Hoofdstuk 1. Algemeen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De minister kan aan beheerders en aan anderen dan beheerders als bedoeld in artikel 4 en 5 op landbouwgronden ter bevordering van de toepassing van landbouwproductiemethoden
die verenigbaar zijn met de eisen inzake milieubescherming en natuurbeheer, ter bevordering
van de duurzame instandhouding van landschappelijke elementen, alsmede ter bevordering
van de bebossing van landbouwgronden, op aanvraag subsidie verstrekken ten behoeve
van:
-
a. de instandhouding en ontwikkeling van de beheerspakketten, opgenomen in de bijlagen 6 tot en met 30;
-
b. de instandhouding van de landschapspakketten, opgenomen in de bijlagen 32 tot en met 46, of
-
c. het door middel van maatregelen met een eenmalig karakter rechtstreeks en direct
wijzigen van de fysieke condities of kenmerken van gronden, zonder welke wijziging
de daarop volgende instandhouding van beheerspakketten, onderscheidenlijk landschappelijke
elementen, niet mogelijk is.
Artikel 2a
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De minister kan aan de in artikel 4 bedoelde anderen dan beheerders ter bevordering van collectief natuurbeheer en bekwaamheid
in natuurbeheer op aanvraag subsidie verstrekken ten behoeve van de organisatie van
activiteiten gericht op:
-
a. kennisbevordering, professionalisering en ecologische sturing;
-
b. draagvlak, promotie en samenwerking;
-
c. werving, aanvraagbegeleiding en administratie;
-
d. kwaliteitsborging, monitoring en rapportage.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Indien er naast een beheersbijdrage of inrichtingssubsidie op grond van deze regeling
uit andere hoofde van overheidswege een subsidie is of wordt verstrekt voor de in
het kader van deze regeling gemaakte kosten, waaronder mede wordt begrepen vergoeding
van inkomstenderving, en hierdoor het totaal van de overheidsbijdragen meer bedraagt
dan de desbetreffende beheersbijdrage, dan wel, voorzover het inrichtingssubsidie
betreft, meer bedraagt dan 95% van de werkelijke kosten, wordt de subsidie op grond
van deze regeling zoveel lager vastgesteld dat het totaal van de overheidsbijdragen
die beheersbijdrage, onderscheidenlijk die 95%, niet overstijgt.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
2 Bij het aangaan van een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a,
en een afgifte van een schriftelijke verklaring als bedoeld in het eerste lid, onderdeel
b, wordt gebruik gemaakt van het model, opgenomen in bijlage 49 van deze regeling.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
3 Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen, behoeven de statuten van de subsidieaanvrager,
bedoeld in het eerste lid, alsmede het plan, bedoeld in het tweede lid, onderdeel
a, en het reglement, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, de goedkeuring van de
minister.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 De minister stelt voor ieder begrotingsjaar een subsidieplafond vast voor de te verstrekken
subsidies, bedoeld in de artikelen 2 en 2a. Hij kan voor de in die artikelen onderscheiden subsidies, per provincie, alsmede
voor het Groene Hart en Waterland, voor door hem op grond van artikel 17a begrensde gebieden, voor de verschillende beheers- of landschapspakketten of voor
verschillende categorieën subsidieaanvragers verschillende subsidieplafonds vaststellen.
-
3 De minister verdeelt de beschikbare bedragen, naar de datum van ontvangst van de subsidieaanvragen.
Bij gelijktijdige datum van ontvangst van de subsidieaanvragen wordt de volgorde van
behandeling bepaald door loting. Als datum van ontvangst wordt aangemerkt de datum
waarop de aanvraag volledig is ontvangen.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 De beheersbijdragen van de beheerspakketten en landschapspakketten opgenomen in de
bijlagen 6 tot en met 46 en het maximumbedrag aan inrichtingssubsidie worden jaarlijks voor 1 maart van het
jaar waarop de bijdragen betrekking hebben in voorkomend geval met terugwerkende kracht
tot 1 januari van dat jaar door de minister gecorrigeerd voor de werkelijke loon-
en prijsontwikkeling, gebaseerd op de grondslagen, bedoeld in artikel 8, naar de situatie in het voorafgaande jaar.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Bij het vaststellen van de beheersbijdragen van een beheerspakket als bedoeld in artikel 7 wordt rekening gehouden met de volgende grondslagen:
-
a. de productiederving uitgedrukt in kilogram voedereenheden melk;
-
b. de toename van de arbeidsaanspraken, en
-
c. de wijziging van de exploitatie-aanspraken, als gevolg van de uitvoering van agrarisch
natuurbeheer.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 9a
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Voorzover de regeling bemesting toestaat, geschiedt de aanwending van kunstmest op
grond van een bemestingsadvies of bemestingsplan.
Artikel 9b
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De subsidie wordt voor de duur van een jaar niet verstrekt, indien de subsidieaanvrager
door ernstige nalatigheid of opzettelijk een onjuiste aanvraag heeft ingediend of
anderszins onjuiste gegevens heeft verstrekt ter verkrijging van een subsidie op grond
van een andere regeling die gebaseerd is op hoofdstuk IX van titel II van de verordening (EG) nr. 1257/99 van de Raad van de Europese Unie van 17 mei 1999 betreffende steun voor plattelandsontwikkeling
uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging
en instelling van een aantal verordeningen (PbEG L 160), of indien een verleende subsidie
geheel of gedeeltelijk is ingetrokken ingevolge artikel 90a of een vastgestelde subsidie geheel of gedeeltelijk is ingetrokken ingevolge artikel 90b.
Artikel 9c
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Indien de aanvrager opzettelijk een onjuiste aanvraag tot subsidieverlening of vaststelling
heeft ingediend of anderszins onjuiste gegevens heeft verstrekt ter verkrijging van
een subsidie op grond van een andere regeling die gebaseerd is op hoofdstuk IX van
titel II van de verordening (EG) nr. 1257/99 van de Raad van de Europese Unie van 17 mei 1999 betreffende steun voor plattelandsontwikkeling
uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging
en instelling van een aantal verordeningen (PbEG L 160), of indien ingeval van opzet
een verleende of vastgestelde subsidie geheel of gedeeltelijk is ingetrokken op grond
van artikel 90a of 90b, wordt tevens geen subsidie verleend in het daarop volgend jaar.
Artikel 9d
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Indien de aanvrager in een jaar opzettelijk een onjuiste aanvraag tot subsidieverlening
op grond van deze regeling heeft ingediend, wordt geen subsidie verstrekt voor het
daaropvolgend jaar.
Hoofdstuk 2. Begrenzing van beheersgebieden
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
2 Voor toepassing van het eerste lid, onderdeel f, wordt onder veengebied verstaan:
dat gebied dat voor ten minste 50% bestaat uit grond waar in de bovenste 80 centimeter
meer dan de helft van de dikte bestaat uit moerig materiaal.
-
3 Voor toepassing van het eerste lid, onderdeel f, wordt onder zandgebied verstaan:
gebied dat voor ten minste 50% bestaat uit minerale grond waarvan het niet-moerige
gedeelte tussen 0 en 80 centimeter diepte voor meer dan de helft van de dikte uit
zand (minder dan 8% lutum) bestaat.
-
5 Indien bij de vaststelling van de beheersgebiedsplannen niet met zekerheid kan worden
bepaald dat de toepassing van de beheerspakketten opgenomen in bijlagen 16, 17, 18, of 23 of de landschapspakketten opgenomen in bijlagen 32 tot en met 46 op alle locaties van het betreffende beheersgebied daadwerkelijk bijdraagt aan het
bereiken van de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde doelstellingen, wordt in
het beheersgebiedsplan tevens opgenomen dat de minister bij de besluitvorming omtrent
subsidieverlening kan toetsen of het verlenen van subsidie voor een beheerspakket
op de desbetreffende locatie doelmatig is.
-
7 Voor zover beheersgebiedsplannen voorzien in het aanleggen, herstellen of in stand
houden van het landschapspakket dat is opgenomen in bijlage 32 kan in het desbetreffende beheersgebied tevens het landschapspakket dat is opgenomen
in bijlage 33 worden aangelegd, hersteld of in stand gehouden.
Artikel 11
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 12
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 14
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 15
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De minister kan aan gedeputeerde staten per beheerspakket onderscheidenlijk landschapspakket
of groep van beheerspakketten onderscheidenlijk groep van landschapspakketten, richtlijnen
en aanwijzingen geven ten aanzien van het aantal hectares waarop het totaal van de
beheersgebiedsplannen in een provincie betrekking kan hebben.
Artikel 16
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Vaststelling en wijziging van beheersgebiedsplannen geschiedt met inachtneming van
het Structuurschema groene ruimte, het natuurbeleidsplan, bedoeld in hoofdstuk II van de Natuurbeschermingswet 1998 en door de minister overeenkomstig artikel 15 gegeven richtlijnen en aanwijzingen.
Artikel 17
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Op de voorbereiding van een besluit tot vaststelling of wijziging van een beheersgebiedsplan
is de in afdeling 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
Artikel 17a
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Hoofdstuk 2a. Probleemgebieden
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 17b
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
a. diepe veenweidegebieden;
-
b. uiterwaarden;
-
c. beekdalen;
-
d. hellingen, en
-
e. gebieden, die door de minister zijn aangewezen als onderdeel van een speciale beschermingszone
als bedoeld in de Richtlijnen (EEG) nr. 79/409 van de Raad van de Europese Gemeenschappen
van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PbEG L 103) en nr. 92/43 van
de Raad van Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de
natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG L 206).
Artikel 17c
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
3 Op de kaart, bedoeld in het tweede lid, wordt tevens aangegeven waar veen-, klei,
en zandgebieden zijn gelegen binnen het probleemgebied.
Hoofdstuk 3. Aanvragen van subsidie
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 18
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
3 Indien de subsidieaanvrager niet krachtens zakelijk of duurzaam persoonlijk recht
beschikt over een recht tot gebruik en beheer van het terrein waarop de subsidieaanvraag
betrekking heeft, wordt in de aanvraag tevens vermeld of het gebruiksrecht van het
desbetreffende terrein berust bij een ondernemer, behoudens in het geval de aanvrager
een rechtspersoon is als bedoeld in artikel 5.
Artikel 19
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
2 Indien de aanvraag betrekking heeft op meerdere beheers- of landschapspakketten op
een terrein worden op de topografische kaart, bedoeld in het eerste lid, tevens de
grenzen aangegeven waar de verschillende beheers- of landschapspakketten waarvoor
subsidie wordt aangevraagd, zullen worden in stand gehouden of ontwikkeld.
-
3 Indien de aanvraag betrekking heeft op een beheerspakket opgenomen in de bijlagen 19 tot en met 22, wordt op de topografische kaart, bedoeld in het eerste lid, tevens aangegeven waar
het beheer omschreven in de onderdelen 3 en 4 van de desbetreffende beheerspakketten
plaatsvindt.
-
4 Indien de subsidie wordt aangevraagd door een aanvrager als bedoeld in artikel 18, derde lid, gaat de aanvraag tot subsidieverlening tevens vergezeld van de met betrekking tot
het desbetreffende terrein tot stand gekomen overeenkomst, bedoeld in artikel 4, onderdeel a, alsmede van de met betrekking tot het desbetreffende terrein opgestelde verklaring,
bedoeld in artikel 4, onderdeel b.
-
5 Indien de subsidie wordt aangevraagd door een aanvrager als bedoeld in artikel 5, gaat de aanvraag vergezeld van de documenten, bedoeld in artikel 5, derde lid.
Artikel 19a
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
In afwijking van de artikelen 18, tweede tot en met vierde lid, en 19, gaat een aanvraag tot subsidieverlening uit hoofde van artikel 2a van deze regeling vergezeld van een projectplan dat is opgesteld aan de hand van de
volgende criteria:
-
a. doelstelling van het samenwerkingsverband;
-
b. doelstelling van het desbetreffende project;
-
c. aard en omvang van de activiteiten ter realisatie van de doelstellingen, bedoeld in
artikel 2a;
-
d. aantal leden van het samenwerkingsverband;
waarbij de criteria specifiek en meetbaar zijn beschreven.
Artikel 20
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Indien er met betrekking tot een terrein meer beheerders zijn, kan door hen gezamenlijk
een aanvraag worden ingediend, welke aanvraag, onverminderd de artikelen 18 en 19, vergezeld gaat van een tussen hen gesloten overeenkomst waaruit blijkt dat zij genoegzaam
en duurzaam samenwerken inzake het beheer van dat terrein.
Hoofdstuk 4. Beheerssubsidie
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 20a
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 20b
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Beheerssubsidie wordt niet verstrekt ten aanzien van terreinen, gelegen in een natuurgebiedsplan
als bedoeld in de Subsidieregeling natuurbeheer 2000, die Staatsbosbeheer, een particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisatie
als bedoeld in artikel 3 van de Regeling subsidies particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties, een ontvanger van subsidie functieverandering als bedoeld in artikel 40 van de Subsidieregeling natuurbeheer 2000 danwel een rechtsopvolger daarvan of een ontvanger van beheerssubsidie als bedoeld
in artikel 9 van de Tijdelijke regeling particulier natuurbeheer danwel een rechtsopvolger
daarvan in de hoedanigheid van eigenaar, dan wel zakelijk gerechtigde, na 1 december
1977 in gebruik heeft afgestaan aan een ondernemer, tenzij dit afstaan in gebruik
heeft geleid tot de ononderbroken voortzetting van het op 1 december 1977 bestaand
gebruik door:
Artikel 21
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
3 In afwijking van het eerste lid kan het beheerspakket, opgenomen in bijlage 28c, op dezelfde oppervlakte worden ontwikkeld of in stand gehouden als de beheerspakketten,
opgenomen in de bijlagen 15, 16, 17 en 19 tot en met 22, tenzij de beheerseenheden overeenkomstig onderdeel 3 van de beheerspakketten, opgenomen
in de bijlagen 19 tot en met 22, worden beheerd op een wijze als bedoeld in de bijlagen 12, 13, 14 en 18.
-
4 Onverminderd het eerste lid, kunnen de landschapspakketten opgenomen in de bijlagen 36, 38, 40 en 46 op dezelfde oppervlakte in stand worden gehouden als de beheerspakketten opgenomen
in de bijlagen 6 tot en met 30.
Artikel 22
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 23
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Beheerssubsidie ten behoeve van een terrein dat is gelegen in een beheersgebied wordt
verstrekt:
-
a. met het oog op de ontwikkeling van een of meerdere beheerspakketten opgenomen in
de bijlagen 6, 10, 12 tot en met 15 en 24 tot en met 28, voorzover die ontwikkeling in overeenstemming is met het desbetreffende beheersgebiedsplan;
-
b. met het oog op de instandhouding van een of meerdere beheerspakketten opgenomen in
de bijlagen 7 tot en met 9, en 11 tot en met 30 die op het tijdstip van indiening van de aanvraag voor beheerssubsidie op het terrein
zijn ontwikkeld, voorzover die instandhouding in overeenstemming is met het desbetreffende
beheersgebiedsplan.
Artikel 24
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Beheerssubsidie wordt verstrekt ten behoeve van een terrein met het oog op de ontwikkeling
of instandhouding van een beheerspakket opgenomen in de bijlagen 28b tot en met 30.
Artikel 25
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 26
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Beheerssubsidie wordt verstrekt:
-
a. voor één tijdvak, indien de subsidie betrekking heeft op de ontwikkeling of instandhouding
van een of meerdere beheerspakketten, opgenomen in de bijlagen 6 tot en met 28b;
-
b. voor drie aaneengesloten tijdvakken, indien de subsidie betrekking heeft op de ontwikkeling
of instandhouding van een beheerspakket, opgenomen in een van de bijlagen 29 en 30.
