten minste 7 van de meetsoorten voor uit de lijst A; of ten minste 3 uit de lijst B; of ten minste 10 uit de lijsten A en C; of ten minste 6 uit de lijsten B en C. Ook kunnen voor het resultaat naast de hier genoemde soorten ten hoogste 2 andere soorten uit de lijsten genoemd in bijlage 62 (rode lijsten) meetellen.

    A. [flora/zoet]:

    Brede waterpest, Holpijp, Waterviolier, Waterdrieblad, Kransvederkruid, Groot nimfkruid, Spits fonteinkruid, Rossig fonteinkruid, Plat fonteinkruid, Stomp fonteinkruid, Langstengelig fonteinkruid, Fijne waterranonkel, Grote boterbloem, Grote waterranonkel, Kleine egelskop, Krabbenscheer, Groot blaasjeskruid, Stekelharig kransblad, Sterkranswier, Bronmos, Watergentiaan, Glanzig fonteinkruid, Lidsteng, Ruw kransblad, Paarbladig fonteinkruid, Blauwe waterereprijs, Smalle waterweegbree, Slanke waterweegbree, Slangenwortel, Padderus, Gebogen kransblad;

    B. [flora/brak]:

    Lidsteng, Zilte waterranonkel, Spiraalruppia, Snavelruppia, Gesteelde zannichellia, Groot nimfkruid, Ruwe bies, Stekelharig kransblad, Sterkranswier, Gebogen kransblad;

    C. [fauna]:

    Zomertaling, Slobeend, Krooneend, Tafeleend, Visdief, Zwarte stern, Vroege glazenmaker, Groene glazenmaker, Rugstreeppad, Poelkikker, Bruine korenbout, Plasrombout, Grote keizerlibel, Glassnijder, Kamsalamander, Knoflookpad, Boomkikker, Ringslang, Waterspitsmuis, Franjestaart, Gewone grootoorvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Gewone baard- of Brandt’s vleermuis;

    En ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit water.

  • 2 Beheersvoorschriften: Meetsoorten monitoren. Beheer ten behoeve van instandhouding van een soortenrijke plas.

  • 3 Corresponderend Basispakket: Bijlage 12 Basispakket: Plas en ven.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij pluspakket Soortenrijke plas: 0,5 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 79,48 per hectare per jaar.

Bijlage 23

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket : Soortenrijk ven

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 In de beheerseenheid komen ten minste 4 van de meetsoorten voor uit de lijst A; of ten minste 8 uit de lijsten A en B. Ook kunnen voor het resultaat naast de hier genoemde soorten ten hoogste 2 andere soorten uit de lijsten genoemd in bijlage 62 (rode lijsten) meetellen.

    A [flora]:

    Ondergedoken moerasscherm, Stijve moerasweegbree, Kruipende moerasweegbree, Gesteeld glaskroos, Moerashertshooi, Kleine biesvaren, Grote biesvaren, Oeverkruid, Waterlobelia, Waterlepeltje, Waterpostelein, Pilvaren, Ongelijkbladig fonteinkruid, Weegbreefonteinkruid, Witte waterranonkel, Vlottende bies, Drijvende egelskop, Kleinste egelskop, Doorschijnend glanswier, Moerassmele, Duizendknoopfonteinkruid, Drijvende waterweegbree, Naaldwaterbies, Draadzegge;

    B [fauna]:

    Dodaars, Geoorde fuut, Wintertaling, Zwarte stern, Speerwaterjuffer, Tengere pantserjuffer, Venwitsnuitlibel, Gevlekte witsnuitlibel, Koraaljuffer, Bruine winterjuffer, Venglazenmaker, Kamsalamander, Vinpootsalamander, Poelkikker, Heikikker, Boomkikker, Ringslang, Franjestaart, Gewone grootoorvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Gewone baard- of Brandt’s vleermuis;

    En ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit water.

  • 2 Beheersvoorschriften: Meetsoorten monitoren. Beheer ten behoeve van instandhouding van een soortenrijke ven.

  • 3 Corresponderend Basispakket: Bijlage 12 Basispakket: Plas en ven.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij pluspakket Soortenrijk ven: 0,1 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 58,08 per hectare per jaar

Bijlage 24

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket : Beek en duinrel

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 In de beheerseenheid komen ten minste 2 van de meetsoorten voor uit de lijst A; of 5 uit de lijsten A en B. Ook kunnen voor het resultaat naast de hier genoemde soorten ten hoogste 2 andere soorten uit de lijsten in bijlage 62 (rode lijsten) meetellen.

    A [flora]:

    Bittere veldkers, Verspreidbladig goudveil, Paarbladig goudveil, Drijvende waterweegbree, Groot bronkruid, Vlottende waterranonkel, Klimopwaterranonkel, Grote waterranonkel, Haaksterrenkroos, Teer vederkruid, Beekpunge, Bronmos, Doorgroeid fonteinkruid, Rivierfonteinkruid;

    B [fauna]:

    IJsvogel, Grote gele kwikstaart, Waterspreeuw, Bosbeekjuffer, Beekoeverlibel, Gewone bronlibel, Weidebeekjuffer, Beekrombout, Blauwe breedscheenjuffer, Vuursalamander, Franjestaart, Gewone grootoorvleermuis, Gewone baard- of Brandt’s vleermuis., Waterspitsmuis;

    En ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit ongekanaliseerde stromende beek of duinrel met een breedte van ten hoogste 25 meter.

  • 2 Beheersvoorschriften: Meetsoorten monitoren. Beheer ten behoeve van instandhouding van een beek en duinrel.

  • 3 Corresponderend Basispakket: Bijlage 12 Basispakket: Plas en ven.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij pluspakket Beek en duinrel: 0,1 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 397,41 per hectare per jaar.

Bijlage 25

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket : Trilveen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Op de beheerseenheid komen ten minste 7 van de volgende meetsoorten voor: [flora] Knotszegge, Ronde zegge, Draadzegge, Vleeskleurige orchis, Slank wollegras, Veenmosorchis, Geelhartje, Groenknolorchis, Rietorchis, Waterdrieblad, Parnassia, Moeraskartelblad, Sierlijke vetmuur, Plat blaasjeskruid, Klein blaasjeskruid, Kleine valeriaan, Rood schorpioenmos, Groot veenvedermos, Echt vetmos. Ook kunnen voor het resultaat naast de hier genoemde soorten ten hoogste 2 andere soorten uit de lijsten genoemd in bijlage 62 (rode lijsten) meetellen.

    En ten minste 70% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit moeras; En ten hoogste 20% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit water; En ten hoogste 5% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit bos of struweel;

  • 2 Beheersvoorschriften: Jaarlijks wordt in de periode van 15 juni tot en met 15 september gemaaid; Het maaisel wordt in dezelfde periode afgevoerd; Meetsoorten monitoren.

  • 3 Corresponderend Basispakket: Bijlage 13 Basispakket: Moeras.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij pluspakket Trilveen: 0,05 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 1539,71 per hectare per jaar.

Bijlage 26

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket : Overjarig rietland

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Op de beheerseenheid komen ten minste 6 van de volgende meetsoorten voor: [fauna] Roerdomp, Woudaapje, Purperreiger, Lepelaar, Bruine kiekendief, Waterral, Porseleinhoen, Blauwborst, Snor, Sprinkhaanzanger, Grote Karekiet, Baardmannetje, Rietzanger, Vroege glazenmaker, Bruine korenbout, Ringslang, Noordse woelmuis, Waterspitsmuis, Ruige dwergvleermuis.

