U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 22-09-2004.]Geraadpleegd op 02-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2000 en zichtdatum 01-01-2000. Geldend van 01-01-2000 t/m 21-09-2004
Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders 2000
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 3, eerste lid, en 8, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;
Besluit:
[Regeling vervallen per 22-09-2004]
1 In deze regeling wordt verstaan onder:
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
ongehuwde dan wel degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is, en die de volledige zorg heeft voor één of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;
kind in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop het primair onderwijs voor dat kind eindigt en voor wie de alleenstaande ouder aanspraak op kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet kan maken;
het in georganiseerd verband tegen vergoeding verzorgen en opvoeden van kinderen door anderen dan de eigen ouder, pleeg- of stiefouder op uren dat deze zelf hiervoor niet beschikbaar is wegens de omstandigheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid;
aanbod van kinderopvang dat voldoet aan de eisen gesteld bij of krachtens het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang, waarbij de volgende soorten worden onderscheiden:
1º hele-dagopvang: aanbod van kinderopvang voor kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot en met 4 jaar gedurende negen of meer aaneengesloten uren per werk- of studiedag;
2º halve-dagopvang: aanbod van kinderopvang voor kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot en met 4 jaar gedurende minimaal vijf, maar minder dan negen aaneengesloten uren per werk- of studiedag;
3º buitenschoolse opvang: het in georganiseerd verband tegen vergoeding bieden van verzorging, opvoeding, toezicht en vrijetijdsactiviteiten aan kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het primair onderwijs voor dat kind eindigt, door anderen dan de eigen ouders, pleeg- of stiefouders, waarbij in ieder geval opvang wordt geboden na school en in schoolvakanties;
4º gastouderopvang: kinderopvang voor kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop het primair onderwijs voor dat kind eindigt in een gezinssituatie, die tot stand komt door bemiddeling van een gastouderbureau gedurende ten minste vijf uren per week en die betrekking heeft op gelijktijdig ten hoogste vier kinderen.
2 Burgemeester en wethouders kunnen voor de toepassing van deze regeling besluiten gehuwden, als partners geregistreerden of ongehuwd samenwonenden gelijk te stellen met een alleenstaande ouder in het geval één van de partners door omstandigheden de volledige zorg voor één of meer tot hun last komende kinderen op zich heeft genomen.
1 De minister verstrekt op aanvraag aan een gemeente subsidie als tegemoetkoming in de door de gemeenten in het kalenderjaar 2000 te maken kosten voor kinderopvangplaatsen voortvloeiend uit overeenkomsten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, ten behoeve van alleenstaande ouders die als zodanig in dat jaar:
a. algemene bijstand ontvangen als bedoeld in de Algemene bijstandswet en:
1º betaalde arbeid verrichten, of
2º ten aanzien van wie het volgen van scholing of een opleiding noodzakelijk wordt geacht voor de inschakeling in de arbeid, of
3º . deelnemen aan activiteiten die bijdragen tot sociale activering;
b. geen algemene bijstand meer ontvangen als bedoeld in de Algemene bijstandswet wegens het direct daarop aansluitend verrichten van betaalde arbeid, waaronder begrepen arbeid die met overheidsbijdragen wordt gefinancierd dan wel waarvoor de werkgever subsidie ontvangt op grond van de Wet inschakeling werkzoekenden, het Besluit in- en doorstroombanen of de Regeling schoonmaakdiensten particulieren, waarbij, met inachtneming van artikel 12, naar het oordeel van burgemeester en wethouders het bekostigen van de kinderopvang nog steeds noodzakelijk is om die arbeid te kunnen blijven verrichten;
c. een uitkering ontvangen als bedoeld in de Wet inkomensvoorziening kunstenaars;
d. de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, scholing of een opleiding volgen dan wel betaalde arbeid verrichten, en met toepassing van artikel 11 of 13, vierde lid, van de Algemene bijstandswet algemene bijstand ontvangen of kunnen ontvangen.
2 Met algemene bijstand als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en d, wordt gelijkgesteld een uitkering op grond van enige sociale zekerheidswet waarvan de hoogte de bijstandsuitkering voor een alleenstaande ouder niet te boven gaat indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders het ontbreken van de bekostiging van kinderopvang ten aanzien van de betreffende alleenstaande ouder zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
1 De subsidie wordt verleend indien de gemeente voor de alleenstaande ouder of de alleenstaande ouder zelf met instemming van de gemeente, met een instelling of een natuurlijke persoon die de kinderopvangplaats verzorgt, daartoe een schriftelijke overeenkomst sluit.