Artikel 27
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Beheerssubsidie ten behoeve van de ontwikkeling of instandhouding van een beheerspakket
opgenomen in de bijlagen 29 en 30 wordt uitsluitend verstrekt indien:
Artikel 28
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
2 Indien beheerssubsidie wordt verstrekt voor de ontwikkeling of instandhouding van
meerdere beheerspakketten op een terrein, zijn de in het eerste lid, onderdelen a
en b, genoemde voorwaarden van overeenkomstige toepassing voor elk afzonderlijk beheerspakket
waarvoor beheerssubsidie wordt verleend op het desbetreffende terrein.
Artikel 29
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Beheerssubsidie wordt niet verstrekt:
-
a. aan Staatsbosbeheer;
-
b. ten behoeve van de terreinen die niet zijn gelegen in een beheersgebied, tenzij de
aangevraagde beheerssubsidie betrekking heeft op beheerspakketten genoemd in de bijlagen 28b tot en met 30.
-
c. ten behoeve van een in een beheersgebied gelegen terrein voorzover daardoor het quotum
wordt overschreden, of
-
d. ten behoeve van terreinen waarop nog verplichtingen van toepassing zijn op grond
van:
Artikel 30
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 31
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Beheerssubsidie wordt niet verstrekt indien voor de desbetreffende beheerseenheid
voor de instandhouding of ontwikkeling van een beheerspakket bijdragen worden genoten
van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 5 of door tussenkomst van een subsidieaanvrager als bedoeld in artikel 4.
Artikel 32
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
2 Indien op het terrein een beheerspakket wordt ontwikkeld of in stand gehouden, bedraagt
de beheerssubsidie per tijdvak het bedrag dat wordt gevormd door de vermenigvuldiging
van het getal zes met de desbetreffende beheersbijdrage opgenomen in de bijlage van
het desbetreffende beheerspakket en het aantal hectares waarvoor beheerssubsidie wordt
verleend.
-
3 Indien op het terrein meerdere beheerspakketten worden ontwikkeld of in stand gehouden,
bedraagt de beheerssubsidie per tijdvak de som van de bedragen die worden gevormd
door de vermenigvuldiging van het getal zes met de desbetreffende beheersbijdragen
opgenomen in de bijlage van elk van de onderscheiden beheerspakketten en het aantal
hectares per beheerspakket waarvoor beheerssubsidie wordt verleend.
Artikel 33
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 Indien ruige stalmest wordt uitgereden op een terrein waarvoor beheerssubsidie wordt
verstrekt ten behoeve van de ontwikkeling of instandhouding van een beheerspakket,
opgenomen in bijlage 16, of een beheerseenheid als bedoeld in de bijlagen 19 tot en met 22, waarbij het terrein wordt beheerd op een wijze als bedoeld in bijlage 16, dan kan op verzoek van de beheerder de overeenkomstig artikel 32 bepaalde beheerssubsidie worden verhoogd voor zover:
-
a. de ruige stalmest wordt uitgereden op de oppervlakte van de desbetreffende beheerspakketten;
-
b. de ruige stalmest wordt uitgereden gedurende het desbetreffende tijdvak jaarlijks
in de periode tussen 1 februari en 1 april;
-
c. per hectare ten minste 10 ton en ten hoogste 20 ton ruige stalmest wordt uitgereden,
en
-
d. de beheerder binnen twee weken na het uitrijden van de ruige stalmest hiervan melding
doet aan de directeur van de Dienst Regelingen met gebruikmaking van een daartoe door
de directeur van de Dienst Regelingen ter beschikking gesteld formulier.
-
3 In afwijking van het eerste lid kan een beheerder die in 2004 een aanvraag heeft ingediend
voor beheerssubsidie als bedoeld in het eerste lid en daarbij niet in aanmerking is
gekomen voor de verhoging, bedoeld in het eerste lid, in 2005 om die verhoging verzoeken.
Artikel 33a
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 De beheerssubsidie voor de in de bijlagen 6 tot en met 28b genoemde beheerspakketten wordt, gedeeltelijk, voor de duur van één jaar, ingetrokken
indien op het bedrijf van de subsidieontvanger op grond van het Besluit verboden stoffen
diergeneesmiddelen verboden hormonen of residuen daarvan, worden aangetroffen.
-
2 De beheerssubsidie voor de in de bijlagen 6 tot en met 28b genoemde beheerspakketten wordt, gedeeltelijk, voor de duur van twee jaren, ingetrokken
indien op het bedrijf van de subsidieontvanger nogmaals op grond van het Besluit verboden
stoffen diergeneesmiddelen verboden hormonen of residuen daarvan, worden aangetroffen.
Paragraaf 2. Subsidieverlening
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 34
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Indien beheerssubsidie wordt verstrekt voor de instandhouding of ontwikkeling van
meerdere beheerspakketten op een terrein, vermeldt de beschikking tot subsidieverlening
in ieder geval:
-
a. de ligging en de grootte van het terrein;
-
b. de doelen van de beheerssubsidie, bestaande uit het gedurende het tijdvak op het
terrein ontwikkelen of in stand houden van de desbetreffende beheerspakketten;
-
c. het aantal hectares per beheerspakket waarvoor beheerssubsidie wordt verleend;
-
d. de beheersbijdrage op basis waarvan de beheerssubsidie zal worden vastgesteld, waarbij
onderscheid wordt gemaakt naar ligging;
-
e. het aantal hectares waar ruige mest op wordt uitgereden en het bedrag, bedoeld in
artikel 33, en
-
f. de datum waarop het tijdvak waarover beheerssubsidie wordt verleend, aanvangt.
Artikel 35
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Indien beheerssubsidie wordt verstrekt voor de instandhouding of ontwikkeling van
een beheerspakket, vermeldt de beschikking tot subsidieverlening in ieder geval:
-
a. de ligging en de grootte van het terrein;
-
b. het doel van beheerssubsidie, bestaande uit het gedurende het tijdvak op het terrein
ontwikkelen, onderscheidenlijk in stand houden, van het desbetreffende beheerspakket;
-
c. de beheersbijdrage op basis waarvan de beheerssubsidie zal worden vastgesteld, waarbij
onderscheid wordt gemaakt naar ligging;
-
d. het aantal hectares waar ruige mest op wordt uitgereden en de daarmee samenhangende
verhoging, bedoeld in artikel 33, eerste lid, en
-
e. de datum waarop het tijdvak waarover beheerssubsidie wordt verleend, aanvangt.
Artikel 36
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De datum, bedoeld in de artikelen 34, onderdeel f, onderscheidenlijk artikel 35, onderdeel e, waarop het tijdvak waarover beheerssubsidie wordt verleend aanvangt, kan uitsluitend
de eerste dag van de onderscheiden maanden van een jaar zijn.
Artikel 37
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 Indien beheerssubsidie is verleend ten behoeve van de ontwikkeling of instandhouding
van een beheerspakket opgenomen in de bijlagen 29 en 30 in drie tijdvakken, worden in de beschikking, in afwijking van de artikelen 34 en 35, tevens de te realiseren doelen in het eerste en tweede tijdvak in de beschikking
opgenomen.
Paragraaf 3. Verplichtingen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 38
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
2 De verplichtingen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen d en e, gelden voor de periode
waarover beheerssubsidie is verleend, met dien verstande dat zij niet gelden voorzover
dit in de beschikking tot verlening van beheerssubsidie, dan wel in de beheerspakketten,
anders is bepaald.
-
3 Indien subsidie is verleend voor de beheerspakketten opgenomen in de bijlagen 19 tot en met 22, gelden de verplichtingen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen d en e al dan niet
in combinatie met een beheerspakket, opgenomen in de bijlagen 28b tot en met 28f, uitsluitend voor die oppervlakten waarop onderdeel 4, van de beheerspakketten, opgenomen
in de bijlagen 19 tot en met 22 van toepassing zijn.
Paragraaf 4. Voorschotten
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 39
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 De minister verstrekt binnen acht weken na afloop van het eerste jaar van het tijdvak
een voorschot en vervolgens telkens ten minste een jaar later. De hoogte van het voorschot
komt overeen met de beheersbijdrage van elk van de beheerspakketten waarvoor ten behoeve
van het desbetreffende terrein voor dat tijdvak subsidie wordt verleend, alsmede,
voor zover van toepassing, het bedrag, bedoeld in artikel 33.
-
2 In afwijking van het eerste lid wordt in een jaar het voorschot verminderd met 100%
als de beheerder in de twee jaar voorafgaande aan de verstrekking van het voorschot
op enig moment niet heeft voldaan aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderdelen c tot en met g, of enig ander voorschrift in de beschikking tot subsidieverlening niet heeft nageleefd,
tenzij de aard en de ernst van het niet-nakomen van de genoemde verplichtingen aanleiding
geven tot vermindering met een lager percentage.
Artikel 40
[Vervallen per 01-10-2004]
Paragraaf 5. Subsidievaststelling
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 41
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 42
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
2 De beheerssubsidie wordt vastgesteld overeenkomstig het bedrag dat bij de beschikking
tot subsidieverlening is bepaald, zoals dat op grond van artikel 7, eerste lid, door de minister is gecorrigeerd in verband met de werkelijke loon- en prijsontwikkeling.
Artikel 43
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
2 In zoverre in afwijking van het eerste lid, onderdelen a en b, wordt de subsidie per
beheerspakket opgenomen in de bijlagen 19 tot en met 22, zoals die luidden tot 25 oktober 2003 vastgesteld op het bedrag dat uit de subsidieverlening
voor het desbetreffende terrein voortvloeit, verminderd met:
-
a. 15%, indien niet is voldaan aan de verplichting, bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b, maar wel:
-
i. van de beheersverplichtingen, vermeld in de onderdelen 3 en 4 van het desbetreffende
beheerspakket, ten minste 50% van de percentages vermeld bij de onderscheiden beheerspakketten
op de totale oppervlakte van het terrein is gerealiseerd;
-
ii. het deel van de beheersbijdrage voor de onderdelen 3 en 4 van de onderscheiden beheerspakketten
dat niet is besteed aan de laatstgenoemde onderdelen, is besteed aan onderdeel 5 van
de onderscheiden beheerspakketten en
-
iii aan de rapportageverplichting, bedoeld in onderdeel 6 van de onderscheiden beheerspakketten,
is voldaan.
-
b. 100%, indien niet is voldaan aan de eisen geformuleerd in onderdeel a, sub 1 tot
en met 3, tenzij de aard en de ernst van het niet nakomen van de genoemde verplichtingen
aanleiding geven tot vermindering met een lager percentage.
-
3 De subsidie voor het beheerspakket opgenomen in bijlage 31, zoals die luidde tot 1 oktober 2004, wordt overeenkomstig het eerste lid, aanhef,
en onderdelen b en c, vastgesteld.
-
4 De verminderingen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, en tweede lid, worden
niet toegepast voor zover niet is voldaan aan de verplichting, bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b of c, ten gevolge van overmacht.
-
5 De verminderingen, bedoeld in het eerste lid, worden niet toegepast op de beheerssubsidie,
voor zover het bedrag daarvan bestaat uit een verhoging op grond van artikel 33.
Artikel 44
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
[Red: Vervallen.]
Hoofdstuk 5. Inrichtingssubsidie
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 45
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 Inrichtingssubsidie wordt verstrekt met betrekking tot terreinen ten aanzien waarvan
beheerssubsidie is verleend ten behoeve van de ontwikkeling van de beheerspakketten,
opgenomen in de bijlagen 12 tot en met 14, 18, 29 en 30, voor zover dat in overeenstemming is met het desbetreffende gebiedsplan.
Artikel 46
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 Inrichtingssubsidie wordt uitsluitend verstrekt, voorzover deze betrekking heeft op
het, door middel van eenmalige maatregelen, rechtstreeks en direct wijzigen van de
fysieke condities of kenmerken van terreinen, zonder welke wijziging ontwikkeling,
onderscheidenlijk instandhouding, van het beheerspakket, onderscheidenlijk landschapspakket,
ten behoeve waarvan beheerssubsidie, onderscheidenlijk landschapssubsidie, is verleend
niet mogelijk is.
Artikel 47
[Vervallen per 25-10-2003]
Artikel 48
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Tot de subsidiabele kosten behoren de kosten, inclusief BTW, voorzover verrekening
niet mogelijk is, verband houdende met:
-
a. het opstellen door derden van een inrichtingsplan;
-
b. bebossing van een terrein, voorzover ten behoeve van dat terrein beheerssubsidie
is verleend, gericht op de ontwikkeling en daaropvolgende instandhouding van een beheerspakket
dat is vermeld in een van de bijlagen 29 en 30;
-
c. maatregelen voor herstel of aanleg van landschappelijke elementen;
-
d. maatregelen, gericht op wijziging van de waterhuishouding;
-
e. grondverzet;
-
f. het plaatsen van een raster;
-
g. afvoer van grond, of
-
h. overige maatregelen voorzover noodzakelijk in verband met de desbetreffende inrichting.
Artikel 49
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Niet tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval de kosten, verband houdende
met:
-
a. de verwijdering van bodemverontreiniging of afval;
-
b. de bouw van opstallen;
-
c. achterstallig onderhoud aan landschappelijke elementen;
-
d. de aanschaf van machines, of
-
e. de aanschaf van materialen, anders dan ten behoeve van het treffen van maatregelen
als bedoeld in artikel 48.
Artikel 50
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Geen inrichtingssubsidie wordt verstrekt:
-
a. voor kosten die zijn gemaakt, alvorens een beslissing op de aanvraag voor inrichtingssubsidie
is genomen, behoudens de kosten, bedoeld in artikel 48, onderdeel a;
-
b. ten behoeve van maatregelen waarmee een aanvang is gemaakt, onderscheidenlijk die
reeds zijn uitgevoerd, alvorens een beslissing op de aanvraag voor inrichtingssubsidie
is genomen, of
-
c. indien de aanvraag tot inrichtingssubsidie niet wordt ingediend tegelijk met de aanvraag
tot beheerssubsidie, onderscheidenlijk landschapssubsidie, voor het desbetreffende
terrein.
Artikel 50a
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 Inrichtingssubsidie voor de in de bijlagen 29 en 30 genoemde beheerspakketten worden, in afwijking van artikel 2 juncto artikel 1, eerste lid, onderdelen d en e, slechts verstrekt aan beheerders die berekend over de laatste drie kalenderjaren
voorafgaand aan het jaar van de aanvraag tot subsidieverlening tenminste 25% van hun
onzuiver inkomen, als bedoeld in artikel 4 van de Wet op de inkomstenbelasting, verkrijgen
uit het landbouwbedrijf waarvoor de subsidie is aangevraagd.
-
2 Indien de beheerder minder dan drie jaar voorafgaand aan het tijdstip van indienen
van de aanvraag tot subsidieverlening werkt op het landbouwbedrijf waarvoor de subsidieaanvraag
wordt ingediend, wordt in afwijking van het eerste lid, het onzuiver inkomen berekend
op basis van de voorhanden zijnde gegevens. Indien er nog geen gegevens voorhanden
zijn, wordt het onzuiver inkomen berekend op basis van de gegevens van het volledige
kalenderjaar van de aanvraag.
-
3 Indien de beheerder een rechtspersoon is, wordt de inrichtingssubsidie voor de in
de bijlagen 29 en 30 genoemde beheerspakketten, in afwijking van artikel 2 juncto artikel 1, eerste lid, onderdelen d en e, slechts verstrekt indien de in artikel 7, derde lid, van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 bedoelde winst, vermeerderd met het bedrag dat voor de bedrijfsleiding van de rechtspersoon
ten titel van beloning voor verrichte arbeid in mindering is gebracht, gemiddeld over
de drie kalenderjaren voorafgaand aan het tijdstip van de subsidieverlening voor ten
minste de helft afkomstig is uit het landbouwbedrijf waarvoor de subsidie is aangevraagd.