    Ook kunnen voor het resultaat naast de hier genoemde soorten ten hoogste 2 andere soorten uit de lijsten genoemd in bijlage 62 (rode lijsten) meetellen.

    En ten minste 80% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met riet, Rietgras, Mattenbies, Ruwe bies, Kleine lisdodde, Grote lisdodde of zeggen; En ten hoogste 10% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit bos of struweel.

  • 2 Beheersvoorschriften: Jaarlijks ten hoogste een derde van de beheerseenheid maaien, in afwijking hiervan is het toegestaan ten hoogste de helft van de beheerseenheid te maaien als dit noodzakelijk is om verbossing tegen te gaan of als de beheerseenheid kleiner is dan 0,75 hectare; Het maaisel afvoeren; Geen werkzaamheden uitvoeren in de beheerseenheid in de periode tussen 1 april en 1 oktober; Meetsoorten monitoren.

  • 3 Corresponderend Basispakket: Bijlage 13 Basispakket: Moeras.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij pluspakket Overjarig riet: 0,5 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 77,44 per hectare per jaar.

Bijlage 27

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket : Veenmosrietland en moerasheide

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Op de beheerseenheid komen ten minste 5 van de meetsoorten voor uit de lijst A of ten minste 10 uit de lijsten A en B. Ook kunnen voor het resultaat naast de hier genoemde soorten ten hoogste 2 andere soorten uit de lijsten genoemd in bijlage 62 (rode lijsten) meetellen.

    A [flora]:

    Lavendelhei, Struikhei, Kraaihei, Gewone dophei, Grote veenbes, Kleine veenbes, Rode bosbes, Knotszegge, Ronde zegge, Sterzegge, Draadzegge, Vleeskleurige orchis, Brede en Rietorchis, Slank wollegras, Veenmosorchis, Geelhartje, Groenknolorchis, Waterdrieblad, Addertong, Parnassia, Moeraskartelblad, Welriekende nachtorchis, Sierlijke vetmuur, Plat blaasjeskruid, Klein blaasjeskruid, Blauwe knoop, Ronde zonnedauw, Kamvaren, Moerasviooltje, Tormentil, Ruwe bies, Welriekende nachtorchis, Gevleugeld hertshooi, Grote ratelaar, Moeraszoutgras, Echte koekoeksbloem;

    B [fauna]

    Bruine kiekendief, Porseleinhoen, Kwartelkoning, Waterral, Wulp, St. Jansvlinder, Grote vuurvlinder, Zilveren maan, Groentje, Noordse winterjuffer, Groene glazenmaker, Glassnijder, Gevlekte witsnuitlibel, Poelkikker, Heikikker, Levendbarende hagedis, Ringslang, Franjestaart, Gewone grootoorvleermuis, Ruige dwergvleermuis, Gewone baard- of Brandt’s vleermuis, Noorse woelmuis, Waterspitsmuis;

    En ten minste 20% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met veenmossoorten; En ten minste 70% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit moeras; En ten hoogste 20% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit water; En ten hoogste 5% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit bos of struweel.

  • 2 Beheersvoorschriften: Op 80% van de oppervlakte het gewas jaarlijks maaien en afvoeren. Meetsoorten monitoren.

  • 3 Corresponderend Basispakket: Bijlage 13 Basispakket: Moeras.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij pluspakket Veenmosrietland en moerasheide: 0,05 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 807,05 per hectare per jaar.

Bijlage 28

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket : Nat soortenrijk grasland

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Op de beheerseenheid komen ten minste 5 van de volgende meetsoorten voor uit de lijst A; of ten minste 4 uit de lijst B; of ten minste 5 uit de lijst C; Of ten minste 3 uit de lijst D; of ten minste 7 uit de lijst E; Of ten minste 8 uit de lijsten A en F; Of ten minste 8 uit de lijsten B en F; Of ten minste 8 uit de lijsten C en F; Of ten minste 7 uit de lijsten D en F; Of ten minste 10 uit de lijsten E en F. Ook kan van de genoemde aantallen bij de lijsten A t/m C en E ten hoogste 1 soort uit 1 van de andere lijsten A t/m E meetellen voor het resultaat. Ook kunnen voor het resultaat naast de hier genoemde soorten ten hoogste 2 andere soorten uit de lijsten genoemd in bijlage 62 (rode lijsten) meetellen.

    A [Flora/Dotterbloemhooiland]:

    Trosdravik, Moesdistel, Wilde herfsttijloos, Moerasstreepzaad, Vleeskleurige orchis, Brede en Rietorchis, Addertong, Harlekijn, Adderwortel, Slanke sleutelbloem, Knolsteenbreek, Echte koekoeksbloem, Gewone dotterbloem, Grote ratelaar, Gevleugeld hertshooi, Waterkruiskruid, Kleine valeriaan; Moeraskartelblad, Welriekende nachtorchis, Bevertjes;

    B [Flora/Nat schraalland]:

    Tweehuizige zegge, Blonde zegge, Vlozegge, Spaanse ruiter, Gevlekte orchis, Moeraswespenorchis, Breed wollegras, Klokjesgentiaan, Draadrus, Parnassia, Vetblad, Welriekende nachtorchis, Klein glidkruid, Zaagblad, Kleine valeriaan, Melkviooltje, Schildereprijs, Sterzegge; Brede en Rietorchis, Vleeskleurige orchis, Blauwe knoop;

    C [Flora/Natte duinvallei]:

    Dwergbloem, Teer guichelheil, Zomer- en Herfstbitterling, Platte bies, Vleeskleurige orchis, Armbloemige waterbies, Moeraswespenorchis, Bonte paardenstaart, Grote muggenorchis, Slanke gentiaan, Honingorchis, Groenknolorchis, Parnassia, Knopbies, Moerasgamander, Drienervige zegge, Geelgroene en Dwergzegge; Gevlekte orchis, Sierlijke vetmuur, Geelhartje;

    D [Flora/Nat uiterwaardhooiland]:

    Trosdravik, Wilde kievitsbloem, Genadekruid, Engelse alant, Polei, Rode ogentroost, Gulden boterbloem, Weidekervel, Grote pimpernel, Noords walstro, Echte koekoeksbloem, Gewone dotterbloem, Draadrus;

    E [Flora/Brak grasland]:

    Aardbeiklaver, Moeraszoutgras, Schorrenzoutgras, Selderij, Kruipend moerasscherm, Zulte, Zilte zegge, Zilte rus, Melkkruid, Rode ogentroost, Fraai duizendguldenkruid, Zeeweegbree, Behaarde boterbloem, Knolvossenstaart, Zilt torkruid, Zilte schijnspurrie, Gerande schijnspurrie, Kwelderzegge, Veldgerst, Zeekraal;

    F [Fauna]

    Zomertaling, Slobeend, Kwartelkoning, Kemphaan, Watersnip, Grutto, Tureluur, Gele kwikstaart, Grauwe klauwier, Zilveren maan, Aardbeivlinder, Bruine vuurvlinder, Groot dikkopje, Bruin zandoogje, Rugstreeppad, Ringslang, Kamsalamander, Poelkikker, Noordse woelmuis, Ondergrondse woelmuis, Veldspitsmuis, Ruige dwergvleermuis, Gewone baard- of Brandt’s vleermuis;

    En ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit grasland; En het grasland bevindt zich binnendijks ten opzichte van zeewerende dijken;

  • 2 Beheersvoorschriften: Op ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid wordt het gewas jaarlijks vóór 1 november afgevoerd via maaien of beweiden.