2 In de overeenkomst is op duidelijke en overzichtelijke wijze vermeld:
a. de instelling jegens welke of de natuurlijke persoon jegens wie de uitgaven worden gedaan;
b. de instelling of de natuurlijk persoon die de kinderopvang verricht indien deze een andere is dan bedoeld in onderdeel a;
c. naam en geboortedatum van de kinderen voor wie de kinderopvang pleegt te worden genoten;
d. naam en adres van de alleenstaande ouder ten behoeve van wie de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, wordt aangegaan;
e. de periode waarin en het aantal dagen van de week waarop naar hele-dagopvang, halve-dagopvang, buitenschoolse opvang of gastouderopvang onderscheiden, van deze regeling gebruik pleegt te worden gemaakt;
f. het adres waar de kinderopvang pleegt plaats te vinden.
3 Burgemeester en wethouders, of de alleenstaande ouder, bedoeld in het eerste lid, die de overeenkomst aangaat, dragen er zorg voor dat in de overeenkomst:
a. geen langere opzegtermijn wordt opgenomen dan 6 weken, en
b. de instelling of de natuurlijke persoon, bedoeld in onderdeel a of b van het tweede lid, verplicht is de gemeente te berichten indien van de kinderopvangplaats zonder opgaaf van redenen over een periode langer dan 2 weken feitelijk geen gebruik wordt gemaakt.
4 Na de ontvangst van een bericht als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, onderzoeken burgemeester en wethouders of de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, moet worden voortgezet. Zo nodig zeggen burgemeester en wethouders de overeenkomst op.
5 Aan de gemeente wordt geen subsidie verleend voor zover ten aanzien van de kinder-opvangplaats recht bestaat op een andere subsidie.
1 Het voor deze regeling beschikbare budget bedraagt f 123.200.000,–.
2 De maximale subsidie per gemeente wordt op basis van het bedrag genoemd in het eerste lid bepaald naar evenredigheid van het aantal alleenstaande ouders, dat volgens de facetten-code CBS per ultimo 1998 in de gemeente woonplaats had en als zodanig algemene bijstand op grond van de Algemene bijstandswet ontving, waarbij de subsidie in ieder geval per gemeente die een aanvraag doet op basis van deze regeling het equivalent is van één volledige kinderopvangplaats. De uit de eerste volzin voortvloeiende maximaal beschikbare subsidie per gemeente is opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.
3 Indien de ontwikkeling van de lonen in de gepremieerde en gesubsidieerde sector of de ontwikkeling van het prijsindexcijfer van de particuliere gezinsconsumptie daartoe aanleiding geeft wordt het bedrag, bedoeld in het eerste lid, door de minister herzien en bekend gemaakt in de Staatscourant.
1 De subsidie voor een kinderopvangplaats in de vorm van hele-dagopvang voor vijf of meer werk- of studiedagen per week gedurende een geheel kalenderjaar bedraagt f 19.515,–.
2 De subsidie voor een kinderopvangplaats in de vorm van halve-dagopvang of buiten-schoolse opvang voor vijf of meer werk- of studiedagen per week gedurende een geheel kalenderjaar bedraagt f 12.880,–.
3 De subsidie voor een kinderopvangplaats in de vorm van gastouderopvang gedurende een geheel kalenderjaar bedraagt f 7.810,–.
4 De subsidie wordt naar evenredigheid verlaagd, indien:
a. de kinderopvangplaats, bedoeld in het eerste of tweede lid, voor minder dan vijf werk- of studiedagen van de week wordt overeengekomen of slechts gedurende een gedeelte van het kalenderjaar, of
b. de kinderopvangplaats, bedoeld in het derde lid, slechts gedurende een gedeelte van het kalenderjaar wordt overeengekomen.
5 Artikel 4, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op de bedragen genoemd in dit artikel.
1 Burgemeester en wethouders dienen hun aanvraag om in aanmerking te komen voor de subsidie bij de minister in vóór 1 april 2000.
