Besluit regels export uitkeringen

Geraadpleegd op 23-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2013 en zichtdatum 22-12-2024.
Geldend van 28-12-2012 t/m 30-06-2013

Besluit van 23 december 1999, houdende afwijkende regels inzake het recht op een uitkering ten aanzien van personen die niet in Nederland wonen (Besluit afwijkende regels beperking export uitkeringen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst van 8 december 1999, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/GSV/99/78348;

Gelet op de artikelen 19a, vierde lid, van de Ziektewet, 20, vijfde lid, en 43b, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 7a, vijfde lid, en 19a, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 8a, vierde lid, en 9a, derde lid, van de Algemene Ouderdomswet, 7b, vierde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, 32a, vijfde lid, en 32b, vierde lid, van de Algemene nabestaandenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 16 december 1999, nr. W12.99.0609/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst van 21 december 1999, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/GSV/99/81589;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Begripsbepaling

Artikel 1. Werkzaamheden in het algemeen belang

Voor de toepassing van dit besluit wordt onder werkzaamheden die in het algemeen belang worden verricht verstaan werkzaamheden verricht door degene die:

  • a. in dienstbetrekking staat tot een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon dan wel uit anderen hoofde loon geniet van een zodanige rechtspersoon;

  • b. is uitgezonden om werkzaamheden te verrichten voor door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in overeenstemming met de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan te wijzen organisaties voor ontwikkelingssamenwerking;

  • c. werkzaam is bij een door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan te wijzen volkenrechtelijke organisatie;

  • d. werkzaamheden verricht die worden bekostigd door het Rijk en die tevens in opdracht van het Rijk worden verricht in het kader van een wettelijke taakomschrijving of ter uitvoering van een internationaal verdrag dan wel een daarmee gelijk te stellen overeenkomst of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie.

Hoofdstuk 2. Recht op uitkering bij werken in het algemeen belang en het niet in Nederland wonen

Artikel 2. Recht op ziekengeld op grond van de Ziektewet

De persoon die verzekerd is op grond van de Ziektewet uit hoofde van een dienstbetrekking tot het verrichten van werkzaamheden in het algemeen belang en zijn in hetzelfde land wonende gezinslid hebben recht op ziekengeld op grond van de Ziektewet.

Artikel 3. Recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

De verzekerde, bedoeld in artikel 19 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, of zijn in hetzelfde land wonende gezinslid heeft recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering dan wel van die verzekerde of zijn in hetzelfde land wonende gezinslid wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering niet ingetrokken, indien de verzekerde werkzaamheden in het algemeen belang verricht.

Artikel 3a. Recht op uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Voor de verzekerde, bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, of zijn in hetzelfde land wonende gezinslid ontstaat of herleeft het recht op een uitkering op grond van die wet dan wel eindigt een dergelijke uitkering niet, indien de verzekerde werkzaamheden in het algemeen belang verricht.

Artikel 4. Recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

Een verzekerde als bedoeld in de artikelen 7a, eerste lid, onderscheidenlijk 19a, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of zijn in hetzelfde land wonende gezinslid heeft recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering dan wel voor die verzekerde of zijn in hetzelfde land wonende gezinslid eindigt het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering niet indien de verzekerde werkzaamheden in het algemeen belang verricht.

Artikel 5. Recht op toeslag en de hoogte van het bruto-ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet

Artikel 6. Recht op kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet

De verzekerde, bedoeld in artikel 7b, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, heeft recht op kinderbijslag, indien hij werkzaamheden in het algemeen belang verricht en het eigen kind, het aangehuwde kind of het pleegkind woont in hetzelfde land, Nederland of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op kinderbijslag kan bestaan.

Artikel 7. Recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering en wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet

  • 1 Voor de nabestaande, bedoeld in artikel 32a, eerste lid, van de Algemene nabestaandenwet, ontstaat:

    • a. recht op nabestaandenuitkering, indien de nabestaande werkzaamheden in het algemeen belang verricht;

    • b. recht op halfwezenuitkering, indien de nabestaande werkzaamheden in het algemeen belang verricht en de halfwees woont in hetzelfde land, Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan;

    • c. recht op halfwezenuitkering, indien de halfwees werkzaamheden in het algemeen belang verricht en de nabestaande woont in hetzelfde land, Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan.

  • 3 Voor de nabestaande, bedoeld in artikel 32b, eerste lid, van de Algemene nabestaandenwet, eindigt niet het recht op:

    • a. nabestaandenuitkering, indien de nabestaande werkzaamheden in het algemeen belang verricht;

    • b. halfwezenuitkering, indien de nabestaande werkzaamheden in het algemeen belang verricht en de halfwees woont in hetzelfde land, Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan;

    • c. halfwezenuitkering, indien de halfwees werkzaamheden in het algemeen belang verricht en de nabestaande woont in hetzelfde land, Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan.

Hoofdstuk 3. Recht op uitkering in Curaçao, Sint Maarten of openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba

Artikel 8. Recht op ziekengeld op grond van de Ziektewet

De verzekerde, bedoeld in artikel 19a van de Ziektewet, heeft recht op ziekengeld op grond van de Ziektewet, indien deze verzekerde in Curaçao, Sint Maarten of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba woont.