-
4 Indien op het landbouwbedrijf waarvoor de aanvraag wordt ingediend minder dan drie
jaren voorafgaand aan het tijdstip van het indienen van de aanvraag tot subsidieverlening
landbouwactiviteiten zijn verricht, wordt in afwijking van het derde lid, de winst
van de rechtspersoon berekend op basis van de voorhanden zijnde gegevens. Indien er
geen gegevens voorhanden zijn, wordt de winst berekend op basis van de gegevens van
het volledige kalenderjaar van de aanvraag.
Artikel 51
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 52
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De minister kan beleidsregels vaststellen met het oog op de toepassing van de artikelen 46, 48 en 51.
Paragraaf 2. Subsidieverlening
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 53
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De subsidieverlening vermeldt in ieder geval:
-
a. in hoeverre het plan, bedoeld in artikel 46, tweede lid, in uitvoering kan worden genomen;
-
b. de aard van de benodigde wijzigingen van de fysieke condities of kenmerken van het
betrokken terrein;
-
c. het aantal hectares ten behoeve waarvan inrichtingssubsidie wordt verleend;
-
d. de datum waarop de periode waarover inrichtingssubsidie wordt verleend, aanvangt,
en
-
e. het bedrag waarop de inrichtingssubsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.
Paragraaf 3. Verplichtingen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 54
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De subsidieontvanger is verplicht de maatregelen overeenkomstig het door de minister
goedgekeurde inrichtingsplan uit te voeren binnen een jaar na de datum van subsidieverlening.
Paragraaf 4. Voorschotten
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 55
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 56
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De aanvraag tot voorschotverlening wordt ingediend bij de directeur van de Dienst
Regelingen met gebruikmaking van een daartoe bestemd aanvraagformulier dat verkrijgbaar
is bij de directeur van de Dienst Regelingen.
Artikel 57
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De minister neemt binnen 8 weken na ontvangst van de in artikel 56 bedoelde aanvraag een besluit.
Paragraaf 5. Subsidievaststelling
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 58
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 59
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De minister stelt na ontvangst van de in artikel 58 bedoelde bescheiden de inrichtingssubsidie binnen 8 weken vast op grond van de werkelijk
gemaakte kosten zoals bepaald bij de subsidieverlening.
Hoofdstuk 6. Landschapssubsidie
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 60
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
2 Landschapssubsidie ten behoeve van de instandhouding van het landschapspakket, bedoeld
in bijlage 46, wordt alleen verstrekt tezamen met een landschapssubsidie voor instandhouding van
een landschapspakket, bedoeld in één of meer van de bijlagen 32 tot en met 45.
Artikel 61
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Landschapssubsidie wordt verstrekt voor een tijdvak.
Artikel 62
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 Indien op het terrein een landschapspakket in stand wordt gehouden, bedraagt de landschapssubsidie
het bedrag per tijdvak dat wordt gevormd door de vermenigvuldiging van het getal zes
met de beheersbijdrage opgenomen in de bijlagen van het desbetreffende landschapspakket
en het aantal hectares waarvoor landschapssubsidie wordt verleend.
-
2 Indien op het terrein meerdere landschapspakketten in stand worden gehouden, bedraagt
de landschapssubsidie het bedrag per tijdvak de som van de beheersbijdragen die worden
gevormd door de vermenigvuldiging van het getal zes met de beheersbijdragen opgenomen
in de bijlagen van de desbetreffende landschapspakketten en het aantal hectares per
landschapspakket waarvoor landschapssubsidie wordt verleend.
Artikel 63
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Indien landschapssubsidie wordt verstrekt voor de instandhouding van een of meerdere
landschapspakketten binnen een terrein, vermeldt de beschikking tot subsidieverlening
in ieder geval:
-
a. de ligging en grootte van het terrein;
-
b. het doel van de landschapssubsidie, bestaande uit het gedurende het tijdvak op het
terrein in stand houden van een of meerdere landschapspakketten;
-
c. het bedrag, onderscheidenlijk de bedragen, op basis waarvan de landschapssubsidie
zal worden vastgesteld, en
-
d. de datum waarop het tijdvak waarover landschapssubsidie wordt verleend, aanvangt.
Artikel 64
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De subsidieontvanger is verplicht:
-
a. het in de beschikking tot subsidieverlening vermelde doel, bedoeld in artikel 63, onderdeel b, vermelde doel te realiseren;
-
b. van omstandigheden als gevolg waarvan het redelijkerwijs niet mogelijk is te voldoen
aan de verplichting, bedoeld in onderdeel a, binnen twee weken nadat de subsidieontvanger
daarvan redelijkerwijs op de hoogte kan zijn aan de directeur van de Dienst Regelingen
schriftelijk melding te doen, en
-
c. uiterlijk drie maanden nadat gehele of gedeeltelijke overdracht van de bevoegdheid
tot gebruik en beheer van het betrokken terrein plaatsvindt, dit schriftelijk te melden
aan de directeur van de Dienst Regelingen.
Artikel 65
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De artikelen 21, eerste lid, 28, 29, onderdelen a, b en d, 30 tot en met 32, derde en vierde lid, 36, 38, eerste lid, onderdeel h, 39, 41 en 42 en artikel 38, eerste lid, van de Subsidieregeling natuurbeheer 2000, zijn van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 7. Subsidie natuurlijke handicaps
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 66
[Vervallen per 13-11-2002]
Artikel 67
[Vervallen per 13-11-2002]
Artikel 68
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 69
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 70
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 71
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 72
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 73
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 74
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 75
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 76
[Vervallen per 01-10-2004]
Hoofdstuk 8. Subsidie organisatiekosten samenwerkingsverbanden
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 77
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 78
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 79
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 De subsidie bedraagt 100% van de noodzakelijke kosten die samenhangen met de activiteiten,
genoemd in het projectplan, bedoeld in artikel 19a, met een maximum per hectare per jaar van:
-
a. € 74,40 ingeval het een pakket als bedoeld in bijlage 32, dan wel bijlage 37 betreft;
-
b. € 37,20 ingeval het een pakket als bedoeld in bijlage 12, bijlage 13, bijlage 14, bijlage 23 dan wel bijlage 28 betreft;
-
c. € 18,88 ingeval het een pakket als bedoeld in bijlage 16, bijlage 17, bijlage 18, bijlage 19, bijlage 20, bijlage 21, dan wel bijlage 22 betreft, indien en voor zover monitoring in het derde en in het zesde jaar plaatsvindt
overeenkomstig de Handleiding Nationaal Weidevogelmeetnet, uitgave 2001, van SOVON
Vogelonderzoek Nederland en het Centraal Bureau voor de Statistiek;
-
d. € 10,20 ingeval het een pakket als bedoeld in bijlage 28c, bijlage 28d, bijlage 28e, dan wel bijlage 28f betreft, indien voor het perceel op grond van deze regeling geen andere subsidie
wordt verstrekt;
-
e. € 5,– ingeval het een pakket als bedoeld in bijlage 28c, bijlage 28d, bijlage 28e, dan wel bijlage 28f betreft, indien voor het perceel reeds subsidie wordt verleend voor een pakket als
bedoeld in bijlage 15, 16, 19, 20, 21 of 22;
-
f. € 14,88 ingeval het een pakket als bedoeld in een van de overige bijlagen betreft.
-
2 De kosten, bedoeld in het eerste lid, betreffen de activiteiten die betrekking hebben
op de doelstellingen, bedoeld in artikel 2a, waarbij de kosten in een jaar ten minste 5% en ten hoogste 50% van de totale kosten
in het desbetreffende tijdvak bedragen, de kosten voor activiteiten met betrekking
tot de doelstelling, bedoeld in artikel 2a, onderdeel c, ten hoogste 50% van de totale kosten in dat tijdvak bedragen en de kosten voor activiteiten
met betrekking tot de doelstelling, bedoeld in artikel 2a, onderdeel a, ten minste 20% van de totale kosten in dat tijdvak bedragen.
-
3 Indien gedurende het tijdvak het aantal hectares waarvoor op grond van artikel 2 subsidie wordt verstrekt met meer dan 100% wordt uitgebreid, kunnen de kosten, bedoeld
in het eerste lid, van activiteiten die betrekking hebben op de doelstellingen, bedoeld
in artikel 2a, voorafgaand aan bedoelde uitbreiding per jaar minder dan 5% van de totale kosten
van het gehele tijdvak bedragen, mits de totale kosten gedurende het resterende tijdvak
in elk jaar ten minste 5% en ten hoogste 50% van de totale kosten bedragen in het
tijdvak van het aantal hectares na uitbreiding.
Artikel 80
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
2 Ingeval het aantal hectares waarvoor subsidie als bedoeld in artikel 2a is verleend in enig jaar afwijkt van het aantal hectares waarvoor subsidie is verleend
op grond van artikel 2 in samenhang met artikel 4, dient de subsidieontvanger uiterlijk op 31 maart van het daaropvolgende kalenderjaar
een projectplan in dat is gebaseerd op het gewijzigde aantal hectares, tenzij de afwijking
minder dan 25% is.
Artikel 81
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De beschikking tot subsidieverlening vermeldt in ieder geval:
-
a. het aantal hectares waarop de subsidieverlening betrekking heeft;
-
b. het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld;
-
c. het jaar met ingang waarvan de subsidie wordt verleend; en
-
d. de periode waarop de subsidiabele kosten betrekking kunnen hebben.
Artikel 81a
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 81b
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 Voor het eerste jaar van het tijdvak waarop de subsidieverlening betrekking heeft
wordt binnen 8 weken na de beschikking tot subsidieverlening een voorschot verleend,
gebaseerd op 70% van de subsidiabele kosten die zijn opgenomen in het overzicht, bedoeld
in artikel 81a, derde lid.
-
2 Voor elk van de volgende jaren van het tijdvak waarop de subsidieverlening betrekking
heeft wordt binnen 17 weken na aanvang van het kalenderjaar een voorschot verleend,
gebaseerd op 80% van de subsidiabele kosten die zijn opgenomen in het overzicht, bedoeld
in artikel 81a, eerste lid.
-
3 Het voorschot, bedoeld in het tweede lid, kan in voorkomend geval worden verhoogd
of verlaagd met het verschil tussen de daadwerkelijke subsidiabele kosten in het voorafgaande
jaar en het verleende voorschot voor dat jaar.
Artikel 81c
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 Met betrekking tot het tijdvak, bedoeld in artikel 77, eerste lid, verstrekt de subsidieontvanger steeds na afloop van een kalenderjaar, met uitzondering
van het laatste jaar van dat tijdvak, vóór 1 april van het daarop volgende jaar, de
volgende gegevens over de in het desbetreffende afgelopen jaar gemaakte kosten, bedoeld
in artikel 79:
-
a. gegevens waaruit blijkt ten behoeve van welke activiteiten de kosten zijn gemaakt;
-
b. gegevens waaruit blijkt ten behoeve van wie de kosten zijn gemaakt;
-
c. gegevens waaruit blijkt door wie de kosten zijn gemaakt;
-
d. gegevens waaruit blijkt wanneer de kosten zijn gemaakt; en
-
e. gegevens waaruit blijkt tot welk resultaat de uitgevoerde activiteiten hebben geleid.
-
2 De verstrekking van gegevens, bedoeld in het eerste lid, geschiedt aan de directeur
van de Dienst Regelingen met gebruikmaking van een daartoe bestemd formulier dat verkrijgbaar
is bij die directeur.
-
3 Ingeval de kosten ten minste € 25.000,– bedragen overlegt de subsidieontvanger bij
de verstrekking van gegevens, bedoeld in het eerste lid, een verklaring, overeenkomstig
een door de minister vast te stellen model, van een accountant-administratieconsulent
of registeraccountant als bedoeld in artikel 2:393, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek waaruit blijkt dat de kosten in overeenstemming zijn met artikel 79.
Artikel 81d
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 Vóór 1 april van het jaar, volgend op het laatste jaar van het tijdvak waarop de subsidieverlening
betrekking heeft, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling
over dat tijdvak in bij de directeur van de Dienst Regelingen met gebruikmaking van
een daartoe bestemd aanvraagformulier dat verkrijgbaar is bij die directeur.
Hoofdstuk 9. Koopplicht
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 82
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Telkens wanneer met betrekking tot één of meer gronden, die in een gebied dat als
beheersgebied overeenkomstig de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling
is begrensd, onderscheidenlijk beheersgebied, zijn gelegen en ten aanzien waarvan
beheerssubsidie is verleend voor de pakketten opgenomen in bijlage 1a van de Regeling
beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling, met uitzondering van de pakketten G1,
B1 en G9, onderscheidenlijk de beheerspakketten opgenomen in de bijlagen 6 tot en met 11, 15, en 24 tot en met 27 van de onderhavige regeling, aan het bureau beheer landbouwgronden een recht van
eigendom of een daarvan afgeleid beperkt recht wordt aangeboden, is het bureau beheer
landbouwgronden gehouden het hem aangeboden recht te verwerven, indien de minister
aannemelijk acht dat met betrekking tot zodanige grond:
-
a. vervreemding of in gebruik afstaan, of
-
b. vestiging van een ander beperkt recht ten gunste van één of meer personen niet kan
plaatsvinden.
Artikel 83
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 84
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 84a
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De minister kan bij een in de Staatscourant bekend te maken besluit bepalen dat vanaf
een door hem vast te stellen tijdstip de gehoudenheid van het bureau beheer landbouwgronden,
bedoeld in artikel 82, wordt opgeschort.
Hoofdstuk 10. Wijziging en intrekking
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 85
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
4 In geval van een wijziging uit hoofde van het eerste of tweede lid wordt de subsidie
naar evenredigheid verleend en vastgesteld voor het resterende gedeelte van het tijdvak
of aaneengesloten tijdvakken, bedoeld in artikel 26, waarvoor subsidie is verleend.
Artikel 85a
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 Een aanvraag als bedoeld in artikel 85, eerste lid, die wordt ingediend door een aanvrager als bedoeld in artikel 4 of 5, tezamen met een verzoek van een beheerder tot intrekking van een aan hem verleende
subsidie voor het terrein waarop die aanvraag betrekking heeft, wordt niet gehonoreerd
indien die aanvraag ertoe zou leiden dat minder dan vijf jaren subsidie voor het desbetreffende
terrein kan worden verleend.
-
2 Ingeval van intrekking uit hoofde van het eerste lid wordt de subsidie naar evenredigheid
verleend en vastgesteld voor het verstreken gedeelte van het tijdvak of aaneengesloten
tijdvakken, bedoeld in artikel 26, waarvoor subsidie is verleend.
Artikel 85b
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 Ingeval subsidie is verleend ten behoeve van een terrein waarop het beheerspakket,
opgenomen in de bijlagen 19 tot en met 22, onderdeel 4, in stand wordt gehouden kan de subsidieverlening op verzoek van de subsidieontvanger
voor een gedeelte van het terrein:
-
a. worden gewijzigd in een subsidieverlening voor het instandhouden van het beheerspakket,
opgenomen in de bijlagen 19 tot en met 22, waarbij het terrein wordt beheerd op een wijze als bedoeld in bijlage 16, of
-
b. worden aangevuld met een subsidieverlening voor het instandhouden van het beheerspakket,
opgenomen in bijlage 17.
-
2 De oppervlakte waarop de aanvulling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, betrekking
heeft is ten hoogste:
-
a. één vijfde van het totaal van
-
1°. de oppervlakte waarop de wijziging, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel
a, betrekking heeft, en
-
2°. de oppervlakte waarvoor subsidie is verleend voor het instandhouden van het beheerspakket,
opgenomen in bijlage 16 of het beheerspakket, opgenomen in de bijlagen 19 tot en met 22, waarbij het terrein wordt beheerd op een wijze als bedoeld in bijlage 16, verminderd met
-
b. de oppervlakte waarvoor subsidie is verleend voor het instandhouden van het beheerspakket,
opgenomen in bijlage 17.
Artikel 86
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
In geval subsidie is verleend ten behoeve van een terrein waarvan het recht tot gebruik
en beheer berust bij de subsidieontvanger, en dat recht gaat over op een derde gedurende
de periode waarover de desbetreffende subsidie is verleend, kan de desbetreffende
subsidieverlening worden gewijzigd in een subsidieverlening aan die derde indien deze,
uiterlijk drie maanden na de datum waarop het recht tot gebruik en beheer is overgegaan,
bij wege van een aan de directeur de Dienst Regelingen gericht schriftelijk stuk:
-
a. verklaart te treden in de aan de subsidieverlening verbonden rechten en plichten,
vanaf de datum met ingang waarvan de wijziging uit hoofde van dit lid van kracht zal
zijn, en
-
b. aangeeft of hij als ondernemer moet worden aangemerkt.
Artikel 87
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
2 Ingeval van verlaging uit hoofde van het eerste lid, wordt de subsidie over het tijdvak
waarin het terrein geen deel meer uitmaakt van het probleemgebied vastgesteld op het
bedrag naar evenredigheid ten opzichte van de subsidie zoals die op grond van de subsidieverlening
zou kunnen worden vastgesteld.
Artikel 88
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 In geval subsidie is verleend met betrekking tot een terrein waarvan het gebruiksrecht
berust bij een natuurlijk persoon die overlijdt tijdens de periode waarover subsidie
is verleend, wordt de desbetreffende subsidieverlening voor dat terrein ingetrokken
met ingang van de dag, volgend op de dag van overlijden, op voorwaarde dat de erfgenamen
uiterlijk 30 dagen na het overlijden om deze intrekking verzoeken bij wege van een
aan de directeur van de Dienst Regelingen gericht schriftelijk verzoek.
Artikel 89
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 In geval subsidie is verleend met betrekking tot een terrein dat deel uitmaakt van
een gebied waar landinrichting uit kracht van de Landinrichtingswet geschiedt en het voldoen aan de desbetreffende subsidieverlening verbonden verplichtingen
na vaststelling van het landinrichtingsplan niet meer mogelijk is, wordt de desbetreffende
subsidieverlening ingetrokken met ingang van de dag, waarop in zodanig gebied de kavelovergang
plaatsvindt ingevolge de in het plan van toedeling opgenomen bepalingen omtrent de
inbezitneming, bedoeld in artikel 196, tweede lid, onderdeel e, van de Landinrichtingswet.
Artikel 89a
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 Indien subsidie is verleend met betrekking tot een terrein dat is verworven door
Staatsbosbeheer, het bureau beheer landbouwgronden of een instelling als bedoeld in
artikel 3, eerste en tweede lid, van de Regeling subsidies particuliere terreinbeherende
natuurbeschermingsorganisaties en het de subsidieontvanger als gevolg van de overdracht
aan een van de bedoelde organisaties niet meer mogelijk is te voldoen aan de verplichtingen
verbonden aan de subsidieverlening, wordt de subsidieverlening ingetrokken met ingang
van de dag, waarop de overdracht van het terrein heeft plaatsgevonden.
Artikel 90
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
2 In geval van intrekking uit hoofde van het eerste lid, wordt de subsidie over het
tijdvak waarin het besluit tot onteigening onherroepelijk werd ambtshalve vastgesteld
op het bedrag naar evenredigheid ten opzichte van de beheerssubsidie, landschapssubsidie
of subsidie natuurlijke handicaps zoals die op grond van de subsidieverlening ten
hoogste zou kunnen worden vastgesteld.
Artikel 90a
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Een verleende subsidie wordt voor de duur van één jaar, ingetrokken indien de subsidieaanvrager
door ernstige nalatigheid of opzettelijk een onjuiste aanvraag tot subsidieverlening
of -vaststelling heeft ingediend of anderszins onjuiste gegevens heeft verstrekt ter
verkrijging van een subsidie op grond van een andere regeling die gebaseerd is op
hoofdstuk IX van titel II van de verordening (EG) nr. 1257/99 van de Raad van de Europese Unie van 17 mei 1999 betreffende steun voor plattelandsontwikkeling
uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging
en instelling van een aantal verordeningen (PbEG L 160).
Artikel 90b
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De vastgestelde subsidie wordt geheel of gedeeltelijk ingetrokken indien de subsidieontvanger
door ernstige nalatigheid of opzettelijk een onjuiste aanvraag tot subsidieverlening
of -vaststelling heeft ingediend of anderszins foute gegevens heeft verstrekt ter
verkrijging van een subsidie op grond van een andere regeling die gebaseerd is op
hoofdstuk IX van titel II van de verordening (EG) nr. 1257/99 van de Raad van de Europese Unie van 17 mei 1999 betreffende steun voor plattelandsontwikkeling
uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging
en instelling van een aantal verordeningen (PbEG L 160).
Artikel 91
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Onverschuldigd betaalde subsidies en voorschotten worden teruggevorderd, vermeerderd
met de wettelijke rente tot de datum van ontvangst van de teruggevorderde bedragen.
Hoofdstuk 11. Overgangs- en slotbepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 92
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze regeling bepaalde zijn
belast de ambtenaren van de Dienst landelijk gebied van het Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit.
Artikel 92a
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
De subsidieaanvrager is verplicht alle op de subsidie betrekking hebbende documenten,
als bedoeld in artikel 1, van verordening (EG) nr. 4045/89 van de Raad van 21 december 1989 inzake de door de lidstaten uit te voeren controles
op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van de afdeling Garantie
van het Europese Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw en houdende intrekking
van de richtlijn 77/435/EEG (Pb L388/18), voorzover deze documenten voor de subsidievaststelling van belang zijn,
te bewaren gedurende ten minste 3 jaren na de subsidievaststelling.
Artikel 93
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
3 Op beheersovereenkomsten die zijn gesloten op basis van de beheersplannen die zijn
vastgesteld op grond van:
-
a. de Beschikking beheersovereenkomsten 1983;
-
b. de Regeling beheersovereenkomsten 1988, en
-
c. de Regeling beheersovereenkomsten 1993,
blijven de desbetreffende regelingen van toepassing tot het tijdstip waarop deze van
rechtswege eindigen dan wel subsidie wordt verleend op grond van de onderhavige regeling
of de Subsidieregeling natuurbeheer 2000.
Artikel 94
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 95
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 96
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 97
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 98
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 99
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 100
[Vervallen per 01-10-2004]
Artikel 100a
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 101a
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1 Beheerders die vóór 25 oktober 2003 een beschikking tot subsidieverlening hebben
ontvangen met betrekking tot een landschapspakket als bedoeld in de bijlagen 32 tot en met 36 of 39, zoals die luidden tot 25 oktober 2003, waarin een bedekking van minder dan 90% was
opgenomen, zijn in zoverre in afwijking van artikel 64, onderdeel a, slechts verplicht tot het in stand houden van het landschapspakket, genoemd in bijlage 32, met het in de subsidieverlening vastgestelde lagere bedekkingspercentage tegen de
daarbij behorende lagere vergoeding.
Artikel 101b
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Het beheerspakket: Faunarand opgenomen in bijlage 23, zoals die luidde tot 25 oktober
2003, blijft voor subsidies die zijn aangevraagd vóór 25 oktober 2003 onverminderd
van kracht tot het eind van het tijdvak waarvoor de desbetreffende subsidie is verleend.
Artikel 101c
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Op een aanvraag voor subsidie op grond van hoofdstuk 7, zoals dat luidde tot 1 oktober
2004, die is ingediend vóór die datum, blijven dat hoofdstuk en bijlage 31, zoals
die luidde tot 1 oktober 2004, van toepassing, indien en voor zover het terrein ten
behoeve waarvan de subsidie is aangevraagd is gelegen in een probleemgebied.
Artikel 101d
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 101e
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Op aanvragen die zijn ingediend vóór 1 november 2005 blijft bijlage 17 zoals die luidt tot 1 november 2005 van toepassing.
Artikel 101f
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Op aanvragen die zijn ingediend vóór 1 november 2005 blijft bijlage 12, onderscheidenlijk 13 zoals die luidt tot 1 november 2005 van toepassing voor zover de subsidieontvanger
wel voldoet aan alle voorwaarden van die bijlage en niet aan alle voorwaarden van
bijlage 12, onderscheidenlijk 13 zoals die luidt met ingang van 1 november 2005.
Artikel 101
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Op een aanvraag voor subsidie op grond van hoofdstuk 8, zoals dat luidde tot 25 oktober
2003, die is ingediend vóór die datum, blijft dat hoofdstuk van toepassing.
Artikel 102
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Artikel 103
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2000
Artikel 104
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer.
Bijlage 1. Overgangstabel RBON
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Beheersdoelstellingen van de RBON, die aansluiten bij beheerspakketten van de Subsidieregeling
Agrarisch natuurbeheer.
Beheersdoelstellingen zoals opgenomen
in de RBON
|
Bijbehorende beheerspakketten
Subsidieregeling Agrarisch natuurbeheer
|
|
|
1. Handhaven van natuurlijke handicaps
|
Bijlage 31, zoals die luidde tot 1 oktober 2004
|
2. Handhaven en ontwikkelen van waarde volle vegetaties (botanische doelstelling)
|
Bijlagen 6 tot en met 15, 24, 25, 27 en 28
|
3. Handhaven en ontwikkelen van de weidevogelpopulaties (weidevogeldoelstelling)-
|
Bijlagen 16 tot en met 22
|
4. Onderhoud van landschapselementen
|
Bijlagen 32 tot en met 46
|
5. Het tegengaan van nadelige beïnvloeding van natuurwaarden in natuurterreinen en
landschapselementen (buffersdoelstelling)
|
Bijlagen 6 tot en met 15, 24, 25, 27 en 28
|
6. Handhaven en ontwikkelen van een
|
Bijlagen 23 tot en met 26
|
Bijlage 2. Overgangstabel TRAN
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Beheerspakketten van de Tijdelijke Regeling Agrarisch Natuurbeheer, die aansluiten
bij beheerspakketten van de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer.
Beheerspakketten zoals opgenomen in de
bijlagen TRAN
|
Bijbehorende beheerspakketten
Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
-
Bijlage 12: Bonte weiderand
Bijlage 13: Bonte hooirand
Bijlage 14: Kruidenrijke zoom
|
-
Bijlage 8. Bloemrijke veenweiderand
Bijlage 13: Bonte hooirand
Bijlage 14: Kruidenrijke zoom
|
|
Bijlage 3. Vergelijkingstabel agrarisch natuurbeheer
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Beheerspakketten van de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer, die aansluiten bij
basis- en pluspakketten van de Subsidieregeling Natuurbeheer.
Beheerspakketten in de Regeling Agrarisch
Natuurbeheer
|
Bijbehorende basis- en pluspakketten Regeling
Natuurbeheer
|
|
|
|
|
|
|
-
Bijlage 16: Weidevogelgrasland met
rustperiode; c.: (1 april t/m 15 juni) en
d. (1 april t/m 22 juni).
Bijlage 21: soortenrijk weidevogelgebied
met kritische soorten.
|
|
-
Bijlage 16: Weidevogelgrasland met
rustperiode; c. (1 april t/m 15 juni) en
d. (1 april t/m 22 juni).
Bijlage 22: zeer soortenrijk weidevogel-
gebied met kritische soorten.
|
|
|
|
Bijlage 4. Begrenzing van het Groene Hart
[Vervallen per 01-10-2004]
Bijlage 5. Begrenzing Waterland
[Vervallen per 01-10-2004]
Bijlage 6. Beheerspakket : Ontwikkeling kruidenrijk grasland
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid bestaat uit grasland.
2. In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid tenminste 15 inheemse plantensoorten
(incl. mossen) in een vlak van 25 m2 aanwezig.
3. De beheerseenheid is niet bemest.
4. De beheerseenheid wordt minimaal één keer per jaar gemaaid waarbij het gemaaide
wordt afgevoerd.
5. Beweiding is uitsluitend toegestaan in de periode van 1 augustus tot 31 december.
6. De beheerseenheid is ten minste 0,5 hectare groot.
Beheersbijdrage per hectare per jaar:
-
veen: fl. 1630;
-
klei: fl. 1890;
-
zand: fl. 1900
Bijlage 7. Beheerspakket : Instandhouding kruidenrijk grasland
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid bestaat uit grasland.
2. Op het tijdstip van subsidieaanvraag zijn op de beheerseenheid tenminste 15 inheemse
plantensoorten (incl. mossen) in een vlak van 25 m2 aanwezig.
3. In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid tenminste 15 inheemse plantensoorten
(incl. mossen) in een vlak van 25 m2 aanwezig.
4. De beheerseenheid wordt minimaal één keer per jaar gemaaid waarbij het gemaaide
wordt afgevoerd.
5. De beheerseenheid is niet bemest. Voor instandhoudingsbemesting is uitsluitend
het gebruik van ruige mest, uitgezonderd pluimveemest, of kalk toegestaan.
6. Beweiding is uitsluitend toegestaan in de periode van 1 augustus tot 31 december.
7. De beheerseenheid is ten minste 0,5 hectare groot.
Beheersbijdrage per hectare per jaar:
-
veen: fl. 1850;
-
klei: fl.2120;
-
zand: fl.2130
Bijlage 8. Beheerspakket : Bont hooiland
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid bestaat uit grasland.
2. Op het tijdstip van subsidieaanvraag zijn op de beheerseenheid tenminste 15 inheemse
plantensoorten (incl. mossen) in een vlak van 25 m2 aanwezig.
3. In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid tenminste 20 inheemse plantensoorten
(incl. mossen) in een vlak van 25 m2 aanwezig.
4. De beheerseenheid wordt minimaal één keer per jaar gemaaid waarbij het gemaaide
wordt afgevoerd.
5. De beheerseenheid is niet bemest en niet beweid. Voor instandhoudingsbemesting
is uitsluitend het gebruik van ruige mest, uitgezonderd pluimveemest, of kalk toegestaan.
6. De beheerseenheid is ten minste 0,5 hectare groot.
Beheersbijdrage per hectare per jaar:
-
veen: fl. 2100;
-
klei: fl.2380;
-
zand: fl. 2390
Bijlage 9. Beheerspakket : Bonte hooiweide
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid bestaat uit grasland.
2. Op het tijdstip van subsidieaanvraag zijn op de beheerseenheid tenminste 15 inheemse
plantensoorten (incl. mossen) in een vlak van 25 m2 aanwezig.
3. In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid tenminste 20 inheemse plantensoorten
(incl. mossen) in een vlak van 25 m2 aanwezig.
4. De beheerseenheid wordt minimaal één keer per jaar gemaaid waarbij het gemaaide
wordt afgevoerd.
5. De beheerseenheid is niet bemest. Voor instandhoudingsbemesting is uitsluitend
het gebruik van ruige mest, uitgezonderd pluimveemest, of kalk toegestaan.
6. Beweiding is uitsluitend toegestaan in de periode van 1 augustus tot 31 december.
7. De beheerseenheid is ten minste 0,5 hectare groot.
Beheersbijdrage per hectare per jaar:
-
veen: fl. 2100;
-
klei: fl.2380;
-
zand: fl. 2390
Bijlage 10. Beheerspakket : Kruidenrijk weiland
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid bestaat uit grasland.