2 Bij de aanvraag wordt aangegeven tot welk subsidiebedrag burgemeester en wethouders voornemens zijn in 2000 door middel van overeenkomsten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, kinderopvangplaatsen voor alleenstaande ouders aan te gaan. Daarbij kunnen burgemeester en wethouders aangeven voor meer of minder subsidie in aanmerking te willen komen dan bij toepassing van artikel 4, tweede lid, voor die gemeente beschikbaar is. De aanvraag is ingericht volgens de bij deze regeling behorende bijlage 2.
3 Indien burgemeester en wethouders bij de aanvraag te kennen geven het maximum subsidiebedrag dat volgt uit de toepassing van artikel 4, tweede lid, niet of niet volledig te zullen aanwenden, kan de minister voor die gemeente een lagere maximale subsidie verlenen, overeenkomstig het door die gemeente aangegeven bedrag.
4 Indien burgemeester en wethouders vóór 1 april 2000 geen aanvraag indienen kan de minister de subsidie ambtshalve op nihil vaststellen en het voorschot bedoeld in artikel 7, eerste lid, terugvorderen.
5 Indien de minister gebruik gemaakt heeft van de bevoegdheid bedoeld in het derde lid of vierde lid, kan hij de daardoor resterende subsidie toevoegen aan de gemeenten die meer subsidie hebben aangevraagd dan het maximale subsidiebedrag en voor die gemeenten een hogere maximale subsidie verlenen. Artikel 4, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
6 Burgemeester en wethouders van gemeenten die de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, hebben ingediend ontvangen vóór 1 juni 2000 van de minister een beschikking tot subsidieverlening waarin de maximale subsidie voor het jaar 2000 is opgenomen.
1 De minister betaalt op of omstreeks 15 januari 2000 aan gemeenten een voorschot van 50% van de maximale subsidie bedoeld in artikel 4, tweede lid, zonder dat daartoe door burgemeester en wethouders reeds een aanvraag is ingediend.
2 Gemeenten die over het jaar 1998 geen of een nihil jaaropgave als bedoeld in artikel 11 van de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders 1998 en over het jaar 1999 geen aanvraag voor kinderopvang als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders 1999 hebben ingediend, ontvangen geen voorschot, tenzij de aanvraag bedoeld in artikel 6, eerste lid, vóór 1 februari 2000 door de minister is ontvangen. In dat geval ontvangt de gemeente het voorschot, bedoeld in het eerste lid, op of omstreeks 1 maart 2000.
3 De minister betaalt op of omstreeks 15 juni 2000 aan gemeenten een voorschot van 80% van de maximale subsidie, bedoeld in artikel 6, zesde lid. Bij de betaalbaarstelling van dit voorschot wordt het voorschot, bedoeld in het eerste of tweede lid, verrekend dan wel terug-gevorderd.
4 Indien de minister gebruik maakt van zijn bevoegdheid, bedoeld in artikel 4, derde lid, of 5, vijfde lid, wordt de daaruit voortvloeiende hogere subsidie zo spoedig mogelijk bij wijze van voorschot in één keer aan gemeenten betaalbaar gesteld tot 80% van de maximale subsidie, bedoeld in artikel 6, zesde lid.
1 Burgemeester en wethouders doen vóór 20 september 2001 aan de minister opgave van de in het kalenderjaar 2000 voor subsidie in aanmerking komende kosten voor kinderopvang, bedoeld in deze regeling. Deze jaaropgave is, indien de opgave betrekking heeft op het equivalent van meer dan één volledige kinderopvangplaats, voorzien van een verklaring van een deskundige, belast met de in artikel 213 van de Gemeentewet voorgeschreven controle omtrent de juistheid van gegevens.
2 De jaaropgave en de verklaring, bedoeld in het eerste lid, zijn ingericht overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage 3 respectievelijk bijlage 4.
3 De verklaring van de deskundige, bedoeld in het eerste lid, is gebaseerd op een controle die is uitgevoerd overeenkomstig het in bijlage 5 bij deze regeling beschreven controle- en rapportageprotocol.
1 Met het toezicht op de naleving van deze regeling zijn belast de ambtenaren van de directie Toezicht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
2 Burgemeester en wethouders verstrekken desgevraagd aan de minister kosteloos alle inlichtingen, die hij voor het toezicht en de beleidsvorming met betrekking tot deze regeling nodig heeft en verlenen inzage in de administratie terzake van belang zijnde bescheiden.
Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat de administratie voor de uitvoering van deze regeling zodanig wordt ingericht dat, naast de in artikel 3, eerste lid, bedoelde overeenkomsten, dan wel indien de alleenstaande ouder zelf met instemming van de gemeente een overeenkomst sluit een afschrift van deze overeenkomst, alle overige van belang zijnde vastleggingen en bewijsstukken ten behoeve van het besluitvormings-, uitvoerings-, controle- en verantwoordingsproces zichtbaar en controleerbaar zijn vastgelegd.
1 Met inachtneming van de artikelen 2, 3 en 5 stelt de minister de subsidie vast binnen 12 maanden na ontvangst van de jaaropgave, bedoeld in artikel 8, eerste lid.
2 Indien de jaaropgave niet tijdig is ontvangen, dan wel niet is voorzien van de verklaring, bedoeld in artikel 8, eerste lid, kan de minister de subsidie ambtshalve vaststellen.
1 Burgemeester en wethouders van een gemeente die ten behoeve van een alleenstaande ouder, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders 1999 in het jaar 2000 oordelen over de noodzaak van voortzetting van de bekostiging van de kinderopvang ten behoeve van die alleenstaande ouder, nemen daarbij in acht dat de minister in ieder geval tot één jaar na de aanvang van de arbeid van de alleenstaande ouder de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, verleent.
2 Na het jaar, bedoeld in het eerste lid, wordt de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, door de minister slechts verleend indien burgemeester en wethouders aantonen dat het door de alleenstaande ouder ontvangen loon inclusief de tot het loon te rekenen vergoedingen en de eventueel daarenboven te verstrekken toeslagen die op grond van artikel 10 juncto Artikel 11 van de Wet op de loonbelasting 1994 tot het loon wordt gerekend, ten hoogste 130% van het voor hem geldende minimumloon op grond van de Wet minimumloon en minimum-vakantiebijslag bedraagt.
3 In afwijking van het tweede lid verleent de minister de subsidie, bedoeld in dat lid, nog maximaal 6 maanden na af oop van de periode van een jaar, bedoeld in dat lid, indien burgemeester en wethouders beslissen dat het stopzetten van de bekostiging van de kinderopvang ten behoeve van de alleenstaande ouder zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
4 Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de alleenstaande ouder, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders 1998, voor wie de kinderopvang werd bekostigd op grond van genoemde regeling zoals die regeling luidde tot de datum van inwerkingtreding van deze regeling.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders 2000.
Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen 1 en 2 in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlagen 3, 4 en 5 worden met ingang van 1 mei 2000 ter inzage gelegd in de bibliotheek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.
Den Haag, 21 december 1999
Minister
K.G. de Vries