    In de periode van 1 juli tot 1 april is een veebezetting van ten hoogste 3 GVE per hectare op enig moment toegestaan; Meetsoorten monitoren;

    Voor instandhoudingsbemesting is toestemming van de Dienst Regelingen vereist.

  • 3 Corresponderend Basispakket: Bijlage 15 Basispakket: (Half) natuurlijk grasland.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij pluspakket Nat soortenrijk grasland: 0,5 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 867,17 per hectare per jaar.

Bijlage 29

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket : Droog soortenrijk grasland

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Op de beheerseenheid komen ten minste 4 van de meetsoorten voor uit de lijst A; of ten minste 5 uit de lijst B; of ten minste 5 uit de lijst C; Of ten minste 5 uit de lijst D; Of ten minste 8 uit de lijsten A en E; Of ten minste 9 uit de lijsten B en E; Of ten minste 9 uit de lijsten C en E; Of ten minste 9 uit de lijsten D en E. Ook kan van de genoemde aantallen bij de lijsten A t/m D ten hoogste één soort uit één der andere lijsten A t/m D meetellen voor het resultaat. Ook kunnen voor het resultaat naast de hier genoemde soorten ten hoogste 2 andere soorten uit de lijsten genoemd in bijlage 62 (rode lijsten) meetellen.

    A [Heischraal grasland]:

    Rozenkransje, Valkruid, Gelobde maanvaren, Stijve ogentroost, Klokjesgentiaan, Addertong, Heidekartelblad, Liggende vleugeltjesbloem, Blauwe knoop, Harlekijn, Hondsviooltje, Betonie, Herfstschroeforchis, Groene nachtorchis, Welriekende nachtorchis, Veldgentiaan;

    B [Kalkgrasland]:

    Poppenorchis, Hondskruid, Aarddistel, Kalkwalstro, Franjegentiaan, Duitse gentiaan, Grote muggenorchis, Geel zonneroosje, Beemdhaver, Honingorchis, Tengere veldmuur, Bijenorchis, Vliegenorchis, Soldaatje, Aapjesorchis, Bergnachtorchis, Kuifvleugeltjesbloem, Gulden sleutelbloem, Harige ratelaar, Grote centaurie, Trosgamander, Echte gamander, Berggamander, Driedistel, Duifkruid, Ruige scheefkelk, Breed fakkelgras;

    C [Stroomdalgrasland]:

    Wilde averuit, Voorjaarszegge, Vroege zegge, Kleine steentijm, Steenanjer, Zandwolfsmelk, Sikkelklaver, Walstrobremraap, Rode bremraap, Voorjaarsganzerik, Veldsalie, Tripmadam, Zacht vetkruid, Kleine ruit, Grote tijm, Gestreepte klaver, Brede ereprijs, Liggende ereprijs, Smal fakkelgras, Duifkruid, Overblijvende hardbloem;

    D [Bloemdijk]:

    Gewone agrimonie, Moeslook, Kluwenklokje, Rapunzelklokje, Grote centaurie, Wollige distel, Ruige anjer, Beemdkroon, Aardaker, Glad parelzaad, Klavervreter, Wilde peterselie, Karwijvarkenskervel, Grote bevernel, Ruige weegbree, Kleine ratelaar, Veldsalie, Knopig doornzaad, Groot streepzaad, Kattendoorn, Wilde marjolein, Echte kruisdistel, Grote leeuwenklauw, Bevertjes, Zeegroene zegge, Gewone bermzegge, Knoopkruid, Geel walstro, Blauw walstro, Fijne ooievaarsbek, Veldgerst, Donderkruid, Glad parelzaad, Mantelanjer, Kleinbloemige salie, Akkerdoornzaad, Goudhaver, IJzerhard;

    E [Fauna]:

    Kwartel, Patrijs, Grauwe klauwier, Geelgors, Roodborsttapuit, Steenuil, Oranje zandoogje, Bruin dikkopje, Icarusblauwtje, Hooibeestje, Kleine vuurvlinder, Argusvlinder, Bruin blauwtje, Grashommel, Boomkikker, Kamsalamander, Levendbarende hagedis, Ondergrondse woelmuis, Veldspitsmuis;

    En ten hoogste 20% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit struweel.

    En ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit grasland

  • 2 Beheersvoorschriften: Ten minste 90% van het gewas jaarlijks afvoeren via maaien of beweiden;

    In de periode van 1 juli tot 1 april is een veebezetting van ten hoogste 3 GVE per hectare op enig moment toegestaan; Bij beheer met een gescheperde schaapskudde is een hogere veebezetting dan 3 GVE op enig moment toegestaan;

    Meetsoorten monitoren.

  • 3 Corresponderend Basispakket: Bijlage 15 Basispakket: (Half) natuurlijk grasland.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij pluspakket Droog soortenrijk grasland: 0,5 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 269,53 per hectare per jaar.

Beheersbijdrage in geval van bloemdijken:

€ 954,80 per hectare per jaar.

Bijlage 30

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket : Soortenrijk stuifzand

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Op de beheerseenheid komen ten minste 4 van de volgende meetsoorten voor: [Fauna] Nachtzwaluw, Draaihals, Boomleeuwerik, Duinpieper, Gekraagde roodstaart, Tapuit, Klapekster, Geelgors, Kleine heivlinder, Kommavlinder, Heivlinder. Ook kunnen voor het resultaat naast de hier genoemde soorten ten hoogste 2 andere soorten uit de lijsten genoemd in bijlage 62 (rode lijsten) meetellen;

    En ten minste 50 % van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit levend stuifzand; En ten minste 10% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met Buntgras of Korstmos; En ten hoogste 30% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit heide; En ten hoogste 20% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit struweel of bos.

  • 2 Beheersvoorschriften: Regulier beheer ten behoeve van de instandhouding van soortenrijk stuifzand; Meetsoorten monitoren.

    Meetsoorten monitoren.

  • 3 Corresponderend Basispakket: Bijlage 21 Basispakket: Natuurlijke Eenheid: Variant A: zonder begrazing.

Minimum oppervlakte van de beheerseenheid behorende bij pluspakket Soortenrijk stuifzand: 0,5 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 51,97 per hectare per jaar.

Bijlage 31

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket: Soortenrijke heide

1. Op de beheerseenheid komen ten minste 5 van de meetsoorten voor uit lijst A; Of ten minste 11 uit de lijsten A en B. Ook kunnen voor het resultaat naast de hier genoemde soorten ten hoogste 2 andere soorten uit de lijsten in 62 (rode lijsten) meetellen.

A [Flora] Heidezegge, Stekelbrem, Duitse brem, Kruipbrem, Dennenwolfsklauw, Grondster, Grote wolfsklauw, Kleine schorseneer, Klein warkruid, Rode dophei, Kleine wolfsklauw, Verfb⁠rem, Draadgentiaan, Gevlekte orchis, Kleine zonnedauw, Ronde zonnedauw, Klokjesgentiaan, Moeraswolfsklauw, Beenbreek, Heidekartelblad, Witte snavelbies, Bruine snavelbies, Gewone en Noordse veenbies, Wijdbloeiende rus, Koprus, Dwergrus, Borstelgras, Buntgras, Pilzegge, Tormentil, Rond wintergroen, Bronsmos, Rode en Dove heidelucifer, Rood bekermos, Rendiermossen;

B [Fauna] Watersnip, Grutto, Tureluur, Wulp, Korhoen, Patrijs, Nachtzwaluw, Draaihals, Boomleeuwerik, Blauwborst, Paapje, Roodborsttapuit, Tapuit, Grauwe klauwier, Klapekster, Geelgors, Heidegentiaanblauwtje, Heideblauwtje, Groentje, Heivlinder, Kommavlinder, Bruine vuurvlinder, Kleine vuurvlinder, Hooibeestje, Zandhagedis, Levendbarende hagedis, Gladde slang, Adder, Ringslang, Heikikker, Venwitsnuitlibel, Noordse witsnuitlibel, Tengere pantserjuffer, Ruige dwergvleermuis, Gewone baard- of Brandt’s vleermuis;

En ten minste 20% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met een of meer van de volgende heidesoorten: Struikhei, Dophei, Kraaihei;

En de resterende oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met grassen, kruiden, mossen, korstmossen, stuifzand, struweel, bos, water;

En ten hoogste 60% is bedekt met grassen;

En ten hoogste 20% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit water;

En ten hoogste 20% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit bos of uit ander struweel dan Jeneverbes of Gagel.