2. In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid tenminste 15 inheemse plantensoorten
(incl. mossen) in een vlak van 25 m2 aanwezig.
3. De beheerseenheid bevindt zich op een helling of in uiterwaarden.
4. De beheerseenheid is niet bemest en met ten hoogste 2 gve per hectare beweid.
5. De beheerseenheid is ten minste 0,5 hectare groot.
Beheersbijdrage per hectare per jaar:
-
veen: fl. 1630;
-
klei: fl. 1890;
-
zand: fl. 1900
Bijlage 11. Beheerspakket : Bont weiland
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid bestaat uit grasland.
2. Op het tijdstip van de subsidieaanvraag zijn op de beheerseenheid tenminste 15
inheemse plantensoorten (incl. mossen) in een vlak van 25 m2 aanwezig.
3. In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid tenminste 20 inheemse plantensoorten
(incl. mossen) in een vlak van 25 m2 aanwezig.
4. De beheerseenheid bevindt zich op een helling of in uiterwaarden.
5. De beheerseenheid is niet bemest en met ten hoogste 2 gve per hectare beweid. Voor
instandhoudingsbemesting is uitsluitend het gebruik van ruige mest, uitgezonderd pluimveemest,
of kalk toegestaan.
6. De beheerseenheid is ten minste 0,5 hectare groot.
Beheersbijdrage per hectare per jaar:
-
veen: fl. 2100;
-
klei: fl. 2380;
-
zand: fl. 2390
Bijlage 12. Beheerspakket : Bonte weiderand
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid bestaat uit grasland.
2. In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid tenminste 20 inheemse plantensoorten
(incl. mossen) in een vlak van 25 m2 aanwezig of zijn van de navolgende lijst van
plantensoorten tenminste 3 soorten aanwezig in een strook van 100 m lengte:
Blauw glidkruid, Blauwe knoop, Brunel, Dotterbloem, Echte koekoeksbloem, Boterbloem
(alle soorten behalve de kruipende boterbloem), Ereprijs (veldereprijs, gewone ereprijs,
mannetjesereprijs, blauwe waterereprijs, beekpunge, rode waterereprijs, schildereprijs,
draadereprijs, liggend ereprijs, brede ereprijs, lange ereprijs), Ganzerik (viltganzerik,
voorjaarsganzerik, tormentil, wateraardbei), Gele lis, Gele morgenster, Havikskruid
(alle soorten), Hazepootje, Heelblaadjes, Kale jonker, Kamgras, Kattenstaart, Klokje
(alle soorten), Knoopkruid, Lathyrus (alle soorten), Margriet, Moerasspirea, Munt
(alle soorten), Ratelaar (kleine ratelaar, grote ratelaar, harige ratelaar), Reukgras,
Rolklaver (gewone rolklaver, smalle rolklaver, moerasrolklaver), Sint-Janskruid, Streepzaad
(alle soorten), Tijm (wilde tijm, grote wilde tijm), Vergeet-mij-nietje (moerasvergeet-mij-nietje,
zompvergeet-mij-nietje, ruw vergeet-mij-nietje, stijf vergeet-mij-nietje), Vogelpootje,
Walstro (ruw walstro, moeraswalstro, echt walstro, glad walstro, blauw walstro, kalkwalstro),
Waternavel, Wederik (moeraswederik, gewone wederik), Wikke (alle soorten), Wilde bertram,
Wilde peen, Wolfspoot, Wondklaver, Zandblauwtje en alle soorten die zijn genoemd in
de categorieën Verdwenen uit Nederland, Ernstig bedreigd of Bedreigd van de Rode Lijst
Vaatplanten, die is opgenomen in de bijlage bij het Besluit Rode lijsten flora en fauna.
3. De beheerseenheid is niet bemest en er is geen bagger op gebracht.
4. De beheerseenheid heeft een breedte van ten minste 1 en ten hoogste 5 meter en
een lengte van ten minste 50 meter.
Beheersbijdrage per hectare per jaar:
-
veen: fl. 2170;
-
klei: fl.2450;
-
zand: fl. 2460
Bijlage 13. Beheerspakket : Bonte hooirand
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid bestaat uit grasland.
2. In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid tenminste 20 inheemse plantensoorten
(incl. mossen) in een vlak van 25 m2 aanwezig of zijn van de navolgende lijst van
plantensoorten tenminste 3 soorten aanwezig in een strook van 100 m lengte:
Blauw glidkruid, Blauwe knoop, Brunel, Dotterbloem, Echte koekoeksbloem, Boterbloem
(alle soorten behalve de kruipende boterbloem), Ereprijs (veldereprijs, gewone ereprijs,
mannetjesereprijs, blauwe waterereprijs, beekpunge, rode waterereprijs, schildereprijs,
draadereprijs, liggend ereprijs, brede ereprijs, lange ereprijs), Ganzerik(viltganzerik,
voorjaarsganzerik, tormentil, wateraardbei), Gele lis, Gele morgenster, Havikskruid
(alle soorten), Hazepootje, Heelblaadjes, Kale jonker, Kamgras, Kattenstaart, Klokje
(alle soorten), Knoopkruid, Lathyrus (alle soorten), Margriet, Moerasspirea, Munt
(alle soorten), Ratelaar (kleine ratelaar, grote ratelaar, harige ratelaar), Reukgras,
Rolklaver (gewone rolklaver, smalle rolklaver, moerasrolklaver), Sint-Janskruid, Streepzaad
(alle soorten), Tijm (wilde tijm, grote wilde tijm), Vergeet-mij-nietje (moerasvergeet-mij-nietje,
zompvergeet-mij-nietje, ruw vergeet-mij-nietje, stijf vergeet-mij-nietje), Vogelpootje,
Walstro (ruw walstro, moeraswalstro, echt walstro, glad walstro, blauw walstro, kalkwalstro),
Waternavel, Wederik (moeraswederik, gewone wederik), Wikke (alle soorten), Wilde bertram,
Wilde peen, Wolfspoot, Wondklaver, Zandblauwtje en alle soorten die zijn genoemd in
de categorieën Verdwenen uit Nederland, Ernstig bedreigd of Bedreigd van de Rode Lijst
Vaatplanten, die is opgenomen in de bijlage bij het Besluit Rode lijsten flora en fauna.
3. De beheerseenheid wordt minimaal één keer per jaar gemaaid waarbij het gemaaide
wordt afgevoerd.
4. De beheerseenheid is niet bemest en er is geen bagger op gebracht.
5. De beheerseenheid is niet beweid.
6. De beheerseenheid heeft een breedte van ten minste 1 en ten hoogste 5 meter en
een lengte van ten minste 50 meter.
Beheersbijdrage per hectare per jaar:
-
veen: fl.2170;
-
klei: fl. 2450;
-
zand: fl. 2460
Bijlage 14. Beheerspakket : Kruidenrijke zomen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid bestaat uit grasland.
2. De beheerseenheid grenst direct aan opgaande begroeiing, een rietkraag of waterloop.
3. In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid tenminste 15 inheemse plantensoorten
(incl. mossen) in een vlak van 25 m2 aanwezig.
4. De beheerseenheid is niet bemest en er is geen bagger op gebracht.
5. De beheerseenheid is niet beweid en het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen
is niet toegestaan.
6. Gedurende het eerste tijdvak wordt de beheerseenheid in de eerste drie jaar jaarlijks
gemaaid, en wordt het gemaaide afgevoerd; hierbij geldt een maximum van drie maaibeurten
per jaar.
7. Na uitvoering van voorwaarde 6, vindt nog slechts om het jaar een maaibeurt plaats,
waarbij niet meer dan de helft van de oppervlakte van de beheerseenheid gemaaid wordt,
en het gemaaide wordt afgevoerd.
8. De beheerseenheid heeft een breedte van ten minste 1 en ten hoogste 5 meter en
een lengte van ten minste 50 meter.
Beheersbijdrage in fl. per hectare per jaar:
-
veen: fl. 3790;
-
klei: fl. 4090;
-
zand: fl. 4090
Bijlage 15. Beheerspakket : Landschappelijk waardevol grasland.
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid bestaat uit grasland.
2. Variant A: Niet maaien en niet weiden tussen 1 januari en 1 juni.
Variant B: Niet maaien tussen 1 januari en 1 juni en gedurende het gehele jaar niet
bemesten.
3. In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid tenminste 10 inheemse plantensoorten
in een vlak van 25 m2 aanwezig.
4. De beheerseenheid is tenminste 0.5 ha groot.
Beheersbijdrage per hectare per jaar:
-
veen: fl. 740;
-
klei: fl. 760;
-
zand: fl. 840
Bijlage 16. Beheerspakket : Weidevogelgrasland met een rustperiode
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid bestaat uit grasland.
2. Er wordt een rustperiode in acht genomen van 1 april tot 1 juni, of van 1 april
tot 8 juni, of van 1 april tot 15 juni of van 1 april tot 22 juni.
3. De lengte van de rustperiode wordt bij de aanvraag van de subsidiebeschikking gemeld
aan de Dienst Regelingen.
4. In de rustperiode is de beheerseenheid niet beweid, gemaaid, gerold, gesleept,
gescheurd, gefreesd, (her)ingezaaid, doorgezaaid of bemest. In deze periode is het
gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen niet toegestaan.
5. De beheerseenheid is ten minste 0,5 hectare groot.
Beheersbijdrage per hectare per jaar:
-
a) rustperiode van 1 april tot 1 juni:
-
veen: fl. 790;
-
klei: fl. 620;
-
zand: fl. 700
-
b) rustperiode van 1 april tot 8 juni:
-
veen: fl. 910;
-
klei: fl. 920
-
zand: fl. 1040
-
c) rustperiode van 1 april tot 15 juni:
-
veen: fl. 1160;
-
klei: fl. 1220;
-
zand: fl. 1290
-
d) rustperiode van 1 april tot 22 juni:
-
veen: fl. 1280;
-
klei: fl1330 ;
-
zand: fl. 1390
Bijlage 17. Beheerspakket : Vluchtheuvels voor weidevogels
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid is gelegen binnen de oppervlakte van een beheerseenheid als bedoeld
in onderdeel 4 van de bijlagen 19, 20, 21 en 22.
2. De beheerseenheid wordt niet eerder gemaaid of geweid dan na een periode van twee
weken nadat de rest van het perceel is gemaaid of beweid en niet vroeger dan 1 juni.
Tijdstip van maaien wordt bij de Dienst Regelingen gemeld.
3. De beheerseenheid bestaat uit één of meer stroken of blokken met een breedte van
ten minste 6 meter en ten hoogste 12 meter en een gezamenlijke oppervlakte van ten
minste 1000 vierkante meter.
4. Ieder jaar kan de beheerder de periode genoemd in onderdeel 2 voor dezelfde oppervlakte
op een ander deel van de beheerseenheid als bedoeld in onderdeel 4 van de bijlagen 19, 20, 21, en 22 in acht nemen. De beheerder heeft op het bedrijf een kaart met een aanduiding van
de locatie van de stroken of blokken.
Beheersbijdrage per hectare per jaar:
-
Veen: fl. 1160;
-
klei: fl. 1220;
-
zand: fl. 1290
Bijlage 18. Beheerspakket : Plas-dras voor broedende en trekkende weidevogels
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid is jaarlijks in de periode van 15 februari tot 15 april of in
de periode van 15 februari tot 15 mei geïnundeerd.
2. In de inundatieperiode staat op tenminste 60% van de beheerseenheid het waterpeil
ten minste 5 en ten hoogste 20 cm boven het maaiveld.
3. De beheerseenheid is ten minste 0,1 en ten hoogste 1 hectare groot.
Beheersbijdrage per hectare per jaar:
Bijlage 19
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Beheerspakket: Algemeen weidevogelgebied
1. Het betreft een verzameling beheerseenheden in een terrein die bij de aanvraag
voldoet aan een verdunningsfactor van ten hoogste 6. De minister kan op verzoek van
de aanvrager om ecologische redenen of redenen met betrekking tot de ruimtelijke samenhang
in het terrein van voornoemde factor afwijken.
2. In de verzameling beheerseenheden bevinden zich bij aanvang van het tijdvak, te
rekenen per 100 ha, ten minste 25 broedparen van één of meer van de volgende soorten:
grutto, kievit, scholekster, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling,
veldleeuwerik, wulp, kluut, graspieper, krakeend, kuifeend, wintertaling, gele kwikstaart,
kwartelkoning, visdiefje, zwarte stern, paapje, grauwe gors, of bontbekplevier.
3. De beheerseenheden worden beheerd op een wijze als bedoeld in de bijlagen 12 tot en met 18 van deze regeling of door het nemen van nestbeschermingsmaatregelen.
4. Een beheerseenheid met nestbeschermingsmaatregelen is een terrein grasland of bouwland
van minimaal 0,5 hectare. De uitvoering van de nestbeschermingsmaatregelen houdt ten
minste in dat:
-
– de aanwezige nesten worden gemarkeerd,
-
– de nesten van een deugdelijke nestbeschermer zijn voorzien, indien de beheerseenheid
wordt beweid,
-
– werkzaamheden zoals bemesten, rollen, slepen of maaien zodanig worden uitgevoerd dat
de aanwezige nesten worden behouden, en
-
– bij de beheerder een kaart aanwezig is, waarop de locatie van de gevonden en beschermde
nesten staat aangegeven.
5. Bij de aanvraag kan:
a. in afwijking van bijlage 16 worden aangegeven dat:
-
i. een rustperiode van 1 april tot 23 mei,
-
ii. van 1 mei tot en met 15 juni, of
-
iii. van 8 mei tot en met 22 juni in acht wordt genomen waarbij voor de in onderdeel ii
en iii genoemde gevallen vanaf 1 april niet wordt gemaaid.
b. voor de oppervlakte van een beheerseenheid als bedoeld in onderdeel 4 van deze
bijlage tevens een aanvraag worden ingediend voor een beheerseenheid als bedoeld in
bijlage 17.
6. Eenmaal per tijdvak kan een beheerder, die een bedrijfsvoering met bouwland niet
zijnde maisland, en grasland heeft, bij de Dienst Regelingen melden dat de rustperiode
genoemd in de in onderdelen 3 en 5 genoemde bijlagen voor het resterende deel van
het tijdvak voor dezelfde oppervlakte op een ander bij de aanvang van het tijdvak
aangegeven gedeelte van zijn grond in acht wordt genomen. De beheerder heeft op het
bedrijf een kaart met een aanduiding van de locatie van de beheerseenheid.
7. Bij de aanvraag bedraagt de minimum-oppervlakte van de verzameling beheerseenheden
100 ha.
8. De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijze van beheer als bedoeld in
onderdeel 3 is gelijk aan de in onderdeel 3 genoemde bijlagen opgenomen bedragen.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de maatregelen genoemd in onderdeel 4
bedraagt € 52,–.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijzen van beheer als bedoeld in onderdeel
5, subonderdeel a, onder i, bedraagt € 262,–.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijzen van beheer als bedoeld in onderdeel
5, subonderdeel a, onder ii, bedraagt € 273,–.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijzen van beheer als bedoeld in onderdeel
5, subonderdeel a, onder iii, bedraagt € 273,–.
Bijlage 20
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Beheerspakket: Belangrijk algemeen weidevogelgebied
1. Het betreft een verzameling beheerseenheden in een terrein die bij de aanvraag
voldoet aan een verdunningsfactor van ten hoogste 6. De minister kan op verzoek van
de aanvrager om ecologische redenen of redenen met betrekking tot de ruimtelijke samenhang
in het terrein van voornoemde factor afwijken.
2. In de beheerseenheden bevinden zich bij aanvang van het tijdvak, te rekenen per
100 ha, ten minste 50 broedparen van één of meer van de volgende soorten: grutto,
kievit, scholekster, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling, veldleeuwerik,wulp,
kluut, krakeend, kuifeend, wintertaling, graspieper, gele kwikstaart, kwartelkoning,
visdiefje, zwarte stern, paapje, grauwe gors, of bontbekplevier, waarvan ten minste
20 broedparen van de soorten grutto, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling,
veldleeuwerik, wulp, kluut, krakeend, kuifeend, wintertaling, graspieper, gele kwikstaart,
kwartelkoning, visdiefje, zwarte stern, paapje, grauwe gors, of bontbekplevier.
3. De beheerseenheden worden beheerd op een wijze als bedoeld in de bijlagen 12 tot en met 18 van deze regeling of door het nemen van nestbeschermingsmaatregelen.
4. Een beheerseenheid met nestbeschermingsmaatregelen is een terrein grasland of bouwland
van minimaal 0,5 hectare. De uitvoering van de nestbeschermingsmaatregelen houdt ten
minste in dat:
-
– de aanwezige nesten worden gemarkeerd,
-
– de nesten van een deugdelijke nestbeschermer zijn voorzien, indien de beheerseenheid
wordt beweid,
-
– werkzaamheden zoals bemesten, rollen, slepen of maaien zodanig worden uitgevoerd dat
de aanwezige nesten worden behouden, en
-
– bij de beheerder een kaart aanwezig is, waarop de locatie van de gevonden en beschermde
nesten staat aangegeven.
5. Bij de aanvraag kan:
a. in afwijking van bijlage 16 worden aangegeven dat:
-
i. een rustperiode van 1 april tot 23 mei,
-
ii. van 1 mei tot en met 15 juni, of
-
iii. van 8 mei tot en met 22 juni in acht wordt genomen waarbij voor de in onderdeel ii
en iii genoemde gevallen vanaf 1 april niet wordt gemaaid.
b. voor de oppervlakte van een beheerseenheid als bedoeld in onderdeel 4 van deze
bijlage tevens een aanvraag worden ingediend voor een beheerseenheid als bedoeld in
bijlage 17.
6. Eenmaal per tijdvak kan een beheerder, die een bedrijfsvoering met bouwland niet
zijnde maisland, en grasland heeft, bij de Dienst Regelingen melden dat de rustperiode
genoemd in de in onderdelen 3 en 5 genoemde bijlagen voor het resterende deel van
het tijdvak voor dezelfde oppervlakte op een ander bij de aanvang van het tijdvak
aangegeven gedeelte van zijn grond in acht wordt genomen. De beheerder heeft op het
bedrijf een kaart met een aanduiding van de locatie van de beheerseenheid.
7. Bij de aanvraag bedraagt de minimum-oppervlakte van de verzameling beheerseenheden
100 ha.
8. De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijze van beheer als bedoeld in
onderdeel 3 is gelijk aan de in onderdeel 3 genoemde bijlagen opgenomen bedragen.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de maatregelen genoemd in onderdeel 4
bedraagt € 72,–.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijzen van beheer als bedoeld in onderdeel
5, subonderdeel a, onder i, bedraagt € 262,–.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijzen van beheer als bedoeld in onderdeel
5, subonderdeel a, onder ii, bedraagt € 273,–.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijzen van beheer als bedoeld in onderdeel
5, subonderdeel a, onder iii, bedraagt € 273,–.
Bijlage 21
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Beheerspakket: Soortenrijk weidevogelgebied met kritische soorten
1. Het betreft een verzameling beheerseenheden in een terrein die bij de aanvraag
voldoet aan een verdunningsfactor van ten hoogste 6. De minister kan op verzoek van
de aanvrager om ecologische redenen of redenen met betrekking tot de ruimtelijke samenhang
in het terrein van voornoemde factor afwijken.
2. In de beheerseenheden bevinden zich bij aanvang van het tijdvak, te rekenen per
100 ha, ten minste 75 broedparen van één of meer van de volgende soorten: grutto,
kievit, scholekster, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling, veldleeuwerik,
wulp, kluut, krakeend, kuifeend, wintertaling, graspieper, gele kwikstaart, kwartelkoning,
visdief, zwarte stern, paapje, grauwe gors, of bontbekplevier, waarvan ten minste
35 broedparen van de soorten grutto, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling,
veldleeuwerik, wulp, kluut, krakeend, kuifeend, wintertaling, graspieper, gele kwikstaart,
kwartelkoning, visdief, zwarte stern, paapje, grauwe gors, of bontbekplevier.
3. De beheerseenheden worden beheerd op een wijze als bedoeld in de bijlagen 12 tot en met 18 van deze regeling of door het nemen van nestbeschermingsmaatregelen.
4. Een beheerseenheid met nestbeschermingsmaatregelen is een terrein grasland of bouwland
van minimaal 0,5 hectare. De uitvoering van de nestbeschermingsmaatregelen houdt ten
minste in dat:
-
– de aanwezige nesten worden gemarkeerd,
-
– de nesten van een deugdelijke nestbeschermer zijn voorzien, indien de beheerseenheid
wordt beweid,
-
– werkzaamheden zoals bemesten, rollen, slepen of maaien zodanig worden uitgevoerd dat
de aanwezige nesten worden behouden, en
-
– bij de beheerder een kaart aanwezig is, waarop de locatie van de gevonden en beschermde
nesten staat aangegeven.
5. Bij de aanvraag kan:
-
a. in afwijking van bijlage 16 worden aangegeven dat:
-
i. een rustperiode van 1 april tot 23 mei,
-
ii. van 1 mei tot en met 15 juni, of
-
iii. van 8 mei tot en met 22 juni in acht wordt genomen waarbij voor de in onderdeel ii
en iii genoemde gevallen vanaf 1 april niet wordt gemaaid.
-
b. voor de oppervlakte van een beheerseenheid als bedoeld in onderdeel 4 van deze bijlage
tevens een aanvraag worden ingediend voor een beheerseenheid als bedoeld in bijlage 17.
6. Eenmaal per tijdvak kan een beheerder, die een bedrijfsvoering met bouwland niet
zijnde maisland, en grasland heeft, bij de Dienst Regelingen melden dat de rustperiode
genoemd in de in onderdelen 3 en 5 genoemde bijlagen voor het resterende deel van
het tijdvak voor dezelfde oppervlakte op een ander bij de aanvang van het tijdvak
aangegeven gedeelte van zijn grond in acht wordt genomen. De beheerder heeft op het
bedrijf een kaart met een aanduiding van de locatie van de beheerseenheid.
7. Bij de aanvraag bedraagt de minimum-oppervlakte van de verzameling beheerseenheden
100 ha.
8. De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijze van beheer als bedoeld in
onderdeel 3 is gelijk aan de in onderdeel 3 genoemde bijlagen opgenomen bedragen.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de maatregelen genoemd in onderdeel 4
bedraagt € 92,–.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijzen van beheer als bedoeld in onderdeel
5, subonderdeel a, onder i, bedraagt € 262,–.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijzen van beheer als bedoeld in onderdeel
5, subonderdeel a, onder ii, bedraagt € 273,–.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijzen van beheer als bedoeld in onderdeel
5, subonderdeel a, onder iii, bedraagt € 273,–.
Bijlage 22
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Bijlage 22 Beheerspakket: Zeer soortenrijk weidevogelgebied met kritische soorten
1. Het betreft een verzameling beheerseenheden in een terrein die bij de aanvraag
voldoet aan een verdunningsfactor van ten hoogste 6. De minister kan op verzoek van
de aanvrager om ecologische redenen of redenen met betrekking tot de ruimtelijke samenhang
in het terrein van voornoemde factor afwijken.
2. In de beheerseenheden bevinden zich bij aanvang van het tijdvak, te rekenen per
100 ha, ten minste 100 broedparen van één of meer van de volgende soorten: grutto,
kievit, scholekster, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling, veldleeuwerik,
wulp, kluut, krakeend, kuifeend, wintertaling, graspieper, gele kwikstaart, kwartelkoning,
visdief, zwarte stern, paapje, grauwe gors, of bontbekplevier, waarvan ten minste
50 broedparen van de soorten grutto, tureluur, watersnip, kemphaan, slobeend, zomertaling,
veldleeuwerik, wulp, kluut, krakeend, kuifeend, wintertaling, graspieper, gele kwikstaart,
kwartelkoning, visdief, zwarte stern, paapje, grauwe gors, of bontbekplevier.
3. De beheerseenheden worden beheerd op een wijze als bedoeld in de bijlagen 12 tot en met 18 van deze regeling of door het nemen van nestbeschermingsmaatregelen.
4. Een beheerseenheid met nestbeschermingsmaatregelen is een terrein grasland of bouwland
van minimaal 0,5 hectare. De uitvoering van de nestbeschermingsmaatregelen houdt ten
minste in dat:
-
– de aanwezige nesten worden gemarkeerd,
-
– de nesten van een deugdelijke nestbeschermer zijn voorzien, indien de beheerseenheid
wordt beweid,
-
– werkzaamheden zoals bemesten, rollen, slepen of maaien zodanig worden uitgevoerd dat
de aanwezige nesten worden behouden, en
-
– bij de beheerder een kaart aanwezig is, waarop de locatie van de gevonden en beschermde
nesten staat aangegeven.
5. Bij de aanvraag kan:
-
a. in afwijking van bijlage 16 worden aangegeven dat:
-
i. een rustperiode van 1 april tot 23 mei,
-
ii. van 1 mei tot en met 15 juni, of
-
iii. van 8 mei tot en met 22 juni in acht wordt genomen waarbij voor de in onderdeel ii
en iii genoemde gevallen vanaf 1 april niet wordt gemaaid.
-
b. voor de oppervlakte van een beheerseenheid als bedoeld in onderdeel 4 van deze bijlage
tevens een aanvraag worden ingediend voor een beheerseenheid als bedoeld in bijlage 17.
6. Eenmaal per tijdvak kan een beheerder, die een bedrijfsvoering met bouwland niet
zijnde maisland, en grasland heeft, bij de Dienst Regelingen melden dat de rustperiode
genoemd in de in onderdelen 3 en 5 genoemde bijlagen voor het resterende deel van
het tijdvak voor dezelfde oppervlakte op een ander bij de aanvang van het tijdvak
aangegeven gedeelte van zijn grond in acht wordt genomen. De beheerder heeft op het
bedrijf een kaart met een aanduiding van de locatie van de beheerseenheid.
7. Bij de aanvraag bedraagt de minimum-oppervlakte van de verzameling beheerseenheden
100 ha.
8. De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijze van beheer als bedoeld in
onderdeel 3 is gelijk aan de in onderdeel 3 genoemde bijlagen opgenomen bedragen.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de maatregelen genoemd in onderdeel 4
bedraagt € 112,–.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijzen van beheer als bedoeld in onderdeel
5, subonderdeel a, onder i, bedraagt € 262,–.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijzen van beheer als bedoeld in onderdeel
5, subonderdeel a, onder ii, bedraagt € 273,–.
De beheersbijdrage per hectare per jaar voor de wijzen van beheer als bedoeld in onderdeel
5, subonderdeel a, onder iii, bedraagt € 273,–.
Bijlage 23
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Beheerspakket: Faunarand
1. De beheerseenheid grenst aan bouwland.
2. In de beheerseenheid komt in elk jaar van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend
in ieder geval gedurende de periode van 1 mei tot 1 maart daarop volgend de volgende
begroeiing voor: grasachtige vegetaties, kruiden, granen (geen maïs), of mengsels
van deze drie. De begroeiing mag ontstaan door inzaai dan wel spontane ontwikkeling.
Graanstoppels worden niet als begroeiing aangemerkt.
3. De beheerseenheid is ten minste 6 meter en ten hoogste 12 meter breed en ten minste
50 meter lang.
4. Er is één maaibeurt toegestaan. Deze moet vallen in de periode van 15 juli tot
15 september. Ten hoogste de helft van de beheerseenheid mag gemaaid worden.
5. Mechanische en chemische onkruidbestrijding is niet toegestaan, met uitzondering
van pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring of kleefkruid. De faunarand
mag niet bemest worden en er mag geen bagger worden opgebracht. Gebruik van de faunarand
als wendakker is niet toegestaan.
Beheersbijdrage: € 1292,– per hectare per jaar
Bijlage 24. Beheerspakket : Roulerend graandeel
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid is in gebruik als bouwland.
2. In het zesde jaar zijn op het gedeelte waar dat jaar graan staat tenminste 20 inheemse
plantensoorten in een vlak van 25m2 aanwezig. Voor zandgronden met een grondwatertrap
VI of VII, geldt dat tenminste 10 inheemse plantensoorten in een vlak van 25 m2 aanwezig
dienen te zijn, waarvan ten minste 1 van de soorten slofhak en kleine leeuwenklauw.
3. De beheerseenheid is ten minste 0.5 ha. groot en op tenminste 50% hiervan wordt
jaarlijks graan, met uitzondering van maïs, verbouwd.
4. In het gedeelte waarin graan wordt verbouwd, vindt geen bemesting plaats en is
het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen niet toegestaan.
5. Pleksgewijze bestrijding van haarden met akkerdistel, ridderzuring of kleefkruid
is toegestaan.
6. In het gedeelte waarin graan wordt verbouwd is mechanische onkruidbestrijding in
de periode van 1 april tot de oogst niet toegestaan.
Beheersbijdrage per ha per jaar: fl. 920,-
Bijlage 25. Beheerspakket : Chemie- en kunstmestvrij
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid is in gebruik als bouwland.
2. Op de beheerseenheid wordt tenminste 3 van de 6 jaar graan, niet zijnde maïs, verbouwd.
3. Op de beheerseenheid wordt in het zesde jaar graan, niet zijnde maïs, verbouwd.
4. In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid tenminste 20 inheemse plantensoorten
in een vlak van 25m2 aanwezig. Voor zandgronden met een grondwatertrap VI of VII,
geldt dat tenminste 10 inheemse plantensoorten in een vlak van 25 m2 aanwezig dienen
te zijn, waarvan ten minste 1 van de soorten slofhak en kleine leeuwenklauw.
5. De beheerseenheid is ten minste 0.5 ha. groot.
6. Het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest niet toegestaan.
Beheersbijdrage per ha per jaar: fl. 1280,-
Bijlage 26. Beheerspakket: Akkerfauna
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid is in gebruik als bouwland.
2. Op de beheerseenheid wordt in het zesde jaar graan, niet zijnde maïs, verbouwd.
3. In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid tenminste 20 inheemse plantensoorten
in een vlak van 25m2 aanwezig. Voor zandgronden met een grondwatertrap VI of VII,
geldt dat tenminste 10 inheemse plantensoorten in een vlak van 25 m2 aanwezig dienen
te zijn, waarvan ten minste 1 van de soorten slofhak en kleine leeuwenklauw.
4. De beheerseenheid is ten minste 0.5 ha. groot.
5. Op de beheerseenheid wordt tenminste vijf van de zes jaren graan, niet zijnde maïs,
verbouwd.
6. In de jaren waarin graan wordt verbouwd, is het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen
niet toegestaan.
7. Pleksgewijze bestrijding van haarden met akkerdistel, ridderzuring of kleefkruid
is toegestaan.
8. Mechanische onkruidbestrijding en grondbewerking zijn gedurende de periode van
1 april tot de oogst niet toegestaan.
Beheersbijdrage per ha per jaar: fl. 1270,-.
Bijlage 27. Beheerspakket : Akkerflora vollevelds
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid is ten minste 0,5 hectare groot en in gebruik als bouwland.