Nr.
Naam
Eenoudergezinnen
ultimo 1998
Maximaal
beschikbaar
390
's-Graveland
10
f 19.515
517
's-Gravendeel
20
f 23.639
519
's-Gravenzande
40
f 47.279
796
's-Hertogenbosch
960
f 1.134.686
1680
Aa en Hunze
35
f 41.369
738
Aalburg
15
358
Aalsmeer
45
f 53.188
197
Aalten
305
Abcoude
59
Achtkarspelen
130
f 153.655
360
Akersloot
5
482
Alblasserdam
60
f 70.918
613
Albrandswaard
30
f 35.459
483
Alkemade
361
Alkmaar
920
f 1.087.407
141
Almelo
690
f 815.555
34
Almere
1320
f 1.560.193
1723
Alphen-Chaam
484
Alphen aan den Rijn
275
f 325.040
142
Ambt Delden
0
1679
Ambt Montfort
Ameland
306
Amerongen
307
Amersfoort
800
f 945.571
362
Amstelveen
260
f 307.311
363
Amsterdam
13005
f 15.371.446
364
Andijk
199
Angerlo
366
Anna Paulowna
200
Apeldoorn
825
f 975.121
3
Appingedam
100
f 118.196
885
Arcen en Velden
25
f 29.549
202
Arnhem
1605
f 1.897.053
106
Assen
445
f 525.974
743
Asten
143
Avereest
650
Axel
744
Baarle-Nassau
308
Baarn
70
f 82.738
489
Barendrecht
203
Barneveld
90
f 106.377
144
Bathmen
Bedum
888
Beek
50
f 59.098
370
Beemster
889
Beesel
890
Belfeld
7
Bellingwedde
206
Bemmel
372
Bennebroek
491
Bergambacht
1724
Bergeijk
373
Bergen
893
Bergen (L)
748
Bergen op Zoom
f 460.966
207
Bergh
55
f 65.008
492
Bergschenhoek
493
Berkel en Rodenrijs
1721
Bernheeze
568
Bernisse
753
Best
209
Beuningen
85
f 100.467
375
Beverwijk
255
f 301.401
585
Binnenmaas
1728
Bladel
376
Blaricum
495
Bleiswijk
377
Bloemendaal
Boarnsterhim
65
f 76.828
497
Bodegraven
755
Boekel
64
Bolsward
211
Borculo
1681
Borger-Odoorn
80
f 94.557
897
Born
147
Borne
654
Borsele
499
Boskoop
756
Boxmeer
757
Boxtel
95
f 112.287
758
Breda
1155
f 1.365.169
194
Brederwiede
311
Breukelen
501
Brielle
898
Broekhuizen
213
Brummen
899
Brunssum
265
f 313.221
312
Bunnik
313
Bunschoten
214
Buren
381
Bussum
120
f 141.836
502
Capelle aan den IJssel
590
f 697.359
383
Castricum
109
Coevorden
115
f 135.926
1706
Cranendonck
611
Cromstrijen
1684
Cuijk
110
f 130.016
216
Culemborg
75
f 88.647
148
Dalfsen
Dantumadeel
310
De Bilt
140
f 165.475
552
De Lier
1663
De Marne
736
De Ronde Venen
1690
De Wolden
503
Delft
750
f 886.473
Delfzijl
300
f 354.589
518
Den Haag
6685
f 7.901.432
159
Den Ham
400
Den Helder
705
f 833.285
149
Denekamp
762
Deurne
150
Deventer
600
f 709.179
218
Didam
384
Diemen
155
f 183.204
151
Diepenheim
219
Dinxperlo
504
Dirksland
220
Dodewaard
221
Doesburg
222
Doetinchem
270
f 319.130
766
Dongen
58
Dongeradeel
315
Doorn
505
Dordrecht
1410
f 1.666.570
498
Drechterland
316
Driebergen-Rijsenburg
1719
Drimmelen
303
Dronten
190
f 224.573
225
Druten
226
Duiven
902
Echt
227
Echteld
385
Edam-Volendam
228
Ede
317
Eemnes
1651
Eemsmond
105
f 124.106
770
Eersel
357
Egmond
229
Eibergen
905
Eijsden
772
Eindhoven
1580
f 1.867.504
230
Elburg
231
Elst
114
Emmen
545
f 644.171
388
Enkhuizen
153
Enschede
1395
f 1.648.840
232
Epe
233
Ermelo
777
Etten-Leur
f 177.295
1722
Ferwerderadiel
Franekeradeel
653
Gaasterlân-Sleat
779
Geertruidenberg
236
Geldermalsen
781
Geldrop
906
Geleen
1652
Gemert-Bakel
237
Gendringen
238
Gendt
154
Genemuiden
907
Gennep
689
Giessenlanden
784
Gilze en Rijen
511
Goedereede
664
Goes
180
f 212.754
785
Goirle
156
Goor
512
Gorinchem
170
f 200.934
239
Gorssel
513
Gouda
405
f 478.696
693
Graafstroom
365
Graft-De Rijp
157
Gramsbergen
786
Grave
240
Groenlo
241
Groesbeek
14
Groningen
2290
f 2.706.698
Grootegast
912
Grubbenvorst
1729
Gulpen-Wittem
158
Haaksbergen
788
Haaren
392
Haarlem
1045
f 1.235.153
393
Haarlemmerliede en Spaarnwoude
394
Haarlemmermeer
340
f 401.868
914
Haelen
1655
Halderberge
160
Hardenberg
243
Harderwijk
523
Hardinxveld-Giessendam
17
Haren
395
Harenkarspel
72
Harlingen
318
Harmelen
161
Hasselt
244
Hattem
1937
Heel
396
Heemskerk
250
f 295.491
397
Heemstede
246
Heerde
74
Heerenveen
205
f 242.303
398
Heerhugowaard
195
f 230.483
526
Heerjansdam
917
Heerlen
940
f 1.111.046
1658
Heeze-Leende
399
Heiloo
162
Heino
918
Helden
163
Hellendoorn
530
Hellevoetsluis
f 360.499
794
Helmond
670
f 791.916
531
Hendrik-Ido-Ambacht
248
Hengelo (Gld)
164
Hengelo (Ov)
460
f 543.704
63
het Bildt
251
Heteren
252
Heumen
797
Heusden
Heythuysen
534
Hillegom
798
Hilvarenbeek
402
Hilversum
380
f 449.146
253
Hoevelaken
165
Holten
675
Hontenisse
118
Hoogeveen
18
Hoogezand-Sappemeer
290
f 342.770
Hoorn
525
f 620.531
923
Horst
321
Houten
Huissen
406
Huizen
677
Hulst
256
Hummelo en Keppel
925
Hunsel
IJsselham
191
IJsselmuiden
353
IJsselstein
145
f 171.385
645
Jacobswoude
166
Kampen
f 195.024
678
Kapelle
537
Katwijk
928
Kerkrade
f 596.892
929
Kessel
258
Kesteren
79
Kollumerland c.a.
588
Korendijk
542
Krimpen aan den IJssel
1659
Laarbeek
1685
Landerd
882
Landgraaf
f 271.852
415
Landsmeer
416
Langedijk
417
Laren
22
Leek
Leerdam
326
Leersum
Leeuwarden
985
f 1.164.235
81
Leeuwarderadeel
546
Leiden
955
f 1.128.776
547
Leiderdorp
548
Leidschendam
175
f 206.844
995
Lelystad
695
f 821.465
82
Lemsterland
327
Leusden
Lichtenvoorde
1673
Liemeer
694
Liesveld
418
Limmen
733
Lingewaal
553
Lisse
808
Lith
Littenseradiel
262
Lochem
329
Loenen
809
Loon op Zand
330
Loosdrecht
331
Lopik
24
Loppersum
168
Losser
332
Maarn
333
Maarssen
334
Maartensdijk
933
Maasbracht
934
Maasbree
1671
Maasdonk
263
Maasdriel
555
Maasland
556
Maassluis
935
Maastricht
990
f 1.170.145
936
Margraten
169
Markelo
Marum
420
Medemblik
993
Meerlo-Wanssum
938
Meerssen
941
Meijel
83
Menaldumadeel
1987
Menterwolde
119
Meppel
687
Middelburg
559
Middelharnis
1697
Middenveld
814
Mierlo
815
Mill en Sint Hubert
Millingen aan de Rijn
1709
Moerdijk
562
Monster
335
Montfoort
944
Mook en Middelaar
563
Moordrecht
424
Muiden
565
Naaldwijk
425
Naarden
426
Nederhorst den Berg
643
Nederlek
946
Nederweert
266
Neede
304
Neerijnen
412
Niedorp
571
Nieuw-Lekkerland
356
Nieuwegein
350
f 413.688
567
Nieuwerkerk aan den Ijssel
569
Nieuwkoop
Nieuwleusen
104
Nijefurd
267
Nijkerk
268
Nijmegen
1865
f 2.204.363
1695
Noord-Beveland
1699
Noordenveld
529
Noorder-Koggenland
171
Noordoostpolder
215
f 254.122
575
Noordwijk
576
Noordwijkerhout
577
Nootdorp
820
Nuenen c.a.