2. Beheersvoorschriften: Op ten minste 50% van de oppervlakte van de beheerseenheid wordt vergrassing bestreden door middel van begrazen; Bij beheer met een gescheperde schaapskudde is een hogere veebezetting dan 1,5 GVE op enig moment toegestaan;

Of in het tijdvak wordt op ten minste 10% van de oppervlakte van de beheerseenheid waar vergrassing optreedt, vergrassing bestreden door middel van plaggen, chopperen, maaien en afvoeren;

Meetsoorten monitoren.

3. Corresponderend Basispakket: Bijlage 16 Basispakket: Heide.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij pluspakket Soortenrijke heide: 0,5 hectare.

Bijlage 33

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket : Levend hoogveen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Op de beheerseenheid komen ten minste 4 van de meetsoorten voor uit de lijst A; of ten minste 11 uit de lijsten A en B. Ook kunnen voor het resultaat naast de hier genoemde soorten ten hoogste 2 andere soorten uit de lijsten in bijlage 62 (rode lijsten) meetellen.

    A [Flora]:

    Lavendelhei, Eenarig wollegras, Kleine veenbes, Witte snavelbies, Veenbloembies, Lange zonnedauw, Ronde zonnedauw, Geoord veenmos, Rood veenmos, Wrattig veenmos, Hoogveen-veenmos, Slijkzegge, Beenbreek.

    B [Fauna]:

    Dodaars, Geoorde fuut, Wintertaling, Blauwe kiekendief, Korhoen, Kemphaan, Watersnip, Grutto, Wulp, Tureluur, Zwarte stern, Nachtzwaluw, Gele kwikstaart, Blauwborst, Paapje, Roodborsttapuit, Grauwe Klauwier, Klapekster, Kraanvogel, Veenhooibeestje, Veenbesparelmoervlinder, Veenbesblauwtje, Groot dikkopje, Hoogveenglanslibel, Noordse glazenmaker, Tengere pantserjuffer, Koraaljuffer, Noordse witsnuitlibel, Heikikker, Levendbarende hagedis, Adder, Gladde slang, Ringslang, Ruige dwergvleermuis, Gewone baard- of Brandt’s vleermuis, Franjestaart, Gewone grootoorvleermuis.

    En ten minste 5% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bedekt met Veenmos, waaronder ten minste 1 van de volgende soorten: Wrattig veenmos, Hoogveen-veenmos, Rood veenmos. En ten hoogste 30% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit water;

    En ten hoogste 20% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit bos; En de overige oppervlakte bestaat uit Pijpestrootje of natte heide;

    En de beheerseenheid ligt in de Fysisch-Geografische Regio Heuvelland of Hogere zandgronden.

  • 2 Beheersvoorschriften: Meetsoorten monitoren. Beheer ten behoeve van instandhouding van levend hoogveen.

  • 3 Corresponderend Basispakket: Bijlage 16 Basispakket: Hoogveen.

Minimum oppervlakte beheerseenheid, behorende bij pluspakket Levend hoogveen: 0,5 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 126,36 per hectare per jaar.

BIJLAGE 34

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket : Soortenrijk weidevogelgrasland.

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Op de beheerseenheid komen ten minste 75 broedparen per 100 hectare voor van een of meer van de volgende meetsoorten: Grutto, Kievit, Scholekster, Tureluur, Watersnip, Kemphaan, Slobeend, Zomertaling, Veldleeuwerik, Wulp, Kluut, Krakeend, Kuifeend, Wintertaling, Graspieper,Gele kwikstaart, waarvan ten minste 35 broedparen van de soorten Grutto, Tureluur, Watersnip, Kemphaan, Slobeend, Zomertaling, Veldleeuwerik, Wulp, Kluut, Krakeend, Kuifeend, Wintertaling, Graspieper, Gele kwikstaart;

    En ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit grasland;

    En de beheerseenheid ligt binnen een gebied met een oppervlakte van ten minste 25 hectare waar in een Natuurgebiedsplan het pluspakket Soortenrijk weidevogelgrasland of het pluspakket Zeer soortenrijk weidevogelgrasland is opengesteld.

  • 2 Beheersvoorschriften:

    Ten minste 3% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit vluchtstroken [verspreid liggende gronden met een oppervlakte van ten minste 1000 m2 die niet eerder dan 22 mei worden gemaaid of beweid en in ieder geval steeds ten minste twee weken later dan de datum waarop omliggende gronden zijn gemaaid of voor het eerst worden beweid] of slootranden met een breedte van ten minste 2 meter en ten hoogste 5 meter en een lengte van ten minste 200 meter die niet worden bemest;

    En ten minste 25% van de oppervlakte van de beheerseenheid in de periode van 1 april tot 8 juni vrijwaren van beweiding, maaien, rollen, slepen, inzaaien, doorzaaien en bemesting;

    Met inachtneming van voornoemde beheersvoorschriften is bemesting toegestaan en is een hogere veebezetting dan 1,5 GVE per hectare toegestaan;

    Meetsoorten monitoren.

  • 3 Corresponderend Basispakket: Bijlage 21 Basispakket: Natuurlijke Eenheid: Variant A: zonder begrazing of Variant B met begrazing.

De beheerseenheden hebben een gezamenlijke oppervlakte van ten minste 5 hectare binnen een gebied dat met een verdunningsfactor van ten hoogste 3 bij de beschikking tot subsidieverlening in aanmerking wordt genomen.

Beheersbijdrage:

€ 245,58 per hectare per jaar.

BIJLAGE 35

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket : Zeer soortenrijk weidevogelgrasland

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Op de beheerseenheid komen ten minste 100 broedparen per 100 hectare voor van een of meer van de volgende meetsoorten: Grutto, Kievit, Scholekster, Tureluur, Watersnip, Kemphaan, Slobeend, Zomertaling, Veldleeuwerik, Wulp, Kluut, Krakeend, Kuifeend, Wintertaling, Graspieper, Gele kwikstaart, waarvan ten minste 50 broedparen van de soorten Grutto, Tureluur, Watersnip, Kemphaan, Slobeend, Zomertaling, Veldleeuwerik, Wulp, Kluut, Krakeend, Kuifeend, Wintertaling, Graspieper, Gele kwikstaart;

    En ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit grasland; En de beheerseenheid ligt binnen een gebied met een oppervlakte van ten minste 25 hectare waarvoor een Natuurgebiedsplan het pluspakket Soortenrijk weidevogelgrasland of het pluspakket Zeer soortenrijk weidevogelgrasland toestaat.