2. Op de beheerseenheid wordt in het zesde jaar graan, niet zijnde maïs, verbouwd.
3. In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid tenminste 25 inheemse plantensoorten
in een vlak van 25m2 aanwezig. Voor zandgronden met een grondwatertrap VI of VII,
geldt dat tenminste 15 inheemse plantensoorten per 25 m2 aanwezig dienen te zijn,
waarvan ten minste 2 van de 3 volgende soorten: korensla, slofhak en kleine leeuwenklauw.
4. Op de beheerseenheid wordt tenminste vijf van de zes jaren graan, niet zijnde maïs,
verbouwd.
5. In de jaren waarin graan wordt verbouwd, vindt er in de beheerseenheid geen mechanische
onkruidbestrijding plaats vanaf het zaaien tot de oogst en is het gebruik van chemische
onkruidbestrijdingsmiddelen niet toegestaan, met uitzondering van pleksgewijze bestrijding
van haarden met akkerdistel, ridderzuring of kleefkruid.
6. Bemesting is niet toegestaan afgezien de toepassing van ruige mest ten hoogste
2 van de 6 jaar.
Beheersbijdrage per ha per jaar: fl. 1260,-.
Bijlage 28. Beheerspakket : Akkerflora randen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid grenst aan een terrein dat in gebruik is als bouwland.
2. In het zesde jaar zijn tenminste 25 inheemse plantensoorten in een vlak van 25m2
aanwezig. Voor zandgronden met een grondwatertrap VI of VII, geldt dat tenminste 15
inheemse plantensoorten in een vlak van 25 m2 aanwezig dienen te zijn, waarvan ten
minste 2 van de 3 volgende soorten: korensla, slofhak en kleine leeuwenklauw.
3. Op de beheerseenheid wordt alle jaren graan, met uitzondering van mais, verbouwd.
4. In de beheerseenheid vindt geen mechanische onkruidbestrijding plaats vanaf het
zaaien tot de oogst en is het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen niet
toegestaan, met uitzondering van pleksgewijze bestrijding van haarden met akkerdistel,
ridderzuring of kleefkruid.
5. Bemesting van de beheerseenheid is niet toegestaan.
6. De beheerseenheid heeft een breedte van ten minste 3 meter en ten hoogste 12 meter
en een lengte van ten minste 50 meter.
Beheersbijdrage per ha per jaar: fl. 1220,-
Bijlage 28a. Beheerspakket: Hamsterpakket
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid is ten minste 0,5 hectare groot.
2. Op de beheerseenheid vindt geen grondbewerking plaats dieper dan 10 centimeter.
3. Hamstermengsel bestaat uit: 15 kilogram rogge, 15 kilogram boekweit of haver, 5
kilogram rode klaver, 4,5 kilogram luzerne, 4 kilogram bloeiende soorten (korenbloem,
klaproos, voederwikke, gele ganzebloem), 0,5 kilogram zonnebloem.
4. Op 50% van de oppervlakte wordt wintergraan met luzerne verbouwd en op de overige
50% van de oppervlakte wordt hamstermengsel gezaaid (om en om stroken van maximaal
20 meter breed).
5. De inzaai van wintergraan en luzerne vindt plaats tussen 15 oktober en 1 januari.
6. Voor 1 april wordt 45 kilogram/hectare hamstermengsel gezaaid. Er wordt maximaal
100 kilogram/hectare graan gezaaid in combinatie met 10 kilogram/hectare luzerne.
Het inzaaien en het onderwerken van het graan en luzerne vindt op dezelfde dag plaats.
De luzerne dient geënt te zijn, indien de laatste twee jaar geen luzerne is verbouwd.
7. 50% van het graan wordt geoogst in de gangbare periode. Hierbij wordt geen stoppelbewerking
toegepast tot 15 oktober. De resterende 50% blijft staan tot het voorjaar, waarna
hamstermengsel wordt ingezaaid. Het hamstermengsel wordt na 15 oktober afgevoerd.
Daarna worden wintergraan en luzerne ingezaaid.
8. De beheerseenheid wordt tenminste drie keer per jaar nagelopen op de aanwezigheid
van hamsterburchten (waarvan 1 keer na de graanoogst en 1 keer na afvoer van het hamstermengsel).
Het daartoe verstrekte inventarisatieformulier wordt aan de minister toegezonden.
9. In een straal van vijf meter rond de aangetroffen hamsterburchten worden geen werkzaamheden
verricht.
10. De zaai- en oogstschema's en de indeling van de beheerseenheid worden gemaakt
voor de gehele periode, waarvoor de subsidie is verleend. Ieder jaar vindt wisseling
van de teelt plaats op de wijze als bedoeld in het zevende lid.
11. Op de beheerseenheid worden geen bemesting en geen bestrijdingsmiddelen toegepast.
12. De minister kan ontheffing verlenen voor een pleksgewijze mechanische bestrijding
van ruigtekruiden.
13. De beheersbijdrage bedraagt € 1967,- per hectare per jaar.
Bijlage 28b. Beheerspakket: Natuurbraak
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
-
1. De beheerseenheid is in gebruik als bouwland.
-
2. In de beheerseenheid komt in elk jaar van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend
de volgende begroeiing voor:
-
a. een natuurbraakmengsel dat bestaat uit ten minste twee grassoorten, een graansoort
en twee kruidensoorten;
-
b. grasachtige vegetaties; of
-
c. kruiden.
Het natuurbraakmengsel wordt in ieder geval ingezaaid in het eerste en in het vierde
jaar van het tijdvak, uiterlijk op 15 mei van het desbetreffende jaar. De grasachtige
vegetaties en kruiden mogen ontstaan door inzaai of spontane ontwikkeling.
-
3. Het is niet toegestaan bewerkingen uit te voeren met als doel de beheerseenheid onbegroeid
te laten.
-
4. De beheerseenheid wordt ten minste twee keer per jaar gemaaid, waarbij het maaisel
niet wordt afgevoerd. De stoppellengte is ten minste 10 cm. 50% van de oppervlakte
van de beheerseenheid wordt gemaaid in de periode van 15 juli tot en met 14 augustus
en 50% van de oppervlakte van de beheerseenheid wordt gemaaid in de periode van 1 november
tot en met 31 december. Buiten deze perioden is maaien niet toegestaan.
-
5. Het is niet toegestaan de beheerseenheid te beweiden, te bemesten of van bagger te
voorzien.
-
6. Mechanische en chemische onkruidbestrijding is niet toegestaan, met uitzondering van
pleksgewijze mechanische bestrijding van Akkerdistel, Jacobskruiskruid, Kweek of Ridderzuring.
-
7. De beheerseenheid is ten minste 0,5 hectare groot en ten minste 5 meter breed.
Bijlage 28c. Beheerspakket: Grasland ten behoeve van overwinterende ganzen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid bestaat uit grasland.
2. Op 1 november is een grassnede aanwezig met een voederwaarde van minimaal 500 kvEM.
3. Maaien om te lang gras te voorkomen is toegestaan na 27 oktober. Na 1 november
is maaien en bloten niet toegestaan.
4. Beweiding met melkvee is toegestaan tot 15 november, tenzij de voederwaarde van
de grassnede hierdoor niet gerealiseerd wordt. In de periode van 15 november tot en
met 1 april is beweiding met melkvee niet toegestaan. Beweiding (uitgezonderd melkvee)
is per beheerder vanaf 1 november tot 1 februari toegestaan met maximaal 0,45 GVE/ha
(voornamelijk jongvee, paarden en schapen). Voor de bepaling van het aantal GVE/ha
wordt uitsluitend de verzameling beheerseenheden waarop dit beheerspakket van toepassing
is, meegenomen.
5. Het is niet toegestaan binnen de periode van 1 oktober tot en met 1 april binnen
de verzameling beheerseenheden handelingen te verrichten of toe te laten die de foerageerfunctie
van het gebied voor ganzen of smienten negatief beïnvloeden. Er worden geen handelingen
verricht die ganzen of smienten weren of verontrusten.
6. Onderhoud van sloten, walkanten en drainagesystemen is toegestaan tot 1 februari.
7. De beheerseenheid heeft een oppervlakte van ten minste 0,5 hectare en maakt deel
uit van een verzameling beheerseenheden binnen één foerageergebied met een minimum-oppervlakte
van 200 hectare.
Bijlage 28d. Beheerspakket: Bouwland ten behoeve overwinterende ganzen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid is in gebruik als bouwland.
2. Gedurende de periode van 1 oktober tot 1 april bestaat de begroeiing uit één van
de volgende gewassen: winterkoolzaad, wintertarwe, wintergerst, winterrogge of graszaad.
3. Het is niet toegestaan de beheerseenheid te beweiden. Het is niet toegestaan binnen
de periode van 1 oktober tot en met 1 april binnen de verzameling beheerseenheden
handelingen te verrichten of toe te laten die de foerageerfunctie van het gebied voor
ganzen of smienten negatief beïnvloeden. Er worden geen handelingen verricht die ganzen
of smienten weren of verontrusten.
4. Onderhoud van sloten, walkanten en drainagesystemen is toegestaan tot 1 februari.
5. De beheerseenheid heeft een oppervlakte van ten minste 0,5 hectare en maakt deel
uit van een verzameling van beheerseenheden binnen één foerageergebied met een minimum-oppervlakte
van 200 hectare.
Bijlage 28e. Beheerspakket: Grasgroenbemester ten behoeve van ganzen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid is in gebruik als bouwland.
2. Gedurende de periode van 1 oktober tot 1 februari bestaat de begroeiing uit één
van de volgende gewassen: Italiaans raaigras, Engels raaigras, snijrogge of een mengsel
van deze gewassen.
3. Op 1 november is een gewas aanwezig met een voedingswaarde van minimaal 500 kVEM.
4. Het is niet toegestaan de beheerseenheid te beweiden. Het is niet toegestaan binnen
de periode van 1 oktober tot en met 1 april binnen de verzameling beheerseenheden
handelingen te verrichten of toe te laten die de foerageerfunctie van het gebied voor
ganzen of smienten negatief beïnvloeden. Er worden geen handelingen verricht die ganzen
of smienten weren of verontrusten.
5. Onderhoud van sloten, walkanten en drainagesystemen is toegestaan tot 1 februari.
6. De beheerseenheid heeft een oppervlakte van ten minste 0,5 hectare en maakt deel
uit van een verzameling beheerseenheden binnen één foerageergebied met een minimum-oppervlakte
van 200 hectare.
Bijlage 28f. Beheerspakket: Grasgroenbemester maïsland ten behoeve van ganzen
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De beheerseenheid is in gebruik als maïsland.
2. De grasgroenbemester wordt voor 1 november ingezaaid, bestaande uit één van de
volgende gewassen: Italiaans raaigras, Engels raaigras, snijrogge of een mengsel van
deze gewassen.
3. Onderploegen van de grasgroenbemester is niet toegestaan voor 1 april.
4. Het is niet toegestaan de beheerseenheid te beweiden. Het is niet toegestaan binnen
de periode van 1 oktober tot en met 1 april binnen de verzameling beheerseenheden
handelingen te verrichten of toe te laten die de foerageerfunctie van het gebied voor
ganzen of smienten negatief beïnvloeden. Er worden geen handelingen verricht die ganzen
of smienten weren of verontrusten.
5. Onderhoud van sloten, walkanten en drainagesystemen is toegestaan tot 1 februari.
6. De beheerseenheid heeft een oppervlakte van ten minste 0,5 hectare en maakt deel
uit van een verzameling beheerseenheden binnen één foerageergebied met een minimum-oppervlakte
van 200 hectare.
Bijlage 29. Beheerspakket Snelgroeiend loofbos
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. Natuurresultaat: Ten minste 90% van de beheerseenheid bestaat uit bos; En ten minste
80% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bezet met een of meer van de volgende
boomsoorten: Euramerikaanse populier, schietwilg, Westamerikaanse balsempopulier,
zwarte balsempopulier en zwarte populier; En het aantal bomen bedraagt ten minste
400 stuks per hectare.
Minimum oppervlakte, behorende bij pakket snelgroeiend loofbos: 5 hectare.
Beheersbijdrage, behorende bij pakket snelgroeiend loofbos: f. 1200,- per hectare
per jaar.
Bijlage 30. Beheerspakket snelgroeiend naaldbos
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. Natuurresultaat: Ten minste 90% van de beheerseenheid bestaat uit bos; En ten minste
80% van de oppervlakte van de beheerseenheid is bezet met een of meer van de volgende
boomsoorten: Corsicaanse den, douglas, fijnspar, sitkaspar; En het aantal bomen bedraagt
ten minste 2500 stuks per hectare.
Minimum oppervlakte, behorende bij pakket snelgroeiend naaldbos: 5 hectare.
Beheersbijdrage, behorende bij pakket snelgroeiend naaldbos: f. 1200,- per hectare
per jaar.
2. de beplanting bestaat niet uit fijnsparren en sitkasparren bestemd om te dienen
als kerstbomen.
Bijlage 31. Beheerspakket Landbouw met natuurlijke handicaps
[Vervallen per 01-10-2004]
Bijlage 32
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Landschapspakket: Houtkade, houtwal, haag en singel
1. Het is een vrijliggend lijnvormig landschapselement met opgaande begroeiing van
inheemse bomen en struiken met een bedekking van minimaal 90% (zie bijlage 48);
2. Het element is ten minste 50 meter lang en ten hoogste 20 meter breed;
3. Het element bestaat uit hakhout met een bedekking van ten minste 60% en mag overstaanders
bevatten;
4. Het instandhouden van het element: periodiek onderhoud uitvoeren; het element vrijwaren
van beschadiging door vee; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg
hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element;
geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken, tenzij voor het beheer een pleksgewijze
stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia
noodzakelijk is, geen meststoffen gebruiken en niet branden in of in directe omgeving
van het element;
5. Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april.
Beheersbijdrage: € 605,74 per hectare per jaar voor de begroeide oppervlakte
Bijlage 33
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Landschapspakket: Bomenrij
1. Het is een vrijliggend lijnvormig landschapselement met opgaande begroeiing van
inheemse bomen en struiken, met uitzondering van wilgsoorten en populieren, met een
bedekking van minimaal 90% (zie bijlage 48).
2. Het element bestaat uit maximaal 2 rijen van opgaande bomen.
3. Het element is ten minste 50 meter lang en ten hoogste 10 meter breed.
4. Het instandhouden van het element: periodiek onderhoud uitvoeren; geen werkzaamheden
verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan
ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken,
tenzij voor het beheer een pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse
vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia noodzakelijk is, geen meststoffen gebruiken
en niet branden in of in directe omgeving van het element; het element vrijwaren van
beschadiging door vee.
5. Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 15 juni en 15 maart.
Bijlage 34. Landschapspakket : Landweer
[Vervallen per 25-10-2003]
Bijlage 35. Landschapspakket : Singel
[Vervallen per 25-10-2003]
Bijlage 36. Landschapspakket : Elzensingel
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. Het is een vrijliggend landschapselement met opgaande begroeiing van inheemse bomen
of struiken met een bedekking van ten minste 90% voor ten minste 50% opgaande begroeiing
van Zwarte els (Alnus glutinosa);
2. Het element is ten minste 50 meter lang;
3. Het element bestaat uit hakhout met een bedekking van ten minste 60% en mag overstaanders
bevatten;
4. Instandhouden van het element: periodiek onderhoud uitvoeren; het element vrijwaren
van beschadiging door vee; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg
hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element;
geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken, tenzij voor het beheer een pleksgewijze
stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia
noodzakelijk is, geen meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving
van het element.
5. Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april.
Beheersbijdrage:
ƒ 48,- per 100 meter per jaar voor een singel bij een bedekking van 90% of meer
Bijlage 37. Landschapspakket : Geriefhoutbosje
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. Het is een vrijliggend landschapselement met opgaande begroeiing;
2. Het element is ten minste 5 en ten hoogste 50 are groot;
3. Het element bestaat uit hakhout met een bedekking van ten minste 60%en mag overstaanders
bevatten;
4. Het element is begroeid met inheemse bomen en struiken (zie bijlage 57);
5. instandhouden van het element: periodiek onderhoud uitvoeren; het element vrijwaren
van beschadiging door vee; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg
hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element;
geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken, tenzij voor het beheer een pleksgewijze
stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia
noodzakelijk is, geen meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving
van het element;
6. Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april;
7.
[Red: Vervallen.]
;
8. Het afzetten gebeurt direct ten hoogste 0,50 meter boven maaiveld, of indien de
stobbe hoger is: direct boven de stobbe.
Beheersbijdrage: ƒ 950,- per hectare per jaar
Bijlage 38. Landschapspakket : Knip- en scheerheg
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. Het is een vrijliggend lijnvormig landschapselement met aaneengesloten opgaande
begroeiing van struikvormende soorten;
2. Het element is ten minste 50 meter lang;
3. Instandhouden van het element: periodiek dubbelzijdig onderhoud uitvoeren; het
element vrijwaren van beschadiging door vee; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen
tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud
van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken, tenzij voor het beheer
een pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse
eik of Robinia noodzakelijk is, geen meststoffen gebruiken en niet branden in of in
de directe omgeving van het element;
4. Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 juli en 1 april;
5. Het element wordt ten minste eenmaal per 2 jaar geknipt.
Beheersbijdrage: ƒ 1,75 per strekkende meter per jaar
Bijlage 39. Landschapspakket : Struweelhaag
[Vervallen per 25-10-2003]
Bijlage 40
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Landschapspakket: Knotbomen
1. Het is een vrijliggend landschapselement, bestaande uit een rij van ten minste
10 bomen of een groep van ten minste 10 bomen en ten hoogste 20 bomen, waarvan de
stam is afgezet op een hoogte van ten minste 1 meter;
2. De onderlinge afstand van de bomen is ten minste 3 meter en ten hoogste 20 meter;
3. De onderlinge afstand tussen de parallelle rijen op een perceel is ten minste 20
meter;
4. Instandhouden van het element: periodiek onderhoud uitvoeren; het element vrijwaren
van beschadiging door vee; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg
hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element;
geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen gebruiken en niet branden in of
in de directe omgeving van het element;
5. Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april.
Beheersbijdrage: € 3,70 per boom per jaar
Bijlage 41. Landschapspakket : Grubbe en holle weg
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. Het is een smal, diep ingesneden dal met steile, begroeide wanden;
2. Het element is ten minste 50 meter lang;
3. In geval van opgaande begroeiing dient sprake te zijn van inheemse bomen of struiken
(zie bijlage 48);
4. Instandhouden van het element: periodiek onderhoud uitvoeren; het element vrijwaren
van beschadiging door vee; geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg
hebben van het landschapselement anders dan ten behoeve van het behoud van het element;
geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken, tenzij voor het beheer een pleksgewijze
stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia
noodzakelijk is, geen meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving
van het element;
5. Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april;
6. De begroeiing van de taluds wordt jaarlijks gemaaid (maaisel afvoeren) indien de
begroeiing bestaat uit grasachtige of kruidige vegetaties.
Beheersbijdrage: ƒ 2.335,- per hectare talud per jaar
Bijlage 42. Landschapspakket : Hoogstamboomgaard
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. Het is een boomgaard met fruit- of notenbomen (appel, peer, pruim, kers, walnoot).
Het aantal walnotenbomen is ten hoogste 10% van het totaal aantal bomen in de boomgaard;
2. De boomgaard heeft een oppervlakte van ten minste 25 are, met een dichtheid van
ten minste 50 en ten hoogste 200 bomen per hectare;
3. Volgroeide bomen zijn ten minste 4 meter hoog;
4. Instandhouden van het element: periodiek onderhoud uitvoeren; geen werkzaamheden
verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement anders dan
ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken
en niet branden in of in de directe omgeving van het element. Voor instandhoudingsbemesting
is uitsluitend het gebruik van ruige mest, uitgezonderd pluimveemest, of kalk toegestaan;
5. Boomgaard jaarlijks maaien of begrazen;
6. Indien het appel of peer betreft worden de fruitbomen ten minste eenmaal per twee
jaar gesnoeid.
Beheersbijdrage: ƒ 20,- per boom per jaar
Bijlage 43. Landschapspakket : Eendenkooi
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. Het is een installatie, die als eendenkooi is geregistreerd in de Openbare Registers,
bestaande uit een kooiplas en omringend struweel of bos;
2. Instandhouden van het element als vanginstallatie voor eendachtigen.
3. De beheerseenheid is maximaal 4 hectare groot.
4. Pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse
eik of Robinia is toegestaan.
Beheersbijdrage: ƒ 3.291,- per hectare per jaar
Bijlage 44. Landschapspakket : Poel
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. Ten minste 80% van de oppervlakte van het element bestaat uit open water;
2. Het element heeft een oppervlakte van ten minste 0,5 en ten hoogste 50 are, tenzij
het een voortplantingspoel voor amfibieën in het heuvelland betreft;
3. De waterdiepte in de diepste delen is in de periode van 1 oktober tot 1 april ten
minste 0,5 meter
4. Instandhouden van het element: het element vrijwaren van beschadiging door vee;
geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement
anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen
of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element;
5. Geen water onttrekken aan het element anders dan voor het drenken van vee dat de
aan het element grenzende percelen beweidt;
6. Schoningswerkzaamheden, voor zover nodig, alleen verrichten in de periode tussen
1 september en 15 oktober.
Beheersbijdrage:
ƒ 90,- per poel per jaar bij een poel-oppervlakte tot 75 m2
ƒ 140,- per poel per jaar bij een poel-oppervlakte van 75 tot 175 m2
ƒ 170,- per poel per jaar bij een poel-oppervlakte van 175 m2 of meer
Bijlage 45. Landschapspakket : Rietzoom en klein rietperceel
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. De begroeiing van het element bestaat voor ten minste 90% uit riet;
2. Het element is ten minste 5 en ten hoogste 50 are groot;
3. Ten minste 10 en ten hoogste 20% riet is tussen een en twee jaar oud;
4. instandhouden van het element: het element vrijwaren van beschadiging door vee;
geen werkzaamheden verrichten die wijzigingen tot gevolg hebben van het landschapselement
anders dan ten behoeve van het behoud van het element; geen chemische bestrijdingsmiddelen
of meststoffen gebruiken en niet branden in of in de directe omgeving van het element;
5. Werkzaamheden worden alleen verricht in de periode tussen 1 september en 1 april;
6. Ten minste 80 en ten hoogste 90% van het riet wordt jaarlijks gemaaid.
Beheersbijdrage:
ƒ 1.100,- per hectare per jaar voor rijland
ƒ 1.530,- per hectare per jaar voor vaarland.
Bijlage 46. Landschapspakket : Raster
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
1. Het is een veekerend raster t.b.v. een landschapselement;
2. Er is sprake van een beschikking landschapssubsidie voor het landschapselement
voor één of meer van de landschapspakketten in de bijlagen 32 tot en met 41 en 43 tot en met 45.
3. Het raster bevindt zich op zodanige afstand van het landschapselement, dat schade
door vraat en betreding wordt voorkomen;
4. Instandhouden van een veekerend raster;
5. Jaarlijks worden zo nodig overhangende takken, die de instandhouding van het raster
bedreigen, verwijderd.
Beheersbijdrage: ƒ 0,93 per meter per jaar
Bijlage 47. Mestafzetgebied
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Het landsdeel, dat wordt gevormd en omsloten door het grondgebied van de gemeenten
Hardenberg, Ommen, Nieuwleusen, Zwolle, Hattem, Oldebroek, Elburg, Nunspeet, Harderwijk,
Ermelo, Putten, Nijkerk, Amersfoort, Soest, Zeist, Driebergen-Rijssenburg, Wijk bij
Duurstede, Amerongen, Rhenen, Kesteren, Dodewaard, Druten, West Maas en Waal, Wamel,
Lith, ’s-Hertogenbosch, Heusden, Waalwijk, Geertruidenberg, Drimmelen, Oosterhout,
Breda, Etten-Leur, Rucphen en Roosendaal, de rijksgrens met België en de Rijksgrens
met Duitsland.
Beheersbijdragen mestafzetgebied
(Bedragen in gulden per ha. per jaar, onderscheiden naar grondsoort)
|
|
|
Bijlage
|
Beheerspakket
|
veen
|
klei
|
zand
|
6
|
Ontwikkeling kruidenrijk grasland
|
1930
|
2220
|
2280
|
7
|
Instandhouding kruidenrijk grasland
|
2150
|
2450
|
2500
|
8
|
Bont hooiland
|
2400
|
2700
|
2760
|
9
|
Bonte hooiweide
|
2160
|
2700
|
2760
|
10
|
Kruidenrijk weiland
|
1930
|
2220
|
2280
|
11
|
Bont weiland
|
2400
|
2700
|
2760
|
12
|
Bonte weiderand
|
2470
|
2780
|
2840
|
13
|
Bonte hooirand
|
2470
|
2780
|
2840
|
14
|
Kruidenrijke zomen
|
4090
|
4420
|
4470
|
15
|
Landschappelijk waardevol grasland
|
860
|
910
|
1040
|
16a
|
Weidevogelgrasland met rustperiode
1 april tot 1 juni
|
1000
|
660
|
790
|
16b
|
Weidevogelgrasland met rustperiode
1 april tot 8 juni
|
1120
|
1050
|
1230
|
16c
|
Weidevogelgrasland met rustperiode
1 april tot 15 juni
|
1370
|
1460
|
1580
|
16d
|
Weidevogelgrasland met rustperiode
1 april tot 22 juni
|
1490
|
1570
|
1670
|
17
|
Vluchtheuvels voor weidevogels
|
1370
|
1460
|
1580
|
18a
|
Plas-dras voor broedende en trekkende weidevogels,
inundatieperiode 15 febr. – 15 april
|
1680
|
1800
|
1920
|
18b
|
Plas-dras voor broedende en trekkende weidevogels,
inundatieperiode 15 febr. – 15 mei
|
2350
|
2510
|
2610
|
19
|
Algemeen weidevogelgebied
|
260
|
240
|
260
|
20
|
Belangrijk algemeen weidevogelgebied
|
340
|
310
|
340
|
21
|
Soortenrijk weidevogelgebied met kritische soorten
|
440
|
450
|
490
|
22
|
Zeer Soortenrijk weidevogelgebied met kritische soorten
|
540
|
550
|
600
|
Bijlage 48. Inheemse bomen en struiken
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Aalbes, Amandelwilg, Appel, Bastaardbosbes, Beredruif, Beuk, Bezemdophei, Bittere
wilg, Bitterzoet, Blauwe bosbes, Bosrank, Bosroos, Boswilg, Braamsoorten, Brem, Duindoorn,
Duinroos, Kruising van Eenstijlige en Tweestijlige meidoorn, Eenstijlige meidoorn,
Egelantier, Fladderiep, Framboos, Gagel, Gladde iep, Gaspeldoorn, Gelderse roos, Gele
kornoelje, Geoorde wilg, Gewone dophei, Gewone es, Gewone esdoorn, Gewone vlier, Grauwe
abeel, Kruising van Grauwe en Geoorde wilg, Grauwe wilg, Grove den, Haagbeuk, Hazelaar,
Heggeroos, Hollandse linde, Hondsroos, Hulst, Jeneverbes, Katwilg, Kruising van Katwilg
en Grauwe wilg, Kleinbloemige roos, Klimop, Kruising van Koraalmeidoorn en Tweestijlige
meidoorn, Koraalmeidoorn, Kraagroos, Kraaihei, Kraakwilg, Krent, Kruipbrem, Kruipwilg,
Kruisbes, Laurierwilg, Lavendelhei, Maretak, Mispel, Peer, Ratelpopulier, Rijsbes,
Rode bosbes, Rode dophei, Rode kamperfoelie, Rode kornoelje, Rode paardekastanje,
Rood peperboompje, Rossige wilg, Ruwe berk, Ruwe iep, Kruising van Schietwilg en Kraakwilg,
Schietwilg, Sleedoorn, Spaanse aak, Sporkehout, Stekelbrem, Struikhei, Tamme kastanje,
Taxus, Trosbes, Trosvlier, Tweestijlige meidoorn, Verfbrem, Viltroos, Vogelkers, Wegedoorn,
Wilde kamperfoelie, Wilde kardinaalmuts, Wilde liguster, Wilde lijsterbes, Wilde peer,
Kruising van Wintereik en zomereik, Wintereik, Winterlinde, Witte els, Witte paardekastanje,
Wollige sneeuwbal, Zachte berk, Zoete kers, Zomereik, Zomerlinde, Zuurbes, Zwarte
bes, Zwarte els, Zwarte populier.
Bijlage 49. Overeenkomst tussen de beheerder, de subsidieaanvrager en de Staat der
Nederlanden ter uitvoering van artikel 4 van Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer.
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Hierbij komen:
ondergetekende sub 1, [naam, voorletters], [woonachtig] / [gevestigd] [straatnaam,
huisnummer] te [postcode, woonplaats], hierna te noemen de beheerder,
ondergetekende sub 2, [naam, voorletters], [woonachtig] / [gevestigd] [straatnaam,
huisnummer] te [postcode, woonplaats], hierna te noemen de subsidieaanvrager,
de Staat der Nederlanden, ten deze vertegenwoordigd door de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit,
ter uitvoering van het bepaalde in artikel 4 van de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer
in verband met de beschikking tot subsidieverlening van [datum] onder [nummer] aan
de subsidieaanvrager overeen dat:
de subsidieaanvrager hierbij het recht op uitbetaling van subsidies en voorschotten,
die in verband met voornoemde beschikking zijn of worden verleend, bevoorschot, of
vastgesteld aan de beheerder overdraagt;
de beheerder zich verbindt tot de nakoming van de verplichtingen waartoe de subsidieaanvrager
is gehouden;
de beheerder zich verbindt bij overdracht van het gebruiksrecht van de verkrijger
te bedingen dat deze, vanaf het moment van verkrijging, de verplichtingen nakomt waartoe
de subsidieaanvrager is gehouden en zulks ook van zijn rechtsopvolger zal bedingen;
de beheerder zich borgstelt jegens de Staat der Nederlanden voor de terugbetaling
van onverschuldigd betaalde subsidies en voorschotten in verband met voornoemde beschikking
tot subsidieverlening.
Deze overeenkomst wordt na ondertekening door de ondergetekenden sub 1 en sub 2 toegezonden
aan de Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden. De Dienst Regelingen van het Ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit draagt er zorg voor dat de beheerder en de
subsidieaanvrager een afschrift ontvangen.
Gedaan te [woonplaats] op [datum]
De beheerder
[naam
[handtekening]
De subsidieaanvrager
[naam
[handtekening]
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
voor deze,
de Teammanager Dienst Regelingen
[naam
[handtekening]
Bijlage 50
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
Maximumbedrag aan inrichtingssubsidie per hectare per jaar:
Voor het begrotingsjaar 2005:
€ 7.119,– voor beheerspakketten;
€ 10.170,– voor landschapspakketten.
Voor het begrotingsjaar 2006:
€ 7.219,– voor beheerspakketten;
€ 10.312,– voor landschapspakketten.
Voor het begrotingsjaar 2007:
€ 7.315,– voor beheerspakketten;
€ 10.449,– voor landschapspakketten.
Bijlage 51
[Regeling vervallen per 01-01-2007]
[Red: Ligt ter inzage bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
en de Dienst Regelingen en wordt geplaatst op www.hetlnvloket.nl.]