302
Nunspeet
951
Nuth
429
Obdam
579
Oegstgeest
823
Oirschot
824
Oisterwijk
269
Oldebroek
173
Oldenzaal
174
Olst
Ommen
881
Onderbanken
692
Oostburg
826
Oosterhout
f 265.942
580
Oostflakkee
Ooststellingwerf
125
f 147.746
431
Oostzaan
176
Ootmarsum
432
Opmeer
86
Opsterland
828
Oss
584
Oud-Beijerland
437
Ouder-Amstel
644
Ouderkerk
589
Oudewater
Papendrecht
765
Pekela
594
Pijnacker
439
Purmerend
f 585.072
273
Putten
177
Raalte
835
Ravenstein
595
Reeuwijk
1661
Reiderland
703
Reimerswaal
274
Renkum
339
Renswoude
1667
Reusel-De Mierden
Rheden
Rhenen
597
Ridderkerk
602
Rijnsburg
196
Rijnwaarden
1672
Rijnwoude
178
Rijssen
603
Rijswijk
f 372.319
1669
Roerdalen
957
Roermond
485
f 573.253
1670
Roggel en Neer
1674
Roosendaal
f 443.237
599
Rotterdam
11975
f 14.154.023
Rozenburg
277
Rozendaal
840
Rucphen
278
Ruurlo
704
Sas van Gent
604
Sassenheim
441
Schagen
39
Scheemda
458
Schermer
279
Scherpenzeel
606
Schiedam
870
f 1.028.309
88
Schiermonnikoog
844
Schijndel
962
Schinnen
607
Schipluiden
608
Schoonhoven
444
Schoorl
1676
Schouwen-Duiveland
964
Sevenum
965
Simpelveld
1702
Sint-Anthonis
845
Sint-Michielsgestel
846
Sint-Oedenrode
968
Sittard
f 496.425
51
Skarsterlân
610
Sliedrecht
Slochteren
1698
Sluis Aardenburg
Smallingerland
f 466.876
91
Sneek
f 366.409
342
Soest
847
Someren
848
Son en Breugel
612
Spijkenisse
700
f 827.375
179
Stad Delden
37
Stadskanaal
185
f 218.663
Staphorst
532
Stede Broec
851
Steenbergen
280
Steenderen
181
Steenwijk
971
Stein
617
Strijen
974
Susteren
975
Swalmen
976
Tegelen
9
Ten Boer
480
Ter Aar
715
Terneuzen
93
Terschelling
448
Texel
716
Tholen
977
Thorn
281
Tiel
855
Tilburg
1765
f 2.086.167
183
Tubbergen
737
Tytsjerksteradiel
282
Ubbergen
856
Uden
450
Uitgeest
451
Uithoorn
184
Urk
344
Utrecht
2270
f 2.683.059
981
Vaals
283
Valburg
619
Valkenburg
994
Valkenburg aan de Geul
858
Valkenswaard
47
Veendam
345
Veenendaal
717
Veere
860
Veghel
861
Veldhoven
453
Velsen
454
Venhuizen
983
Venlo
540
f 638.261
984
Venray
620
Vianen
622
Vlaardingen
560
f 661.900
48
Vlagtwedde
347
Vleuten-De Meern
96
Vlieland
718
Vlissingen
f 567.343
623
Vlist
986
Voerendaal
624
Voorburg
625
Voorhout
626
Voorschoten
285
Voorst
286
Vorden
186
Vriezenveen
865
Vught
866
Waalre
867
Waalwijk
f 260.032
627
Waddinxveen
289
Wageningen
628
Warmond
291
Warnsveld
629
Wassenaar
630
Wateringen
852
Waterland
188
Weerselo
988
Weert
210
f 248.213
457
Weesp
292
Wehl
Werkendam
459
Wervershoof
668
West Maas en Waal
558
Wester-Koggenland
1701
Westerveld
293
Westervoort
135
f 159.565
98
Weststellingwerf
614
Westvoorne
189
Wierden
462
Wieringen
463
Wieringermeer
296
Wijchen
Wijhe
352
Wijk bij Duurstede
52
Winschoten
53
Winsum
294
Winterswijk
295
Wisch
873
Woensdrecht
632
Woerden
466
Wognum
880
Wormerland
351
Woudenberg
874
Woudrichem
710
Wûnseradiel
683
Wymbritseradiel
479
Zaanstad
297
Zaltbommel
473
Zandvoort
707
Zederik
478
Zeevang
Zeewolde
355
Zeist
f 336.860
298
Zelhem
299
Zevenaar
1666
Zevenhuizen-Moerkapelle
476
Zijpe
637
Zoetermeer
745
f 880.563
638
Zoeterwoude
56
Zuidhorn
136
Zuidlaren
879
Zundert
301
Zutphen
f 419.597
192
Zwartsluis
642
Zwijndrecht
193
Zwolle
538
103425
f 123.200.000
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders 2000", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.