  • 2 Beheersvoorschriften: Ten minste 4% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit vluchtstroken [verspreid liggende gronden met een oppervlakte van ten minste 1000 m2 die niet eerder dan 22 mei worden gemaaid of beweid en in ieder geval steeds ten minste twee weken later dan de datum waarop omliggende gronden zijn gemaaid of voor het eerst worden beweid], of slootranden met een breedte van ten minste 2 meter en ten hoogste 5 meter en een lengte van ten minste 200 meter die niet worden bemest;

    En ten minste 30% van de oppervlakte van de beheerseenheid in de periode van 1 april tot 8 juni vrijwaren van beweiding, maaien, rollen, slepen, inzaaien, doorzaaien en bemesting;

    Met inachtneming van voornoemde beheersvoorschriften is bemesting toegestaan en is een hogere veebezetting dan 1,5 GVE per hectare toegestaan;

    Meetsoorten monitoren.

  • 3 Corresponderend Basispakket: Bijlage 21 Basispakket: Natuurlijke Eenheid: Variant A: zonder begrazing of Variant B met begrazing.

De beheerseenheden hebben een gezamenlijke oppervlakte van ten minste 5 hectare binnen een gebied dat met een verdunningsfactor van ten hoogste 3 bij de beschikking tot subsidieverlening in aanmerking wordt genomen.

Beheersbijdrage:

€ 391,30 per hectare per jaar.

Bijlage 36

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket : Wintergastenweide

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 In de beheerseenheid komt ten minste een van de volgende meetsoorten voor: Wilde zwaan, Kleine zwaan, Brandgans, Grauwe gans, Kleine rietgans, Kolgans, Taiga-rietgans, Toendra-rietgans, Gewone rotgans, Smient;

    En ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit grasland;

    En op ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid is op 1 oktober een grasmat aanwezig met een voedingswaarde van ten minste 500 kVEM per ha;

    En de beheersvoorschriften vermeld onder 2 worden nageleefd.

  • 2 Beheersvoorschriften: Ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid jaarlijks ten minste een maal bemesten in de periode van 1 september tot 1 oktober, met tenminste 50 kilogram zuivere Stikstof per hectare;

    En de beheerseenheid een maal maaien in de periode van 1 september tot 1 oktober;

    En in de periode van 1 oktober tot 1 juni, of zoveel eerder als de onder 1 genoemde soorten vertrokken zijn, geen handelingen verrichten of laten verrichten in de beheerseenheid;

    En de onder 1 genoemde soorten niet opzettelijk verstoren, bejagen of verjagen;

    Met inachtneming van voornoemde beheersvoorschriften is een hogere veebezetting dan 1,5 GVE per hectare toegestaan;

    Meetsoorten monitoren.

  • 3 Corresponderend Basispakket: Bijlage 21 Basispakket: Natuurlijke Eenheid: Variant A: zonder begrazing of Variant B met begrazing.

Minimum oppervlakte van een beheerseenheid, behorende bij het pluspakket Wintergastenweide: 100 ha.

Beheersbijdrage:

€ 210,93 per hectare per jaar.

BIJLAGE 38

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket: Bos met verhoogde natuurwaarde

1. De beheerseenheid bestaat uit bos- of natuurterrein; En ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit houtopstand waarvoor een herplantplicht als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Boswet geldt; En de beheerseenheid bevat per hectare ten minste twee inheemse boomsoorten (zie bijlage 57), waarbij er van elke inheemse boomsoort gemiddeld ten minste 15 exemplaren met een hoogte van ten minste 5 meter per hectare aanwezig zijn; En verjongingsvlakten zijn ten hoogste 2 hectare groot; En monoculturen van niet-inheemse bomen (aaneengesloten deel van de beheerseenheid met minder dan 30 inheemse bomen met een hoogte van ten minste 5 meter per hectare) zijn ten hoogste 2 hectare groot; En de beheerseenheid bevat per hectare bos ten minste 3 staande of liggende dode bomen met een stamdiameter van ten minste 30 centimeter of indien het een bos is op grondwatertrap Gt I of II ten minste 15 centimeter.

2. Beheersvoorschriften: Regulier beheer ten behoeve van de instandhouding van bos met verhoogde natuurwaarde.

3. Corresponderend Basispakket: Bijlage 20 Basispakket: Bos

Minimumoppervlakte van een beheerseenheid, behorende bij het pluspakket Bos met verhoogde natuurwaarde: 5 hectare.

BIJLAGE 39

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket: Natuurbos

1. De beheerseenheid bestaat uit bos- of natuurterrein; En ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit houtopstand waarvoor een herplantplicht als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Boswet geldt; En de beheerseenheid bevat per hectare ten hoogste 10 niet-inheemse bomen (bomen die niet zijn opgenomen in bijlage 57) met een stamdiameter van ten minste 20 centimeter, gemeten op 1,30 meter boven het maaiveld; En de beheerseenheid bevat per hectare bos ten minste 40 levende bomen met een stamdiameter van ten minste 15 centimeter voor bos op veengrond en op grondwatertrap Gt I of II en ten minste 30 centimeter voor bos op overige grondsoorten, gemeten op 1,30 meter boven het maaiveld; En de beheerseenheid bevat per hectare bos ten minste 3 staande of liggende dode bomen met een stamdiameter van ten minste 30 centimeter of indien het een bos is op grondwatertrap Gt I of II ten minste 15 centimeter.

2. Beheersvoorschriften: Het is niet toegestaan bomen of struiken of delen daarvan uit de beheerseenheid te verwijderen. Regulier beheer ten behoeve van de instandhouding van natuurbos.

3. Corresponderend Basispakket: Bijlage 20 Basispakket: Bos

Minimum oppervlakte van een beheerseenheid, behorende bij het pluspakket Natuurbos: 5 hectare.

Bijlage 40

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket : Hakhout en griend

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Ten minste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid bestaat uit hakhout, waarbij ten minste 60% van de hakhout-stoven ouder is dan 25 jaar; En tenminste 80% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bezet met inheemse boomsoorten (zie bijlage 57); En de diameter van de staken is ten hoogste 15 centimeter, gemeten op 50 centimeter boven de stoof.

  • 2 Beheersvoorschriften: Verjonging vindt vlaksgewijs plaats op vegetatieve wijze door middel van stronkopslag of door vervanging van dode stoven door jonge staken; En afgezette staken afvoeren.

  • 3 Corresponderend Basispakket: Bijlage 20 Basispakket: Bos.

Minimum oppervlakte van een beheerseenheid, behorende bij het pluspakket Hakhout en griend: 0,5 hectare.

Beheersbijdrage: € 253,73 per hectare per jaar voor beheerseenheden, waarvan ten minste 80% van de stoven bestaat uit zomereik of wintereik, € 1349 per hectare per jaar voor beheerseenheden, waarvan ten minste 80% van de stoven bestaat uit de wilgensoorten uit Bijlage 57, Es of Zwarte els.

Bijlage 41

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Pluspakket : Middenbos

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Tenminste 90% van de oppervlakte van de beheerseenheid is een bestaand of voormalig middenbos [Middenbos is opgaand bos met een ondergroei van hakhout]; En ten minste 60% van de hakhout-stoven is ouder dan 25 jaar; En tenminste 70% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bezet met inheemse boomsoorten (zie bijlage 57); En de diameter van de staken is ten hoogste 15 centimeter, gemeten op 50 centimeter boven de stoof; En op de beheerseenheid staan per hectare ten minste 25 overstaanders met een hoogte van ten minste 15 meter.

  • 2 Beheersvoorschriften: Verjonging van het hakhout vindt vlaksgewijs plaats op vegetatieve wijze door middel van stronkopslag of door vervanging van dode stoven door jonge staken; En afgezette staken afvoeren.

  • 3 Corresponderend Basispakket: Bijlage 20 Basispakket: Bos.

Minimum oppervlakte van een beheerseenheid, behorende bij het pluspakket Middenbos: 0,5 hectare.

Beheersbijdrage:

€ 135,53 per hectare per jaar.

Bijlage 42

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Landschapspakket : Houtwal, houtwal, haag en singel

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het is een vrijliggend lijnvormig landschapselement met opgaande begroeiing van inheemse bomen en struiken met een bedekking van minimaal 90% (zie bijlage 57).

  • 2 Het element is ten minste 50 meter lang en ten hoogste 20 meter breed;

  • 3 Het element bestaat uit hakhout met een bedekking van ten minste 60% en mag overstaanders bevatten;

  • 4 Het instandhouden van het element: periodiek onderhoud uitvoeren; het element vrijwaren van beschadiging door vee; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken, tenzij voor het beheer een pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia noodzakelijk is, geen meststoffen gebruiken en niet branden in of in directe omgeving van het element;

  • 5 Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april.

    Beheersbijdrage: € 605,74 per hectare per jaar

Bijlage 43

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Landschapspakket: Bomenrij

1. Het is een vrijliggend lijnvormig landschapselement met opgaande begroeiing van inheemse bomen en struiken, met uitzondering van wilgsoorten en populieren, met een bedekking van minimaal 90% (zie bijlage 57).

2. Het element bestaat uit ten hoogste 2 rijen van opgaande bomen.

3. Het element is ten minste 50 meter lang en ten hoogste 10 meter breed.

4. Het instandhouden van het element: periodiek onderhoud uitvoeren; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken, tenzij voor het beheer een pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia noodzakelijk is, geen meststoffen gebruiken en niet branden in of in directe omgeving van het element; het element vrijwaren van beschadiging door vee.

5. Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 15 juni en 15 maart.

Bijlage 46

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Landschapspakket : Elzensingel

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het is een vrijliggend landschapselement met opgaande begroeiing van inheemse bomen of struiken met een bedekking van ten minste 90% met voor ten minste 50% opgaande begroeiing van Zwarte els;

  • 2 Het element is ten minste 50 meter lang;

  • 3 Het element bestaat uit hakhout met een bedekking van ten minste 60% en mag overstaanders bevatten;

  • 4 Instandhouden van het element: periodiek onderhoud uitvoeren; het element vrijwaren van beschadiging door vee; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken, tenzij voor het beheer een pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia noodzakelijk is, geen meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element.

  • 5 Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april;

  • 6 Het afzetten gebeurt tot op een hoogte van ten minste 0,10 en ten hoogste 0,30 meter boven maaiveld

Beheersbijdrage:

€ 27,75 per 100 meter per jaar

Bijlage 47

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Landschapspakket : Geriefhoutbosje

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het is een vrijliggend landschapselement met opgaande begroeiing;

  • 2 Het element is ten minste 5 en ten hoogste 50 are groot;

  • 3 Het element bestaat uit hakhout met een bedekking van ten minste 60%en mag overstaanders bevatten;

  • 4 Het element is begroeid met inheemse bomen en struiken (zie bijlage 57);

  • 5 instandhouden van het element: periodiek onderhoud uitvoeren; het element vrijwaren van beschadiging door vee; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken, tenzij voor het beheer een pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia noodzakelijk is, geen meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element;

  • 6 Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april.

    Beheersbijdrage: € 550,26 per hectare per jaar

Bijlage 48

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Landschapspakket : Knip- en scheerheg

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het is een vrijliggend lijnvormig landschapselement met aaneengesloten opgaande begroeiing van struikvormende soorten;

  • 2 Het element is ten minste 50 meter lang;

  • 3 Instandhouden van het element: periodiek dubbelzijdig onderhoud uitvoeren; het element vrijwaren van beschadiging door vee; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken, tenzij voor het beheer een pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia noodzakelijk is, geen meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element;

  • 4 Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april;

  • 5 Het element wordt ten minste eenmaal per 2 jaar geknipt.

Beheersbijdrage:

€ 1,03 per strekkende meter per jaar.

Bijlage 50

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Landschapspakket : Knotbomen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

1. Het is een vrijliggend landschapselement, bestaande uit een rij van ten minste 10 bomen of een groep van ten minste 10 bomen en ten hoogste 20 bomen, waarvan de stam is afgezet op een hoogte van ten minste 1 meter;

2. De onderlinge afstand van de bomen is ten minste 3 meter en ten hoogste 20 meter;

3. De onderlinge afstand tussen de parallelle rijen op een perceel is ten minste 20 meter.

4. Instandhouden van het element: periodiek onderhoud uitvoeren; het element vrijwaren van beschadiging door vee; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element;

5. Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april.

Beheersbijdrage;

€ 3,70 per boom per jaar.

Bijlage 51

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Landschapspakket : Grubbe en holle weg

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het is een smal, diep ingesneden dal met steile, begroeide wanden;

  • 2 Het element is ten minste 50 meter lang;

  • 3 In geval van opgaande begroeiing dient sprake te zijn van inheemse bomen of struiken (zie bijlage 57);

  • 4 Instandhouden van het element: periodiek onderhoud uitvoeren; het element vrijwaren van beschadiging door vee; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken, tenzij voor het beheer een pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia noodzakelijk is, geen meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element;

  • 5 Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april;

  • 6 De begroeiing van de taluds wordt jaarlijks gemaaid (maaisel afvoeren) indien de begroeiing bestaat uit grasachtige of kruidige vegetaties;

Beheersbijdrage:

€ 1375,65 per hectare talud per jaar

Bijlage 52

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Landschapspakket : Hoogstamboomgaard

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het is een boomgaard met fruit- of notenbomen (appel, peer, pruim, kers, walnoot); Het aantal walnotenbomen is ten hoogste 10% van het totaal aantal bomen in de boomgaard;

  • 2 De boomgaard heeft een oppervlakte van ten minste 25 are, met een dichtheid van ten minste 50 en ten hoogste 200 bomen per hectare;

  • 3 Volgroeide bomen zijn ten minste 4 meter hoog;

  • 4 Instandhouden van het element: periodiek onderhoud uitvoeren; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element; voor instandhoudingsbemesting is uitsluitend het gebruik van ruige mest, uitgezonderd pluimveemest, of kalk toegestaan.

  • 5 Boomgaard jaarlijks maaien of begrazen.

  • 6 Indien het appel of peer betreft worden de fruitbomen ten minste eenmaal per twee jaar gesnoeid.

Beheersbijdrage:

€ 12,02 per boom per jaar

Bijlage 53

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Landschapspakket : Eendenkooi

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het is een installatie, die als eendenkooi is geregistreerd in de Openbare Registers, bestaande uit een kooiplas en omringend struweel of bos;

  • 2 Instandhouden van het element als vanginstallatie voor eendachtigen.

  • 3 De beheerseenheid is maximaal 4 hectare groot.

  • 4 Pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia is toegestaan.

Beheersbijdrage:

€ 1550,36 per hectare per jaar

Bijlage 54

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Landschapspakket : Poel

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Ten minste 80% van de oppervlakte van het element bestaat uit open water;

  • 2 Het element heeft een oppervlakte van ten minste 0,5 en ten hoogste 50 are, tenzij het een voortplantingspoel voor amfibieën in het heuvelland betreft;

  • 3 De waterdiepte in de diepste delen is in de periode van 1 oktober tot 1 april ten minste 0,5 meter

  • 4 Instandhouden van het element: het element vrijwaren van beschadiging door vee; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element;

  • 5 Geen water onttrekken aan het element anders dan voor het drenken van vee dat de aan het element grenzende percelen beweidt;

  • 6 Schoningswerkzaamheden, voor zover nodig, alleen verrichten in de periode tussen 1 september en 15 oktober.

Beheersbijdrage:

  • € 43,00 per poel per jaar bij een poeloppervlakte tot 75 m²

  • € 67,98 per poel per jaar bij een poeloppervlakte van 75 tot 175 m²

  • € 86,47 per poel per jaar bij een poeloppervlakte van 175 m² of meer

Bijlage 55

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Landschapspakket Rietzoom en klein rietperceel

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De begroeiing van het element bestaat voor ten minste 90% uit riet;

  • 2 Het element is ten minste 5 en ten hoogste 50 are groot;

  • 3 Ten minste 10 en ten hoogste 20% riet is tussen een en twee jaar oud;

  • 4 instandhouden van het element: het element vrijwaren van beschadiging door vee; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element

  • 5 Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april;

  • 6 Ten minste 80 en ten hoogste 90% van het riet wordt jaarlijks gemaaid.

Beheersbijdrage:

  • € 578,01 per hectare per jaar voor rijland

  • € 832,32 per hectare per jaar voor vaarland.

BIJLAGE 56

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Landschapspakket Raster

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het is een permanent veekerend raster t.b.v. een landschapselement;

  • 3 Het raster bevindt zich op zodanige afstand van het landschapselement, dat schade door vraat of betreding wordt voorkomen;

  • 4 Instandhouden van een veekerend raster;

  • 5 Jaarlijks worden zo nodig overhangende takken, die de instandhouding van het raster bedreigen, verwijderd.

Beheersbijdrage:

€ 0,45 per meter per jaar

BIJLAGE 57

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Inheemse boom- en struiksoorten

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Aalbes, Amandelwilg, Appel, Bastaardbosbes, Beredruif, Beuk, Bezemdophei, Bittere wilg, Bitterzoet, Blauwe bosbes, Bosrank, Bosroos, Boswilg, Braamsoorten, Brem, Duindoorn, Duinroos, Kruising van Eenstijlige en Tweestijlige meidoorn, Eenstijlige meidoorn, Egelantier, Fladderiep, Framboos, Gagel, Gladde iep, Gaspeldoorn, Gelderse roos, Gele kornoelje, Geoorde wilg, Gewone dophei, Gewone es, Gewone esdoorn, Gewone vlier, Grauwe abeel, Kruising van Grauwe en Geoorde wilg, Grauwe wilg, Grove den, Haagbeuk, Hazelaar, Heggeroos, Hollandse linde, Hondsroos, Hulst, Jeneverbes, Katwilg, Kruising van Katwilg en Grauwe wilg, Kleinbloemige roos, Klimop, Kruising van Koraalmeidoorn en Tweestijlige meidoorn, Koraalmeidoorn, Kraagroos, Kraaihei, Kraakwilg, Krent, Kruipbrem, Kruipwilg, Kruisbes, Laurierwilg, Lavendelhei, Maretak, Mispel, Peer, Ratelpopulier, Rijsbes, Rode bosbes, Rode dophei, Rode kamperfoelie, Rode kornoelje, Rode paardekastanje, Rood peperboompje, Rossige wilg, Ruwe berk, Ruwe iep, Kruising van Schietwilg en Kraakwilg, Schietwilg, Sleedoorn, Spaanse aak, Sporkehout, Stekelbrem, Struikhei, Tamme kastanje, Taxus, Trosbes, Trosvlier, Tweestijlige meidoorn, Verfbrem, Viltroos, Vogelkers, Wegedoorn, Wilde kamperfoelie, Wilde kardinaalmuts, Wilde liguster, Wilde lijsterbes, Wilde peer, Kruising van Wintereik en zomereik, Wintereik, Winterlinde, Witte els, Witte paardekastanje, Wollige sneeuwbal, Zachte berk, Zoete kers, Zomereik, Zomerlinde, Zuurbes, Zwarte bes, Zwarte els, Zwarte populier.

BIJLAGE 58

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Recreatiepakket

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 2 Het terrein is voldoende toegankelijk en bevat voldoende wegen, vaarwegen en paden, die recreatief gebruik mogelijk maken.

  • 3 Voor de in het tweede lid genoemde wegen, vaarwegen en paden heeft de beheerder een onderhoudsplicht.

  • 4 De beheerder dient – indien van toepassing – medewerking te verlenen aan de aanleg, markering en het beheer van doorgaande routes voor wandelen en fietsen in het kader van de landelijke afstandswandelpaden (LAW’s) en lange fietsroutes (LF).

Recreatiebijdrage: € 29,44 per hectare per jaar

BIJLAGE 61

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Beheerspakketten opgenomen natuurgebiedsplannen van de Subsidieregeling natuurbeheer

Bijbehorende basis- en pluspakketten van de onderhavige regeling

  • bijlage 12: kwelder

    bijlage 13: stuivend duin

    bijlage 14: moeras

    bijlage 15: Essen-Iepenwoud

    bijlage 16: Eiken-Beukenwoud

    bijlage 17: Elzenwoud

    bijlage 18: beekboslandschap

    bijlage 19: rivierboslandschap

    bijlage 20: afgesloten zeearm (terrestrisch deel)

    bijlage 21: open water en getijdenwater

    bijlage 26: open duin

    bijlage 30: structuurrijke heide

  • bijlage 21: grootschalige natuur

  • bijlage 56: voedselrijke plas en waterweg

  • bijlage 12: plan en ven

  • bijlage 31: meer, plas en nevengeul

  • bijlage 22: soortenrijke plas

  • bijlage 33: zwakgebufferd ven

  • bijlage 23: soortenrijk ven

  • bijlage 34: beken en rellen

  • bijlage 24: beek en duinrel

  • bijlage 36: brakwaterverlanding

    bijlage 35: jonge verlanding en oude rietruigte

  • bijlage 13: moeras

  • bijlage 37: veenmosrietland en moerasheide

  • bijlage 27: veenmosrietland en moerasheide

  • bijlage 38: trilveen

  • bijlage 25: trilveen

  • bijlage 53: rietcultuur

  • bijlage 14: rietcultuur

  • bijlage 55: lage ruigte en ruig grasland

    bijlage 45: glanshaverhooiland

    bijlage 46: zilt grasland

    bijlage 47: kamgrasweide

    bijlage 23: halfnatuurlijke kwelder en slufter

    bijlage 26: open duin

  • bijlage 15: (half)natuurlijk grasland

  • bijlage 39: nat schraalland

    bijlage 40: vochtig schraalland

    bijlage 22: natte duinvallei

  • bijlage 28: nat soortenrijk grasland

  • bijlage 42: kalkgrasland

    bijlage 43: droog schraalland

    bijlage 44: bloemdijk

  • bijlage 29: droog soortenrijk grasland

  • bijlage 29: klein stuifzand

  • bijlage 30: soortenrijk stuifzand

  • bijlage 54: structuurarme droge heide

  • bijlage 16: heide

  • bijlage 25: natte heide

  • bijlage 32: natte heide

  • bijlage 28: droge open heide

  • bijlage 31: droge heide

  • bijlage 27: struweel

  • bijlage 17: struweel

  • bijlage 24: hoogveen

    bijlage 32: hoogveenven

  • bijlage 33: levend hoogveen

  • bijlage 52: akkerkruiden

  • bijlage 19: akker

  • bijlage 48: grutto-weidevogelgrasland

  • bijlage 34: soortenrijk weidevogelgrasland

  • bijlage 41: kemphaan-weidevogelgrasland

  • bijlage 35: zeer soortenrijk weidevogelgrasland

  • bijlage 58: wintergastenweide

  • bijlage 36: wintergastenweide

  • bijlage 59: multifunctioneel bos

  • bijlage 20: bos

  • bijlage 60: multifunctioneel bos met verhoogde natuurwaarde

  • bijlage 38: bos met verhoogde natuurwaarde

  • bijlage 61: natuurbos

  • bijlage 39: natuurbos

  • bijlage 49: eikenhakhout

    bijlage 51: griend en essen/elzenhakhout

  • bijlage 40: hakhout en griend

  • bijlage 50: middenbos

  • bijlage 41: middenbos

BIJLAGE 62

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Flora en fauna van de rode lijsten als meetsoort

Voor het bereiken van het natuurresultaat bij de pluspakketten in de bijlagen 22 tot en met 31 en 33 kunnen naast de in de bijlagen specifiek genoemde meetsoorten ook soorten meetellen die zijn genoemd in de categorieën Verdwenen uit Nederland, In het wild verdwenen uit Nederland, Ernstig bedreigd, Bedreigd of Kwetsbaar van de Rode Lijst Zoogdieren, de Rode Lijst Reptielen, de Rode Lijst Amfibieën, de Rode Lijst Dagvlinders, de Rode Lijst Libellen of de Rode Lijst Vaatplanten, die zijn opgenomen in de bijlage bij het Besluit Rode lijsten flora en fauna.

Bijlage 63

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Overeenkomst tussen de beheerder, de subsidieaanvrager en de Staat der Nederlanden ter uitvoering van artikel 5 van Subsidieregeling natuurbeheer 2000.

Hierbij komen:

ondergetekende sub 1, [naam, voorletters], [woonachtig] / [gevestigd] [straatnaam, huisnummer] te [postcode, woonplaats], hierna te noemen de beheerder,

ondergetekende sub 2, [naam, voorletters], [woonachtig] / [gevestigd] [straatnaam, huisnummer] te [postcode, woonplaats], hierna te noemen de subsidieaanvrager,

de Staat der Nederlanden, ten deze vertegenwoordigd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5 van de Subsidieregeling Natuurbeheer 2000 in verband met de beschikking tot subsidieverlening van [datum] onder [nummer] aan de subsidieaanvrager overeen dat:

de subsidieaanvrager hierbij het recht op uitbetaling van subsidies en voorschotten, die in verband met voornoemde beschikking zijn of worden verleend, bevoorschot, of vastgesteld aan de beheerder overdraagt;

de beheerder zich verbindt tot de nakoming van de verplichtingen waartoe de subsidieaanvrager is gehouden;

de beheerder zich verbindt bij overdracht van het gebruiksrecht van de verkrijger te bedingen dat deze, vanaf het moment van verkrijging, de verplichtingen nakomt waartoe de subsidieaanvrager is gehouden en zulks ook van zijn rechtsopvolger zal bedingen;

de beheerder zich borgstelt jegens de Staat der Nederlanden voor de terugbetaling van onverschuldigd betaalde subsidies en voorschotten in verband met voornoemde beschikking tot subsidieverlening.

Deze overeenkomst wordt na ondertekening door de ondergetekenden sub 1 en sub 2 toegezonden aan de Dienst Regelingen als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden. De Dienst Regelingen draagt er zorg voor dat de beheerder en de subsidieaanvrager een afschrift ontvangen.

Gedaan te [woonplaats] op [datum]

De beheerder

[naam

[handtekening]

De subsidieaanvrager

[naam

[handtekening]

de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

voor deze,

de Teammanager van de Dienst Regelingen

[naam

[handtekening]

Bijlage 64

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Maximumbedrag aan inrichtingssubsidie per hectare per jaar:

Voor het begrotingsjaar 2005:

€ 7.119,– voor basis- of pluspakketten;

€ 10.170,– voor landschapspakketten.

Voor het begrotingsjaar 2006:

€ 7.219,– voor basis- of pluspakketten;

€ 10.312,– voor landschapspakketten.

Bijlage 65

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Dienst Regelingen en wordt geplaatst op www.hetlnvloket.nl.]

Bijlage 66

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Voorschriften met betrekking tot het protocol, bedoeld in artikel 20a, eerste lid, onderdeel c

I.

Het protocol, bedoeld in artikel 20a, eerste lid, onderdeel c, wordt opgesteld door degene die een aanvraag als bedoeld in artikel 20a indient.

II.

Degene die een aanvraag als bedoeld in artikel 20a indient neemt de volgende gegevens op in het protocol:

  • 1. gegevens met betrekking tot door hem te verrichten controles van de beheerseenheden, te weten:

    • a. de kwaliteitseisen die gelden per beheerseenheid of groep van beheerseenheden;

    • b. de wijze van controle;

    • c. de frequentie van de controles, waarbij alle beheerseenheden minimaal één keer in het tijdvak worden gecontroleerd, en

    • d. de wijze waarop de aanvrager de uit de controles verkregen gegevens vastlegt en verstrekt aan de directeur van de Dienst Regelingen;

  • 2. gegevens met betrekking tot door hem te verrichten monitoring van de beheerseenheden, te weten:

    • a. gegevens met betrekking tot de per beheerseenheid of groep van beheerseenheden opgestelde monitoringsplannen;

    • b. de wijze van monitoring, waarbij afwijking van de monitoringssystematiek die is beschreven in bijlage 65 slechts is toegestaan als de voorgestane systematiek een naar het oordeel van de minister nauwkeuriger systematiek betreft;

    • c. de frequentie van de monitoring, waarbij in ieder geval ten aanzien van pluspakketten monitoring in het derde, vierde of vijfde jaar van het tijdvak plaatsvindt, en

    • d. de wijze waarop hij de uit de monitoring verkregen gegevens vastlegt, en verstrekt aan de directeur van de Dienst Regelingen, en

  • 3. gegevens met betrekking tot een door hem te laten verrichten audit in het zesde jaar van het tijdvak, te weten:

    • a. de wijze waarop de opdracht voor de audit zal worden verstrekt;

    • b. de wijze waarop hij waarborgt dat de audit wordt uitgevoerd door een derde die onafhankelijk van hem opereert, en

    • c. de wijze waarop de audit wordt uitgevoerd, waarbij in elk geval is voldaan aan de volgende criteria:

      • i. in het kader van de audit wordt ten minste 10% van de terreinen waarop de aanvraag, bedoeld in artikel 20a, betrekking heeft steekproefsgewijs gecontroleerd, en

      • ii. de controle betreft de wijze waarop de afspraken overeenkomstig dit protocol zijn uitgevoerd.

III.

  • 1. Goedkeuring van de minister behoeven:

  • 2. Het voornemen tot verstrekking van de opdracht voor de audit, bedoeld in onderdeel II, derde lid, wordt uiterlijk één maand voor het beoogde aanvangstijdstip van de audit gemeld aan de directeur van de Dienst Regelingen.

IV.

  • 1. Degene aan wie subsidie is verleend als gevolg van een aanvraag, bedoeld in artikel 20a, maakt bij een aanvraag tot subsidievaststelling gebruik van de resultaten van de controles, de monitoring en de audit.

  • 2. In voorkomend geval maakt degen aan wie subsidie is verleend als gevolg van een aanvraag, bedoeld in artikel 20a, bij een aanvraag voor subsidie voor een nieuw tijdvak gebruik van de resultaten van de controles en de monitoring.