Artikel 9. Recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

De verzekerde, bedoeld in artikel 19 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, heeft recht op toekenning van de arbeidsongeschiktheidsuitkering dan wel van die verzekerde wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering niet ingetrokken, indien deze verzekerde in Curaçao, Sint Maarten of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba woont.

Artikel 9a. Recht op uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Voor de verzekerde, bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, ontstaat of herleeft het recht op een uitkering op grond van die wet dan wel eindigt een dergelijke uitkering niet, indien de verzekerde in Curaçao, Sint Maarten of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba woont.

Artikel 10. Recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

Een verzekerde als bedoeld in de artikelen 7a, eerste lid, onderscheidenlijk 19a, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen heeft recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering dan wel voor die verzekerde eindigt het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering niet indien de verzekerde in Curaçao, Sint Maarten of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba woont.

Artikel 11. Recht op toeslag en de hoogte van het bruto-ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet

Artikel 12. Recht op kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet

De verzekerde, bedoeld in artikel 7b, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, heeft recht op kinderbijslag, indien hij dan wel het eigen kind, het aangehuwde kind of het pleegkind in Curaçao, Sint Maarten of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba woont dan wel in Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op kinderbijslag kan bestaan.

Artikel 13. Recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering en wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet

  • 1 Voor de nabestaande, bedoeld in artikel 32a, eerste lid, van de Algemene nabestaandenwet, ontstaat:

    • a. recht op nabestaandenuitkering, indien de nabestaande in Curaçao, Sint Maarten of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba woont;

    • b. recht op halfwezenuitkering, indien de nabestaande of de halfwees in Curaçao, Sint Maarten of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba woont dan wel in Nederland of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan.

  • 3 Voor de nabestaande, bedoeld in artikel 32b, eerste lid, van de Algemene nabestaandenwet, eindigt niet het recht op:

    • a. nabestaandenuitkering, indien de nabestaande in Curaçao, Sint Maarten of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba woont;

    • b. halfwezenuitkering, indien de nabestaande of de halfwees in Curaçao, Sint Maarten of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba woont dan wel in Nederland of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan.

Hoofdstuk 4. Recht op uitkering in Aruba

Artikel 14. Recht op ziekengeld op grond van de Ziektewet

De verzekerde, bedoeld in artikel 19a van de Ziektewet, heeft recht op ziekengeld op grond van de Ziektewet, indien deze verzekerde in Aruba woont.

Artikel 15. Recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

De verzekerde, bedoeld in artikel 19 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, heeft recht op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering dan wel van die verzekerde wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering niet ingetrokken, indien deze verzekerde in Aruba woont.

Artikel 15a. Recht op uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Voor de verzekerde, bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, ontstaat of herleeft het recht op een uitkering op grond van die wet dan wel eindigt een dergelijke uitkering niet, indien de verzekerde in Aruba woont.

Artikel 16. Recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

Een verzekerde als bedoeld in de artikelen 7a, eerste lid, onderscheidenlijk 19a, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen heeft recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering dan wel voor die verzekerde eindigt het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering niet indien de verzekerde in Aruba woont.

Artikel 17. Recht op toeslag en de hoogte van het bruto-ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet

Artikel 18. Recht op kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet

De verzekerde, bedoeld in artikel 7b, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, heeft recht op kinderbijslag, indien hij dan wel het eigen kind, het aangehuwde kind of het pleegkind in Aruba woont dan wel in Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op kinderbijslag kan bestaan.

Artikel 19. Recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering en wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet

  • 1 Voor de nabestaande, bedoeld in artikel 32a, eerste lid, van de Algemene nabestaandenwet, ontstaat:

    • a. recht op nabestaandenuitkering, indien de nabestaande in Aruba woont;

    • b. recht op halfwezenuitkering, indien de nabestaande of de halfwees in Aruba woont dan wel in Nederland of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan.

  • 3 Voor de nabestaande, bedoeld in artikel 32b, eerste lid, van de Algemene nabestaandenwet, eindigt niet het recht op:

    • a. nabestaandenuitkering, indien de nabestaande in Aruba woont;

    • b. halfwezenuitkering, indien de nabestaande of de halfwees in Aruba woont dan wel in Nederland of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 20. Tijdelijk recht op uitkering op de Nederlandse Antillen

  • 1 Hoofdstuk 3 vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, welk tijdstip in ieder geval niet eerder ligt dan drie jaar na inwerkingtreding van dit besluit.

  • 2 Dit artikel vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 21. Tijdelijk recht op uitkering op Aruba

  • 1 Hoofdstuk 4 vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, welk tijdstip in ieder geval niet eerder ligt dan drie jaar na inwerkingtreding van dit besluit.

  • 2 Dit artikel vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 22. Inwerkingtreding

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.

  • 2 Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst wordt uitgegeven na 31 december 1999, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 2000.

Artikel 23. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit regels export uitkeringen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 23 december 1999

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de dertigste december 1999

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals